Hersenonderzoek toont dat kinderarmoede niet vrijblijvend is. De hersenen van kinderen die in armoede opgroeien zijn kleiner, hun cellen leggen minder netwerken, zelfs hun schedelomvang is kleiner. Kinderen zijn vaak nog voor ze naar de peuterklas gaan achtergesteld. Kinderarmoede is een vorm van continue stress die voornamelijk voor de hersenen van kinderen tot vijf à zes jaar nefast is. Hun brein vertoont meer gaten. Daardoor zijn hun vaardigheden om uit de armoede te ontsnappen al aan het begin van hun leven aangetast. In een beschaafde wereld kunnen we zoiets niet accepteren.
Iedereen wordt geboren als een pakje cellen. Het besef te leven en de zin in het leven krijgen, dat is de weg die we zelf afleggen. Daarvoor hebben hoofd en lijf verbinding nodig met andere mensen. In de eerste plaats met je ouders, en liefst op een stabiele manier. En in de tweede plaats met andere kinderen, vrienden, en als je tiener bent met een kliekje, een groepje of een bende waar je het gevoel hebt toe te behoren. Het maakt van ons wat we mensen noemen, en ergens onderweg groeit dat gevoel: hier wil ik voor gaan.
Zo kort geschetst, zie je de twee sporen waarop kinderarmoede, en de sociale isolatie die er vaak mee gepaard gaat, zal inbeuken. Aan de ene kant ontneemt uitsluiting de noodzakelijke ervaring van verbondenheid. Aan de andere kant zijn er die cellen waarmee het leven begon.
Er zijn aanwijzingen dat armoede op baby, peuter- en kleuterleeftijd samenhangt met kleinere hersenen op lagere schoolleeftijd.1 Het leven in armoede is een chronische stress voor het gezin. Niet alleen omdat er tekort is aan geld voor een redelijk dagelijks leven, maar ook omdat zij makkelijker in een keten van pech terecht-komen. Wie onder stress staat wordt sneller ziek, heeft vaker een ongeval, breuken met familie en vrienden liggen op de loer. En de ene stress komt de andere versterken. Leven als koppel wordt er niet makkelijker op. De baby groeit op, op het snijpunt van heel wat van dergelijke stresslijnen. In dat lijfje moet veel werk verzet worden. Alles valt nog te leren, taal, gevoelens, leren leren, spieren en gewrichten moeten aansterken en oefenen. Jaagt het stresshormoon in te hoge dosis door de hersenen, vertraagt de ontwikkeling. Netwerken in de hersenen kunnen niet goed uitgroeien in dat bad. Dat wordt al snel meetbaar in de taalontwikkeling, de motoriek, en wat later in de resultaten op school. Als kinderarmoede de kans krijgt toe te slaan, verliezen kinderen kansen op het ontplooien van al hun talenten. De eindfactuur betalen we dus met z’n allen.
Telkens ik dit verhaal breng, roept het gemengde emoties op omdat het erop lijkt dat het lot van wie in armoede leeft definitief vastligt. Dat is niet het geval, omdat er een verschil is tussen ontwikkelingsachterstand en -vertraging. We hebben het over dit laatste. De effecten van armoede zijn omkeerbaar door stimulatie, door steun aan het gezin, door een buurt rond het gezin waar burgers kwetsbaarheid respecteren en niet als etiket hanteren dat uitsluiting meebrengt. De vertraging in ontwikkeling kan dus terug aangezwengeld worden, en dat des te meer als vroeg met de gepaste stimulatie begonnen wordt. Als we alle ouders, ook de zwakke, kunnen ondersteunen in hun nestvorming, dan hoeft armoede niet noodzakelijk te betekenen dat de capaciteiten van hun kinderen in de knop geknakt worden.
De andere terugkerende vraag is: aangezien armoede steeds een stressvol leven meebrengt, wil dit dan zeggen dat ieder die erin opgroeit averij oploopt? Nee. Want niet iedere ouder gaat op dezelfde manier met die stress om. Ouders die erin lukken een fijn nest te zijn ondanks de ellende, beschermen de ontwikkeling van hun kind. Andere mensen hebben het geluk dat hun aanleg hen minder kwetsbaar maakt voor de sprongen van het stresshormoon.
Punt is dat we geen loterij van mensen willen. We hebben iedereen nodig, alle beschikbare talenten, om een sterk land te zijn met toekomst. En dus is iedere actie tegen armoede een positief teken aan onze medeburger in nood: wij gaan er samen voor, voor de beste ontwikkeling van ieder kind.
Peter Adriaenssens
Professor, Voorzitter van het Kinderarmoedefonds, Kinder- en Jeugdpsychiater, Kliniekhoofd afdeling kinderpsychiatrie UZ Leuven
Noot
1/ Meer lezen: http://www.gezondheidenwetenschap.be/gezondheidsnieuws-onder-de-loep/is-kinderarmoede-niet-goed-voor-de-hersenen.
armoede - kinderarmoede - armoedebestrijding
Samenleving & Politiek, Jaargang 21, 2014, nr. 10 (december), pagina 28 tot 29
KINDERARMOEDE: DE SCHANDVLEK
Abonneer je op Samenleving & Politiek
Het magazine verschijnt 10 keer per jaar; niet in juli en augustus.
Proefnummer? Factuur? Contacteer ons via
info@sampol.be
of op 09 267 35 31.
Het abonnementsgeld gaat jaarlijks automatisch van je rekening. Het abonnement kan je op elk moment opzeggen. Lees de
Algemene voorwaarden.
Je betaalt liever via overschrijving?
Abonneren kan ook uit het buitenland.
*Ontdek onze SamPol draagtas.