Abonneer Log in

Shutdown

Samenleving & Politiek, Jaargang 28, 2021, nr. 9 (november), pagina 76 tot 79

Op deze sombere weg doorheen het Anthropoceen is Tooze zonder enige twijfel de meest fascinerende gids.

Shutdown

Adam Tooze
Allen Lane, Londen, 2021

Hoe schrijf je de geschiedenis van een gebeurtenis die nog aan de gang is? Voor Adam Tooze is werkelijke geschiedenis moderne geschiedenis. Inzicht in de flux van gebeurtenissen vereist de projectie van een interpretatief schema. Om die intellectuele gok te wagen situeert de aan Columbia werkzame historicus de coronapandemie als een scharnierpunt tussen twee tijdperken. Het staat aan de aanvang van het 'anthropoceen' het historisch tijdperk dat dat steeds meer getekend wordt door de klimaatverandering en op het einde van het 'neoliberalisme' als de politiek-economische configuratie waarbinnen staten sinds de jaren 1970 opereren.

De pandemie zette onze conceptie van historische tijd op z'n kop: waar de gevolgen van klimaatverandering decennia vooruit leken te liggen, slaagde Sars-Cov-2 erin het maatschappelijke leven op zeer korte tijd grotendeels een halt toe te roepen. Deze halt benoemt Tooze als een shutdown, omdat die niet louter door overheden geïnstrueerd werd. Waar in de straten van Parijs of Kaapstad er ongetwijfeld sprake was van een hardhandige lockdown, namen elders burgers op een meer gewillige manier afstand uit het maatschappelijke leven. Zo waren consumptiepatronen, financiële markten en investeringen slechts enkele van de economische variabelen die al instortten nog voor een lockdown effectief afgekondigd werd. Tooze toont aan hoe de sluiting van de retail, ten gevolge van de stakende consumptie, samen met het ontbreken van cruciale intermediaire goederen in de productie, globale aanbodketens tot stilstand bracht nog voor lockdowns buiten China van kracht waren. Investeerders verkochten dan weer massaal aandelen, niet om ze zoals in een typische recessie voor veilige Amerikaanse overheidsobligaties te substitueren, maar om cash aan te houden om de pandemie te overleven. Om de financiële markten niet te laten imploderen kochten centrale banken massaal overheidsobligaties op met nieuw gecreëerd geld. De dans van het stabilisatiebeleid werd zo net zoals in 2008 geleid door de centrale banken. Deze dans verliep echter op een gecombineerde maar oneven manier doorheen het kapitalistische wereldsysteem. De verhoogde liquiditeit diende overal om de waarde van portfolio's te stabiliseren en financiële risico's te beperken. De gunstige effecten voor de overheidsbegrotingen waren louter bijwerkingen. In navolging van Daniela Gabor spreekt Tooze van een revolutie zonder revolutionairen in het monetair beleid. Het beleid – lage rentevoeten, een verruiming in de hoeveelheid en de aard van de aangekochte schuldtitels – getuigt van een omwenteling, aangezien centrale banken hun politieke onafhankelijkheid net verkregen om staten te verhinderen deze beleidsmix te mobiliseren voor een progressief beleid. Tooze stelt dat de nederlaag van een politiek gebaseerd op democratisch geld zelf de mogelijkheidsvoorwaarde was van deze interventies: enkel ten dienste van het stabiliseren van de private kapitaalaccumulatie, uitgevoerd door technocratische actoren opererend in een politiek vacuüm, vrij van de dreiging van radicale maatschappelijke verandering, zou deze beleidsmix getolereerd worden.

Waar centrale banken in ontwikkelde economieën vrij van wisselkoers of inflatierisico's konden opereren, hadden opkomende economieën minder beleidsruimte. De Washington Consensus hadden ontwikkelingslanden onder het devies van het IMF achter zich kunnen laten, maar in haar plaats kwam de Wall Street Consensus. Het doel bleef hetzelfde: de rentabiliteit van buitenlands kapitaal te vrijwaren om het (mede door QE) overtollige, opbrengst zoekende geld in de ontwikkelde economieën aan te trekken. Hiervoor konden ze vanaf nu beroep doen op nieuwe instrumenten zoals reguleringen en kapitaalcontroles, om de volatiliteit van kapitaalstromen uit de kern van het kapitalistische wereldsysteem lokaal te beheersen. De beperktere beleidsruimte voor de opkomende economieën zagen we ook in de fiscale injecties van overheden om het inkomensverlies door de shut-en lockdown op te vangen. De 1,5% van het bbp dat Nigeria als reddingsboei in de economie kon pompen staat in schril contrast met de vangnetten in rijke landen van gemiddeld 8,5% van het bbp. Europese overheden introduceerden de tijdelijke werkloosheid om ontslagen zoveel mogelijk te vermijden. De VS kenden dan weer een 'pop-up welvaartsstaat' om niet te veel Amerikanen met een laag inkomen door de mazen van het gebrekkige sociale vangnet te laten glippen. De pandemie toonde zo hoe precair het dagelijks leven van miljarden mensen blijft.

De VS kenden een 'pop-up welvaartsstaat' om niet te veel Amerikanen door de mazen van het gebrekkige sociale vangnet te laten glippen.

Naast ze journalistiek te beschrijven, reflecteert Tooze ook over de aard van de overheidsinterventies. Au fond waren ze conservatief. Waar vele van de geïmplementeerde beleidsinstrumenten pre-corona gepropageerd werden als manieren om de status quo te transformeren, werden ze in werkelijkheid aangewend om het zoveel mogelijk te behouden. De massale centrale bankinterventies dienden om het market-based finance regime op te lappen, de fiscale injecties moesten de economische kringloop draaiende houden. Samen hielden ze socio-economische relaties bovenal in stand. De beslissingsmacht over de kapitaalaccumulatie bleef in de handen van de private sector, geleid door het winstmotief, hoogstens beïnvloed via belastingen op CO₂, subsidies en andere incentives om de productie te vergroenen. Overheden bleven bovenal obligatiefabrieken in het web van het financiële kapitaal en slechts secundair vehikels voor sociale rechtvaardigheid, afhankelijk van de rating die hun onderpand kreeg. Beleidsinterventies zouden bovenal gedicteerd worden door de crises in de kapitaalaccumulatie eerder dan door de noden van burgers. De neoliberale beleidsmatrix bleef zo grotendeels in stand: ze wierp louter haar disciplinerend karakter van zich af om balansen schokken elastischer op te vangen. Eerder dan te spreken van een nieuw tijdperk heeft Tooze binnen dit 'interregnum' een appreciatie voor bepaalde omwentelingen. Zo omschrijft hij de plotse steun van Merkel voor NextGenEu als een vorm van 'realisme'. Een inzicht in de beperkte capaciteit van de natiestaat in deze geglobaliseerde wereld en een opportunistische blik op de stijgende Duitse steun voor Europese solidariteit lieten Merkel toe andere Europese landen te volgen in de keuze om de marktvraag naar Europese overheidsobligaties te mobiliseren om een kleinschalig moderniseringsbeleid te voeren en zo de uitdagingen van het anthropoceen te lijf te gaan.

Dé vraag die doorheen het boek spookt is of staten de capaciteit voor crisismanagement zullen kunnen opbouwen om de wanorde te bekampen.

Dé vraag die doorheen het boek spookt is of staten de capaciteit voor crisismanagement zullen kunnen opbouwen om de wanorde, die het anthropoceen zal genereren, te bekampen. Het opgelijste beleidsfalen dat aanleiding gaf voor de escalatie van de pandemie is immers niet min: van de georganiseerde onverantwoordelijkheid ten aanzien van een globaal preventiebeleid voor pandemieën – zichtbaar in de gebrekkige financiering van de WHO – tot de inschatting van de lockdown in Wuhan – als een soort Tsjernobyl dat de implosie van de Chinese eenpartijstaat zou voorspoedigen, eerder dan als een in het kapitalistische wereldsysteem geïntegreerde metropool die via een gegoede populatie van toeristen als een besmettingshub zou functioneren; van het prioriteren van de winstgevendheid op de globale distributie van vaccins tot het onvermogen om schulden van arme landen te verlichten; van het gebrek aan noodplannen om de impact van plotse schokken in te dijken tot het onvermogen om de schade aangericht door klimaatgerelateerde natuurrampen te herstellen. Keer op keer lijken staten weinig capabel om de uitdagingen van de steeds nabijer wordende toekomst aan te pakken, daar waar ze (voorlopig) wel overvloedig de systemische risico's in de kapitaalaccumulatie kunnen beperken door de geldbeugel open te trekken.

Op deze sombere weg doorheen het Anthropoceen is Tooze zonder enige twijfel de meest fascinerende gids. Op onnavolgbare wijze weet hij complexe data met behulp van doordachte syntheses te presenteren. Het werk van Tooze is bovenal gericht op politiek zoals die top-down bedreven wordt. Het is een studie van crisismanagement, dat in zijn woorden een vorm van Sisyfusarbeid is. Zij die brandjes moeten blussen, zullen er echter bij gebaat zijn om de worsteling van Tooze 'met kennis en macht in historische tijd' op de voet te volgen indien ze toekomstige vuurhaarden willen voorkomen.

Esteban Van Volcem

Samenleving & Politiek, Jaargang 28, 2021, nr. 9 (november), pagina 76 tot 79

Abonneer je op Samenleving & Politiek

abo
 

SAMPOL ONLINE

40€/jaar

  • Je leest het magazine online
  • Je hebt toegang tot het enorme archief
MEEST GEKOZEN

SAMPOL COMPLEET

50€/jaar

  • Je ontvangt het magazine in de bus
  • Je leest het magazine online
  • Je hebt toegang tot het enorme archief
 

SAMPOL STEUN

100€/jaar

  • Je ontvangt het magazine in de bus
  • Je leest het magazine online
  • Je hebt toegang tot het enorme archief
  • Je krijgt een SamPol draagtas*
 

SAMPOL SPONSOR

500€/jaar

  • Je ontvangt het magazine in de bus
  • Je leest het magazine online
  • Je hebt toegang tot het enorme archief
  • Je krijgt een SamPol draagtas*

Het magazine verschijnt 10 keer per jaar; niet in juli en augustus.
Proefnummer? Factuur? Contacteer ons via info@sampol.be of op 09 267 35 31.
Het abonnementsgeld gaat jaarlijks automatisch van je rekening. Het abonnement kan je op elk moment opzeggen. Lees de Algemene voorwaarden.

Je betaalt liever via overschrijving?

Abonneren kan ook uit het buitenland.

*Ontdek onze SamPol draagtas.