Hart boven Hard nam in september 2014 een vliegende start en ontpopte zich al gauw tot de motor voor een hernieuwde politisering van het middenveld. De beweging bestaat ondertussen meer dan twee en half jaar. Op 7 mei staat alweer een volgende Grote Parade gepland. Vandaag staat Hart boven Hard echter op een kruispunt en krijgt de beweging met interne spanningsvelden te maken, die het zal moeten overwinnen om een gamechanger te zijn.
Hart boven Hard werpt zich al meer dan twee jaar op als gangmaker van het protest tegen de besparingsregeringen-Bourgeois I en -Michel I. Over de schotten in het middenveld heen en met de steun van heel wat burgers organiseert deze burgerbeweging zich rond een alternatieve maatschappijvisie. Hart boven Hard belichaamt daarmee de steeds luidere roep om een hernieuwde politisering van het middenveld.
In dit artikel bekijken we Hart boven Hard vanuit een aantal uitdagingen die zich rond deze kwestie van politisering stellen. Hoe maakt Hart boven Hard beweging rond politisering? Hoe verhoudt de beweging zich tot de verschillende maatschappelijke breuklijnen die onze samenleving tekenen? Hoe zet ze in op het ontsluiten van de toenemende etnisch-culturele diversiteit in de samenleving? En wat betekent dit alles voor de interne verhoudingen in Hart boven Hard?
We kiezen voor deze vragen omdat ze centraal staan in een grootschalig interuniversitair onderzoek naar innovatie in het middenveld. In dat onderzoek, Civil Society Innovation Flanders (CSI Flanders) genaamd, worden de strategische uitdagingen voor en innovatie in de dienstverlenende en politieke rol van het middenveld onderzocht in samenspraak met vertegenwoordigers van het Vlaamse middenveld en beleid.1 De analyse in deze tekst is onder meer gebaseerd op een reeks interviews over politisering en diversiteit in het middenveld die in het kader van dit onderzoek afgenomen zijn.
SPREKEN MET 1 STEM
Hart boven Hard ontstaat in september 2014. Aanleiding zijn de besparingen die de nieuwe Vlaamse en federale regeringen aankondigen. Het platform manifesteert zich een eerste keer publiek met een alternatieve septemberverklaring naar aanleiding van de eerste septemberverklaring van Bourgeois I. Ze stelt zich als missie om vanuit de georganiseerde burgersamenleving met één stem te spreken over het regeringsbeleid: ‘Hart boven Hard is een burgerinitiatief dat individuen en organisaties verenigt die zich zorgen maken over het geplande beleid van de Vlaamse en federale regering. Van studenten en gepensioneerden tot sociale en culturele organisaties, allen willen ze gaan voor een samenleving die hart boven hard verkiest. Het initiatief verzet zich tegen een al te economische kijk op onze samenleving en verdedigt gelijkheid, solidariteit en zuurstof voor mensen.’
Eind oktober 2014 volgt een eerste Hartslag, een inhoudelijke bijeenkomst waar verschillende sprekers het inhoudelijke verhaal van Hart boven Hard stofferen en waar ruimte is voor inspraak. Op 15 december neemt Hart boven Hard zichtbaar deel aan de grote nationale vakbondsbetoging. Met (lokale) ‘fietselingen’ langs de stakingspiketten combineert ze op een creatieve manier actievormen die verschillende sociale groepen aanspreken en bereiken ze een breed publiek en de pers. Intussen ontstaan er ook lokale kernen en wordt er gewerkt aan ‘streefprincipes voor een andere samenleving’. Die komen er onder de vorm van ‘10 hartenwensen’ zoals werkbaar werk, stop armoede, diversiteit is realiteit en eco is logisch.2 Organisatorisch is er een maandelijkse platformvergadering, een stuurgroep die minstens tweewekelijks vergadert en verschillende teams zoals een denkteam, communicatieteam, actieteam en financieel team. Hart boven Hard wordt intussen druk gesolliciteerd om steun te geven aan allerlei acties.
In het voorjaar 2015 wordt de Grote Parade in gereedheid gebracht. Rond die tijd wordt de Franstalige tegenhanger Tout Autre Chose geboren. Op 29 maart trotseren 20.000 mensen regen en wind op de Grote Parade. De pers is lovend, maar de persaandacht ebt ook snel weer weg. Een tweede Hartslag wordt gepland op 9 mei, bij wijze van korte evaluatie maar vooral als vooruitblik hoe het nu verder moet. De verslagen worden gebundeld tot een soort jaarplan. Diversiteit, wereldwijs en lokale voorzieningen en beleid drijven als inhoudelijke speerpunten boven. De missie wordt samengevat als verbinden, verdiepen en verbreden. Midden 2015 komt er een verkozen Dagelijks Bestuur als vervanging van de stuurgroep, maar Hart boven Hard blijft een feitelijke vereniging. Op 20 maart 2016 volgt opnieuw een Grote Parade die een ‘stroom van alternatieven’ in de kijker wil zetten. Er komen 25.000 mensen op af.
Anno 2017 hebben meer dan 20.000 burgers en 1.500 organisaties de alternatieve Septemberverklaring ondertekend. Er werden drie ‘Hartslagen’ georganiseerd. Er zijn bijna 25 lokale kernen van Hart boven Hard verspreid over heel Vlaanderen. Het platform ondersteunde tal van grote en kleine middenveld- en burgeracties, zoals de nationale vakbondsbetogingen, acties van Climate Express en tegen de vrijhandelsakkoorden. Geregeld publiceert Hart boven Hard ook opinies en standpunten over thema’s die aansluiten bij de Hartenwensen, meestal bij monde van Wouter Hillaert, de stuwende kracht achter het platform. Hart boven Hard wordt niet gesubsidieerd noch structureel gefinancierd. Voor beide Grote Parades werd een crowdfundingcampagne gestart die telkens ruim 30.000 euro opbrachten. Hart boven Hard verkoopt ook badges en stickers. Enkele organisaties steunen ad hoc de beweging in natura door bijvoorbeeld de druk van campagnematerialen op zich te nemen. Hart boven Hard stelt intussen een halftijdse beroepskracht te werk. De volgende Grote Parade is op 7 mei 2017, onder de noemer ‘Iedereen mee aan tafel’.
ROL ALS POLITISERENDE BEWEGING
Er kan weinig twijfel over bestaan dat Hart boven Hard als burgerbeweging politiseert. Als de politieke rol van het middenveld erin bestaat om collectief maatschappelijke verandering na te streven, dan vult Hart boven Hard die rol op een authentiek politiserende manier in. De term politisering heeft een wat negatieve connotatie. Dat komt door de historische associatie met de verzuiling, waarbij middenveldorganisaties sterk verstrengeld zaten (zitten) in partijpolitieke machtsnetwerken. Politisering wordt hier echter anders ingevuld. Het gaat over de processen en praktijken waarlangs middenveldorganisaties bijdragen aan fundamentele publieke meningsverschillen over hoe we het samen leven organiseren. Niet elke manier om de politieke rol op te nemen is dan politiserend, omdat men ook maatschappelijke verandering kan nastreven weg van het publieke forum. Hart boven Hard draagt bij tot politisering door het maken van sociale beweging rond een alternatieve maatschappijvisie.
Hart boven Hard ambieert mensen en organisaties samen te brengen in een beweging die zich verzet ‘tegen een al te economische kijk op onze samenleving’3 en rond alternatieve waarden zoals solidariteit, diversiteit en gelijkheid. Hart boven Hard lanceerde met succes een slogan en logo waarrond burgers en organisaties zich publiek konden uiten en verenigen in hun onenigheid met de besparingsagenda van de Vlaamse en federale regeringen. Via een gevarieerd repertoire van actievormen, zoals het ondertekenen van een alternatieve Septemberverklaring, de organisatie van denkdagen en discussieavonden, deelname aan vakbondsacties en stakingsdagen, het opzetten van straatacties en de organisatie van parades, biedt Hart boven Hard burgers de mogelijkheid om collectieve claims (hartenwensen) in het publieke debat in te brengen. Met twee goed bijgewoonde en in de media voornamelijk positief ontvangen Parades in Brussel toonde Hart boven Hard publiek eenheid, aantallen, waardigheid en toewijding. Elk van de hier vernoemde aspecten - het publiek maken van collectieve claims, het gebruiken van een gevarieerd repertoire aan politieke actievorm en het tonen van eenheid, aantallen, waardigheid en toewijding - maakt dat we hier wel degelijk van een sociale beweging kunnen spreken in de betekenis die de Amerikaanse socioloog Charles Tilly daaraan geeft.4 Hart boven Hard slaagde er dus in om een vehikel te worden waarmee burgers en organisaties proberen te wegen op het publieke meningsverschil over de waarden waarmee samenleving gemaakt wordt.5
MAATSCHAPPELIJKE BREUKLIJNEN
Toch is Hart boven Hard op dit moment geen brede volksbeweging zoals we die sinds de crisis vooral in een aantal Zuid-Europese landen zagen ontstaan. Denk daarbij aan de 15 mei-beweging van de Spaanse Indignados en de Griekse antibesparingsbeweging die onder meer uitliep op een electorale zege voor de radicaal-linkse alliantie Syriza.
Een belangrijke reden daarvoor ligt bij het feit dat de financieel-economische crisis veel minder hard toesloeg in België en dat het harde besparingsbeleid zoals dat bijvoorbeeld wel in Spanje en Griekenland gevoerd wordt tot nog toe uitblijft. Internationaal onderzoek wijst erop dat het niet zozeer de crisis an sich is die grootschalig protest uitlokt, maar de wijze of het moment waarop de overheid hier op reageert met een radicaal besparingsbeleid.6 We kennen geen werkloosheid boven de 20% zoals in Spanje, geen Griekse toestanden waarbij bijna de helft van de pensioenen onder de armoedegrens valt en geen loondalingen bij de ambtenaren zoals in Ierland. Het aantal personeelsleden in de non-profitsector ging in België ook tijdens de crisisjaren verder in stijgende lijn. België blijft een netwerksamenleving met een wijdvertakt middenveld en onvermijdelijke coalitieregeringen, waardoor te scherpe maatregelen en abrupte wissels in beleidsparadigma’s moeilijk te realiseren vallen.
Geredeneerd vanuit politieke opportuniteitstheorie - in welke mate schept of levert het politieke systeem kansen of mogelijkheden voor succesvol bewegingswerk - ligt de grootste uitdaging om in het huidige etnoliberale klimaat politiserend te werken echter elders. Zolang de veiligheidskwestie, die in het publieke discours sterk verbonden is met (stedelijke) multiculturaliteit, opgang blijft maken in het publieke debat, staat een burgerbeweging die zowel op economisch als cultureel vlak politiserend wil werken voor de uitdaging om een geloofwaardig tegendiscours te ontwikkelen die de strategische koppeling tussen economisch neoliberalisme, cultureel neo-assimilationisme7 en ‘orde en gezag’-denken onderuit haalt. Geloofwaardigheid opbouwen rond het hoofddiscours van solidariteit, rechtvaardigheid, gelijkheid schept relatief weinig moeilijkheden aangezien België naar internationale sociaaleconomische maatstaven een erg egalitaire en solidaire samenleving is.
De moeilijkheid bestaat er dan ook veeleer in om overtuigingskracht op te bouwen rond de ‘nieuwe’ sociaal-culturele breuklijnen rond migratie en diversiteit, veiligheid en democratisch leiderschap. Uiteraard zitten aan die sociaal-culturele breuklijn ook belangrijke sociaaleconomische aspecten. Het is vaak de groep van ‘verliezers’ van de economische globalisering die zich aangesproken voelt tot het rechts-populistische discours van antimigratie, méér veiligheid en anti-elite.8 In dat discours is er wel plaats voor solidariteit en sociale bescherming, maar enkel voor het ‘eigen volk’. Een fenomeen dat welvaartschauvinisme genoemd wordt.
DIVERSITEIT IS BELADEN THEMA
Etnisch-culturele diversiteit vormt niet alleen een grote uitdaging voor het tegendiscours dat Hart boven Hard probeert te ontwikkelen omdat het een erg beladen thema is in ‘autochtoon’ Vlaanderen. Het is dat ook omdat burgers met migratieachtergrond steeds nadrukkelijker een gelijkwaardige positie opeisen in de samenleving. De toenemende etnisch-culturele diversiteit wordt slecht ontsloten in de kerninstituties van de samenleving en het middenveld lijkt daar geen uitzondering op te zijn.
Ruw gesproken valt het Vlaamse middenveld uiteen in een middenveld dat in etnisch-culturele diversiteit haar bestaansreden vindt - voornamelijk de veelheid aan etnisch-culturele zelforganisaties en haar koepelorganisaties - en een klassiek middenveld dat overwegend blank is. Het is een veelgehoorde stelling onder burgers met een migratieachtergrond dat als het Vlaamse middenveld een geloofwaardig tegendiscours wil ontwikkelen en zich wil afzetten tegen welvaartschauvinisme en cultureel neo-assimilationisme, het dan zelf intern de diversiteit in de maatschappij moeten weerspiegelen.
Vanuit die overtuiging en de aanhoudende kritiek van een aantal betrokkenen neemt diversiteit een centrale plaats in binnen de strijd van Hart boven Hard. ‘Diversiteit is realiteit’ is één van de tien hartenwensen. Omdat het huidige beleid ‘de ongelijke behandeling van mensen op basis van afkomst, religie, geslacht en/of seksuele geaardheid’ versterkt, wil Hart boven Hard een alternatief beleid dat vertrekt vanuit een gedeelde visie op de samenleving waarin iedereen als gelijkwaardig behandeld wordt.9 Tijdens het strategisch weekend in de zomer van 2016 werd diversiteit naar voor geschoven als één van de vier strijdperken die de inhoudelijke werking van Hart boven Hard schragen. De focus ligt op etnisch-culturele diversiteit en migratie, racisme en discriminatie. Binnen de beweging kregen een handvol trekkers dan ook carte blanche om een alternatieve visie en aanpak op diversiteit uit te stippelen.
Het belangrijkste wapenfeit van de werkgroep ‘diversiteit’ is het opstellen van een visietekst. In deze visie profileert Hart boven Hard zich als een ‘werf’ waar een meer gedurfde visie op diversiteit, die zich nadrukkelijk als alternatief voor de Vlaamse mainstream presenteert, in elkaar wordt gebokst. De tekst neemt expliciet afstand van het assimilatiemodel en ziet normen als onderhandelbaar. Er wordt opgeroepen tot een dekolonisering van het denken, waarbij Europa niet langer het vanzelfsprekende voorbeeld is van democratie en welvaart, en ook koloniaal geweld en onderdrukking een plaats krijgen in de Europese geschiedenis. De visietekst linkt diversiteit sterk aan systematische sociaaleconomische achterstelling en stelt dat de precaire leef- en werkomstandigheden van migranten een laboratorium vormen voor de afbraak van sociale verworvenheden voor iedereen. Het neemt de idee dat racisme een individueel moreel probleem is op de korrel en trekt aandacht op institutioneel racisme en racisme als ideologie. De tekst pleit ervoor om levensbeschouwingen aanwezig te laten zijn in de publieke sfeer. De visie bevat ook een niet mis te verstane boodschap naar professionals om bestaande privileges en macht af te staan ter bevordering van de representatie van etnisch-culturele minderheden binnen het middenveld.
De uitdaging voor Hart boven Hard bestaat er in om de inzichten van deze ‘werf’ te laten doorstromen binnen de heel diverse groep van organisaties die deel uitmaken van de beweging en er overtuigingskracht rond op te bouwen in de bredere samenleving.
INTERNE SPANNINGSVELDEN
In de (zelf)karakterisering van Hart boven Hard als een beweging die een tegendiscours ontwikkelt voor het etnoliberalisme dat het huidige besparingsbeleid legitimeert, zit een duidelijke missie verscholen voor Hart boven Hard. Die missie effectief waarmaken vergt een evenwichtsoefening tussen de belangen en visies van de verschillende organisaties en burgers die zich engageren in Hart boven Hard. Na de eensgezinde kritiek op de besparingspolitiek van de nieuwe regeringen startten al snel interne discussies over de ambities van de beweging.
In grote lijnen tekenen zich twee ‘werkmethodes’ af. De ene legt de nadruk op het langdurig en geduldig opbouwend timmeren aan een alternatief maatschappelijk discours en project, de andere op permanente actie en reactie die de zichtbaarheid van de beweging intact moet houden. Beide visies creëren elk hun eigen dynamiek met gevolgen voor motivatie van betrokkenen, structuur van de beweging en perceptie bij beleidsmakers en publieke opinie.
Dit spanningsveld heeft ook veel te maken met de achtergrond van de mensen en organisaties die Hart boven Hard aanstuurden of aansturen. Een grote middenveldorganisatie werkt binnen een zekere structuur met bijvoorbeeld intern afgestemde jaarplannen waar niet snel kan van worden afgeweken. Als ze mobiliseren brengen ze wel heel wat mensen op de been. Actieve burgers die vanuit een verontwaardiging of een alternatieve samenlevingskijk iets willen doen en veranderen, ageren en reageren graag snel op wat er in de actualiteit aan de orde is. Ze sluiten zich daarbij regelmatig aan bij bestaande, soms kleinschalige, burgerinitiatieven.
De trekkers van Hart boven Hard zijn zich bewust van dit spanningsveld. Hoewel er onderling begrip is voor elkaars argumentatie, leidt het wel tot discussies over de werkelijke impact én tot een diffuus beeld in de politieke en publieke opinie. Dit hoeft op zich niet problematisch te zijn, ware het niet dat er momenteel heel wat middenveldorganisaties die Hart boven Hard een warm hart toedragen de facto hebben afgehaakt. Enen omdat ze niet langer geloven dat Hart boven Hard op lange termijn een ‘gamechanger’ kan zijn, anderen omdat ze het activistische element van de beweging niet meer kunnen of willen volgen. Hierdoor dreigt de brede politiseringsdynamiek die Hart boven Hard binnen het middenveld op gang bracht, en die kan evolueren naar een hergroepering van middenveldorganisaties rond een alternatieve maatschappijvisie, gehypothekeerd te worden.
Dit eerste spanningsveld hangt samen met een tweede. Moet en kan Hart boven Hard standpunten innemen over concrete beleidsdossiers? Hoe verhouden de standpunten van Hart boven Hard als beweging zich dan tot de standpunten van de individuele middenveldorganisaties?
Deze spanning speelt bij Hart boven Hard meer mee dan in andere netwerken. Enerzijds omwille van de directe druk van betrokken burgers om zich als Hart boven Hard duidelijk voor of tegen bepaalde beleidsmaatregelen uit te spreken. Anderzijds omdat de media en beleidsmakers Hart boven Hard gebruiken om te peilen naar wat leeft bij ‘progressief Vlaanderen’ en ze de beweging uitdagen om de algemene streefprincipes om te zetten naar concrete eisen en voorstellen. Binnen de beweging lijkt er consensus te zijn over het feit dat Hart boven Hard geen concrete beleidsmaatregelen moet voorstellen, noch daarover in overleg moet treden met beleidsmakers, maar de geschetste druk zet die consensus permanent onder druk.
NAAR EEN DUURZAME HERGROEPERING?
Hart boven Hard maakt zoals elke burgerbeweging een cyclisch patroon mee. Na het initiële enthousiasme, de euforie van de begindagen en de welwillende media-aandacht dreigen te hoog gespannen verwachtingen de normale interne spanningen die binnen dergelijke burgerbewegingen bestaan te vergroten en de draagkracht van de betrokken individuen en organisaties te overstijgen. Hart boven Hard is erin geslaagd een dynamiek van politisering in het middenveld op gang te brengen en rond verschillende aspecten van een alternatief maatschappelijk project een dialoog- en experimenteerruimte te creëren.
Of dit tot een duurzame hergroepering van middenveldorganisaties rond een breed gedragen alternatieve maatschappijvisie leidt, zal de toekomst moeten uitwijzen. Een belangrijke uitdaging daarbij is om niet alleen rond sociaaleconomische solidariteit en gelijkheid te politiseren, maar dit te kunnen verbinden met een geloofwaardig alternatief maatschappelijk project rond diversiteit, veiligheid en democratisch leiderschap dat ook voorbij de links-kosmopolitische achterban wervend is en de verzuchtingen en ambities van burgers met een migratieachtergrond ernstig neemt.
Stijn Oosterlynck, Guy Van Gyes, Bart Verhaeghe,Thomas Swerts, Els Hertogen, Filip De Rynck en Raf Pauly
Leden van het CSI Flanders onderzoeksconsortium, www.middenveldinnovatie.be
Noot
1/ Civil Society Innovation Flanders (CSI Flanders), gefinancierd door VLAIO als strategisch basisonderzoek. Zie: www.middenveldinnovatie.be en @CSIFlanders (Twitter).
2/ Zie: http://www.hartbovenhard.be/10-hartenwensen/.
3/ http://www.hartbovenhard.be/over/. [Laatst bekeken op 28/03/017]
4/ Charles Tilly (2004) Social Movements, 1768-2004. Boulder: Paradigm Publishers.
5/ Dit lukt niet steeds. Zo profileerde Hart boven Hard zich sterk in het debat over de decentralisatie in het jeugd-, cultuur- en sportbeleid maar werd de beweging niet uitgenodigd voor de hoorzitting hierover in het Vlaams parlement. Een aantal individuele middenveldorganisaties kregen wel een uitnodiging voor de hoorzitting en vertolkten er een gelijkaardige boodschap als die van Hart boven Hard.
6/ Guigni M. & Grasso M.T. (2015) Austerity and protest. Popular contention in times of economic crisis. Farnham: Ashgate.
7/ Brubaker gebruikt deze historisch nogal beladen term om te wijzen op een (milde) terugkeer van processen die aansturen op een vermindering van culturele verschillen en die streven naar een bevolking die cultureel meer gelijkend is. Brubaker, R. (2001). ‘The return of assimilation? Changing perspectives on immigration and its sequels in France, Germany, and the United States’. Ethnic and Racial Studies 24(4): 531-548.
8/ Kriesi H. et al. (2012) Political conflict in Western Europe. Cambridge: Cambridge University Press.
9/ Hart boven Hard (2016) Visietekst Diversiteit. http://www.hartbovenhard.be/visietekst-diversiteit/.
Samenleving & Politiek, Jaargang 24, 2017, nr. 4 (april), pagina 19 tot 26
Abonneer je op Samenleving & Politiek
Het magazine verschijnt 10 keer per jaar; niet in juli en augustus.
Proefnummer? Factuur? Contacteer ons via
info@sampol.be
of op 09 267 35 31.
Het abonnementsgeld gaat jaarlijks automatisch van je rekening. Het abonnement kan je op elk moment opzeggen. Lees de
Algemene voorwaarden.
Je betaalt liever via overschrijving?
Abonneren kan ook uit het buitenland.
*Ontdek onze SamPol draagtas.