Op 18 november wordt Luc Huyse 80, maar de blik van Vlaanderens bekendste socioloog op de actualiteit blijft messcherp. Hij vreest dat partijen en media, daarin gelukkig getrouwd, van de gemeenteraadsverkiezingen in 2018 een voorprogramma van de stembusslag van 2019 zullen maken, terwijl precies op het lokaal vlak democratievernieuwing mogelijk is. "De federale en regionale partijen zijn de zwakke schakels op de weg naar innovatie. Ik roep de hoofdkwartieren in Brussel dan ook op om aan te tonen dat ze de lokale route naar vernieuwing niet gaan blokkeren."
We staan op exact één jaar van de gemeenteraadsverkiezingen in 2018, de stembusgang die Luc Huyse (1937) wil redden. De verhuiscarrousel van politici is al een tijdje aan het draaien, in de wachtkamer lopen nationale schijnkandidaten zich warm voor de plaatselijke strijd en de decibels van de campagnegeluiden nemen gestadig toe. Luc Huyse maakt zich grote zorgen over de lokale verkiezingen. Zij dreigen het voorprogramma van de federale stembusgang van 2019 te worden. Nieuw is deze kolonisatie niet. Maar het ziet er naar uit dat het deze keer helemaal zal ontsporen. Hij wil dat het misprijzen voor de gemeenteraadsverkiezingen stopt.
Alle partijen lijken, om uiteenlopende redenen, geneigd om zijn oproep opzij te schuiven. Voor de linkse oppositie is de Antwerpse stembusgang in 2018 cruciaal voor een succesvolle campagne in 2019. Maar N-VA spant de kroon. De partij heeft voor zowel de verkiezingen van 2018 als van 2019 drie nationale campagnethema’s gedecreteerd: veiligheid, economie en identiteit. Onbegrijpelijk voor de Leuvense socioloog: "Dat betekent dat in residentiële en rurale gemeenten lokale thema’s nauwelijks kansen zullen krijgen. Neem Lubbeek waar staatssecretaris Theo Francken en ikzelf graag wonen. Veiligheid? Economie? Identiteit? Onze gemeente worstelt vooral met oprukkende verstedelijking, ontspoorde mobiliteit en geluidshinder."
Zes maanden geleden schreef Luc Huyse hierover een essay: ‘Red de verkiezingen’ (www.luchuyse.be). Wanneer we hem vandaag vragen naar de reacties vanuit de partijpolitieke hoofdkwartieren op zijn oproep, lacht hij eens: "Absolute radiostilte. Enkel bij Groen kon ik er over gaan spreken. Wel is er enige beweging bij sp.a en CD&V. Zij beloven de plaatselijke afdelingen vrij te laten kiezen met wie zij campagne en, eventueel, een coalitie zullen vormen. Afwachten! Weet je, al 50 jaar schrijf ik over politiek. Ik heb het verleerd om te verwachten dat toppolitici met mij van gedachte willen wisselen. In het beste geval zien ze me, als het hen goed uitkomt, als bloempot."
Waarom zijn de gemeenteraadsverkiezingen voor u zo belangrijk?
"De lokale kiesstrijd is momenteel de enige waarin campagnethema’s dicht bij de burgers staan en politieke hygiëne makkelijk te verbeteren valt. Laten we die kans op winst voor de democratie niet verknoeien. Steden en gemeenten zijn een proeftuin voor democratievernieuwing. Ze bieden veel ruimte voor innovatie en experimenten. De complexiteit in het beleid is er beperkter, de zichtbaarheid van succesvolle ingrepen groter en het signaal van de kiezer makkelijker te ontcijferen. Het lokale vlak is het meest geschikte oefenterrein om de democratie levensvatbaar te houden."
"De vernieuwingsdrang op het lokale niveau is op verschillende plekken reeds duidelijk waarneembaar. Daar is de toekomst al begonnen. Dat uit zich in innovaties die de strikt partijpolitieke grenzen en beperkingen overschrijden. Tegenover het gesukkel van de moederpartijen duiken er langdurige allianties, stadspartijen en burgerbewegingen op. Ook de wijk- en buurtcomités zijn in aantal en betekenis fel gegroeid. Het Mechelen van burgemeester Bart Somers is op dat vlak een levend laboratorium. Bij ‘Leuven klimaatneutraal’ zijn universiteit, kmo’s, stad en burgerinitiatieven betrokken. Er is tevens mobilisering van verborgen politiek en maatschappelijk talent."
"Helaas neemt parallel daarmee de bemoeizucht van de meeste nationale partijen toe. Zij zijn de zwakke schakels in de democratische vernieuwbouw. Stroomlijning van campagnethema’s en -strategieën is voor hen de orde van de dag. Ik roep de hoofdkwartieren in Brussel dan ook op om te tonen dat ze de lokale route naar vernieuwing niet gaan blokkeren."
Beroepspolitici moeten samenwerken met mensen die aan de rand van of buiten de partijpolitiek staan?
"Dat is de uitdaging. Want de meeste moederpartijen zijn moe. Ze hebben geen negen levens meer. Het was in Antwerpen een kwestie van welbegrepen eigenbelang om een beweging als Ringland op te nemen in de verdere behandeling van het Oosterweeldossier. Het zou op veel meer plaatsen het geval moeten zijn. Helaas zijn de partijen wel al bij het eigenbelang, maar nog niet bij het welbegrepen eigenbelang. (lacht)"
Kan een levendige democratie op lokaal niveau het vertrouwen in de politiek herstellen?
"De meerwaarde voor de burgers die in zulke activiteiten meegaan, is groot. Ze doen ervaringen op met selfgovernment, gaan inzien dat de rechten van een individu of een groep kunnen botsen met het algemeen belang, beseffen dat compromissen onafwendbaar zijn, voelen meer vertrouwen in en solidariteit voor anderen, enzovoort. Maar ook beleidsmensen winnen. Hun agenda kan langs die weg beter aansluiten bij wat er in de bevolking leeft."
"Deliberatieve initiatieven versterken met andere woorden de twee pijlers waarop elke democratie rust. Zowel op het vlak van slagkracht als van legitimiteit laat het de burgers voelen dat op veel punten beterschap mogelijk is."
De taaie partijpolitiek pikt zulke initiatieven onvoldoende op, zegt u. Geldt die analyse ook voor het klassieke middenveld?
"Ook daar zijn nog eilanden van weerstand, maar de bereidheid van het klassieke middenveld om mee te stappen in nieuwe allianties is een stuk groter dan bij politieke partijen. Vergis u niet, het klassieke middenveld is in volle beweging. Daar zijn verschillende verklaringen voor: er zitten andere mensen aan het stuur, de militanten zijn beweeglijker, men heeft geleerd uit de ongelukken van het verleden en men heeft zich losser van het partijpolitieke denken gemaakt."
Over de initiatieven in het nieuw, jonger middenveld hoor je twijfels over hun duurzaamheid. Gaan ze binnen vijf jaar nog bestaan?
"Die vraag is terecht. Maar we moeten beseffen dat de buitenparlementaire spelers van de toekomst zich niet meer voor decennia zullen verankeren, zoals dat in het verleden met partijen is gebeurd. Een actiegroep zoals stRaten-generaal is op dat vlak een uitzondering. Manu Claeys lanceerde twaalf jaar geleden al zijn bewonerscollectief. Hoeveel mensen vind je bereid om bijna een derde van hun actief leven te besteden aan een zaak zonder uitzicht op succes? Een klassieke voorspelling over het socialisme geldt ook hier: ‘Socialism will never work, it takes too many evenings’. Toch kunnen ook vluchtige vormen van politiek activisme van goudwaarde zijn."
"Een andere kritiek op dat nieuwe middenveld is dat hun voortrekkers niet echt gemandateerd zijn. Of zoals Rik Torfs tweette: ‘Hart boven Hard, een groep die macht wil veroveren zonder legitimering door verkiezingen. Zover durfde het Vlaams Belang nooit gaan.’ Dat is een probleem dat terecht om aandacht schreeuwt. Maar, komaan, waarom legt men die eis nooit op aan de honderden lobbyfirma’s die op het federaal en Europees beleid wegen? Die zijn een pak machtiger dan een of andere actiegroep die van onderuit is gegroeid."
Als we de temperatuur van de democratie nemen, valt de permanente verkiezingskoorts op. Wat is daarvan de oorzaak?
"Tot zo’n kwarteeuw geleden was er geen sprake van voortijdige electorale opwinding. Vanaf de jaren 1980 veranderde dat."
Hoe kwam dat?
"Om verschillende redenen. De kranten ontvoogden zich politiek en geraakten in de greep van de commercie. Je kan je geen gemakkelijker materiaal voor kranten, radio en televisie bedenken dan een langlopende en heftige verkiezingscampagne. In diezelfde jaren 1980 viel de ideologische voedingsbodem en rekrutering van de klassieke partijen weg. Zowel de levensbeschouwelijke als de sociaaleconomische breuklijn verloor aan kracht als leverancier van trouwe kiezers. Ook de neven en nichten van de partijen waren door de ontzuiling minder in staat om stemmen te leveren. Bovendien sneed de opkomst van groene en communautaire partijen nog verder in het vlees."
"Door dat alles is het partijenlandschap versplinterd geraakt. Dat is de ware oorzaak van de electorale neurose. De christelijke volkspartij mocht vroeger 2% verliezen; ze schommelde tussen de 45 en de 55% en die terugslag deed geen pijn. Vandaag zitten de meeste partijen rond de 15%. Verlies van 2% verwekt grote paniek. Vandaar de neiging om zich onafgebroken in campagnemodus te zetten."
Als het uiteenvallen van het partijlandschap in kleine kavels één van de ziekteverwekkers is, zijn grotere politieke kavels dan de oplossing?
"Duurzame kartelvorming of fusie van partijen zou één van de oplossingen kunnen zijn. Via langlopende kartels kunnen partijen weer een minder kwetsbare positie innemen. Waarom wachten sp.a en Groen om die weg in te slaan? En ook in de zone van centrumrechts zijn er aanwijzingen dat frontvorming zinvol zou zijn. Helaas vervellen partijen niet gemakkelijk. Burenruzies uit het verleden en carrièregebonden overwegingen maken het water vooralsnog te diep. Maar ooit zal de vraag naar de kosten van de huidige situatie - de koortsigheid die het beleid verlamt - niet meer te ontwijken zijn."
Wat zijn precies de voordelen van kartels?
"Ze werken in twee richtingen: naar boven toe haal je met 25% meer zetels binnen dan met twee keer 12,5% en naar beneden toe reikt jouw mobilisatie een flink stuk verder."
"Nogmaals: laten we lokale experimenten met hergroepering vooral hun gang laten gaan en kijken wat ze opbrengen. Men vergeet vaak dat de democratie en de welvaartsstaat onderaan is ontstaan. Partijen, vakbonden, ziekenfondsen en coöperatieven zijn allemaal lokaal gestart. Pas vanaf de jaren 1920 begon een geleidelijk proces van overkoepelen en samenklitten. Als men in het verleden grenzen drastisch heeft verlegd, gebeurde dat altijd via gedurfde sprongen in het duister. Dat is ook nu nodig. Want dit zijn geen tijden voor conventionele strategieën."
Iedereen zegt over de periode waarin hij leeft dat die bijzonder is. Waarom is dat voor deze tijd ook het geval?
"Er is vandaag iets fundamenteel aan de hand met de democratie. In de halve eeuw jaar dat ik naar de politiek kijk, heb ik dat regime altijd in de breedte en de diepte zien groeien. Bij ons is het stemrecht verruimd, ten voordele van de jongeren en de mensen van niet-Belgische origine. In Spanje en Portugal zijn in de jaren 1970 dictaturen verdwenen, net als iets later in een aantal Latijns-Amerikaanse landen. Ook in Oost- en Centraal-Europa was er na de val van de Muur een invasie van democratisch denken en handelen. De tweede helft van de 20ste eeuw was dus een periode van een steeds groeiende ‘familie’ van democratische landen. Die trend en het bijhorend optimisme zijn vandaag weg. Na een lange periode van consolidatie heb je nu een zucht naar deconsolidatie, naar het stap voor stap bezuinigen op de democratische praktijk."
Is dat omdat mensen voelen dat we nog wel van regering kunnen veranderen maar nauwelijks nog van beleid?
"Dat is een cruciale factor. Wat politici na een verkiezing in handen hebben, lijkt wel op het papieren geld van het Monopolyspel. Het is er wel, maar je kunt er bitter weinig mee kopen. Elke partij die aan de macht komt, is gebonden aan beslissingen die in een verre arena zijn genomen. Bart De Wever predikte in 2014 de Grote Verandering, maar ook hij en zijn partij zijn door honderd-en-een punten ingesnoerd door wat elders in de wereld wordt beslist. Zij zijn moderne Gullivers, net zoals de partijen die hen voorgingen."
"Ik noem dit een akelig dilemma: ofwel beloven politici verandering en veroorzaken ze onvermijdelijk ontgoocheling in het kiezerscorps, ofwel voeren zij het door anderen opgelegd beleid uit en keert de bevolking zich van hen af. In beide gevallen verliest de democratische legitimiteit."
"Geconfronteerd met dat akelige dilemma vluchten alle partijen, met uitzondering misschien van Groen dat nog niet vaak in de verleiding is kunnen komen, in vormen van zelfbediening. Niet alleen financiële zelfbediening, maar veel meer nog op het vlak van de vaak sluikse bezetting van machtsposities in de brede samenleving, van mandaten in de marge van de overheid en ook ver daarbuiten. Het is een systeem dat zichzelf voortdurend heruitvindt, met bovendien als garantie een stilzwijgen dat stilaan op een omerta is gaan lijken. "
U bedoelt de partijpolitisering van mandaten, ook buiten de politiek?
"(op dreef) Waarom moeten de partijen vertegenwoordigers hebben in de NMBS, de KVS en de openbare omroep? Partijen zijn veel van hun relevantie verloren. Waarom zijn zij nog altijd de geprivilegieerde vertegenwoordigers van de burgers? Moeten er in de KVS per se partijpolitieke mandaten zijn, louter omwille van het feit dat daar overheidsgeld naartoe gaat?"
"Bovendien werkt men altijd weer opnieuw met de evenredigheidsregel, een verdeelsleutel die uit de wereld van de verkiezingen komt. Dat de winnaar van de regionale verkiezingen één of twee mandaten meer krijgt in het bestuur van de openbare omroep of van de KVS is toch niet meer te verantwoorden? Dat stamt uit de tijd van de gewapende vrede: de pax belgica was alleen verzekerd als elk kamp vertrouwelingen op vitale plaatsen mocht benoemen. Tot ver in de samenleving waren nachtwakers nodig. Maar de angst voor de andere heeft vandaag geen zin meer. Ze was gebaseerd op explosieve breuklijnen die niet langer bestaan. Bovendien zorgt de evenredigheidsregel voor de woekering en vermenigvuldiging van mandaten."
Waarom blijft dat mechanisme dan bestaan?
"Omdat het een compensatie vormt voor het feitelijk machtsverlies bij verkiezingen. Het systeem is een levensverzekering."
"Hetzelfde geldt voor de gulle partijfinanciering. Er gaan tientallen miljoenen overheidssteun naar de partijen. Of al dat geld nodig is valt te betwijfelen als je ziet dat sommige partijen meesters in het beleggen zijn geworden. Trouwens, waarom moet ook dat verdeeld worden op basis van de evenredigheidsregel? Dat vervalst de wedloop naar de volgende verkiezingen. De grootste partij loopt meteen in de binnenbaan. Ik pleit voor een basisinkomen voor elke partij die in het federaal parlement is vertegenwoordigd. Voor de grote jongens liggen via de onrechtstreekse financiering, zoals het loon van fractiemedewerkers en het geld dat mandatarissen afdragen, dan toch nog bonussen te wachten."
De nasleep van de Publipart-affaire toont aan dat het zelfbedieningssysteem zich moeilijk laat uitroeien.
"De manier waarop men de mandatenkwestie in de intercommunales heeft aangepakt, is een prachtig voorbeeld van hoe politici erin slagen te verhinderen dat een debat tot in de kern doordringt. Men heeft er een probleem van graaicultuur van gemaakt. De échte vragen - passen politici daar nog wel en moet dat via een vertegenwoordigingsregel uit de jaren 1960 - kwamen niet aan bod. Politici hebben gedacht: laten we het over het geld hebben en over enkele rotte appels. De Belgen en hun portemonnee zullen dat graag zien. Van een graaicultuur heeft men een paaicultuur gemaakt. En het eigen vel gered."
"Ik pleit voor een pact, in de schaduw voorbereid, over een omvangrijk pakket van fatsoensbeslissingen tussen zoveel mogelijk politieke partijen. Zo’n fatsoenspact maakt enkel kans als iedereen tegelijk in het water springt. De tijd dringt. Tot de federale verkiezingen resten ons nog 20 maanden om in die richting stappen te zetten. Na 2019 hebben we sowieso een minister van Politieke Vernieuwbouw nodig."
Zien we met de regering-Michel een paradigmashift of is er eerder sprake van een verderzetten van het bestaande beleid met een aantal rechtse toetsen?
"Een paradigmashift moet dubbel zijn: fel gewijzigde inhoud van het beleid en grondige verbetering van de spelregels. Dat is niet het geval."
"Inzake inhoud zijn inderdaad een aantal andere keuzes gemaakt dan vroeger. Er is een vriendelijker fiscaal klimaat voor het bedrijfsleven. De aanvallen op het middenveld passen in een rechtse definitie van wat democratie is, namelijk één die uitgaat van een directe band met de individuele en dus kwetsbare burger. Ik hoop dat de poging van Bart De Wever om het middenveld te breken, zal mislukken."
"Inzake huiscultuur blijft echter alles bij het oude. Ook deze regeringspartijen ontwikkelen geen doorwrochte visie op wat de samenleving nodig heeft, maar pogen enkel ongeschonden de volgende verkiezingscampagne binnen te stappen. Journalist Guy Tegenbos noemde dat onlangs mooi de Soek-methode: in de coalitie bieden, afbieden, opnieuw bieden, afbieden. Tot elke partner met minstens één pluim op de hoed naar de volgende verkiezingen kan gaan. Dit is zo Belgisch als het maar kan zijn. Ook de zucht naar het bezet houden van maatschappelijke posities is niet veranderd. De partijpolitiek treedt nauwelijks terug."
Waarom lezen we over dat laatste aspect zo weinig in de media?
"Veel journalisten berichten over politiek met de taal, de bril en de logica van de machtspoliticus. Ze gaan graag mee in de framing waarmee beroepspolitici de politieke agenda presenteren. Politieke partijen en redacties zitten samen onder de stolp van de Wetstraat. Op dat vlak zijn ze gelukkig getrouwd. Op het hoogtepunt van de pensioenheisa liet Bart De Wever weten dat N-VA niet met een communautaire agenda naar de verkiezingen zou gaan. Voor politieke redacties was het een godsgeschenk. Kopij, kopij! Maar ondertussen was de aandacht afgeleid."
Brengt de pers nu niet meer en betere informatie dan vroeger?
"De politieke berichtgeving in de kranten is er inderdaad sterk op vooruit gegaan. En er zijn de opiniepagina’s die elke dag de vensters openzetten. Daar verschijnen de stukken die sommige Wetstraat-journalisten niet willen of kunnen brengen. Toch valt de schrijvende pers het minst te verwijten."
"Mijn oordeel is harder voor het aanbod van de openbare omroep. Daar regeerde lange tijd infotainment als het model voor politieke berichtgeving. Sinds de ‘Braxit’ (het vertrek van Siegfried Bracke als hoofdredacteur, wv) is het verbeterd, maar nog steeds is er die fixatie op de vierkante kilometer Wetstraat. Programma’s als De Zevende Dag, De wissel van de wacht en De coulissen van de Wetstraat demonstreren hoe het niet moet."
Waarom onderscheidt de openbare omroep zich niet van een commercieel mediabedrijf?
"Er is veel toezicht op de openbare omroep. In de raad van bestuur zitten, euh, vertegenwoordigers van de politieke partijen. De CEO van de VRT moet in eerste instantie de portefeuille gevuld zien te houden."
Sociale media, waar debatjes gemiddelde één dag duren, bepalen sterk het gemoed van een land. Daar bent u in het essay ‘Red de verkiezingen’ met een wijde boog omheen gegaan. Bewust?
"Ja. Omdat het momenteel één grote chaos is. Er is geen helder zicht op welke kant het zal uitgaan. Wijlen Jean-Luc Dehaene sprak twintig jaar geleden al van steekvlampolitiek. Journalisten wéten dat de discussies op Twitter steekvlammen zijn. Toch blijft men er sterk op afgaan in de berichtgeving. Ik verbaas me ook over de beperkte historische kennis van sommige journalisten. In 2014 juichten zij dat we vijf verkiezingsloze jaren tegemoet gingen. Ze hadden beter moeten weten. Nu zwijgen zij over hun kapot telraam."
Ondanks dat perfecte huwelijk tussen politiek en pers, zetten partijen nochtans niet langer enkel in op traditionele mediakanalen.
"Vandaag zien we een bombardement van communicatiesignalen via sociale media. Partijen proberen daarmee de publieke agenda te kapen en te bewerken. N-VA heeft nu meer mensen op de communicatiedienst zitten dan in de studiedienst en ze gaat in de aanloop naar de verkiezingen nog extra mensen overhevelen. Dit is schokkend."
"Laten we de marketeers in de partijen temmen. Hun bijdrage bestaat er niet in kiezers te overtuigen, wel om hen te verleiden. Dat levert geen betrouwbare en trouwe aanhang op, maar wispelturige consumenten van politieke grootwarenhuizen. Met 140 tekens op Twitter valt politieke steun niet te verankeren. Degelijk studiewerk daarentegen verwekt argumenten waarmee de kiezers wel te overtuigen zijn. Er is toch genoeg programmatorisch materiaal voor inhoudelijk vuurwerk?"
foto's: Theo Beck
Samenleving & Politiek, Jaargang 24, 2017, nr. 8 (oktober), pagina 32 tot 40
Abonneer je op Samenleving & Politiek
Het magazine verschijnt 10 keer per jaar; niet in juli en augustus.
Proefnummer? Factuur? Contacteer ons via
info@sampol.be
of op 09 267 35 31.
Het abonnementsgeld gaat jaarlijks automatisch van je rekening. Het abonnement kan je op elk moment opzeggen. Lees de
Algemene voorwaarden.
Je betaalt liever via overschrijving?
Abonneren kan ook uit het buitenland.
*Ontdek onze SamPol draagtas.