Mijn vraag of het huidige systeem nog van deze tijd is, vertrekt niet vanuit de overtuiging dat de vaste benoeming op de schop moet, wél dat de onrechtvaardigheden eruit moeten.
'Is de vaste benoeming in het onderwijs nog van deze tijd?' Die – toegegeven – wat provocatieve vraag stelde ik mij enkele weken geleden in De Zondag. Provocatief genoeg om een storm(pje) aan reacties uit te lokken op sociale media. Dat 'jonge politici maar beter eerst the do's-and-don'ts van links konden leren.' 'Of we nog wel échte socialisten zijn.' En 'dat we ons willoos voor de kar van het neoliberale systeem laten spannen.'
Mijn antwoord, om het met Chomsky te zeggen: 'I was never aware of any other option than to question everything'. En laat dat nu net ook het uitgangspunt zijn van The Big Shift, het inspraaktraject dat Vooruit een paar maanden geleden lanceerde: dingen in vraag durven stellen om ze samen beter te maken. En ja, dat geldt wat mij betreft ook voor de vaste benoeming in het onderwijs. Als het van mij afhangt voeren we daar de komende maanden met zoveel mogelijk mensen een open discussie over. Maar na alle reactie wilde ik nu alvast uitleggen waarom ik het nodig vind om die vraag te stellen.
VASTE BENOEMING IS EEN MIDDEL, GEEN DOEL
Laat mij meteen heel helder zijn. De vaste benoeming in het onderwijs was, is en zal, wat mij betreft, nooit een doel op zich zijn. Het is een middel. Als we de discussie over de vaste benoeming voeren, is het belangrijk om die twee niet door elkaar te halen. Over het échte doel van onderwijsbeleid zijn we het als progressieven sowieso met elkaar eens: we moeten de ambitie hebben om excellent onderwijs te bieden aan elk kind. Dat vraagt natuurlijk sterke leerkrachten in elke klas. Het is in essentie vrij simpel: goed onderwijs begint met een goeie leerkracht. Maar daar zijn er vandaag net veel te weinig van. Het lerarentekort neemt intussen dramatische proporties aan. Steeds minder mensen kiezen voor het lerarenberoep, steeds meer leerkrachten haken af. Dat zorgt niet alleen voor een steeds hogere werkdruk bij wie vandaag voor de klas staat – met een stijgend aantal burn-outs tot gevolg – maar haalt ook de kwaliteit van ons onderwijs stelselmatig onderuit.
Als we goed onderwijs willen garanderen, hebben we dus meer dan ooit instrumenten nodig om sterke leerkrachten aan boord te houden en te beschermen. Maar moeten we ons ook de vraag durven stellen waarom zo weinig mensen nog voor onderwijs kiezen en waarom er zoveel afhaken.
MANCO'S
Op basis van de vele gesprekken met individuele leerkrachten en met directies tijdens schoolbezoeken en vrijdagnamiddagse zoomsessies, kan ik alvast de vinger leggen op één probleem: werkonzekerheid aan het begin van de loopbaan. Jonge leerkrachten die vol goede moed aan hun carrière starten, komen al snel tot de vaststelling dat er van de verhoopte werkzekerheid weinig sprake is. Integendeel, ze hossen van school naar school, proberen her en der uren te sprokkelen, en leven vaak tot enkele dagen voor het schooljaar in grote onzekerheid of ze überhaupt voldoende uren zullen vinden. En dus haken ze af. De cijfers bevestigen dat ook: tussen 2015 en 2020 gaf 15% van de leerkrachten jonger dan dertig er binnen de vijf jaar de brui aan.
De realiteit is dat vandaag de werkzekerheid van de ene de werkonzekerheid van de andere is.
En dan wil ik niet blind zijn voor de oorzaken. De realiteit is dat vandaag de werkzekerheid van de ene de werkonzekerheid van de andere is. Het systeem van de vaste benoeming biedt werkzekerheid aan benoemde leerkrachten, maar maakt het moeilijk om startende leerkrachten diezelfde zekerheid te bieden. Dat vastbenoemde leerkrachten voorrang krijgen als de lesuren worden verdeeld, betekent dat niet-benoemde leerkrachten elk schooljaar moeten afwachten wat er voor hen uit de bus komt. Elk jaar opnieuw moeten directies hun personeelspuzzel leggen, startende met de vastbenoemde leden van hun team om vervolgens de overschotjes bij elkaar te proberen leggen tot een pakket voor de nieuwkomers. Bovendien voelt de race naar de vaste benoeming voor heel wat niet-vastbenoemden aan als een loterij: er moeten toevallig uren 'vrij' zijn – dus niet al toegekend aan een vastbenoemde leerkracht – om in benoemd te kunnen worden. Je moet dus geluk hebben, op het juiste moment op de juiste plek zijn. Eerder dan de juiste leerkracht op de juiste plek zijn. Resultaat: beloftevolle leerkrachten haken af. Het systeem frustreert leerkrachten en directies.
Een laatste manco aan het systeem wat mij betreft is het feit dat benoemingen vandaag vasthangen aan één bepaald schoolbestuur of scholengroep. Je wordt, met andere woorden, benoemd bij één scholengroep of -bestuur maar kan die vaste benoeming niet meenemen als je bij een andere scholengroep of -bestuur gaat werken. Dat zorgt naar mijn mening voor een reeks bizarre constructiefouten. Zo moeten tijdelijke leerkrachten die van schoolbestuur veranderen opnieuw van nul beginnen om voldoende anciënniteit op te bouwen om voor een vaste benoeming in aanmerking te komen. Ten tweede mogen vastbenoemde leerkrachten die tóch les willen geven buiten hun eigen schoolgroep hun benoeming dan wel niet meenemen, ze kunnen vandaag wél hun vaste uren 'reserveren' op de school waar ze benoemd zijn via een verlofsysteem. Dat zorgt er natuurlijk wel voor dat er in die school soms lang minder uren 'vrijkomen' voor leerkrachten die op hun benoeming wachten.
OOK DUIDELIJKE TROEVEN
De vaste benoeming heeft echter ook absoluut duidelijke troeven. Zoals gezegd, 1. werkzekerheid voor wie in het systeem zit. 2. Bescherming om als leerkracht vanuit je eigen pedagogische visie te kunnen lesgeven, wars van politieke of andere druk. Tot een paar jaar geleden leek dit een evidentie. Maar wanneer extreemrechtse partijen in Vlaanderen kliklijnen opstarten om 'linkse leerkrachten' te verklikken, is de garantie om vrij van druk te kunnen werken ook voor mij een belangrijk argument pro.
TWEEDELING 'VASTBENOEMD VERSUS TIJDELIJK' OVERSTIJGEN
Het zou dan ook dwaas zijn om deze troeven overboord te gooien. Mijn vraag of het huidige systeem nog van deze tijd is, vertrekt dus niet vanuit de overtuiging dat de vaste benoeming op de schop moet, wél dat de anomalieën en onrechtvaardigheden eruit moeten. Meer nog: ik vind dat we het debat moeten opentrekken, de tweedeling 'vastbenoemd versus tijdelijk' moeten overstijgen om na te denken over een nieuwe loopbaanmodel dat àlle leerkrachten meer werkzekerheid en bescherming biedt. Mijn ambitie is helder: tot een systeem komen waarbij we de tegenstellingen uit het systeem halen. Een loopbaantraject ontwikkelen waarbij werkzekerheid voor álle leerkrachten gegarandeerd is. Daarover moet wat mij betreft het debat gaan. En dat kan alleen als we een aantal premisses radicaal herdenken.
Enkele pistes:
1/ Laat ons de 'schotten' uit het carrièremodel van leerkrachten halen. Vandaag gaat de loopbaan als volgt: student – ploeterende starter – vastbenoemde leerkracht. Waarom hervormen we dat niet tot een veel vlotter model, met een student die via een steeds groter pakket aan – al dan niet betaalde – stages geleidelijk het beroep inglijdt met sterke omkadering en ruimte voor leren op de werkvloer. Die student in opleiding wordt vervolgens leerkracht in opleiding, om dan na een jaar benoemd te worden als leerkracht.
Waarom zouden we niet alle startende leerkrachten sowieso een voltijdse engagement garanderen als leerkracht in opleiding?
2/ Laat ons startende leerkrachten dezelfde werkzekerheid garanderen als vastbenoemden. We waarderen de lerarenplatforms op van 'nice-to-have' naar structurele pijler van het loopbaanmodel in ons onderwijs. Waarom zouden we niet alle startende leerkrachten, of het nu gaat over pas afgestudeerden of zij-instromers, sowieso een voltijdse engagement garanderen als leerkracht in opleiding tot ze in aanmerking komen voor een vaste benoeming? De overheid garandeert een voltijds loon, scholen hebben een pool van leerkrachten die ze kunnen inzetten mits begeleiding op de klasvloer. En ja, dat kost natuurlijk geld. Maar de prijs die we als land zullen betalen als er straks geen leerkrachten meer zijn om voor de klas te staan, is nog veel hoger.
3/ Laat ons het toeval uit het systeem halen. In plaats van afhankelijk te zijn van een schoolbestuur voor je benoeming, zou je bijvoorbeeld op een hoger niveau benoemd kunnen worden. Na een positieve evaluatie als leerkracht in opleiding word je dan benoemd tot leerkracht bij het Departement Onderwijs. Daar benoemt men op basis van het geheel aan beschikbare of 'vrije' uren in het hele onderwijs. Je benoeming wordt op die manier een statuut 'ten persoonlijke titel' die je kan meenemen doorheen je carrière in het onderwijs, los van de schoolbesturen of -groepen waar je (opeenvolgend) werkt.
In plaats van afhankelijk te zijn van een schoolbestuur voor je benoeming, zou je bijvoorbeeld op een hoger niveau benoemd kunnen worden.
4/ Laat ons vanuit werkzekerheid meer flexibiliteit creëren. Doordat je benoeming gegarandeerd is, kan je als leerkracht ook sneller en met minder zorgen een carrièreswitch binnen het onderwijs overwegen: een andere inhoud van je opdracht, een andere school of stad, enzovoort. Het kan dan zonder angst om je benoeming te verliezen. En directies krijgen daardoor ook meer ruimte om zelf hun team te vormen want geen uren meer op een bepaalde school, doet niets af aan je individuele benoeming. Wanneer de chemie tussen leerkracht en directie blijkt uit te zijn gewerkt, kan je als leerkracht rekenen op de garantie van benoeming bij het Departement en begeleiding naar een andere school.
DINGEN IN VRAAG STELLEN
Dit zijn wat mij betreft maar enkele pistes die ik de komende maanden wil bediscussiëren. Want daar gaat het mij vooral over: samen met mensen in het veld, met toekomstige, huidige en voormalige leerkrachten en directeurs, met mensen met een hart voor of een gedacht over onderwijs het debat aangaan. Telkens vanuit de cruciale vraag: hoe zorgen we voor sterke leerkrachten voor alle kinderen?
Daarover gaat The Big Shift, die wij met Vooruit hebben gelanceerd. Zonder taboes de plussen en de minnen tegen het licht houden. Om tot een beter systeem te komen. Niet afschaffen om af te schaffen, niet behouden gewoon om te behouden. En dus ja, ik stel dingen in vraag. Want alleen door zaken in vraag te stellen, kunnen we ze ook echt beter maken. Vanuit een glashelder doel: ons onderwijs opnieuw tot het beste van de wereld maken. Met sterke leerkrachten, versterkt in hun zekerheid én versterkt in hun vrijheid. Laat het debat maar komen!
Abonneer je op Samenleving & Politiek
Het magazine verschijnt 10 keer per jaar; niet in juli en augustus.
Proefnummer? Factuur? Contacteer ons via
info@sampol.be
of op 09 267 35 31.
Het abonnementsgeld gaat jaarlijks automatisch van je rekening. Het abonnement kan je op elk moment opzeggen. Lees de
Algemene voorwaarden.
Je betaalt liever via overschrijving?
Abonneren kan ook uit het buitenland.
*Ontdek onze SamPol draagtas.