Abonneer Log in

Miljardairs onder de guillotine

Samenleving & Politiek, Jaargang 30, 2023, nr. 1 (januari), pagina 92 tot 95

Sjors Roeters was als tiener kapitalist-in-de-dop, maar viel net als zoveel jonge mensen van zijn geloof.

Miljardairs onder de guillotine

Sjors Roeters
Vrij Nederland, Amsterdam, 2022

'There's class warfare all right, but it's my class, the rich class, that's making the war, and we're winning.' Op dit citaat van 'het orakel van Omaha', de steenrijke belegger Warren E. Buffet, bent u wellicht al eerder gebotst. Het stond in 2006 in een stukje in The New York Times. Dat was dus nog voor de krediet- en eurocrisis losbarstte die de wereldwijde ongelijkheid nog verder de hoogte in stuwde, en voor Thomas Piketty met zijn bestseller Kapitaal in de 21ste eeuw het probleem van ongelijkheid (opnieuw) bovenaan de politiek-economische agenda zette. Begin 2022 maakte Oxfam duidelijk dat de 'rich class' ook als winnaar uit de coronacrisis kwam: sinds de start van de pandemie begin 2020 was de rijkdom van de tien rijkste personen verdubbeld (stuk voor stuk mannen, trouwens), terwijl 99% van de mensheid er na bijna twee jaar pandemie slechter aan toe was. Buffet had en heeft nog steeds gelijk.

Sjors Roeters, journalist bij Vrij Nederland, was als tiener kapitalist-in-de-dop, maar viel net als zoveel jonge mensen van zijn geloof. Hij ziet dat zeker jongere generaties zich 'massaal van het kapitalisme afkeren' en trekt uit verschillende peilingen zelfs de conclusie dat een meerderheid van de mensen over de hele wereld het kapitalisme begint te verwerpen. Vooral de klimaatcrisis is voor velen een reden om het heersende politiek-economische systeem in vraag te stellen of de rug toe te keren. 'Het strijdsymbool van deze woedende generatie is de guillotine', ziet Roeters. Een symbool dat uiteraard refereert aan de Franse Revolutie en vandaag gretig in combinatie met miljardairs gebezigd wordt. Het is dan ook de titel van zijn boek: Miljardairs onder de guillotine. Die provocerende titel is geen oproep, en Roeters schreef ook geen handleiding om Jeff Bezos of Elon Musk een kopje kleiner te maken. Roeters trekt lering uit de recente en minder recente geschiedenis die toont dat toenemende ongelijkheid en de strijd ertegen wel vaker ontaarden in geweld. Zijn boek is in die zin wel een oproep tot actie: om net dat soort bloederig geweld te vermijden, hebben we nood aan structurele verandering, aan alternatieven. Want wat als alle legitieme democratische middelen zijn uitgeput, zonder dat dit enige verandering teweegbrengt? De kleefacties van Just Stop Oil, Code Rood en andere klimaatactivisten wijzen reeds op een verharding of zelfs radicalisering van het klimaatprotest. De woede zou wel eens witheet kunnen worden. Wat te doen om het niet zover te laten komen? Die vraag houdt Roeters een boek lang bezig.

Roeters is vooral een nieuwsgierige journalist en geen orerende ideoloog. Het is meteen de sterkte van het boek, dat nooit belerend of uitleggerig is, en dat je als lezer steeds langs verschillende argumenten voor, maar ook tegen een bepaald idee leidt. Van een maximumloon tot een netwerk van coöperaties, van minder werken tot degrowth: Roeters verkent een hoop ideeën, maar ook systemen die in de praktijk al hun waarde hebben bewezen. Het zijn steevast 'oplossingen' voor bepaalde 'deelproblemen' van het kapitalisme: de te grote concentratie van rijkdom, het gebrek aan economische democratie, het door de advertentie-industrie aangezwengelde consumentisme en ga zo maar door. Al verdient toch vooral de ecologische crisis onze aandacht, want deze polycrisis is de 'logische' uitkomst van het op ongebreidelde groei gerichte kapitalisme. Dit economische systeem dreigt de mensheid en de planeet richting afgrond te leiden. Kan het niet anders, eerlijker, democratischer, duurzamer? Roeters zoekt en streeft niet naar een allesomvattende blauwdruk of leidraad om het hele boeltje met enkele welgemikte duwen te vervangen. Eerder wordt het death by a thousand cuts: er zijn heel veel kleine alternatieven nodig om systeemverandering teweeg te brengen. Niettemin tikken de doomsday-klokken van de klimaat- en biodiversiteitcrisis ongenadig verder.

Eén van de stromingen die Roeters omzichtig verkent, is de ontgroei- en postgroeibeweging.

Eén van de stromingen die Roeters omzichtig verkent, is de ontgroei- en postgroeibeweging. Hij doet dat vooral aan de hand van de ideeën Jason Hickel. Roeters ontmantelt vakkundig de absurditeit van het bbp als maatstaf en richtingaanwijzer, en zet ook de criticasters van degrowth op hun plaats. Al te vaak herleiden zij degrowth tot een algehele economische krimp, een krimp die even blind zou gebeuren als de huidige groei, zonder oog voor het welzijn van mensheid en planeet. Roeters toont dat dergelijke karikatuur een al te opzichtige stropopredenering betreft. De bekende donut van Kate Raworth in gedachten, willen degrowthers de economie vooral binnen bepaalde grenzen houden: de ondergrens van menselijke behoeften en de bovengrens van de planetaire draagkracht. Degrowthers hebben oog voor de roofbouw op de planeet, maar zetten ook collectieve, universele basisvoorzieningen opnieuw centraal. 'Universele basisvoorzieningen kunnen het fundament zijn waar mensen op kunnen rusten, ongeacht hun inkomen', schrijft Roeters. Deze voorzieningen moeten na het neoliberale tijdperk waarin ze geprivatiseerd en ontmanteld werden opnieuw in ere hersteld. In de ontgroei- en postgroeibeweging komen zo heel veel elementen van de hedendaagse kapitalismekritiek samen. De beweging is in de kern klimaatrechtvaardig, door het rijke Noorden op zijn klimaatverantwoordelijkheid te wijzen en vooral daar de spilzieke economie aan te pakken, die ten koste gaat van het welzijn in het Globale Zuiden. Of zoals Roeters het samenvat: 'Rijke landen moeten bepaalde sectoren van hun economie gericht afbouwen, zodat mensen in armere landen de kans, en het koolstofbudget, hebben om een waardig bestaan op te bouwen.'

Roeters volgde voor Vrij Nederland in 2020 de presidentscampagne van Bernie Sanders. Dat het motto van zijn boek er een is van Sanders, is dan ook geen toeval. 'Never, ever, lose your sense of outrage', draagt Sanders ons op. Hoewel Sanders twee keer het onderspit moest delven tegen kandidaten van het Democratische establishment, is de impact van de zelfverklaarde socialist op een nieuwe generatie Amerikanen onmiskenbaar. Het sluimerende gevoel van onrecht in de Amerikaanse samenleving kreeg met Sanders een systeemkritische vertaler. Kapitalismekritiek werd een beetje meer mainstream. Desondanks blijft het k-woord beladen. Dat merk ik als journalist zelf ook. Al te vaak heb je het omfloerst over 'het heersende economische systeem' of wordt kapitalisme herleid tot 'neoliberalisme'. Vermeld 'kapitalisme' in een discussie en de ogen van je gesprekspartner gaan al snel draaien. Van een 'reëel bestaand communisme/socialisme' mag dan al geen sprake meer zijn, de dictatoriale Sovjet-Unie werpt nog steeds een schaduw op elke discussie over alternatieven voor het kapitalisme. Een gebrek aan verbeeldingskracht lijkt ons nog vaak parten te spelen. Wijlen Mark Fisher noemde het ooit 'capitalist realism': het wijdverbreide gevoel dat het kapitalisme het enige levensvatbare politieke en economische systeem is en het daaruit volgende onvermogen om ons een coherent alternatief voor te stellen.

Eén van de hoofdlijnen van verandering die Roeters uittekent is die van economische democratie.

Boeken die daar met open vizier verandering proberen in te brengen, zijn dus nog steeds welkom. Want anti-kapitalisme hoeft niet antidemocratisch te zijn, wel integendeel. Eén van de hoofdlijnen van verandering die Roeters uittekent is net die van economische democratie. De discussie op links moet over meer dan rechtvaardige belastingen gaan, maar ook en vooral over eigendom en zeggenschap. Want als we de wereld echt willen veranderen, kunnen we het ons niet meer permitteren om een steeds kleiner gezelschap rijke mannen over onze economische toekomst te laten beslissen.

Jan Walraven

Samenleving & Politiek, Jaargang 30, 2023, nr. 1 (januari), pagina 92 tot 95

Abonneer je op Samenleving & Politiek

abo
 

SAMPOL ONLINE

40€/jaar

  • Je leest het magazine online
  • Je hebt toegang tot het enorme archief
MEEST GEKOZEN

SAMPOL COMPLEET

50€/jaar

  • Je ontvangt het magazine in de bus
  • Je leest het magazine online
  • Je hebt toegang tot het enorme archief
 

SAMPOL STEUN

100€/jaar

  • Je ontvangt het magazine in de bus
  • Je leest het magazine online
  • Je hebt toegang tot het enorme archief
  • Je krijgt een SamPol draagtas*
 

SAMPOL SPONSOR

500€/jaar

  • Je ontvangt het magazine in de bus
  • Je leest het magazine online
  • Je hebt toegang tot het enorme archief
  • Je krijgt een SamPol draagtas*

Het magazine verschijnt 10 keer per jaar; niet in juli en augustus.
Proefnummer? Factuur? Contacteer ons via info@sampol.be of op 09 267 35 31.
Het abonnementsgeld gaat jaarlijks automatisch van je rekening. Het abonnement kan je op elk moment opzeggen. Lees de Algemene voorwaarden.

Je betaalt liever via overschrijving?

Abonneren kan ook uit het buitenland.

*Ontdek onze SamPol draagtas.