Abonneer Log in

Waarom die vrijwilligerskorpsen nog niet zo’n gek idee zijn

  • Bram Verschuere - Professor bestuurskunde aan de UGent en auteur van ‘Politiek in tijden van wantrouwen’ (Lannoo, 2024)
  • 23 september 2025

We verwachten veel van de overheid, maar willen we zelf ook de handen uit de mouwen steken? Zijn we bereid méér te doen dan klagen en consumeren?

© ID/Sammy Van Cauteren

De Vlaamse regering investeert in lokale vrijwilligerskorpsen. Onder leiding van het lokaal bestuur en het Rode Kruis worden er mensen opgeleid die een handje kunnen toesteken bij rampen en noodsituaties. Reeds 100 gemeenten tekenden in op de oproep om zo’n korps in te richten. Staan burgers te springen om dit soort vrijwilligerswerk te doen? Ik denk, van wel.

Er zijn, kort door de bocht, twee soorten mensen. De homo economicus denkt vooral aan zichzelf. Het is het type dat ’s morgens vroeg zijn handdoek over een ligzetel gaat draperen, om in de namiddag zeker te zijn van zijn plekje aan het zwembad. Hij durft al eens een leeg blikje in de gracht gooien omdat het te ver wandelen is naar de dichtstbijzijnde vuilnisbak. Op de trein palmt hij drie zetels in: één om te zitten, één voor zijn rugzak en één voor zijn voeten. De tweede soort, de homo sociologicus, beseft dat hij niet alleen op de wereld is. Hij probeert rekening te houden met anderen, ook al kost hem dat iets: tijd, geld, een stukje comfort. Op de trein staat hij zijn plaats af aan een hoogzwangere vrouw. Hij gaat op zondagmorgen op stap om lege blikjes uit de gracht te vissen.

Nu zijn we allemaal, als we eerlijk zijn, een beetje van beiden. In sommige gevallen is het begrijpelijk en zelfs nodig om een beetje egoïstisch te zijn. Niemand kan verwachten dat mensen zich altijd en overal wegcijferen voor anderen. Het is bijvoorbeeld niet omdat ik promotor ben van zijn masterproef, dat de student die om feedback vraagt mag wensen dat ik reeds een dag later zijn teksten heb nagelezen en becommentarieerd. Als homo economicus bepaal ik mijn eigen agenda, als homo sociologicus zorg ik er voor dat de student tijdig feedback krijgt omdat dat van mij verwacht wordt. Het komt er in het sociaal verkeer op aan om naar een gezond evenwicht tussen eigenbelang en altruïsme te streven. We kunnen niet allemaal altijd Moeder Teresa zijn. Maar we mogen ook niet allemaal altijd Jordan Belfort zijn, de uber-egoïstische wolf van Wall Street, door Leonardo Di Caprio in de gelijknamige film neergezet.

We kunnen niet allemaal altijd Moeder Teresa zijn. Maar we mogen ook niet allemaal altijd Jordan Belfort zijn, de uber-egoïstische wolf van Wall Street.

Het brengt mij bij de vraag in welke mate wij als burgers mee verantwoordelijk zijn voor wat er gebeurt in de samenleving. Staan we er middenin, en moeten wij als burger het publieke domein mee vormgeven? Of staan we aan de zijlijn en laten we die verantwoordelijkheid volledig aan de overheid? Zijn wij niet meer dan kiezers, belastingbetalers en consumenten van publieke diensten? Laten wij het enkel aan de politie om voor onze veiligheid te zorgen, enkel aan de groendienst van de gemeente om de parken en plantsoenen in de buurt te onderhouden? Velen gaan intuïtief ‘ja’ antwoorden. We betalen immers veel belastingen, zodat we dit soort diensten zonder veel nadenken zouden kunnen consumeren. Net zoals we veel geld betalen voor een hotelkamer met ontbijt, om niet te moeten poetsen en koken als we op vakantie zijn. En net zoals het personeel in het hotel onze wensen met een vingerknip inwilligt, zo moet de overheid ook direct leveren wat we vragen.

Dat is een wel heel enge kijk op burgerschap, die bovendien bijna automatisch tot frustratie en ontevredenheid moet leiden. In een poging om mee te gaan in het consumentisme, wordt de overheid gigantisch groot. Door steeds meer nieuwe taken en verantwoordelijkheden op te nemen: voor bijna elke maatschappelijke vraag wordt er een organisatie opgericht, een subsidie uitgedeeld, of een regel uitgevaardigd. We zijn het gewoon geworden dat het lokaal bestuur onze kinderen opvangt in de vakantie, dat we een cheque krijgen om de ‘juiste’ dingen te kopen, of dat een regering beslist dat onze kinderen niet op sociale media mogen. Een leger van professionals leidt dat alles in goede banen, en de homo sociologicus die zelf al eens de handen uit de mouwen wil steken om iets te doen in het algemeen belang haakt af, omdat de overheid die het beter weet hem alle goesting ontneemt. De homo economicus op zijn beurt is ook kwaad, omdat de overheid niet in staat is om de individuele wensen en noden onmiddellijk te lenigen. Omdat het te lang duurt voor het voetpad in zijn straat wordt hersteld, of omdat de politie te weinig in zijn buurt patrouilleert. Want hoe groot de overheid ook is, de middelen blijven schaars om iedereen op zijn wenken te bedienen.

Hoe groot de overheid ook is, de middelen blijven schaars om iedereen op zijn wenken te bedienen.

Deel van de oplossing is een bredere kijk op burgerschap. We zijn immers met zijn allen veroordeeld tot de overheid. We kunnen er niet van weglopen zoals een ontevreden klant kan beslissen om nooit meer naar hotel X of bakkerij Y te gaan. Want de overheid doet nu eenmaal veel zaken waar de markt zich niks wil van aantrekken, omdat er te weinig vraag naar is (en het dus niet winstgevend is). Je zal geen enkel bedrijf vinden dat treinverkeer wil uitbaten voor een paar reizigers per dag op het dunbevolkte platteland. Of de overheid moet tussenkomen omdat er geen betaalbare marktprijs op een bepaalde dienst kan worden gezet. Slechts zeer weinigen zouden onderwijs of gezondheidszorg kunnen betalen als dat volledig uit de eigen zak moet komen.

En omdat een ‘exit’ dus geen optie is, en ‘klagen’ geen zoden aan de dijk brengt, moeten we ons dus wel een stuk gaan ‘moeien’ wanneer we ontevreden zijn. We kunnen als burgers samen met de overheid het publieke domein vormgeven. Daar zijn veel voorbeelden van: buurtinformatienetwerken waarin burgers samen met de politie aan de veiligheid in de wijk werken, mantelzorgers die een stuk van de zorg voor een naaste opnemen, of mensen die met een beperkt budget van de gemeente hun buurt zelf verfraaien. De cynici zullen zeggen dat het godgeklaagd is dat een overheid die ons zoveel geld kost een beroep op burgers moet doen. Maar er is steeds meer bestuurskundige literatuur die aantoont dat dit soort co-productie tussen overheid en burgers veel positieve effecten heeft: mensen zijn tevredener over de kwaliteit van de diensten, samenwerken is een goede manier om complexe problemen aan te pakken, het leidt tot een gevoel van impact en betrokkenheid, enzovoort.

Als de overheid niet investeert, als burgers zich niet gesteund of gewaardeerd voelen, dan haken ze af.

Het idee van de vrijwilligerskorpsen, die professionele hulpverleners kunnen bijstaan in crisis- of noodsituaties, is dus nog niet zo gek. Er zijn veel homines sociologici die met plezier een handje toesteken, en het brengt extra capaciteit binnen wanneer overheden met problemen worden geconfronteerd die ze niet alleen kunnen aanpakken. Zelfs homines economici kunnen overtuigd worden: in ruil voor wat engagement zal de eigen buurt properder, gezonder en veiliger zijn. Er is echter nog één belangrijk aandachtspunt, ook uit de literatuur: de positieve effecten worden slechts gerealiseerd wanneer één en ander goed georganiseerd wordt. Als de overheid niet investeert, als burgers zich niet gesteund of gewaardeerd voelen, of als er onduidelijkheid is over welke rollen burgers mogen en kunnen opnemen, dan haken ze af.

Abonneer je op Samenleving & Politiek

abo
 

SAMPOL ONLINE

40€/jaar

  • Je leest het magazine online
  • Je hebt toegang tot het enorme archief
MEEST GEKOZEN

SAMPOL COMPLEET

50€/jaar

  • Je ontvangt het magazine in de bus
  • Je leest het magazine online
  • Je hebt toegang tot het enorme archief
 

SAMPOL STEUN

100€/jaar

  • Je ontvangt het magazine in de bus
  • Je leest het magazine online
  • Je hebt toegang tot het enorme archief
  • Je krijgt een SamPol draagtas*
 

SAMPOL SPONSOR

500€/jaar

  • Je ontvangt het magazine in de bus
  • Je leest het magazine online
  • Je hebt toegang tot het enorme archief
  • Je krijgt een SamPol draagtas*

Het magazine verschijnt 10 keer per jaar; niet in juli en augustus.
Proefnummer? Factuur? Contacteer ons via info@sampol.be of op 09 267 35 31.
Het abonnementsgeld gaat jaarlijks automatisch van je rekening. Het abonnement kan je op elk moment opzeggen. Lees de Algemene voorwaarden.

Je betaalt liever via overschrijving?

Abonneren kan ook uit het buitenland.

*Ontdek onze SamPol draagtas.