Xiomara Castro is de eerste progressieve president na de staatsgreep in 2009 en de eerste vrouwelijke president in de geschiedenis van het land. Er heerst euforie in Honduras, maar ook twijfel.
De sfeer bij de inhuldiging van Xiomara Castro in januari 2022 als nieuwe presidente van Honduras was uitgelaten. Ik was onder de indruk in het volgepakt nationale voetbalstadion, vol 'supporters' van Xiomara Castro die hun vreugde over de overwinning uitschreeuwden met leuzen en gezangen. Die achterban bleek ideologisch al even divers georiënteerd te zijn als de coalitie van de nieuwe presidente zelf. Drie internationale delegaties konden op enthousiast gejoel rekenen toen ze werden aangekondigd en de piste van het stadion opwandelden: die van het communistische Cuba, vervolgens van de autoritair-populistische president Bukele uit El Salvador – razend populair in de regio, maar uitgespuwd door links – en ten slotte ging de menigte uit haar dak toen de Amerikaanse vicepresident Kamala Harris aangekondigd werd, naast Xiomara zelf dé ster van de namiddag.
ENIG VOORBEHOUD IN DE EUFORIE
Zelf was ik iets minder uitzinnig. Toegegeven, het is verleidelijk om je te laten meeslepen in de euforie. Xiomara is de eerste progressieve president na de staatsgreep tegen haar echtgenoot Mel Zelaya in 2009. Ze is ook de eerste vrouwelijke president in de geschiedenis van het land. Xiomara won de verkiezingen met een uitgesproken progressieve agenda en kreeg hierbij de steun van vakbonden, feministische organisaties, de boerenbeweging en tal van andere middenveldorganisaties. Bovendien komt er met haar overwinning eindelijk een breuk met acht jaar beleid van de gehate narcopresident Juan Orlando Hernández (JOH), wiens tweede ongrondwettelijke termijn gedrenkt was in verkiezingsfraude. Alleen al daarom is de vreugde begrijpelijk.
Na vier jaar wonen en werken in Centraal-Amerika en er vijftien jaar rond te reizen, sluipt er onvermijdelijk enig voorbehoud in de euforie.
Maar na vier jaar wonen en werken in Centraal-Amerika en er vijftien jaar rond te reizen, sluipt er onvermijdelijk enig voorbehoud in de euforie. In 2009 waren verwachtingen in buurland El Salvador ook groot, toen de ex-guerrillabeweging FMLN voor het eerst aan de macht kwam. Twee regeertermijnen later leed ze een dramatische nederlaag bij de presidentsverkiezingen, nog eens twee jaar later verschrompelde de partij helemaal tot quantité négligable bij de parlementsverkiezingen. Erger nog, voor de bevolking staat het FMLN gelijk aan corruptie en 'meer van hetzelfde'. Ik zag de ontgoocheling, verbittering en ja, zelfs cynisme, bij de activisten waarmee ik samenwerk in El Salvador.
Nog groter is de ontgoocheling over 'links' in het andere buurland ten zuiden van Honduras, Nicaragua. In 2006 kwam Daniel Ortega er weer aan de macht na zestien jaar liberaal beleid. De eerste tekenen waren hoopgevend. Er werd geïnvesteerd in gezondheidszorg, onderwijs, nutsvoorzieningen en infrastructuurwerken. Maar tegelijkertijd werd de staat stap voor stap omgevormd tot een familiebedrijf Ortega-Murillo, waarbij zijn vrouw vicepresident werd en de kinderen belangrijke functies kregen. Het nepotisme en de corruptie zetten steeds meer kwaad bloed bij de bevolking. In 2018 zag ik de droom definitief uiteenspatten, toen vreedzame studentenprotesten door politie en paramilitairen op bloedige wijze onderdrukt werden, met ruim 350 doden als gevolg. Vandaag staat het Sandinistisch Nationaal Bevrijdingsfront (FSLN) – ooit de hoop voor links in de jaren 1980 – symbool met dictatuur, repressie, politieke gevangenen en verkiezingsfraude.
Zo'n vaart als in Nicaragua zal het in Honduras wellicht niet lopen. Maar naast de ontgoochelingen in de regio moeten we een aantal andere elementen onder ogen durven zien. Xiomara start vanuit een nog minder gunstige uitgangspositie dan de linkse bewegingen in de buurlanden. Ze heeft geen solide coherente partij achter haar. De interne verdeeldheid leidde al tot zware politieke crisissen, nog tijdens haar inauguratie. De greep van werkgevers op het land is immens. Én ze erft een narcorepubliek, waarbij zowat alle instellingen – inclusief politie, leger en gerecht – onder president Juan Orlando ten prooi vielen aan de drugsmaffia. Bovendien zijn verschillende politici uit haar eigen partij, inclusief leden van haar schoonfamilie, ook niet onbesproken.
TEGENSTRIJDIGE SIGNALEN
Ondertussen zijn we zes maanden verder en kunnen we een eerste bilan opmaken. Hondurese kennissen wijzen mij erop dat er belangrijke vooruitgang is geboekt. Ten eerste werd ex-president JOH uitgeleverd aan de Verenigde Staten op verdenking van grootschalige drugsmokkel. Er kan worden gediscussieerd of het niet beter was geweest om hem in eigen land te berechten, maar bij de Hondurezen is er vooral opluchting dat hij in de gevangenis zit en zijn straf niet zal ontlopen. Naast de uitlevering van JOH was ook het afschaffen van de ZEDES symbolisch erg belangrijk. ZEDES zijn een extreme vorm van vrijhandelszones, omdat geen enkele wet er van toepassing is, zelfs de grondwet niet. Volgens mijn vakbondskameraden betekende dit een terugkeer naar de 19e eeuw voor de arbeiders. Nauwelijks een paar dagen later maakte het parlement een einde aan de wet op arbeidscontracten per uur. Niet alleen had deze extreme vorm van flexibilisering zware gevolgen voor de individuele werknemers, ook voor de vakbonden was het moeilijk om zich te organiseren met een leger van uurloners in de fabriek.
In de eerste maanden werd ex-president JOH uitgeleverd aan de VS op verdenking van grootschalige drugsmokkel en werd de extreme vrijhandelszone ZEDES afgeschaft.
Anderen, uit de vrouwenbeweging en de gezondheidsvakbond, plaatsen ook kanttekeningen bij het beleid van de eerste maanden. Ze mag dan wel de eerste vrouwelijke president zijn en tijdens haar campagne veel beloftes gemaakt hebben voor vrouwen, in de praktijk is er nog niets gebeurd. Zelfs de morning-afterpil – op het continent enkel in Honduras illegaal – is nog steeds niet uit de strafwet gehaald. Ook op vlak van gezondheid beweegt er weinig, terwijl de situatie in de eerstelijnscentra en ziekenhuizen kritiek blijft. Bovendien lijkt de regering de dialoog met het middenveld steeds meer in te perken voor de organisaties die deze kritische geluiden uiten.
Maar wat mijn Hondurese collega's vooral bezorgd maakt, zijn de politieke benoemingen, het buitenlandbeleid en de interne corruptie. In haar kabinet benoemde ze maar liefst drie familieleden: haar echtgenoot en ex-president Manuel Zelaya, haar zoon Héctor Manuel en haar neef José Manuel. Haar dochter is een belangrijk parlementslid en ook andere benoemingen ruiken naar vriendendiensten. In haar buitenlandbeleid heeft ze niet de minste kritiek op de autoritaire regering in El Salvador en de dictatuur in Nicaragua. Daarmee zet ze de politiek van voorganger JOH gewoon verder. En toen drie hoge functionarissen door de Verenigde Staten op de lijst Engel gezet werden – een lijst van corrupte politici en zakenlui die geen visum kunnen krijgen en wiens rekeningen in de Verenigde Staten geblokkeerd worden – viel ze net als Giammatei in Guatemala, Bukele in El Salvador en Ortega in Nicaragua de boodschapper aan. Het is opvallend hoe deze vier ideologisch totaal verschillende regeringsleiders exact hetzelfde goedkope discours gebruiken als regeringsleden op de 'corruptenlijst' gezet worden.
GEDULD OEFENEN
Zelf geef ik Xiomara Castro het voordeel van de twijfel, op zijn minst tot er meer duidelijkheid komt over de CICIH. Dat is de anti-corruptiecommissie die Castro beloofde, onder leiding van de Verenigde Naties, naar het voorbeeld van de CICIG in Guatemala. Die spitte niet alleen grote corruptieschandalen naar boven. Ze versterkte ook justitie, wat leidde tot veroordelingen van hooggeplaatste politici en zakenlui. Er waren nadien gelijkaardige pogingen in buurlanden, maar de regeringen en elites hadden geleerd van het voorbeeld van Guatemala en maakten hun commissies vleuggellam vanaf de start. Maar het ontwerpmemorandum tussen Honduras en de Verenigde Naties lijkt vrijwel een kopie van de Guatemalteekse commissie. De finale dialoog en handtekening laat nog op zich wachten, dan pas zal duidelijk worden of het Xiomara echt menens is om de instituties grondig te hervormen, de onafhankelijkheid terug te geven en de corruptie uit te roeien.
Ondanks de terechte bedenkingen bij het beleid van Xiomara Castro, mogen we toch niet minnetjes doen over de sociale hervormingen.
Ondanks de terechte bedenkingen bij haar beleid, mogen we toch niet minnetjes doen over de sociale hervormingen. Dat de regering-Castro een belangrijke arbeidshervorming doorvoert en daarmee ingaat tegen de werkgevers, is ongezien in de recente geschiedenis van het land. Ook de Hondurezen lijken haar nog steeds krediet te geven. Uit de laatste peiling van CID Gallup blijkt dat ze 57% steun geniet. Daarmee is ze de vierde populairste regeringsleider op het continent.
In Centraal-Amerika – waar corruptie, autoritarisme en dictatuur met de dag prominenter wordt – is Honduras voorlopig het enige land waar we op korte termijn hoop op verbetering kunnen koesteren. Al is er nog een lange weg te gaan om de twijfels bij mijn Hondurese collega's weg te nemen. Daarvoor zullen meer sociale hervormingen nodig zijn en een constructieve dialoog met de sociale bewegingen, ook zij die kritiek durven uiten. Maar vooral zal Xiomara krachtdadig moeten optreden tegen corruptie, en zal ze de familiale en politieke belangen duidelijk gescheiden moeten houden.
Deze bijdrage verscheen in de Zomerreeks 2022: Zonnige groeten uit van Samenleving & Politiek.
Abonneer je op Samenleving & Politiek
Het magazine verschijnt 10 keer per jaar; niet in juli en augustus.
Proefnummer? Factuur? Contacteer ons via
info@sampol.be
of op 09 267 35 31.
Het abonnementsgeld gaat jaarlijks automatisch van je rekening. Het abonnement kan je op elk moment opzeggen. Lees de
Algemene voorwaarden.
Je betaalt liever via overschrijving?
Abonneren kan ook uit het buitenland.
*Ontdek onze SamPol draagtas.