Abonneer Log in
INTERVIEW

Jeremie Vaneeckhout

'Het platteland is geen verloren land'

Samenleving & Politiek, Jaargang 29, 2022, nr. 5 (mei), pagina 20 tot 25

Groen-parlementslid van 'den buiten' en kandidaat-voorzitter, Jeremie Vaneeckhout, maakt zich zorgen over een revolte van het platteland. In 2019 brak extreemrechts door buiten de Vlaamse ruit en als we niet opletten volgt in 2024 de vloedgolf. "Dit gaat over zoveel meer dan de angst voor het vreemde".

In 2019 was Jeremie Vaneeckhout ondervoorzitter van Meyrem Almaci en campagneleider voor Groen. Al tijdens de campagne voelde hij dat het geen goede verkiezingen zouden worden voor zijn partij en de traditionele partijen. Met name het platteland stak een dikke middelvinger uit op 26 mei 2019. "Het was geen gewone zwarte zondag", aldus Vaneeckhout. "In de stedelijke kantons binnen de Vlaamse ruit (tussen Brussel, Gent, Antwerpen en Leuven, wv) raakte Vlaams Belang niet aan 15%, soms zelfs niet aan 10%. Daarbuiten gaat ze ruim boven de 20% tot zelfs 25%. De winst was vooral gebaseerd op succes in de provincies Limburg, Oost- en West-Vlaanderen."

De doorbraak van extreemrechts in de perifere gebieden van Vlaanderen blijft tot op van vandaag grotendeels onder de radar. Nochtans is het een trend die zich ook in de ons omringende landen afspeelt. Het noopte Jeremie Vaneeckhout, zelf afkomstig uit Anzegem, tot een roadtrip door Vlaanderen en het boek Vergeten land. Waarom de politiek het platteland niet rechts mag laten liggen (Pelckmans, 2022). Het is lang geleden dat een progressieve politicus nog eens een analyse schreef over het platteland. "Mijn roadtrip door Vlaanderen leert me dat het over zoveel meer gaat dan de angst voor het vreemde. Het gaat ook om eenzaamheid, armoede, terugtrekkende diensten, gevoel van verlies en er niet meer bij horen."

Dat belooft voor de verkiezingen van 2024, het succes van Marine Le Pen in het perifere Frankrijk indachtig.

"Ik maak me daar grote zorgen over. Want we zullen deze problemen niet in twee jaar opgelost krijgen. Dit is een opdracht van een hele politieke generatie. Te lang zijn dorpen rechts blijven liggen. Mijn boek is een schop onder de kont van de nationale en lokale politiek. De werkpunten zijn gigantisch. Maar het platteland is geen verloren land. Het kleinschalige van dorpen biedt net kansen als laboratorium voor experiment."

Waarom denkt u dat het kan?

"In de stedelijke context heeft extreemrechts zijn plafond bereikt. Deels is dat een reflectie van een sociologische realiteit, maar deels is het ook het gevolg van het Grootstedenbeleid dat 20 jaar geleden werd opgestart, met Bart Somers als exponent. Dat is geen perfect beleid, maar er is wel ruimte voor expertise, experiment en toenadering. Die zoektocht is op het platteland nog niet gebeurd."

Bij de analyse over de revolte van het platteland, lezen we vaak over de angst voor het vreemde en de oprukkende verstedelijking. Is dat de verklaring?

"Angst voor het vreemde, is niemand vreemd. Die angst bestaat dus ook op het platteland. Maar er is geen enkele reden om aan te nemen dat een dorpeling per definitie conservatiever of reactionairder zou zijn dan een stedeling. Ik ontmoette op mijn tour veel krachtige mensen. Maar zag ook veel frustraties. Je kan het succes van extreemrechts niet louter wegzetten als een uiting van racisme. Mensen voelen dat ze inboeten aan comfort. Ze hebben het gevoel dat ze nog weinig impact hebben op hun toekomst en dat ze nergens meer toe behoren."

Je zou denken dat het gevoel ergens toe te behoren bij uitstek in een dorp sterker aanwezig is dan in de anonieme stad?

"Doen alsof het dorp een broeinest van sociale contacten is, is blind zijn voor de realiteit. Eenzaamheid is een groot probleem. De fysieke afstand ten aanzien van publieke dienstverlening vergroot. Vroeger hadden mutualiteiten nog hun wekelijkse spreekuur in dorpen. Er was ook veel informele dienstverlening. Door de drukte van iedere dag is dat weggeteerd. Waar dat in de stad door allerlei andere activiteiten voor een stuk is opgevangen, zie je dat in het platteland veel minder."

U spreekt over de impact van de 'lange, magere jaren'. Wat bedoelt u daarmee?

"De 13 centrumsteden hebben 25% van de bevolking en 9% van het grondgebied. Dat betekent dat 75% van de bevolking dus níet in een centrumstad woont en 91% van het grondgebied buíten de meest verstedelijkte stukken van Vlaanderen ligt. 'Den buiten' is dus met veel. Toch weerspiegelt zich dat niet in de investeringen, want 'den buiten' krijgt slechts 40% van de 3 miljard middelen voor lokale besturen. Men is gewoon vergeten te investeren in landelijke gebieden. Logisch dat die lange, magere jaren leiden tot winst voor extreemrechts."

Men is gewoon vergeten te investeren in landelijke gebieden. Logisch dat die lange, magere jaren leiden tot winst voor extreemrechts.

Hoe verklaart u die scheefgroei aan middelen?

"De politieke aandacht voor het platteland is te laag. In het Vlaamse parlement zitten veel burgemeesters van kleine gemeenten. Ze beweren dat ze hier de belangen van hun inwoners verdedigen. Wel, de cijfers tonen aan dat ze dat niet doen. De cumul werkt niet. Daarvoor is de particratie te groot. In Vlaanderen zetten maar een beperkt aantal boegbeelden de politieke lijnen uit."

Bart Somers is als minister van Stedenbeleid zeer zichtbaar…

"(vult aan) Terwijl niemand weet dat Zuhal Demir als minister ook bevoegd is voor Plattelandsbeleid. Dit is natuurlijk een keuze van de hele regering-Jambon. Het budget voor Plattelandsbeleid bedraagt een schamele 10 miljoen euro. Dan nog voor 40, 50 specifieke gemeenten, zelfs niet eens voor alle 287 gemeenten. Het budget voor Grootstedenbeleid bedraagt 25 miljoen euro.

Er is ook een verschil in expertise. Het Hannah Arendt Instituut in Mechelen werkt specifiek rond stedelijke problematiek. Rond landelijke problematiek werkt geen enkel instituut, behalve het ILVO soms. Ik pleit voor een expertisecentrum voor plattelandsbeleid. Zo komen perifere problematieken meer op de politieke agenda. Want zo werkt het natuurlijk: die centra leveren studies af, waarop wordt gereageerd vanuit de politiek."

Nood aan meer expertise is wellicht bij uitstek nodig omdat de armoede op het platteland meer verdoken is.

"Het sociaal beleid is doorgeschoten naar doelgroepenexpertise. We moeten meer gebiedsgericht werken. Tegen 2026 zouden we voor ieder dorp een dorpenplan moeten opmaken, op maat van het dna van elk dorp. Wie leeft er? Hoe zit die gemeenschap in elkaar, welke subgroepen zijn er? Waar zit de armoede? Hoe kunnen we dienstverlening organiseren die dicht bij de mensen staat? Zo'n op te richten expertisecentrum voor plattelandsbeleid zou lokale besturen kunnen assisteren bij de opmaak van die dorpenplannen. Ondersteund door een échte minister van Platteland."

Tegen 2026 zouden we voor ieder dorp een dorpenplan moeten opmaken, op maat van het dna van elk dorp.

Vandaag zien we vooral veel politieke animo rond fusies van gemeenten.

"Als de oefening oprecht is, en vertrekt vanuit betere en nabijere dienstverlening, ben ik daar principieel niet tegen. Alleen is de logica vaak besparen en efficiëntie. Een fusie mag geen financiële operatie zijn. Maar zelfs dan is er geen natuurwet die stelt dat je bij een fusie alle dienstverlening centraal, of enkel nog digitaal, moet organiseren."

In uw boek pleit u voor 'levenslang goed leven in eigen dorp'. Dat klinkt simpel, maar radicaal doorgetrokken is het een revolutionair idee.

"Het betekent dat mensen in alle fasen van hun leven de juiste zorg krijgen in hun eigen nabijheid. Het gaat over het garanderen van kinderopvang in eigen buurt, een school, kleinschalige buurtouderenzorg, publieke infrastructuur waar verenigingen kunnen samenkomen, enzovoort."

Inzake publieke infrastructuur ziet u een rol weggelegd voor leegstaande kerken als ontmoetingspunten. Is zingeving niet meer belangrijk?

"Tuurlijk wel. Maar Vlaanderen telt 1.786 kerkgebouwen, waarvan de meesten in dorpen staan. Ze staan leeg of worden maar een paar uur per week gebruikt. Gezien de hoge nood aan publieke gebouwen, kunnen we toch meer kerken herbestemmen? Ze kunnen dienen als fietsherstelplaatsen, feestlocaties, spreekuren van de mutualiteit, uitleenpunten van een bibliotheek, gemeentelijke afhaalpunten van identiteitskaarten, enzovoort. We kunnen zelfs boerenmarkten in en rond de kerk organiseren, wat één van de antwoorden kan zijn op de vervlechting van voedsel- en landbouwtoekomst binnen een dorpsgemeenschap."

Vlaanderen is vertuind, verpaard en verstedelijkt. Is onze open ruimte nog te redden?

"Je kan niet heen om de erfenis van het verleden, dat snap ik. Maar de Vlaamse regering neemt er gewoon lijdzaam akte van. Ze moet zelf meer richting geven aan de ruimtelijke ordening. En doorpakken inzake bouwgrond. Ik ben niet tegen bouwen an sich. We moeten de dorpskernen versterken. Maar bouwloten in woonuitbreidingsgebieden buiten de dorpskern zijn niet meer van deze tijd."

Wat moet dan gebeuren met mensen die in zo'n woonuitbreidingsgebied een bouwlot hebben gekocht?

"Hen vergoeden, tiens. Niet aan de huidige marktprijs, want het is tenslotte woonuitbreidingsgebied. Maar wel aan de geïndexeerde aankoopwaarde, zodat die mensen niet verarmen. Wat je niet mag doen is aan die mensen de illusie geven dat we hen 100% van de bouwgrond uitbetalen voor iets dat de komende 50 jaar nooit meer geschikte bouwgrond zal zijn."

Is er ook geen pact voor open ruimte nodig, met Natuurpunt, Boerenbond, milieuactivisten, planners en andere partners?

"Zeker. Ik geloof oprecht dat zo'n pact mogelijk is als iedereen samenzit op basis van een aantal heldere kaders. Ik kijk daarvoor ook naar onszelf. Ik heb al vaak tegen mijn natuurvrienden gezegd dat je een landbouwer individueel niet kan verwijten dat hij heeft willen meedraaien in een waanzinnig economisch model. De Boerenbond is aan de kant van de economische belangen gaan staan, niet aan de kant van de toekomst van de landbouw."

Je kan een landbouwer niet individueel verwijten dat hij heeft willen meedraaien in een waanzinnig economisch model.

Niet alleen de Boerenbond, toch?

"Het is ook aan de politiek om het landbouwmodel bij te sturen en het voor de landbouwer mogelijk te maken te functioneren in een ander model. Al te vaak zie ik in de politiek een gebrek aan empathie over uitdagingen op individueel niveau. De politiek zit vaak in een bubbel. Ook mijn partij. Wij moeten het systeem veranderen, eerder dan de mensen beschuldigen. Groen stelt de transitie soms al te evident voor. Maar in het connecteren met wat ze in de praktijk voor mensen betekent, slagen we nog te weinig."

U bent kandidaat-voorzitter van Groen. U weet dat de stijgende energieprijzen dreigen gelinkt te worden aan klimaatbeleid en in de schoenen van Groen te worden geschoven.

"Het grote probleem is dat niets nog kan wachten. De acute facturencrisis niet, maar zeker ook de klimaatcrisis niet. Niets doen is geen optie. Groen is uiteraard doordrongen van de klimaatcrisis, maar we moeten ook de facturencrisis voldoende opnemen. Ik voel daar oprechte bezorgdheid over in mijn partij, maar de samenleving voelt dat niet. Dat is mijn frustratie."

Wat is nodig als we in 2024 een extreemrechtse vloedgolf willen vermijden?

"Meer authenticiteit en menselijkheid in de manier waarop we aan politiek doen. Er is nood aan ander leiderschap waar mensen weer in kunnen geloven. Dat is geen kritiek op Meyrem Almaci. Zij is zeker authentiek, maar het systeem dwingt haar strategisch te handelen. Daarnaast moet de politiek, en wij moeten daar als Groen aan bijdragen, veel meer deliveren. De politiek is nog te veel bezig met dingen waar mensen denken: is dit de prioriteit?"

Is Groen een links-ecologische of een groen-liberale partij?

"Dat is vaak een schijntegenstelling. Ik voel me zeer links-progressief en ecologisch, maar ook betrekkelijk liberaal qua mensbeeld. Ik geloof in de kracht van mensen. De overheid moet niet alles oplossen. Heel veel ligt ook in samenwerking tussen mensen, de commons. Het ecologisme is breder dan de groene stroming alleen. Het is ook een diepmenselijke stroming die gaat over welzijn eerder dan over welvaart. We moeten dat brede spectrum veel meer uitstralen. Ik geloof niet in een groene partij die alleen maar sociaal is, net zomin ik geloof in een groene partij die alleen bezig is met het klimaat. Ons dna is al decennia veel breder. Die zaken hangen samen."

Het ecologisme is breder dan de groene stroming alleen. We moeten dat brede spectrum veel meer uitstralen.

Is de huidige situatie van Groen vergelijkbaar met 2003, toen Agalev zijn eerste regeringsdeelname cash betaalde?

"Ik was toen 18 jaar, maar de tijdsgeest lijkt me alleszins anders. Onze partij zit nu in twee regeringen en ook lokaal stonden we nog nooit zo sterk. De vergelijking met 2003 gaat voor mij niet op. Wat niet wil zeggen dat we moeten wachten tot 2024 om de analyse te maken."

Merkt u paniek in de partij voor de kiesdrempel in 2024?

"Geen paniek, wel bezorgdheid. Iedereen voelt dat we niet in topvorm zitten. Het verbaast mij, eerlijk gezegd, dat we daar zo mee worstelen. De politieke kaarten zijn duidelijk. We zijn niet de grootste partij en moeten spelen met de kaarten die we hebben. Laat ons dus net zeer onthecht onze rol spelen en de verkramptheid achterwege laten. Nu lijkt het alsof we constant bezorgd zijn over wat er misloopt. We reageren te defensief. Laat ons fier zijn over wat we doen en open zijn over wat we niet kunnen doen. Die onthechting van de politique politicienne moeten we onszelf weer aanleren. Dat is altijd onze kracht geweest."

Waarom bent u kandidaat-voorzitter?

"Ik heb lang nagedacht, maar besloot me kandidaat te stellen. Het is niet het moment om te staan toekijken. De uitdagingen zijn te groot, wereldwijd, in eigen land en in de partij. Er is nood aan complexloze groene antwoorden. Ik geloof heel erg in de tandem met Nadia Naji. Groene oplossingen werken in elke context. De tijd is ook rijp voor authentiek, gedeeld leiderschap. Daarom kiezen we ook voor een covoorzitterskandidatuur."

Samenleving & Politiek, Jaargang 29, 2022, nr. 5 (mei), pagina 20 tot 25

Abonneer je op Samenleving & Politiek

abo
 

SAMPOL ONLINE

40€/jaar

  • Je leest het magazine online
  • Je hebt toegang tot het enorme archief
MEEST GEKOZEN

SAMPOL COMPLEET

50€/jaar

  • Je ontvangt het magazine in de bus
  • Je leest het magazine online
  • Je hebt toegang tot het enorme archief
 

SAMPOL STEUN

100€/jaar

  • Je ontvangt het magazine in de bus
  • Je leest het magazine online
  • Je hebt toegang tot het enorme archief
  • Je krijgt een SamPol draagtas*
 

SAMPOL SPONSOR

500€/jaar

  • Je ontvangt het magazine in de bus
  • Je leest het magazine online
  • Je hebt toegang tot het enorme archief
  • Je krijgt een SamPol draagtas*

Het magazine verschijnt 10 keer per jaar; niet in juli en augustus.
Proefnummer? Factuur? Contacteer ons via info@sampol.be of op 09 267 35 31.
Het abonnementsgeld gaat jaarlijks automatisch van je rekening. Het abonnement kan je op elk moment opzeggen. Lees de Algemene voorwaarden.

Je betaalt liever via overschrijving?

Abonneren kan ook uit het buitenland.

*Ontdek onze SamPol draagtas.