‘We moet PS redden’. Zijn we op dat punt gekomen? ‘Ja’. Aan het woord is Philippe Moureaux, over de penibele situatie van zijn partij (Le Soir, 08/02/2017). Hoewel de geschiedenis van het Belgische socialisme steeds een pad vol hindernissen is geweest1, is de huidige staat van PS ronduit alarmerend. In dit artikel bekijken we hoe het zover is kunnen komen dat een kopstuk als Philippe Moureaux spreekt over een existentiële crisis die zelfs het voortbestaan van de partij bedreigt, onderzoeken we vanwaar de dynamiek komt die rond PTB hangt en merken we op dat zelfs Ecolo, dat tot voor kort onhoorbaar was, zich begint te roeren. Staan we voor een revolutie op links in Franstalig België?
HET IMMOBILISME VAN PS
PS zit in de hoek waar de klappen vallen. Gisteren was ze nog de onbetwiste eerste politieke kracht in Wallonië met een electorale ondergrens van 35%. Morgen dreigt een electorale decimering - de peilingen spreken van 20% - en een nieuwe politieke status op het Waalse, Brusselse en Franse Gemeenschapsniveau (waar de partij in de meerderheid zit) en op het federale niveau (waar de partij in de oppositie zit).
Om de neerwaartse spiraal te reconstrueren, moeten we terug naar de verkiezingen van 25 mei 2014. De dag na de stembusgang ontwaakt PS in een nieuwe politieke situatie. De partij haalt nog 32% van de stemmen binnen, waarmee een reeks zorgelijke peilingen niet bewaarheid worden, maar verliest daarmee toch 5,5% en 2 zetels in Henegouwen en Luik. Tegelijkertijd slaagt PTB er op haar beurt in om in de verschillende parlementen te komen. De strijd op links krijgt daarmee een nieuwe wending.
De dagen na de verkiezingen van 25 mei 2014 krijgt PS een oorverdovende stilte te verduren van CD&V. De boodschap is duidelijk. Er wacht de partij een oppositiekuur. Zo krijgt PS meteen twee grote veranderingen te verwerken: de terugkeer van de radicaallinkse PTB op de parlementaire banken, 29 jaar na het verlies van de laatste zetels van de communisten, en een oppositiekuur op federaal niveau, na 26 jaar onafgebroken deelname aan de macht.
Deze twee grote veranderingen moeten leiden tot een herpositioneren van PS, een herformuleren van haar waarden en een bevraging van haar identiteit2, maar deze oefening heeft tot op de dag van vandaag niet plaatsgevonden.
Natuurlijk heeft de partij een aantal interne denkoefeningen ondernomen, maar de fundamentele uitdagingen waarmee de partij wordt geconfronteerd kwamen daarbij niet aan bod. De manier waarop de partij zich na de nederlaag organiseerde, is veelzeggend: te veel ministers, te weinig politiek personeel dat actief is buiten de politiek, en een oppositie gevoerd door personen die vergroeid zijn met de macht: Elio Di Rupo en Laurette Onkelinx. Er zijn maar weinig PS-toppers die momenteel echt tevreden zijn: Rudy Demotte moet genoegen nemen met de 'simpele' rol van minister-president van de Franse Gemeenschap; Paul Magnette wordt de nieuwe minister-president van Wallonië zonder dat zelf echt gewild te hebben; Jean-Claude Marcourt, die die post wel wilde, blijft Waals minister van Economie en minister van Hoger Onderwijs in de Franse Gemeenschapsregering; en Laurette Onkelinx wil zowel het voorzitterschap van de partij als het fractievoorzitterschap in de Kamer, maar moet zich met enkel dat laatste tevreden stellen.
Dit is echter niet de kern van het probleem. De zeer lange deelname aan de macht (26 jaar!) heeft de partijtop vervreemd van haar basis. Weg zijn de creatieve capaciteit en het militante dynamisme. De relatie met de bevriende zuilorganisaties blijft beperkt tot beleidsoverleg op het hoogste niveau. Het gaat overal in Europa slecht met linkse partijen3, en na de verkiezingen van 2014 zit nu ook bij PS de klad erin, maar de partij is er niet in geslaagd om zich aan te passen aan de nieuwe realiteit. Op intellectueel, noch cultureel, noch organisatorisch vlak heeft PS zich in de voorbije drie jaar heruitgevonden.
De Franstalige socialisten spelen op de reactie; ze zijn weinig proactief. Op elk beleidsniveau ondergaan ze de gebeurtenissen, veeleer dan dat ze die uitlokken of erop anticiperen. Haar politieke en strategies keuzes zijn dan ook niet altijd even eenvoudig te volgen. De ene keer voert de partij zware oppositie, de andere keer gebeurt dat met de fluwelen handschoen. Ook in haar aanpak van PTB zwalpt PS regelmatig.
PS-voorzitter Elio Di Rupo is de gebeten hond. Zijn keuze om na het premierschap opnieuw voorzitter te worden (hij was dit al van 1999 tot 2011) werd door waarnemers maar ook door veel mensen in zijn eigen partij niet begrepen. Dit had Elio Di Rupo onderschat. Daardoor moet hij veel aandacht besteden aan interne kwesties; tijd die hij ontbreekt om met de echte, maatschappelijke uitdagingen bezig te zijn. Het losbarsten van het Publifin/Nethys-affaire heeft daarbij natuurlijk niet geholpen.
De 'bezorgdheden' over het functioneren van deze intercommunales, en meer bepaald hoe het geld er rondging, bestonden al geruime tijd. Maar door het belang van de sector en de betrokkenheid van de Luikse PS-federatie, heeft het immobilisme het gehaald. En dat is eigenlijk altijd zo gebleven, ook toen in december 2016 de informatie over de zitpenningen bekend geraakte.4
Zowel de Luikse federatie als de partijtop zelf heeft dit dossier op een rampzalige manier beheerd. Uiteindelijk moest PS een onderzoekscommissie slikken, en moest ze twee van de vijf belangrijkste leiders van de Luikse federatie, André Gilles en Stéphane Moreau, uit de partij zetten. Dit dossier, waar niet alleen PS bij betrokken is, speelt echter nog op een ander niveau: het beeld blijft bestaan dat PS niet in staat is om haar demonen uit het verleden te bezweren en dat de schandalen blijven opduiken.
Vandaag staat PS met de rug tegen de muur. Gezien de politieke context in eigen land en het wedervaren van socialistische partijen elders, lijkt de hoop op een ommekeer meer dan ooit wishful thinking.
Ook de Publifin/Nethys-affaire lijkt de koers van de partij niet fundamenteel te veranderen. Wel werd door de schandalen de timing van de 'Chantiers des idées' herzien en de uitwerking ervan verlengd. Bedoeling is nu dat deze denkoefening haar werkzaamheden sluit in september 2017. De 'Chantiers' is zeker een interessant initiatief dat voor stimulerende debatten zorgt, maar de werking van de partij, haar federaties en haar kaders zal erdoor niet veranderen. Wel kan ze de basis zijn voor nieuwe standpunten bij de regionale en federale verkiezingen van 2019, vooral inzake arbeidsduurvermindering en de verhouding tussen mens en milieu.
Ondertussen is het alle hens aan dek voor de gemeenteraadsverkiezingen in 2018. Het belooft een moeilijke stembusgang te worden. Net zoals dat voor CVP vroeger en CD&V vandaag het geval is, liggen de historische hefbomen van de macht van PS immers in de lokale inplanting. Die staat nu onder druk.
Op gemeentelijk vlak hoopt PS stand te kunnen houden. En, wie weet, kan een goed resultaat een doorstart betekenen in de aanloop naar de regionale, federale en Europese verkiezingen een jaar later. Ook zouden goede gemeenteraadsverkiezingen als vrederechter kunnen dienen in de ontluikende oorlog tussen de PS-top en bepaalde federaties. In 2018 zal de blik vooral gericht zijn op de prestatie van Elio Di Rupo in Bergen, Rudy Demotte in Doornik, Paul Magnette in Charleroi, Laurette Onkelinx in Schaarbeek, Alain Mathot in Seraing, Willy Demeyer in Luik en Frédéric Daerden in Herstal.
Het is natuurlijk ook uitkijken of PS weet stand te houden in de gebieden waar PTB sterk staat. Naast de hierboven genoemde plekken, is op dat vlak ook La Louvière het vermelden waard, net als de gemeenten in het Luikse bekken: Grâce-Hollogne, Flémalle en Saint-Nicolas. In Brussel is het vooral uitkijken naar de gemeenten Molenbeek, Schaarbeek, Anderlecht, Brussel en Sint-Gillis.
Tabel 1. Evolutie in de stemintenties in Wallonië.5
| | 09/14 | 12/14 | 03/15 | 05/15 | 09/15 | 12/15 | 04/16 | 09/16 | 12/16 | 03/17 |
| --- | --- | --- | --- | --- | --- | --- | --- | --- | --- | --- |
| PS | 31,0 | 31,0 | 28,7 | 29,7 | 29,7 | 27,2 | 26,4 | 25,6 | 25,4 | 20,3 |
| Ecolo | 8,5 | 8,1 | 8,3 | 8,9 | 9,7 | 9,5 | 11,1 | 9,2 | 9,2 | 11,2 |
| PTB | 8,1 | 7,6 | 8,3 | 9,0 | 9,7 | 10,3 | 10,4 | 14,6 | 18,4 | 20,5 |
DE DYNAMIEK ROND PTB
In Tabel 1 zien we hoe PS in de peilingen zakt van 31% in september 2014 naar 20,3% in maart 2017 en hoe PTB een omgekeerde beweging maakt: van 8,1% in september 2014 naar 20,5% in maart 2017. Daarmee wordt PTB zelfs groter dan PS. Het levert de partij alvast de nodige media-aandacht op. Toch moeten we de peilingen met een korrel zout nemen. Op dat vlak heeft PTB in het verleden al enkele ontgoochelingen gekend. Aan de vooravond van de verkiezingen van mei 2014 stond PTB in Wallonië gepeild op 10 à 11%, om uiteindelijk te stranden op de helft daarvan.
Maar dat het goed gaat met PTB en er rond de partij een zekere dynamiek hangt, valt uiteraard niet te ontkennen. Ze heeft nu twee parlementsleden in de Kamer en geniet daardoor ook van de middelen uit de pot van de partijfinanciering. Au fond is de partij echter nog altijd dezelfde als vroeger. De doelstellingen van het congres van 2008 zijn nog steeds intact.6 Dit is een nieuwe linkse partij met oude recepten. Naar de buitenwereld toe cultiveert PTB evenwel het beeld van een sympathieke partij. Ze is makkelijk te begrijpen, en scoort in de media met 'kleine overwinningen' op sociaal en gemeentelijk vlak. De partij is op vele fronten aanwezig, natuurlijk vooral in de arbeidersklasse.7 PTB staat aan de poorten van de middelgrote en grote bedrijven. Vooral in bedrijven in het industriële bekken van Luik en Henegouwen kan ze haar aanwezigheid laten gelden. In verschillende vakbondscentrales van de FGTB en CSC was zelfs sprake van een georkestreerde infiltratie. Ook in de sociale bewegingen, die vooral in de eerste jaren van de regering-Michel actie voerden, was de partij ook zeer aanwezig. Tot irritatie van vakbondsafgevaardigden, die zich stoorden aan de extreme zichtbaarheid van PTB bij haar betogingen. De partij werd ook met de vinger gewezen voor de herhaaldelijke acties in de publieke transportsectoren. In de stakingen bij STIB of TEC speelde de partij zeker haar rol. Hoewel PTB strikt genomen geen initiatiefnemer was van de stakingen, is het zonneklaar dat haar aanwezigheid in bepaalde centrales van de CGSP en CSC heeft bijgedragen aan de actiebereidheid.
Een tweede plek waar PTB sterk aanwezig is, zijn de wijkgezondheidscentra 'Geneeskunde voor het volk'. Ze verlenen de partij, net als in Vlaanderen overigens, een zekere trots in regio's als Bergen, La Louvière, Charleroi, Seraing en Herstal. De gemeenteraadsverkiezingen van 2006 en 2012 hebben het bewezen, en die van 2014 het bevestigd: wijkgezondheidscentra zijn een belangrijke hefboom in de dynamiek rond de partij.
Daarnaast voert PTB in een aantal gemeenten systematisch acties over concrete dossiers zoals meer parkings voor wagens, vuilbakken in plaats van vuilzakken, camera's in de beraadslagingen van de gemeenteraden, enzovoort. Rode draad: de bevolking bewustmaken van het feit dat een andere politiek mogelijk is. PTB focust vooral op zij die zich in de steek gelaten voelen door andere partijen of de socialistische en christelijke zuilen, en die vaak in precaire omstandigheden wonen in verpauperde wijken.
PTB staat vooral op het communicatieve vlak sterk. Ze is erg aanwezig op de sociale netwerken en in de klassieke media. De partij zet vooral in op de figuur van Raoul Hedebouw, op dit moment een ideale woordvoerder. De partij wil Raoul Hedebouw nu ook in Vlaanderen uitspelen. In de kieskring Antwerpen moet hij partijvoorzitter Peter Mertens aan een zetel helpen. De partij zet niet alleen in op de figuur Raoul Hedebouw. Ze lanceert ook minder gekende gezichten, zoals volksvertegenwoordiger Marco Van Hees, dokter Sofie Merckx uit Charleroi en vicevoorzitter David Pestieau. Onlangs kreeg PTB ook een nieuwe Franstalige woordvoerder, voorzitter van PVDA Henegouwen, Germain Mugemangango. Zo kan Raoul Hedebouw zich meer bezighouden met de uitbouw van de partij in het hele land.
Van de media krijgt PTB regelmatig carte blanche om haar boodschap te verkondigen. Peter Mertens krijgt bijna wekelijks een forum in Le Vif-l'Express, maar ook de organisaties die in de marge van de partij opereren mogen niet mopperen qua media-aandacht: Intal, Geneeskunde voor de Derde Wereld, Geneeskunde voor het volk, Progressive Lawyers Network, COMAC, enzovoort.
Tegenover een PS die op regionaal niveau aan de macht is en dus vaak met de handrem op moet communiceren, maakt PTB vuur van elk hout. Toch zorgt haar spectaculaire doorbraak in de peilingen ook voor problemen. Steeds vaker graven waarnemers dieper in PTB, voorbij het tipje van de ijsberg dat de partij blootgeeft. Het fletse werk van de volksvertegenwoordigers in het Waalse parlement, Frédéric Gillot en Ruddy Warnier, wordt steeds duidelijker. Het gevaar bestaat ook dat PTB te vroeg piekt. Een overwinningsnederlaag - meer dan bij de vorige verkiezingen maar minder dan in de peilingen - kan de dynamiek van de partij breken. Bovendien wordt de partij steeds vaker aangesproken op hoe ze een eventuele verkiezingsoverwinning politiek wil vertalen.
Op die laatste vraag durven PTB'ers wel eens te struikelen. Ze slagen er niet in zich daarover in klare taal uit te spreken. Nochtans zijn de zaken klaar: de partij wil niet deelnemen aan de macht. Dat werd in de standpunten van het laatste congres in 2015 nogmaals duidelijk: 'het gaat er niet om hier en daar een detail te wijzigen, maar om tot een heel andere samenleving te komen'.8 Dat betekent onder andere uit een hele reeks Europese verdragen stappen. Die kwestie wordt steeds uit de weg gegaan. 'De kwestie van de Europese verdragen stelt zich niet de volgende vijfentwintig jaar', zei Raoul Hedebouw daarover onlangs nog.9Officieel staat PTB niet weigerachtig tegenover deelname aan de macht, maar de strikte voorwaarden die ze daar aan koppelt leidt tot de simpele vaststelling: daar kan geen sprake van zijn. Dit wordt de komende maanden ongetwijfeld de achilleshiel van de partij, aangezien deze kwestie raakt aan de vraag wat voor partij PTB nu eigenlijk - echt - is.
Voor PTB wordt het niet eenvoudig om deze positionering vol te houden in de aanloop naar de verkiezingen in 2019, zeker omdat die wel eens zouden kunnen uitdraaien op een referendum voor of tegen een regering-Michel II. De partij heeft ten gronde geen argumenten tegen het feit dat een hoge score voor PTB - ten koste van PS - de kansen vergroot van een regering-Michel II. Naast het federale niveau is er natuurlijk ook het regionale niveau: daar zou een eventuele terugkeer van de alliantie PS-MR in de Waalse regio goed nieuws betekenen voor PTB.
OOK ECOLO ROERT ZICH
Tot voor een paar weken waren de Franstalige groenen onhoorbaar. Na de verkiezingsnederlaag in 2014 stelde Ecolo een nieuwe team samen, maar de strategische en programmatorische keuzes bleven tot nu toe erg vaag. Toegegeven, ook elders bevinden Europese groenen zich al jaren in een strategische impasse.10 De groene partijen die wel weten te ontsnappen aan de politieke machteloosheid manifesteren zich meestal als liberaal-libertaire partijen die voluit een universalistische positie innemen tegenover een meer etnocentrische pool. Denk maar aan Alexander Van der Bellen die in de tweede ronde van de presidentiële verkiezingen in Oostenrijk Norbert Hofer versloeg, de campagne van Jesse Klaver tegenover Geert Wilders in Nederland, en de figuur van Kristof Calvo in Vlaanderen die wordt neergezet als de tegenpool van Bart De Wever.
De groene partijen in Europa die het goed doen schuiven op sociaaleconomisch vlak op naar een meer liberale positie in het politieke midden, terwijl ze zich op op sociaalcultureel vlak 'zuiverder' positioneren. Voor Franstalig België is die breuk minder opvallend. Niet dat de bevolking er minder etnocentrische gedachten op zou nahouden, dat niet, maar de nationalistische kwestie is er bijvoorbeeld niet aanwezig. Het is voor Ecolo dus niet eenvoudig om zulke positionering, die elders wel succesvol blijkt, in te nemen.
Binnen Ecolo woedt al een tijdje een tweestrijd tussen een meer linkse of een meer centrum positionering op de sociaaleconomische kwesties en wie nu eigenlijk de mogelijke partners zijn. In een Franstalig politiek landschap dat steeds gefragmenteerder geraakt, zijn dat belangrijke vragen. Toch worden ze niet echt aangepakt binnen Ecolo. De focus van de partij ligt vooral op het werk van haar volksvertegenwoordigers, met name op dat van fractieleider Jean-Marc Nollet en parlementslid Benoit Hellings. Zij richten zich op het destabiliseren van MR-ministers Jacqueline Galant, Marie-Christine Marghem en Didier Reynders, wat de nodige media-aandacht garandeert.
Ook het uitbreken van de Publifin/Nethys-affaire heeft voor Ecolo nieuwe ruimte gecreëerd. De partij profileert zich sterk op transparantie van beslissingsprocessen, niet-cumul en belangenconflicten. Over deze onderwerpen laat de partij zich duidelijk horen. Toch lijkt deze opening voor Ecolo van tijdelijke aard, aangezien haar programmatorische en strategische basispositionering onduidelijk blijft.
BIJ WIJZE VAN BESLUIT
Zoals in andere landen het geval is, staat het socialisme in Franstalig België vandaag onder druk. Naast de schandalen die de partij treffen, moet PS ook het hoofd bieden aan de populistische revolte in een deel van de maatschappij. Elders in Europa profiteert vooral extreemrechts en radicaallinks van deze revolte.11 In Wallonië en Brussel werkt ze in het voordeel van PTB.
Staan we dan voor een revolutie op links in Franstalig België? Het blijft toch opletten met overhaaste conclusies. Hoewel PS in serieuze moeilijkheden zit, heeft de partij (in tegenstelling tot een groot aantal van haar zusterpartijen elders) nog steeds een stevige verankering in de arbeiders- en middenklasse. Ook zijn de verkiezingen nog ver weg. In 2019 zal het definitieve rapport van de regering-Michel een sleutelelement zijn in het stemgedrag van het linkse electoraat. Het is afwachten hoe dat uiteindelijk zal stemmen. Een ding lijkt wel zeker: niet bewegen, in de hoop dat de slechte peilingen vanzelf overwaaien, zal voor de Franstalige socialisten onvoldoende zijn om groot verlies voor PS en grote winst voor PTB te vermijden.
Pascal Delwit
Politicoloog aan de Université libre de Bruxelles (ULB)
(Vertaling: Wim Vermeersch)
1
Pascal Delwit, 'Le parti socialiste (PS)', in Pascal Delwit, Jean-Benoit Pilet, Emilie van Haute (Eds), Les partis politiques en Belgique, Bruxelles, Editions de l'Université de Bruxelles, 2011, pp. 107-128.
2
Fabien Escalona, La social-démocratie: entre crises et mutations, Paris, Fondation Jean Jaurès, 2011.
3
Gerassimos Moschonas, 'La panne des voies réformistes en Europe. La social-démocratie à l'épreuve de la gouvernance européenne', in Daniel Cohen, Alain Bergougnioux (Eds), Le socialisme à l'épreuve du capitalisme, Paris, Fayard, 2012.
4
Le Vif-L'Express, 20/12/2016.
5
Barometer, gepubliceerd door La Libre Belgique.
6
Meer over PTB leest u in: Pascal Delwit, PTB. Nouvelle gauche, vieilles recettes, Bruxelles, LucPire, 2014.
7
PTB, Elargir, unir, approfondir. Congrès de la solidarité, 2015.
8
PTB, Elargir, unir, approfondir. Congrès de la solidarité, 2015, p. 172.
9
L'Echo, 24/12/2016.
10
Emilie van Haute, Green Parties in Europe, Londres, Routledge, 2016.
11
Pascal Delwit, Les gauches radicales en Europe. XIX
e
-XXI
e
siècles, Bruxelles, Editions de l'Université de Bruxelles.
Samenleving & Politiek, Jaargang 24, 2017, nr. 6 (juni), pagina 21 tot 24 & 33 tot 35
Abonneer je op Samenleving & Politiek
Het magazine verschijnt 10 keer per jaar; niet in juli en augustus.
Proefnummer? Factuur? Contacteer ons via
info@sampol.be
of op 09 267 35 31.
Het abonnementsgeld gaat jaarlijks automatisch van je rekening. Het abonnement kan je op elk moment opzeggen. Lees de
Algemene voorwaarden.
Je betaalt liever via overschrijving?
Abonneren kan ook uit het buitenland.
*Ontdek onze SamPol draagtas.