Tarik Abou-Chadi is zowat de belangrijkste kenner van sociaaldemocratische partijen in Europa. Hij gelooft niet in de 'flinkse' lijn voor sociaaldemocraten. 'Een groeiend deel van de arbeidersklasse vandaag is vrouwelijk, heeft een migratieachtergrond en net progressieve standpunten rond kwesties als LGBT-rechten en immigratie.'
Tarik Abou-Chadi is een Duitse politicoloog en socioloog uit Beieren. Sinds oktober 2021 is hij professor Europese Politiek aan Nuffield College, Universiteit van Oxford. Eerder was hij actief aan de Humboldtuniversiteit van Berlijn, de ULB in Brussel, de UvA in Amsterdam en de Universiteit van Zürich. Onlangs schreef hij, samen met Cas Mudde en Reto Mitteregger, voor de Friedrich-Ebert-Stiftung één van de belangrijkste werken van de voorbije jaren over de sociaaldemocratie: 'Left Behind by the Working Class? Social Democracy's Electoral Crisis and the Rise of the Radical Right'. Daarin ontkrachten de auteurs de mythe dat extreemrechts de nieuwe thuishaven is van voormalige sociaaldemocratische kiezers. Ze stellen dat sociaaldemocratische partijen veel meer kiezers uit de hoogopgeleide middenklasse hebben verloren aan groene en centrumrechtse partijen dan laagopgeleide kiezers uit de arbeidersklasse aan extreemrechtse partijen. En dat een 'flinkse' lijn inzake migratie en integratie dus niet de juiste koers is om opnieuw te groeien.
Als we hem de belangrijkste kenner van sociaaldemocratische partijen in Europa noemen, lacht hij verlegen aan de andere kant van het scherm. "Zo word ik wel eens genoemd, maar mijn onderzoek was onmogelijk zonder een team van fantastische collega's." Tarik Abou-Chadi is de ideale persoon voor een gesprek over de neergang van de sociaaldemocratische massapartij in Europa. "Daar is niet één verklaring voor," steekt hij van wal. "Elk land is anders. Je kan het parcours van PS in Frankrijk moeilijk vergelijken met dat van SPD in Duitsland. Maar de sociostructurele verandering van de samenleving is wel een rode draad. Instituten, zoals de kerk of de vakbonden die kiezers aan partijen bonden, verloren aan belang. Typische arbeidersbuurten of -vriendenkringen bestaan niet meer. Mensen staan steeds vrijer in de electorale markt, wat ruimte heeft gegeven aan nieuwe politieke actoren."
De doelstelling van sociaaldemocratische partijen was altijd om de arbeidersklasse en de middenklasse te verenigen in één gezamenlijk politiek project. Is er nog toekomst voor zo'n alliantie?
"Ik vergelijk de massapartijen van vroeger, zoals de christendemocratische en de sociaaldemocratische, met de grote warenhuizen van de jaren 1950 en 1960 waar iedereen zijn gading kon vinden. Maar net zoals de warenhuizen van toen verloren ook sociaaldemocratische partijen veel aantrekkingskracht. Mensen gaan nu shoppen bij meer gespecialiseerde boetieks of websites. Net zoals ze nu politiek worden aangesproken door nichepartijen met een meer geraffineerde boodschap."
Kunnen we überhaupt nog spreken van een arbeidersklasse?
"Ze is alleszins een pak kleiner dan een aantal decennia geleden. Ze heeft ook een andere samenstelling. Vandaag zien we een groeiend precariaat, dat vaak in de dienstensector werkt, met minder traditionele banden met vakbonden en sociaaldemocratische partijen.
Aan de andere kant heb je de steeds grotere groep hooggeschoolden, vaak werkzaam in de kenniseconomie. Sommigen verdienen genoeg om in dure grootsteden te wonen, anderen moeten knokken om rond te komen. Zonder de steun van de ouders kunnen ze onmogelijk ooit een appartement of een huis kopen."
Universitaire scholing is geen garantie meer op verheffing?
"Voor hen is de sociale lift stuk. Men spreekt vaak over de achterblijvers in de verpauperde industriële regio's, maar veel minder over de precaire hooggeschoolden in de peperdure steden. Denk aan een verpleegkundige of een sociaal werker. Een diploma hebben betekent vandaag niet meer automatisch dat je tot de betere middenklasse of de elite behoort."
Een diploma hebben betekent vandaag niet meer automatisch dat je tot de betere middenklasse of de elite behoort.
De neergang van de sociaaldemocratische massapartij wordt vaak gekaderd in het verlies van de arbeidersklasse aan extreemrechts. Akkoord?
"Dat is een hardnekkige misvatting. Ons onderzoek toont aan dat sociaaldemocratische partijen in West-Europa vooral kiezers verloren aan groene en centrumrechtse partijen. Het verlies van de witte arbeidsklasse is níet de drijvende kracht achter de electorale neergang van sociaaldemocratische partijen."
Hoe komt het dat sociaaldemocratische politici daar zo sterk in geloven?
"Ik noem het een vorm van 'progressieve schuld'. De idee dat wij 'als kosmopolieten onze progressiviteit door de strot van die arme arbeidersklasse duwen'. Een groeiend deel van de arbeidersklasse vandaag is echter vrouwelijk, heeft een migratieachtergrond en net progressieve standpunten rond kwesties als LGBT-rechten en immigratie. Veel sociaaldemocratische leiders hebben helaas nog steeds het beeld van de witte, mannelijke arbeider in de fabriek of zelfs in de mijn, met autoritaire en nationalistische overtuigingen. Het is belangrijk om de nieuwe sociologische realiteit goed te begrijpen. Anders baseer je je politieke koers op verkeerde aannames."
In een recente peiling in België, De Stemming, stellen Stefaan Walgrave en Jonas Lefevere dat er grote electorale ruimte is voor kiezers die op economisch vlak links zijn, maar op cultureel vlak centrumrechts of rechts. Klopt dat dan niet?
"Je moet altijd opletten met wat uit peilingen komt. Daar starten vaak de misvattingen. Uit een peiling kan zeker blijken dat er een grote groep kiezers bestaat die meer links zit op het vlak van herverdeling en meer rechts op het vlak van immigratie. Maar de vraag die je moet beantwoorden, is: zouden die kiezers ooit overwegen om voor sociaaldemocraten te stemmen? En, als ze dat zouden overwegen, op basis van welke attitudes baseren ze dan daadwerkelijk hun stem? Je kan veel breuklijnen distilleren – Wat is je lievelingskleur? Wat is je lievelingshuisdier? – maar dat betekent niet dat je op basis van één van deze twee breuklijnen zal stemmen.
Als kiezers anti-immigratie attitudes hebben, en op basis daarvan stemmen, stemmen ze voor extreemrechtse partijen, en niet voor sociaaldemocratische partijen.
Ons onderzoek is duidelijk: als kiezers anti-immigratie attitudes hebben, en op basis daarvan stemmen, stemmen ze voor extreemrechtse partijen, en niet voor sociaaldemocratische partijen. Waarom zouden sociaaldemocraten hen nu moeten terughalen met een 'flinks' verhaal? De 'flinkse' lijn is een vergissing."
Wat moet dan wel het verhaal zijn van sociaaldemocraten?
"Ons onderzoek leert dat laaggeschoolde kiezers met linkse attitudes op economisch vlak en meer rechtse attitudes op cultureel vlak, hun stemgedrag in de eerste plaats baseren op hun economische positie. Sociaaldemocratische partijen kunnen hen wel degelijk bereiken met een traditioneel links economisch verhaal, zélfs als die kiezers op cultureel vlak meer autoritaire standpunten hebben.
Maar daarnaast hebben sociaaldemocratische partijen nog een ander segment kiezers, namelijk de meer hoogopgeleide kiezer met progressieve standpunten op cultureel vlak. Zij zijn wél veel meer geneigd om hun stemgedrag te laten bepalen door die culturele kwesties. Hen ben je kwijt met een 'flinkse' lijn."
Wat is dan de meest succesvolle electorale alliantie voor sociaaldemocraten?
"Een koers met linkse standpunten op economische kwesties, en met progressieve tot centrum standpunten op culturele kwesties. Dat is de enige combinatie die op lange termijn voor sociaaldemocraten kan werken."
Hoe verklaart u dan de succesvolle 'Deense lijn'? In 2019 won Mette Frederiksen de verkiezingen met een 'flinks' verhaal over migratie en integratie.
"De disclaimer bij mijn verhaal is altijd: ik kan de Deense verkiezingen niet uitleggen. Denemarken is een freak in de Europese onderzoeken. Elk land is anders. We kunnen de 'Deense lijn' niet zomaar elders toepassen. Ook moeten we blijven herhalen dat de Deense sociaaldemocraten niet wonnen in 2019. Er was eerder sprake van een draaideureffect waarbij de stemmen die ze wonnen van rechtse partijen, verloren gingen aan linkse partijen. Vraag is hoe duurzaam dat is. Andere linkse en sociaalliberale partijen kunnen gaan lopen met het hoogopgeleide deel van de sociaaldemocratische kiezers. Dat zagen we al bij de lokale verkiezingen in Kopenhagen van vorig jaar. Voor de eerste keer in 100 jaar was de sociaaldemocratische partij er niet de grootste."
Nog een vaststelling: sociaaldemocraten spreken een voornamelijk ouder electoraat aan.
"In Duitsland won Olaf Scholz vooral bij 70-plussers en verloor hij bij kiezers jonger dan 35 jaar. Oudere kiezers zijn een stabiele electorale basis: ze zijn minder volatiel en dagen tenminste op bij de stembusgang. Maar ze leven niet eeuwig natuurlijk. Als jonge kiezers de sociaaldemocratie de rug toekeren omwille van haar 'flinkse' standpunten, en electorale banden opbouwen met andere linkse en groene partijen, ziet de toekomst voor sociaaldemocraten er niet goed uit."
In Duitsland kwam de winst van SPD vorig jaar nochtans niet uit linkse en groene hoek, maar liepen 1,3 miljoen kiezers over van CDU naar SPD.
"Het waren bijzondere verkiezingen, zonder veel politieke strijd. Enkel Covid was een thema, en daarrond stonden de meeste partijen, behalve AfD, min of meer op dezelfde lijn. De verkiezingen draaiden vooral rond de opvolging van de dominante figuur Angela Merkel. Voor de eerste keer sinds ik mocht gaan stemmen, stond ze niet op de lijst (lacht).
In het begin leken de groenen de voornaamste uitdager op links. SPD kon dit omdraaien. Olaf Scholz was een geloofwaardig bestuurder, als voormalig burgemeester van Hamburg en minister van Financiën. Maar SPD had ook het meest linkse programma in decennia. De partij had eerder al definitief afscheid genomen van de weg van New Labour. Zonder dat proces van partijvernieuwing, had Olaf Scholz nooit zo'n goede campagne kunnen voeren. Met een partij-eenheid die we niet meer hadden gezien sinds de verkiezingen van 1998."
De verkeerslichtcoalitie Scholz I is zes maanden bezig. Wat is uw analyse?
"Dat is vooralsnog moeilijk om te zeggen. Covid en Oekraïne beheersten alles. Maar in het coalitie-akkoord is er alvast een breuk op het vlak van sociaal beleid, LGBT-rechten, burgerschap en immigratie. SPD, Groenen en FDP zitten duidelijk op dezelfde lijn. De afwezigheid van CDU-CSU is daar de grote verandering. Wel opvallend is de immense populariteit van de groene minister van Economische Zaken en Klimaatbestrijding, Robert Habeck, en de groene minister van Buitenlandse Zaken, Annalena Baerbock. Als de groenen hun imago van competent leiderschap kunnen vasthouden, krijgen we wellicht een hevige strijd tussen SPD en Groenen bij de volgende verkiezingen."
Er zijn de voorbije jaren veel overlijdensberichten geschreven over de sociaaldemocratie…
"(onderbreekt) Niet in het minst door mezelf (lacht)."
Maar was 2021 ook niet het jaar van de remontada voor sociaaldemocratie? Scandinavië en het Iberisch schiereiland kleurden eerder al helemaal rood. En in 2021 won SPD de verkiezingen in Duitsland en kregen we centrumlinkse burgemeesters in de meeste Italiaanse steden. Is het beeld van een sociaaldemocratie in crisis nog wel terecht?
"Dat hangt af van uw referentiepunt. Het stemaandeel van sociaaldemocraten is een pak lager dan 20 jaar geleden. Maar je kan ook zeggen: winnen is regeren. Als regeren de doelstelling is – en ik denk dat dat de doelstelling moet zijn voor sociaaldemocraten – dan deden ze het goed in de voorbije jaren.
Dit gezegd zijnde, door de sociostructurele veranderingen zitten sociaaldemocratische partijen in een slechtere situatie dan 20 jaar geleden. In veel landen is een geloofwaardige uitdager op links opgestaan. Eens je de rol van absolute leider op links verliest, wordt het moeilijk. Sociaaldemocraten worden gezien als een beleidspartij of als het voornaamste alternatief voor de andere beleidspartijen. Ze worden niet zozeer geassocieerd met ideologie, maar met verantwoordelijk bestuur. Als je dat verliest en voorbij een omslagpunt komt, is het moeilijk om terug te komen als partij. Ik ken alleszins geen voorbeeld waar het is gebeurd."
Eens je de rol van absolute leider op links verliest, wordt het moeilijk.
De Nederlandse PvdA misschien? Die was bij de Europese verkiezingen in 2019 plots weer de grootste.
"Dat had vooral te maken met de ultrasterke kandidaat, Frans Timmermans, die ook Spitzenkandidaat was voor de hele Europese S&D-groep. Hij duwde PvdA even weer kunstmatig omhoog. De Tweede Kamerverkiezingen in 2021 waren weer dramatisch slecht voor de partij."
En dus steken fusiegesprekken met GroenLinks de kop op.
"Ik snap dat. In het huidige gefragmenteerde politieke speelveld, moet je vechten om de grootste te zijn op links. Je moet een kandidaat-premier of -minister-president kunnen voordragen. Ook in Frankrijk trekt links nu met een gezamenlijk project naar de parlementsverkiezingen van juni."
Absurd hoeveel fragmentering er in Frankrijk is, zeker gezien het systeem van verkiezingen in twee rondes.
"Het succes van Jean-Luc Mélenchon in de eerste ronde van de presidentsverkiezing toont één ding aan: hadden de groenen en socialisten vorige herfst overeengekomen samen te werken, dan was er wellicht een linkse kandidaat in de tweede ronde. Want de meeste Mélenchon-kiezers zijn geen Mélenchon-ideologen, maar kiezers die op het laatste moment besloten voor de enige volwaardige kandidaat op links te stemmen. Veel van hen stemden bij de Europese verkiezingen in 2019 nog voor de groenen, die toen een sterke score neerzetten."
Voor de Franse PS ziet het er niet goed uit.
"Ik denk niet dat PS nog lang zal bestaan. In 2017 won Emmanuel Macron meer voormalige PS-kiezers, dan Benoît Hamon en Jean-Luc Mélenchon gecombineerd. Met Mélenchon win je die overgelopen Macron-kiezers niet terug. Nochtans vind je in La France Insoumise heel wat andere vertegenwoordigers van progressief links die niet het profiel hebben van een dinosaurus zoals Mélenchon."
U werkt sinds kort in het Verenigd Koninkrijk. Een bijzonder politiek land, met Labour amechtig in de oppositie.
"Let wel, Labour leidt in de peilingen en deed het in de recente lokale verkiezingen goed. Maar natuurlijk kan je zeggen dat ze gezien de context beter moet doen. Zolang Labour verscheurd blijft, zal ze kiezers verliezen aan de Groenen en LibDems. Een partij in ruzie wint geen verkiezingen. Het ziet er niet naar uit dat dit snel zal veranderen. Ik was onlangs op een bijeenkomst naar aanleiding van '25 jaar New Labour', waar David Miliband, Peter Mandelson en andere figuren van New Labour kwamen spreken. Dat was, zeg maar, een bijzondere ervaring. Er is nog steeds weinig zelfkritiek bij die strekking."
Waar moeten we Keir Starmer ideologisch plaatsen? Als de anti-Corbyn?
"Hij zit meer in het centrum dan Jeremy Corbyn, maar is ook geen Blairite. Labour onder Starmer is nog altijd een pak linkser dan onder Tony Blair en Gordon Brown. Hij heeft vooral veel werk om de partij weer op één lijn te krijgen. SPD toont aan hoe belangrijk het is om een partij op orde te zetten in de aanloop naar verkiezingen. Ik merk dat ik nieuw ben in het Verenigd Koninkrijk. Keir Starmer lijkt me een goed politicus. De vraag is voor mij: zal hij goed besturen? Misschien is dat mijn Duits perspectief (lacht). Maar dit lijkt niet zo van belang. Hier gaat politiek meer over spektakel en duels."
Samenleving & Politiek, Jaargang 29, 2022, nr. 6 (juni), pagina 10 tot 15
Abonneer je op Samenleving & Politiek
Het magazine verschijnt 10 keer per jaar; niet in juli en augustus.
Proefnummer? Factuur? Contacteer ons via
info@sampol.be
of op 09 267 35 31.
Het abonnementsgeld gaat jaarlijks automatisch van je rekening. Het abonnement kan je op elk moment opzeggen. Lees de
Algemene voorwaarden.
Je betaalt liever via overschrijving?
Abonneren kan ook uit het buitenland.
*Ontdek onze SamPol draagtas.