De oplossing voor de energieprijzencrisis ligt niet voor hand, maar we kunnen energiearmoede verminderen via een aangepast sociaal tarief en een rechtvaardige energietransitie.
DE TWEEDE BELASTINGBRIEF
Het is duidelijk dat de exploderende energieprijzen voor de meest kwetsbare gezinnen een ramp kunnen betekenen. De toekenning van het sociaal tarief is namelijk gekoppeld aan het zich bevinden in een bepaald 'sociaal statuut', waardoor sommige kwetsbare gezinnen er geen beroep op kunnen doen.
Vooral voor deze gezinnen krimpt het besteedbaar inkomen aanzienlijk, afhankelijk van het type contract dat ze hebben bij de energieleverancier (al dan niet variabel). Sommigen noemen de energierekening de tweede belastingbrief. Die rekening komt ook nog bovenop de woonkost, die vaak meer dan 30% van het inkomen bedraagt. De energiearmoede treft meer dan één gezin op vijf (20,7%) in België, in het bijzonder mensen met laag inkomen of werklozen, eenoudergezinnen en alleenstaande vrouwen ouder dan 65 jaar. Het gaat dan om de gemeten, de verborgen en de subjectieve energiearmoede (Barometer Energiearmoede, Koning Boudewijnstichting, 2021).
Dit aantal zou nu wel eens drastisch kunnen stijgen. Het sociaal tarief werd tijdens de coronacrisis uitgebreid voor de periode van één jaar. Maar de vraag rijst of dat voldoende is. Een andere maatregel is de eenmalige korting van 80 euro voor de rechthebbenden op een sociaal tarief. Alle gezinnen die er niet van kunnen genieten, krijgen een korting van 30 euro per jaar. Voorts zal het eenzijdig optrekken van een voorschotfactuur wettelijk worden verboden.
HET SOCIAAL ENERGIETARIEF ALS EERSTE BUFFER TEGEN ENERGIEARMOEDE
Het sociaal tarief, dat in 2003 als federale maatregel werd ingevoerd, biedt de meest kwetsbare personen en huishoudens een verlaagd tarief op hun elektriciteits- en/of aardgasrekening. Het aantal mensen dat structureel van het sociaal tarief profiteert bedraagt ongeveer 522.00 voor elektriciteit en 322.000 voor aardgas. Het aantal is nu verdubbeld na de tijdelijke uitbreiding eind 2020 voor één jaar van het sociaal tarief tot de begunstigden van de verhoogde tegemoetkoming. De geldende aanpassingen in het sociaal tarief kunnen een 'eerste buffer' betekenen voor de impact van de prijsstijgingen. Maar we moeten ook denken aan meer structurele ingrepen.
Het Platform tegen energiearmoede (hierna: het Platform), gecoördineerd door de Koning Boudewijnstichting, verenigt de verschillende betrokken actoren, zoals energieleveranciers en -distributeurs, regulatoren, verenigingen in de strijd tegen armoede, OCMW's en academici. Het Platform benadrukt het belang van het sociaal tarief en de noodzaak om het een permanent karakter te geven. Het sociaal tarief wordt erkend als een essentieel en doeltreffend instrument in de strijd tegen energiearmoede. Er is een brede consensus over het belang van het instrument en over het streven naar een zo groot mogelijke billijkheid tussen de verschillende categorieën begunstigden.
5 VOORSTELLEN OM HET SOCIAAL ENERGIETARIEF TE OPTIMALISEREN
Het Platform heeft aanbevelingen uitgewerkt voor de optimalisering van het sociaal tarief. De aanbevelingen zijn in vijf hefbomen ingedeeld: (1) zorg voor eerlijke toegang tot het sociaal tarief; (2) vergemakkelijk de toegang tot het sociaal tarief; (3) combineer het sociaal tarief en de energietransitie; (4) verbeter de toegang tot informatie en (5) financier de nieuwe maatregelen met algemene middelen.
1. Garandeer gelijke toegang tot het sociaal tarief
Het eerste voorstel betreft de uitbreiding van de toegangsvoorwaarden voor gemeenschappelijke verwarmingsketels, los van het woningtype.
Het sociaal tarief wordt momenteel alleen toegekend aan de eindafnemer. Daardoor is iedereen die is aangesloten op een collectieve verwarmingsketel automatisch uitgesloten, zelfs als hij/zij behoort tot een categorie die het recht op het sociaal tarief opent. Een uitzondering wordt alleen gemaakt voor huishoudens met een sociale woning. Twee mensen met dezelfde status kunnen dus niet hetzelfde recht hebben. Deze situatie is nog onrechtvaardiger omdat deze huishoudens, die zijn aangesloten op een collectieve verwarmingsketel, via de federale bijdrage deelnemen aan de financiering van het sociaal tarief.
Daarom beveelt het Platform aan om voor die huishoudens bij wie het niet mogelijk is het sociaal tarief individueel toe te kennen, een forfaitaire compensatie in te voeren via een aanvraag bij de FOD Economie.
Ten tweede wordt gedacht aan de uitbreiding van het recht op sociaal tarief op basis van een inkomenscriterium .
De toekenning van het sociaal tarief is gekoppeld aan sociale statuten, en niet rechtstreeks aan de financiële middelen van het gezin. Gezinnen met evenveel financiële middelen krijgen niet per definitie eenzelfde behandeling. Zo heeft een leefloner recht op het sociaal tarief en een werkzoekende die over eenzelfde bedrag beschikt niet.
De betrokken sociale statuten zijn heel belangrijk, omdat ze inspelen op bepaalde situaties en geautomatiseerd worden toegekend. Het Platform beveelt bijgevolg aan om het recht op sociaal tarief te openen op basis van een inkomenscriterium, als aanvulling bij de huidige toekenning op basis van sociale statuten. Het Platform stelt voor om hiervoor dezelfde inkomensgrens te hanteren als voor de inkomens in het kader van de verhoogde tegemoetkoming. Het pleit ook voor de ontwikkeling van instrumenten die toelaten om de reële gezinssituatie zo goed mogelijk te benaderen.
2. Vergemakkelijk de toegang tot het sociaal tarief
Het sociaal tarief wordt vandaag in de meerderheid van de gevallen automatisch toegekend. Dat is mogelijk dankzij de kruising van energieleveringscontracten met gegevens van de Kruispuntbank Sociale Zekerheid. In een aantal gevallen is er echter geen matching mogelijk. Het Platform formuleert meerdere aanbevelingen om de non-take-up die hiermee gepaard gaat te bestrijden.
Een eerste verbetering zou erin bestaan de FOD Economie toegang te verlenen tot de individuele dossiers van niet-geautomatiseerde gevallen en in staat stellen daarin wijzigingen aan te brengen.
Er is een grote verscheidenheid aan formulieren en attesten van verschillende diensten die het recht op het sociaal tarief bekrachtigen.
Er is een grote verscheidenheid aan formulieren en attesten van verschillende diensten die het recht op het sociaal tarief bekrachtigen. Het Platform stelt voor om de verschillende formulieren te standaardiseren of online beschikbaar te stellen.
3. Combineer het sociaal tarief en de energietransitie
Het energiebeleid in België en de gewesten is gericht op een aantal hoofddoelstellingen, zoals de bevoorradingszekerheid, diversificatie van leveringsbronnen en energie-efficiëntie. Dit beleid impliceert nieuwe regelgeving en innovaties op de markt. De status van beschermde klant en de steunmaatregelen die eruit voortvloeien, moeten blijven aansluiten bij deze ontwikkelingen om het voortbestaan van de sociale bescherming te verzekeren.
Maar het sociaal tarief is niet de enige hefboom voor de verbetering van de energie-efficiëntie. Het gaat om een meer globale problematiek. De woningrenovatie waaraan de federale overheid en de gewesten werken is van groot belang.
Hoe kunnen we de interacties tussen het sociaal tarief en de ontwikkelingen rond de energietransitie en -efficiëntie vergemakkelijken?
Het verbeteren van de energie-efficiëntie is namelijk één van de belangrijkste hefbomen om energiearmoede effectief te bestrijden en de doelstellingen inzake het verminderen van de broeikasgasuitstoot te halen. De laatste jaren zijn er veel initiatieven tot bloei gekomen – zowel voor mensen in armoede als mensen die niet in armoede zitten. Het gebrek aan middelen en de non-take-up blijven echter de belangrijkste belemmeringen voor grootschalige invoering.
Het Platform beklemtoont dat de toekenning van het sociaal tarief voor een gezin altijd voordeliger moet zijn dan wanneer hij geen sociaal tarief zou hebben. Begunstigden van het sociaal tarief in contact brengen met andere initiatieven om energiearmoede aan te pakken, is een volgende piste.
Het Platform beveelt daarom aan bruggen te bouwen tussen het sociaal tarief en mechanismen om het energieverbruik te helpen verminderen. Er bestaan initiatieven zoals energiebegeleiders, energiesnoeiers, verhuur en/of aankoop van energiezuinige apparaten, opleidingen, enzovoort. De nodige middelen moeten worden vrijgemaakt om deze oplossingen op grote schaal in te voeren en ervoor te zorgen dat zij systematisch (maar niet uitsluitend) aan beschermde klanten worden aangeboden. Deze mechanismen moeten gericht zijn op de drie gebieden van energie-efficiëntie (namelijk gebouw/verwarmingsinstallatie, huishoudelijke apparaten en gedrag), afhankelijk van de situatie van het huishouden en de concrete mogelijkheden, door ook te streven naar de deelname van verhuurders/eigenaars.
Laten we nadenken over een kader voor het commerciële aanbod waarnaar huishoudens kunnen overstappen wanneer zij het recht op het sociale tarief verliezen.
Het is ook belangrijk om na te denken over een kader voor het commerciële aanbod waarnaar huishoudens kunnen overstappen wanneer zij het recht op het sociale tarief verliezen.
4. Verbeter de toegang tot informatie
Er bestaan al veel goede initiatieven in België om de non-take-up te voorkomen. Maar ze stoten nog op moeilijkheden, zoals het leggen van contact met de rechthebbenden of het ruim verspreiden van goede praktijken.
Het Platform suggereert verbeteringspaden, door te steunen op twee hefbomen: enerzijds, het directe contact met sommige gerechtigden van het sociaal tarief, en anderzijds, het bijscholen van actoren op het terrein, om hen te helpen de rechthebbenden correct voor te lichten.
Het Platform adviseert om het statuut 'federaal beschermde klant' te vermelden zowel op de voorschot- als op de afrekeningsfactuur.
Het Platform adviseert om het statuut 'federaal beschermde klant' te vermelden zowel op de voorschot- als op de afrekeningsfactuur.
De automatisering van de toekenning is minder aanwezig bij steunmaatregelen die voortvloeien uit het statuut 'federaal beschermde klant'. Het Platform beveelt aan een communicatiestrategie op te zetten die gericht is op kansarmen.
Er bestaan veel bijscholingen en ze worden steevast aanbevolen door wie eraan deelneemt. Het is wel zo dat ze zich vaak richten tot sociale actoren, terwijl uit experimenten blijkt dat ze ook interessant zijn voor andere actoren die traditioneel minder worden betrokken, zoals verenigingen, pro-Deoadvocaten, vrederechters of ook de leveranciers zelf.
5. Financier de nieuwe maatregelen met algemene middelen
Het sociaal tarief wordt momenteel via de federale bijdrage gefinancierd door de energieverbruikers. Er zijn echter beperkingen bij dergelijke financieringsmethode. De energierekening wordt er niet alleen ingewikkelder door, maar huishoudens (en bedrijven) dragen ook een last die in verhouding staat tot hun verbruik, en niet tot hun middelen. Bovendien vermindert de ontwikkeling van het eigen verbruik de volumes die bijdragen tot de financiering van het sociale tarief en verhoogt zij op mechanische wijze de kosten voor de verbruikers die voor hun bevoorrading afhankelijk blijven van het net.
De wijze van financiering is een bij uitstek politieke keuze en is een beslissing die op federaal niveau moet worden genomen. Parallel met een algemene denkoefening over de plaats van deze belastingen en heffingen in de energiefactuur, stelt het Platform voor om ten minste de nieuwe voorgestelde maatregelen met algemene middelen te financieren. In dat geval dringt het Platform erop aan dat een meerjarige financiering wordt gegarandeerd.
Abonneer je op Samenleving & Politiek
Het magazine verschijnt 10 keer per jaar; niet in juli en augustus.
Proefnummer? Factuur? Contacteer ons via
info@sampol.be
of op 09 267 35 31.
Het abonnementsgeld gaat jaarlijks automatisch van je rekening. Het abonnement kan je op elk moment opzeggen. Lees de
Algemene voorwaarden.
Je betaalt liever via overschrijving?
Abonneren kan ook uit het buitenland.
*Ontdek onze SamPol draagtas.