Abonneer Log in

Waarom renteverhogingen een schijnoplossing zijn

Lineaire renteverhogingen zijn in de huidige context contraproductief voor de economie, kortzichtig op klimaatvlak en sociaal onrechtvaardig.

Vanwege de stijgende levensduurte grijpen meer en meer centrale banken naar het wapen van de renteverhogingen. Zowel de Amerikaanse Centrale Bank (FED) als de Bank Of England verhoogden al meermaals hun beleidsrente. De Europese Centrale Bank (ECB) twijfelde lang om hetzelfde te doen maar zal nu ook in juli en september de rente optrekken. Renteverhogingen, het vertragen van de economie en het opdrijven van de werkloosheid geldt daarmee als het nieuwe monetaire 'pensée unique'. De ECB omschrijft de die beslissing bovendien graag als het 'normaliseren' van haar beleid. Nochtans zijn dit geen normale tijden. Dit zijn uitzonderlijke tijden die uitzonderlijke ingrepen vereisen. En toch grijpen centrale banken vandaag naar het meest conventionele instrument in hun gereedschapskoffer: lineaire renteverhogingen. Die zijn in de huidige context echter 1) contraproductief voor de economie, 2) kortzichtig op klimaatvlak en 3) sociaal onrechtvaardig.

GEEN VRAAGSCHOK, MAAR EEN OPEENSTAPELING VAN AANBODSCHOKKEN

Vele commentatoren wijten de huidige opstoot in de prijzen van grondstoffen en goederen aan een te vrijgevige overheid en aan een teveel aan geld dat centrale banken in de economie pompten na de coronacrisis. De rechtstreekse oorzaak is een teveel aan vraag in de economie: consumenten besteden te veel, en bedrijven investeren te veel waardoor de vraag voorop holt op het aanbod en de economie 'oververhit'. De voornaamste drijfveren hiervoor zijn beleidsinterventies die de vraagzijde van de economie hebben aangewakkerd. Die zouden de economie nu verstoren en ontregelen. De remedie ligt eveneens voor de hand: het versneld terugdraaien van die interventies. Centrale banken worden geacht geld duurder te maken voor consumenten en bedrijven (via renteverhogingen) en overheidsinvesteringen te ontraden (door het aankoopprogramma voor staatsobligaties versneld af te bouwen).

De prijsstijgingen hebben weinig te maken met een scenario van oververhitting, maar zijn veeleer het gevolg van verschillende aanbodschokken die elkaar opvolgen.

De huidige prijsstijgingen hebben echter weinig te maken met een scenario van oververhitting, maar zijn veeleer het gevolg van verschillende aanbodschokken die elkaar opvolgen. Eerst ontwrichtte corona de globale bevoorrading en vervolgens zorgde ook de oorlog in Oekraïne dat verschillende aanvoerlijnen ernstig verstoord werden. Niet minder dan de helft van de huidige inflatie in de VS zou te wijten zijn aan die aanbodverstoringen (terwijl slechts een derde te verklaren valt vanuit vraagfactoren). Gevolg van die verstoringen is een gebrek aan fysieke capaciteit in de economie die zorgt dat het globale aanbod achterophinkt op de vraag. In dat geval is het zinniger om je af te vragen hoe die capaciteit in de toekomst opgeschaald kan worden dan om de vraag in het hier en nu te beteugelen. Renteverhogingen dreigen die onderliggende problematiek bovendien enkel te verscherpen: door de vraagzijde van de economie verder te beknotten, ontraden ze bedrijven om verder te investeren in meer voorraad en capaciteit (vanwege de verwachting van krimpende afzetmarkten). Zowel vraag als aanbod komen hiermee terecht in een neerwaarts spiraal met een globale recessie als meest plausibele gevolg.

Volgens sommigen moet dat net de bedoeling zijn van centrale banken: via snelle renteverhogingen actief een recessie uitlokken en meerdere jaren van hoge werkloosheid bewerkstelligen. Er schuilt daarmee een eigenaardige paradox in de huidige beleidsaanpak: centrale banken zoeken naar manieren om de stijgende levensduurte in te dammen maar wenden zich tot een maatregel die de koopkracht van burgers, werknemers en consumenten enkel verder ondergraaft. Dat lijkt sterk op pijn met pijn bestrijden.

KLIMAATVERANDERING EN ENERGIE-ONAFHANKELIJKHEID: KIND VAN DE REKENING?

Rechtlijnige renteverhogingen die geen onderscheid maken tussen sectoren of goederen zijn bovendien een kortzichtige maatregel: op langere termijn remmen ze de benodigde omslag naar een groene economie af. Private en publieke investeringen worden duurder gemaakt op een moment dat een grootschalige ommekeer vereist is in onze consumptie- en gedragspatronen. Een snelle omslag zou zowel de klimaatverandering milderen als ons onafhankelijker maken van fossiele energie-import. Extra isolatie, warmtepompen, warmtenetten, zonnepanelen, performantere infrastructuur voor openbaar vervoer, … al die zaken zouden ons in versneld tempo van gas en olie – in bijzonder uit Rusland – moeten afhelpen, maar hoe gaan mensen en staten die transitie financieren als de noodzakelijke investeringen net duurder gemaakt worden door renteverhogingen?

Renteverhogingen maken nieuwe, schonere technologieën comparatief duurder dan oude, meer vervuilende opties.

Een centraal probleem is dat veel nieuwe technologieën kapitaalintensiever zijn dan fossiele toepassingen en dus sterker beïnvloed worden door de prijs van kapitaal. Renteverhogingen leiden in dat verband tot 'groene nevenschade': ze maken nieuwe, schonere technologieën comparatief duurder dan oude, meer vervuilende opties. Daarin schuilt opnieuw een contradictie: renteverhogingen dreigen groene energie- en infrastructuurprojecten af te remmen, terwijl een tragere transitie de economie net langer blootstelt aan hoge en volatiele fossiele energierijzen. Renteverhogingen bestendigen met andere woorden de dreiging van 'fossielflatie'. Zelfs als centrale banken er via renteverhogingen zouden in slagen om op korte termijn de inflatie terug te dringen, blijft de vraag of we daar op langere termijn wel iets bij winnen.

ONGELIJKE VERDELING VAN DE LASTEN

Ten slotte concentreren renteverhogingen de kosten van disinflatie grotendeels bij twee reeds kwetsbare groepen: laaggeschoolde arbeiders en inwoners van ontwikkelingslanden. De eerste groep van laaggeschoolde werknemers zullen de eersten zijn die in een vertragende economie ontslagen worden (en dus hun inkomen verliezen). Bovendien staat dat inkomen nu al onder druk: werknemers worden opgeroepen hun looneisen te matigen om sterkere prijsstijgingen te voorkomen. Nochtans wordt steeds meer duidelijk dat de brutowinstmarges van verschillende bedrijven in zowel de VS, het VK als de Eurozone ondanks stijgende inputkosten alleen maar verder aangegroeid zijn tijdens de Covid- en Oekraïnecrisis, en daarmee onevenredig veel hebben bijgedragen tot de waargenomen prijsstijgingen. Het lijkt in dat verband dus correcter om te spreken van een winst-prijsspiraal dan van een loon-prijsspiraal. In een dergelijke context pleiten voor loonmatiging komt simpelweg neer op het rechtvaardigen van herverdeling van welvaart van werknemers naar aandeelhouders.

Renteverhogingen concentreren de kosten van disinflatie grotendeels bij twee reeds kwetsbare groepen: laaggeschoolde arbeiders en inwoners van ontwikkelingslanden.

Terwijl renteverhogingen voor geavanceerde economieën een ernstige beleidsmisvatting zullen blijken, dreigen ze echter op een ramp uit te draaien voor ontwikkelingslanden. Vele van die landen hebben in nasleep van de Covid- en Oekraïnecrisis extra schulden uitstaan veelal aangegaan in buitenlandse valuta. Als renteverhogingen die valuta opwaarderen wordt het moeilijker voor hen om die schulden nog af te betalen en kunnen ze (net als tijdens de Volcker-shock in de jaren 1980) in ernstige betalingsproblemen verzeilen. Voedselimporten dreigen eveneens duurder te worden terwijl sommige van deze landen (onder andere door falende graanoogsten in Oekraïne) nu al onder sterke voedseltekorten lijden. Ongecoördineerde renteverhogingen dreigen fragiele ontwikkelingslanden dus verder over de rand te duwen.

PRODUCT VAN IDEEËNARMOEDE

De huidige renteverhogingen zijn een typisch voorbeeld van cognitieve vooringenomenheid: 'Als je alleen een hamer hebt, ben je geneigd ieder probleem als een spijker te zien', omschreef Abraham Maslow die denkfout al. Dadendrang, conventie en een simpel gebrek aan betere ideeën maakt dat monetaire beleidsmakers vandaag instrumenten blijven inzetten die niet geschikt zijn. Hoog tijd dat centrale bankiers beseffen dat er ook nog andere instrumenten in hun koffer zitten. Alleen zullen ze daarvoor net iets dieper moeten durven grijpen.

Abonneer je op Samenleving & Politiek

abo
 

SAMPOL ONLINE

40€/jaar

  • Je leest het magazine online
  • Je hebt toegang tot het enorme archief
MEEST GEKOZEN

SAMPOL COMPLEET

50€/jaar

  • Je ontvangt het magazine in de bus
  • Je leest het magazine online
  • Je hebt toegang tot het enorme archief
 

SAMPOL STEUN

100€/jaar

  • Je ontvangt het magazine in de bus
  • Je leest het magazine online
  • Je hebt toegang tot het enorme archief
  • Je krijgt een SamPol draagtas*
 

SAMPOL SPONSOR

500€/jaar

  • Je ontvangt het magazine in de bus
  • Je leest het magazine online
  • Je hebt toegang tot het enorme archief
  • Je krijgt een SamPol draagtas*

Het magazine verschijnt 10 keer per jaar; niet in juli en augustus.
Proefnummer? Factuur? Contacteer ons via info@sampol.be of op 09 267 35 31.
Het abonnementsgeld gaat jaarlijks automatisch van je rekening. Het abonnement kan je op elk moment opzeggen. Lees de Algemene voorwaarden.

Je betaalt liever via overschrijving?

Abonneren kan ook uit het buitenland.

*Ontdek onze SamPol draagtas.