Door moderne technieken kan hout, één van de oudste bouwmaterialen, een antwoord bieden niet enkel op de sociale huisvestingscrisis, maar ook op de vraag naar duurzamere woningen.
Het zal niemand verbazen, maar Vlaanderen heeft een tekort aan sociale woningen. Er zijn zo'n 150.000 sociale woningen in het beheer van de huisvestingsmaatschappijen. Die zijn bijna allemaal verhuurd. Wel staan er zo'n 12.000 leeg, wat vooral te maken heeft met administratie en de toestand waarin ze zich bevinden. Op de wachtlijsten staan bijna evenveel mensen al er sociale huurders zijn. En de coronapandemie zal dit niet snel verbeteren. Veel van de bestaande sociale woningen bevinden zich bovendien in een verloederde staat en moeten worden gerenoveerd of volledig vervangen. Al deze woningen, nieuw of gerenoveerd, moeten ook nog geïsoleerd worden volgens de nieuwste normen. De sociale huisvestingsmaatschappijen staan met andere woorden voor een enorme uitdaging. Niet alleen moeten ze snel veel nieuwe woningen zetten, maar dit moet ook duurzaam en kostenefficiënt gebeuren. Er is dus nood aan nieuwe bouwmaterialen. Sommigen hebben de oplossing al gevonden. De Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij (BGHM) koos voor een prefab houtconstructie om een sociale huisvestiging in de Marollenwijk uit te breiden. Zes verdiepingen worden opgetrokken uit CLT-platen, een nieuw type van houttechniek. In Nederland kiezen verschillende huisvestingsmaatschappijen reeds voor houtenskeletbouw aangevuld met hennep, kalk- en strobouw.
De keuze voor hout is niet zo vreemd als het lijkt. Er is een ware herontdekking bezig van hout als bouwmateriaal. Dit komt vooral door de push voor meer ecologische technieken. Gebouwen vertegenwoordigen zo'n 39% van de globale CO2-emissies. Dat is 28% voor het gebruik (elektriciteit en energie vooral), en 11% voor de materialen en bouw. Houtbouw kan beiden aanpakken. Dit komt vooral door nieuwe technieken. De belangrijkste hiervan is het gebruik van Cross-Laminated Timber (CLT). CLT bestaat uit houten platen die kruislings op elkaar worden geplakt. Dit zorgt ervoor dat CLT-platen enorm sterk zijn. Ze zijn dus een dragend bouwmateriaal. Hierdoor kunnen ze staal en betonconstructies vervangen. Een studie uit 2014 stelt zelfs dat het vervangen van staal door hout op globale schaal een reductie van meer dan 15% CO2-emissies zou opleveren. In tegenstelling tot beton en andere traditionele bouwmaterialen, produceert hout geen CO2 bij productie. Wanneer een boom groeit slaat het CO2 op en geeft deze enkel vrij bij verbranding. De mogelijkheid om grote onderdelen prefab te maken en deze op de werf als een puzzel in elkaar te steken en af te werken, verkort de bouwtijd drastisch. Daarnaast is het een lichter en meer stapelbaar materiaal waardoor er minder zwaar transport nodig is. Niet alleen wordt de uitstoot van CO2 en andere broeikasgassen verminderd, dit is ook kostenefficiënter.
Met hout als een bouwmateriaal worden gebouwen een carbon sink. Dit wil zeggen dat, in tegenstelling tot gebouwen die door hun constructie en het materiaal waaruit ze bestaan bijdragen aan de toename van CO2-emissies, hout juist CO2 opslaat en emissies vermindert. Daarmee hebben we al iets gedaan aan 11% CO2-emissie door de bouw. Maar wat met die 28% door het gebruik ervan? Hier gaat het dan vooral over het energieverbruik van een woning. Hout is een natuurlijke thermische isolator. In tegenstelling tot baksteen en beton loopt het niet warm, wat betekent dat het minder hitte zal afgeven. Dat is goed voor de stedelijke context met haar hitte-eilandeffect. Een houten woning heeft minder verwarming en airconditioning nodig. Doordat hout zelf al een isolator is, zijn er minder isolatiematerialen nodig in vergelijking met beton. Dat is goed. Want wat veel mensen vergeten: de productie van de meeste isolatiematerialen kost energie en geeft veel CO2 vrij.
Doordat hout zelf al een isolator is, zijn er minder isolatiematerialen nodig in vergelijking met beton.
Er zijn ook studies die erop wijzen dat wonen in een houten woning, of door hout omgeven worden, positieve psychologische effecten heeft. Zo zou het stress en conflict reducerend werken, en mensen op hun gemak stellen.
Door de nieuwe technieken is het niet enkel duurzamer om met hout te bouwen, het is ook mogelijk om hoger te bouwen. De race voor de hoogste plyscraper is reeds begonnen. Volgens de TU Delft kan men al zeker een gebouw van tien tot veertien verdiepingen zetten. Als men niet te smal gaat, zijn zelfs veertig verdiepingen mogelijk. Het hoogste houten gebouw op dit moment is het Mjornstarnet gebouw in Noorwegen. Met achttien verdiepingen is het zeker geen Burj Khalifa. Maar het voorstel om in 2041 een gebouw van zeventig verdiepingen neer te poten in Tokyo komt daar al in de buurt.
Door te werken met houtbouw kunnen sociale huisvestingsmaatschappijen niet enkel kosten besparen. Door minder zwaar transport en kortere bouwperiodes wordt de druk op de infrastructuur van steden verminderd. Ook kan men dit gebruiken om af te stappen van het idee van sociale woningen als lelijke betonnen blokken die enkel functioneel moeten zijn. Men kan sociale woningen beschouwen als de standaard waar woningen aan moeten voldoen.
Hout als bouwmateriaal is echter geen panacee. Het gaat niet alle problemen oplossen en heeft er zelf enkelen. De eerste waar de meeste mensen aan denken is natuurlijk brandgevaar. Maar door moderne technieken is hout zelfs minder brandgevaarlijk dan beton en staal. Bij grote hitte begint beton te breken en staal te plooien. CLT daarentegen schroeit zichzelf dicht en brandt trager en geconcentreerder. Dit maakt het blussen eenvoudiger. Daarnaast kan hout nu worden behandeld met brandwerende middelen.
Een nadeel aan houtbouw is natuurlijk ontbossing. Dit is wel een complex probleem. Het is belangrijk om hier te spreken over ontbossing en degradatie van bossen. In het eerste geval gaat het om het volledig wegdoen van bomen om plaats te maken voor bijvoorbeeld landbouw en industrie. Dit vormt een bedreiging voor bosbouw en efficiënt gebruik van hout als materiaal. In het tweede geval betreft het de verarming van het bos door een afname van soorten en biodiversiteit. Hierbij is slecht gereguleerde bosbouw een grotere bedreiging. Het is dus zaak een evenwicht te vinden. Want verschillende studies wijzen erop dat door hout als een volwaardige grondstof te beschouwen dit de groei kan doen laten toenemen. Duurzaam bosbeheer is hier een belangrijke factor in. En zo zijn ook investeringen vanuit de overheid om houtbouw niet enkel in prijs te doen dalen, maar ook te laten inburgeren.
Sociale woningprojecten geven aan de overheid een kans om een kanteling te veroorzaken in de bouwindustrie.
Sociale woningen moeten we niet beschouwen als een lapmiddel, maar als een essentieel fundament voor huisvesting. Dit niet enkel omdat de zekerheid van een dak boven je hoofd hebben een recht is. Maar ook omdat het als standaard kan functioneren van hoe we moeten wonen. Er is reeds een stroming binnen de architectuur die de waarde van sociale woningen als een ruimte voor experimenten inziet. Sociale woningprojecten geven aan de overheid een kans om een kanteling te veroorzaken in de bouwindustrie, en nieuwe ecologische bouwmaterialen en -technieken een kans te geven. Dit moet samengaan met een vergaand plan voor bosbeheer en -bouw in Vlaanderen. Voor huidige projecten gaat men moeten vertrouwen op hout uit Midden- en Oost-Europa. België, en zeker Vlaanderen, heeft niet genoeg bosgebied om houtbouw te ondersteunen. Maar dit moet niet zo zijn voor de toekomst. De overheid en huisvestingsmaatschappijen kunnen investeren in nieuwe bosgebieden die tijdens hun groei CO2 opslaan en eens ze volgroeid zijn gebruiken als bouwmateriaal.
Houtbouw is, zoals gezegd, geen wondermiddel. Maar het is één van de meest essentiële materialen willen we duurzamer leven. Het is een voorbeeld van hoe men sociale antwoorden kan bieden op ecologische problemen, en omgekeerd.
Samenleving & Politiek, Jaargang 28, 2021, nr. 4 (april), pagina 72 tot 74
DUURZAAM MATERIALENGEBRUIK
Abonneer je op Samenleving & Politiek
Het magazine verschijnt 10 keer per jaar; niet in juli en augustus.
Proefnummer? Factuur? Contacteer ons via
info@sampol.be
of op 09 267 35 31.
Het abonnementsgeld gaat jaarlijks automatisch van je rekening. Het abonnement kan je op elk moment opzeggen. Lees de
Algemene voorwaarden.
Je betaalt liever via overschrijving?
Abonneren kan ook uit het buitenland.
*Ontdek onze SamPol draagtas.