Veel gekwetter, weinig wol
Sociale media als Facebook, Netlog, YouTube en Twitter zijn de afgelopen jaren explosief gegroeid tot communicatieplatformen die niet meer weg te denken zijn. Wie er nog geen gebruik van maakt (en ik ontmoet af en toe nog wel zo iemand) wordt meer en meer aangekeken als iemand die in 2005 nog steeds geen GSM had. Dit boek, Veel gekwetter, weinig wol. De inzet van sociale media door overheid, politiek en burgers, over het politiek gebruik of misbruik van sociale media (Facebook, YouTube ,Twitter, het eerder Belgische Netlog en het zeer Nederlandse Hyves) is gegroeid uit een merkwaardige samenwerking tussen een believer en een non-believer in de impact van die moderne internettoepassingen op het politiek en administratief bedrijf. Volgens sommigen houden sociale media immers een belofte in zich om de band tussen burgers en politiek te herstellen en om burgers beter te betrekken bij maatschappelijke vraagstukken. Ze hebben duidelijk niet echt een consensus nagestreefd. Doorheen het boek valt vaak te herkennen wie de auteur van een bepaalde paragraaf is. Eigenlijk hebben ze ook allebei gelijk: er is veel potentie in het verstandig gebruik van nieuwe media, maar doorheen een vrij gedetailleerd onderzoek naar alle echt gebruik leren we ook hoe weinig meerwaarde het tot nu toe opgeleverd heeft. Hun wetenschappelijke studie bevestigt grotendeels wat ik vorig jaar zelf al in Samenleving en politiek schreef (‘Politieke en sociale internetwerken’, maart 2010), dus vind ik hun onderzoek uitstekende literatuur.
Natuurlijk kon het boek dat in maart 2011 in druk verscheen nog geen rekening houden met de Arabische revoluties waar de opstandelingen de bestaande censuur en controle konden omzeilen via Facebook en Twitter. Alle veiligheidsdiensten zullen ondertussen wel al een strategie uitgewerkt hebben om dit niet nog eens te moeten ondergaan. Maar in Nederland blijkt het gebruik van Hyves telkens weer een eenrichtingscommunicatie te zijn. Politici of besturen plaatsen wel berichtjes om te communiceren waarmee ze bezig zijn, maar doen weinig of niets met de mogelijke discussies die dat al eens losweekt. Duidelijk een verschil met Barack Obama die regelmatig zijn vrienden vraagt wat ze van een bepaald standpunt vinden. Maar toegegeven, daar is het gebruik wellicht niet veel meer dan de ‘polls’ die ze daar al jaren doen om te testen hoe goed hun beleid onthaald zal worden. Hier blijkt het motief om te gaan twitteren telkens weer te zijn dat men de burgers wil informeren. Waar men dan met spijt vaststelt dat die burger relatief weinig geïnteresseerd is in al die mededelingen van de regering. De onderzoekers stellen vast dat er ‘wel burgers zijn die inhoudelijke informatie of vragen naar politici sturen, maar dit is voornamelijk een beperkte groep politiek geïnteresseerde burgers’. Wel slagen de meer actieve politici er in om al hun aanhangers als vrienden te boeken, maar dat levert eigenlijk weinig nieuwe stemmen op. Het zou m.i. oneindig veel rendabeler zijn indien politici zich echt ‘tussen het volk’ mengden, bijvoorbeeld door aan te sluiten bij een groep die een thema behandelt waar ze het eens mee zijn. Of zelfs een groep ‘tegenstanders’ uitlegt waarom ze het fout hebben. Op internet heeft niemand nog de communicatie onder controle. Dat hebben de bedrijven al lang door die beseffen dat hun reclame het niet haalt tegenover de commentaren van hun klanten. En dat geldt ook voor de publieke sector en de politiek. De Britse gezondheidsdienst heeft zo moeten infiltreren in een zeer populaire site waar mensen mekaar gezondheidsadvies gaven, zo konden ze tenminste aan de noodrem trekken wanneer iemand daar giftige adviezen verstrekte. De meer dan 4400 Facebook vrienden van journaliste Saskia Van Nieuwenhove zullen niet echt enthousiast meer zijn over het beleid van de huidige Minister van Justitie over bijzondere jeugdzorg. Elk van haar berichten kan steevast rekenen op een paar tientallen commentaren. Zoals ook de ‘lezersfora’ van kranten en tijdschriften tegenwoordig voor een oneindige reeks al dan niet spontane commentaren bij het nieuws zorgt. Wat iemand vroeger kwijt kon aan een paar directe omstaanders kan hij of zij nu vertellen aan een paar honderd lezers. Het leert ook wel iets over democratie dat mensen die imbeciele commentaren schrijven ook stemrecht hebben, maar dit is een niet toegestane bedenking.
Aalberts en Kreijveld beëindigen hun boek met een aantal zeer zinvolle adviezen over het gebruik van nieuwe media. Verplichte literatuur voor de politici en hun perschefs. Ik voeg er nog twee aan toe: uw kiezers zijn er het jaar door, duik niet enkel op de maand voor de verkiezingen. Het valt me immers weer sterk op hoeveel van mijn politieke Facebookvrienden al sinds juni 2010 niets meer geschreven hebben. Waarom zouden ze ook, kiezers bestaan niet tot aan de ontbinding van de Kamers. Maar dat is dan weer zo doorzichtig dat communicatie via dat kanaal (digitale pamfletten noem ik dat) weinig of geen impact heeft bij wie nog niet overtuigd is van zijn keuze. Dan liever een Barack Obama, Vincent Van Quickenborne of Jan Roegiers die wel het jaar door actief zijn. Of Geert Lambert die al z’n vrienden een verjaardagswensje stuurt, soms zit het ook in kleine dingen. En het tweede advies: durf ook eens een vraag te stellen. Het lijkt me geen teken van zwakheid als bijvoorbeeld een Antwerps politicus enkele jaren geleden had gevraagd: ‘Brug of tunnel, het heeft allebei voor- en nadelen?’. Hij had veel kunnen leren over de vox populi vooraleer de politieke stellingenoorlog was begonnen, en er zijn conclusies uit kunnen trekken. Als een overheid of politicus die nieuwe media niet interactief wil gebruiken, kan die beter de moeite niet doen wegens puur tijdverlies. Tenzij preken voor eigen parochie toch nieuwe kiezers kan opleveren.
Het boek krijgt een vervolg in het project ‘politiek 2.0’: hoe kunnen de beloftes van sociale media in de toekomst alsnog worden ingelost? De website www.politiek20.nl is de thuishaven van dit project, al is het in deze context wel grappig dat ook daar nog geen discussieforum geopend is over het boek zelf. Je kan de auteurs er wel een mailtje sturen, maar dat is het zowat. Het zouden goede politici kunnen wezen…
Politici en ambtenaren kunnen maar beter eens beseffen dat de sociale media er zijn en zullen blijven. En dat dit héél veel impact heeft op hun traditioneel bedrijf. Dit boek is een aardig begin om te leren welke impact, en hoe ze er best mee omgaan. Voor ze zoals Nixon verkiezingen verliezen omdat ze nog niet met televisie kunnen omgaan.
Samenleving & Politiek, Jaargang 18, 2011, nr. 7 (september), pagina 93 tot 95
Abonneer je op Samenleving & Politiek
Het magazine verschijnt 10 keer per jaar; niet in juli en augustus.
Proefnummer? Factuur? Contacteer ons via
info@sampol.be
of op 09 267 35 31.
Het abonnementsgeld gaat jaarlijks automatisch van je rekening. Het abonnement kan je op elk moment opzeggen. Lees de
Algemene voorwaarden.
Je betaalt liever via overschrijving?
Abonneren kan ook uit het buitenland.
*Ontdek onze SamPol draagtas.