GENT, 1913
Dat deze conferenties nu en in Gent worden georganiseerd, is geen toeval. In 2013 zal het precies 100 jaar geleden zijn dat de allereerste internationale stedenconferentie werd georganiseerd, tijdens de Wereldtentoonstelling die toen in Gent plaatsvond. Deze conferentie was het startschot voor de wereldwijde stedenbeweging en gaf aanleiding tot de oprichting van het belangrijkste mondiale stedennetwerk UCLG (United Cities and Local Governments), dat vandaag steden uit 140 van de 191 VN-lidstaten vertegenwoordigt. Zo verdedigt dit netwerk de belangen van 80% van de inwoners van Europa en de helft van de wereldbevolking.
In 1913 was Gent ook de gaststad voor een aantal andere belangrijke stedenconferenties: The Cities and Town Planning Exhibition, The First International Congress of Town Planning and the Organisation of City Life en The Comparative Exhibition of Cities. Deze conferenties betekenden een mijlpaal voor de stedenbouw. Deze congressen werden op initiatief van de Belgische socialistische senator Emile Vinck en de internationalist Paul Otlet georganiseerd, met als doelstellingen het formaliseren van een kenniscentrum over steden, stedelijkheid en de stedelijke problematieken en het samenbrengen van internationale experten in deze domeinen met het oog op kennis- en ervaringsuitwisseling.
In de marge van deze internationale conferenties werd ook de Vereniging van Belgische Steden en Gemeenten boven de doopvont gehouden, opnieuw op initiatief van Emile Vinck, die de eerste voorzitter van de Vereniging werd.
DE STAD ALS PROBLEEM
De stad is vandaag meer dan ooit relevant. Tegen 2050 zal meer dan 75% van de wereldbevolking in steden leven. De verschuiving van de beleidsfocus van natiestaten over regio’s naar steden kan door niemand meer worden ontkend. De toekomst ligt in onze steden. Het vereist een anders omgaan met stedelijkheid dan louter het reageren op problematieken die eigen zijn aan de groei van de stad.
In het verleden beperkten conferenties over en voor steden zich vaak tot discussies over infrastructurele oplossingen voor structurele stadsproblemen van zowel stedenbouwkundige als sociale aard. De stad werd aanzien als een probleem. Met de opkomst van het denken over duurzame ontwikkeling werden concepten zoals de eco-city (1987) ontwikkeld, waarbij steden en hun inwoners worden aangemoedigd om de huidige noden te beantwoorden met oplossingen die toekomstige generaties niet bezwaren. De focus ligt hierbij vooral op het minimaliseren van het gebruik van schaarse natuurlijke grondstoffen en het drastisch verkleinen van de ecologische voetafdruk. Dat was een belangrijke stap in het anders denken over steden.
Een volgende belangrijke stap werd gezet door een aantal internationale denkers over de toekomst van steden. Richard Florida had het over een creatieve klasse (2002), die de motor vormt voor de stedelijke ontwikkeling. In een tegenbeweging haalden stedenconsulenten zoals Charles Landry (2006 en 2008) het exclusieve en elitaire van de creatieve klasse onderuit door de aandacht te vestigen op de creativiteit in elke stadsbewoner en het in de kijker stellen van sociale innovatieve initiatieven in steden, als impuls om een creatieve stad te worden.
Benjamin Barber, Amerikaans politicoloog en gewezen adviseur van Bill Clinton, gaat hier op verder en pleit voor een nieuwe focus op de civiele maatschappij en burgerengagement als instrumenten om een vernieuwd democratisch model te bouwen (2013). Tegelijk stelt Barber dat niet de natiestaten maar wel de steden en stedennetwerken een antwoord op de uitdagingen van de toekomst kunnen bieden.
Een andere relevante beweging is die van de Smart Cities. Oorspronkelijk een tiental jaar gestart als een commercieel concept door bedrijven zoals IBM (Smarter Cities) en Cisco (Smart+Intelligent Communities), is dit begrip intussen gemeengoed geworden bij bedrijven, onderzoeksinstellingen en overheden over de hele wereld.
WAT IS NU EEN SLIMME STAD?
Volgens IBM, Cisco en tal van andere grote commerciële spelers is dit een stad waarin nieuwe technologieën alle problemen op het vlak van infrastructuur, connectiviteit en controle oplossen. En uiteraard hebben deze bedrijven al meteen een technologische zelfhulpkit voor steden klaar. Voorbeelden van dergelijke steden zijn vooral te vinden in Azië, de zogenaamde ‘smart cities in a box’ in Zuid-Korea en China, maar ook Masdar City in de Verenigde Arabische Emiraten geldt als dé showcase van een slimme en duurzame stad. Siemens ontwikkelde zelfs een Smart City Cockpit in Singapore, van waaruit de burgemeester de staat van zijn stad elke dag opnieuw kan overzien en op basis van verzamelde informatie beslissingen kan nemen.
De Europese Commissie adopteerde het begrip smart city in het kader van het Europese innovatiebeleid. Consortia van bedrijven, onderzoeksinstellingen en overheden worden aangemoedigd om hoogtechnologische smart city oplossingen te ontwikkelen en piloten uit te testen in een stedelijke context. De industrie moest hierbij het voortouw nemen, steden werden veelal aanzien als het decor, de proeftuin om te commercialiseren oplossingen uit te testen.
GEEN SLIMME STAD ZONDER SLIMME BURGERS
De mens, de bewoner, de stedeling was telkens ver te zoeken. Het stadsbestuur wordt niet als actor gezien, maar als lijdend voorwerp, zelfs als consument. Sinds enkele jaren ijvert Gent via Eurocities, samen met steden zoals Helsinki, Manchester, Barcelona en Eindhoven, voor een breder en holistisch begrip van smart city. De definitie die we hanteren voegt in de eerste plaats de menselijke component toe: ‘Een stad kan als smart city worden omschreven wanneer investeringen in menselijk en sociaal kapitaal en in traditionele en meer innovatieve communicatie een duurzame ontwikkeling ondersteunen. Hierbij wordt op een duurzame wijze omgegaan met natuurlijke hulpbronnen en wordt een participatief lokaal beleid gevoerd. Een smart city moet een goede plek zijn om te wonen, met de best mogelijke levenskwaliteit en met een zo efficiënt mogelijke inzet van middelen’.1
Een smart city verbindt mensen opnieuw met hun omgeving en stad om zo meer efficiënte en optimale relaties te creëren tussen beschikbare middelen, technologie, gemeenschappen, diensten en gebeurtenissen in de stedelijke omgeving. Het opnieuw verbinden van mensen houdt ook in dat de inwoners van een stad opnieuw mee verantwoordelijk worden voor hun omgeving.
Smart Cities bestaan niet zonder hun smart citizens. Om ten volle inclusief, innovatief en duurzaam te zijn, en met andere woorden klaar te staan voor alle uitdagingen en opportuniteiten die de toekomst voor de steden brengt, moeten stadsbesturen, bedrijven, onderzoeksinstellingen én alle burgers zich verenigen om zo een stedelijk ecosysteem te vormen dat klaar is voor die toekomst. De kansen en uitdagingen die de kennis- en informatiemaatschappij ons bieden moeten hierbij maximaal worden benut.
EUROCITIES 2013 GENT
Eurocities is het grootste netwerk van middelgrote en grote Europese steden (+200.000 inwoners). Het netwerk vertegenwoordigt 135 steden uit zowat alle landen van Europa. Eurocities laat de lidsteden toe te netwerken door de organisatie van conferenties, workshops, onderzoeksactiviteiten en gezamenlijke projecten rond alle thema’s die steden aanbelangen. Eurocities is een belangrijke gesprekspartner voor de Europese instellingen. Het is voor de steden een goed kanaal om de Europese besluitvorming te beïnvloeden. Ten slotte zet Eurocities sterk in op pan-Europese informatie- en sensibiliseringscampagnes.
De stad Gent is sinds 1998 lid van Eurocities en is actief in alle inhoudelijke fora van het netwerk. Sinds 2008 is Gent lid van de ExCom (Raad van Bestuur) van het netwerk, eerst als secretaris en sinds vorig jaar als penningmeester.
DE CONFERENTIES
Het thema van zowel de Belgische Stedenconferentie (27/11) als de jaarlijkse Conferentie van Eurocities (27-30/11) is Smart Citizens, of sociale innovatie voor de stad van de toekomst. Gedurende drie dagen zal van gedachten worden gewisseld tussen burgemeesters, politici, ambtenaren en experts van de deelnemende Belgische en Europese steden, universiteiten, middenveldorganisaties, Europese en internationale instellingen, over de stad in relatie tot haar burgers en de toekomst. Ook zullen voorbeelden van co-creatieve ‘smart’ initiatieven uit Gent en andere Europese steden in de kijker worden geplaatst en als goede praktijken worden uitgewisseld. Tijdens een burgemeestersdebat zullen burgemeesters van onder meer Amsterdam, Bologna, Tampere, Karlsruhe en Stockholm hun visie op de slimme burger brengen.2
Karl-Filip Coenegrachts
Departementshoofd, Strategie en Coördinatie - Stad Gent
Noten
1/ Caragliu, A; Del Bo, C. & Nijkamp, P (2009). ‘Smart cities in Europe’. Serie Research Memoranda 0048 (VU University Amsterdam, Faculty of Economics, Business Administration and Econometrics).
2/ Key note speakers zijn: professor Maarten Hajer, hoogleraar Bestuur en Beleid aan de Universiteit van Amsterdam, directeur van het Nederlands Planbureau voor de Leefomgeving en onder meer auteur van het essay De Energieke Stad, en Dan Hill, CEO van het Italiaanse communicatieonderzoeksbureau Fabrica en auteur van het recent verschenen Essay: On the smart city; Or, a ‘manifesto’ for smart citizens instead.
Samenleving & Politiek, Jaargang 20, 2013, nr. 9 (november), pagina 46 tot 49
Abonneer je op Samenleving & Politiek
Het magazine verschijnt 10 keer per jaar; niet in juli en augustus.
Proefnummer? Factuur? Contacteer ons via
info@sampol.be
of op 09 267 35 31.
Het abonnementsgeld gaat jaarlijks automatisch van je rekening. Het abonnement kan je op elk moment opzeggen. Lees de
Algemene voorwaarden.
Je betaalt liever via overschrijving?
Abonneren kan ook uit het buitenland.
*Ontdek onze SamPol draagtas.