Abonneer Log in

Hoop in een tijd zonder massa

Zomerreeks - Hoop 2019

  • Anton Jäger - Doctorandus Cambridge University en auteur van 'Kleine anti-geschiedenis van het populisme' (2018, De Geus)
  • 5 augustus 2019

Ter linkerzijde was er zelden meer intellectuele activiteit dan nu.

Hoop is een complexe emotie. Filosofen hebben ooit opgemerkt dat het als gemoedstoestand een ongemakkelijk midden houdt tussen wens en voorspelling; er wordt zowel een claim op de toekomst gemaakt ('dit kan er gebeuren, dit is mogelijk') als dat die toekomst veranderd moet worden ('dit moet er gebeuren'). Dat is een groot onderscheid met optimisme, dat altijd een zwakke basis in feitelijkheid nodigt heeft en daarmee niet 'tegenfeitelijk' kan zijn. Die leegte heeft ook haar bruikbaarheid. Er zit iets intrinsiek politieks aan hoop, hoe 'hopeloos' ze ook kan zijn; de Duitse filosoof Max Horkheimer stelde ooit dat 'hij niet geloofde dat de zaken goed zouden uitdraaien maar dat de gedachte dat ze dat wel zouden zijn van levensbelang was.' Hoop is immuun tegen facticiteit, en is juist daarom potentieel utopisch – een zodanig radicale ontkenning van het heden kan alleen maar eindigen in de wens om dat heden te veranderen.

Hoop lijkt ook een ideale 21e eeuwse emotie voor progressieven. Die leven in een eeuw die allergisch is voor links optimisme, laat staan hoop. 'De feiten zijn rechts', placht Frits Bolkestein te zeggen, wat anders is dan de 'waarheid is rechts' (Pim Fortuyn) of 'God is rechts' (Thierry Baudet). Maar het lijkt vandaag steeds pijnlijk accurater. De oudste sociaaldemocratische partij ter wereld, de Duitse SPD, heeft de kans in het volgende decennium verdwijnen. Sp.a flirt steeds intiemer met haar drempel van 10% en overweegt een momenteel een potentieel suïcidale regeringsdeelname. Het links-populistisch experiment in het Europese zuiden is over zijn hoogtepunt heen: Podemos zit in de coulissen en Syriza staat buitenspel. Jeremy Corbyn klampt zich vast aan de macht, maar tuurt naar een steeds ijler Brexit-landschap. Bewegingen die vandaag nog een sociale agenda uitdragen en redelijke ledenaantallen tellen – denk aan de gele hesjes of het Belgische vakbondswezen – doen dat doorgaans als politieke weeskinderen. Het ACV weekt zich los van CD&V, net zoals het ABVV, samen met de algemene loswikkelingen van partijen, middenvelden en staten, terwijl de gilets jaunes met moeite de Franse instituties heroveren. Het hoopvolle in die beweging blijft misschien het besef dat er ergens nog een zin voor weigering smoort, dat de neoliberale Gleichschaltung nog niet helemaal voltrokken is.

De situatie is des te pijnlijker omdat er ter linkerzijde zelden meer intellectuele activiteit was dan nu. Voorstellen voor Green New Deals, sociaal medezeggenschap en alternatieve bezitsmodellen worden met duizelingwekkende snelheid de blogosfeer in geschreven. In de Angelsaksische wereld stelt een cascade aan nieuwe linkse bladen – Jacobin, Dissent, Roar, Boston Review –een 21e eeuws marxisme voor na het debacle van 2008. Er is daarvoor een gretig lezerspubliek, bestaande uit een overgeschoolde studentenpopulatie die in de academie niet aan de bak komt. Een hele generatie herontdekt zo theoretici van Karl Kautsky tot Vladimir Lenin tot August Bebel. Politiek is het ook niet windstil. De Amerikaanse bevolking staakt meer en Bernie Sanders haalt stemmen in Trumpland. Toch blijft de Amerikaanse samenleving in haar geheel gedemobiliseerd, apathisch, met consumptie en 'politainment' (Wolfgang Streeck) als pijnstillers. Zo lijkt de situatie van Amerikaans linksen soms op die van de Russische Narodniki of 'volksisten' in de late 19e eeuw, omringd door een apathische massa van boeren die weinig van hun plannen wilden weten, een andere taal spraken en hun mentaal universum amper herkenden.

Toch leven we in de meest acute crisistijden. De heetste Europese zomer toont de dringendheid van de klimaatkwestie aan. De loonstagnatie zet zich naarstig voort. De politiek van de EU lijkt met haar aanstellingen steeds meer pre-democratisch. Dat zorgt voor een wanhopig contrast. Nog nooit was de nood hoger, maar nog nooit was de achterban minder beschikbaar. Het tijdperk van de 'massa's' die schrijvers als Elias Canetti en Ortega y Gasset beschreven en dat Geert Mak als de 'belangrijkste uitvinding van de 19e eeuw noemde' lijkt verstreken. Recente gebeurtenissen illustreren het verdwijnen van een actor die de hele 20e eeuw streed en stemde, van de miljoenen die op straat stonden voor de scholenstrijd tot honderdduizenden tegen kernrakketten.

In maart plaatste de Britse journalist Paul Mason een verhitte commentaar op Twitter waarin hij stelde dat het Brexit-proces nu in de 'handen van de massa' lag. Voor een of andere reden leek de uitspraak ongepast, lichtjes burlesk zelfs. Over welke massa had hij het? De honderdduizenden die een week voordien in Londen protesteerde tegen de Brexit deden dat met velen, maar bleken vooral opgetrommeld door rijke donoren en clubs. Theo Francken, Bart De Wever, Boris Johnson en Nigel Farage hebben hun volgers, hun sympathisanten, hun aanhangers – maar een massa? Een massa zit in de publieke ruimte, beweegt op pleinen, straten, slachtvelden, is anti-privaat. Afkortingen via Twitter, Facebook of Instagram zorgen misschien voor een zwerm aan volgers, maar geen massa aan volgelingen. Een massa kan worden georganiseerd; een zwerm alleen geboetseerd. Een massa kan bewegen, marcheren, scanderen; een zwerm kan zwerven, razen, kakofonisch schreeuwen om uiteindelijk in monotoon gebrom te eindigen. De Franse marxist Charles Bettelheim schreef in 1964 nog over Latijns-Amerika dat er 'geen plek ter wereld was waar er een dringender nood was aan een revolutie', terwijl er 'ook geen plek ter wereld bestond die sterker gedesorganiseerd, gedesoriënteerd en gefrustreerd was.'

Het Europa van vandaag ontbeert geen linkse diagnostici. Er wordt geïnterpreteerd dat het een lieve lust. Het pijnpunt ligt klaarblijkelijk elders. Wat ontbreekt is een sociaal subject, een collectief in wiens naam een programma kan worden uitgevoerd– zonder het passief 'ja/nee' van een referendum of het onstabiele van een rel. Ooit was het probleem bij links volkeren zonder programma's. Nu lijkt het probleem programma's zonder volkeren, manifesten zonder massa. Daaruit vloeit waarschijnlijk de laatste linkse plicht, die Max Horkheimer al aangaf – het bewaren van de gedachte is dat het anders moet, dat het anders kan en, als de hoop gelijk krijgt, het anders zal zijn.

Deze bijdrage verscheen in de SamPol-zomerreeks Hoop 2019

Abonneer je op Samenleving & Politiek

abo
 

SAMPOL ONLINE

40€/jaar

  • Je leest het magazine online
  • Je hebt toegang tot het enorme archief
MEEST GEKOZEN

SAMPOL COMPLEET

50€/jaar

  • Je ontvangt het magazine in de bus
  • Je leest het magazine online
  • Je hebt toegang tot het enorme archief
 

SAMPOL STEUN

100€/jaar

  • Je ontvangt het magazine in de bus
  • Je leest het magazine online
  • Je hebt toegang tot het enorme archief
  • Je krijgt een SamPol draagtas*
 

SAMPOL SPONSOR

500€/jaar

  • Je ontvangt het magazine in de bus
  • Je leest het magazine online
  • Je hebt toegang tot het enorme archief
  • Je krijgt een SamPol draagtas*

Het magazine verschijnt 10 keer per jaar; niet in juli en augustus.
Proefnummer? Factuur? Contacteer ons via info@sampol.be of op 09 267 35 31.
Het abonnementsgeld gaat jaarlijks automatisch van je rekening. Het abonnement kan je op elk moment opzeggen. Lees de Algemene voorwaarden.

Je betaalt liever via overschrijving?

Abonneren kan ook uit het buitenland.

*Ontdek onze SamPol draagtas.