Abonneer Log in

Burkina Faso: afscheid van een land waar ik tien jaar mocht wonen

De tijd is op. De cirkel is rond. Ik draag in mij tien jaar harmattan, onweersbuien, genadeloze hitte, en lichte zonnige groeten uit Burkina Faso.

Toumani Diabaté en Thomas Sankara, dat zijn de twee mannen die ervoor zorgden dat ik eind november 2009 uit het vliegtuig stapte in Ouagadougou, met mijn fiets in een kartonnen doos en één kleine koffer. De geur van stof en benzine en de vuurtjes waarop vlees lag te grillen, de kurkdroge hitte, de onwerkelijke manier waarop de tarmac van het vliegveld bijna naadloos leek over te gaan in de maquis aan de overkant van de straat... het zijn de karakteristieke dingen die elke volgende aankomst in Ouaga het aura van thuiskomen zouden geven.

Ik fietste een maand lang over de terre rouge van Burkina Faso, in mijn eentje, met een weinig zeggende landkaart en veel overgave en vertrouwen. Ik hoorde, zelfs in de kleinste dorpjes, meer zouglou dan de klassieke Mali Blues van Diabaté. Maar overal, en juist in die kleinste dorpjes, kon ik me laven aan wat ik niet anders kon omschrijven dan als de ‘erfenis’ van Thomas Sankara. In Burkina Faso was alles anders dan in de andere landen waar ik was geweest. Wat van op afstand leek op armoede en eenvoud was in werkelijkheid een mix van eigenzinnige trots, oprechte menselijke warmte, een nooit aflatende nieuwsgierigheid, pittige humor en grenzeloze ondernemingszin. En altijd was er de referentie aan Sankara, mijn held, de man die uit alle ideologische stromingen enkele lijntjes plukte en er zijn eigen ijzersterke visie op bouwde. Hij was ecologist, feminist en adept van de korte keten lang avant la lettre. Hij gaf, net als aan de levens van velen, ook zin aan de droom die groeide in mijn hoofd.

Een jaar later was ik terug. Ik liet me meevoeren op een van de legendarische ‘moto's’ in Burkina Faso, dwars door de Sahel. Ik sliep in de woestijn, observeerde urenlang het leven dat er zowel keihard als intens rustig leek, ik proefde eindelijk van het universum van Toumani Diabaté en zijn kora. De droom nestelde zich nog wat steviger.

In september 2012 verruilde ik Gent helemaal voor Ouagadougou, voor onbepaalde duur. Vanuit mijn piepkleine huisje in een buitenwijk ging ik de uitdaging aan om in Burkina Faso, en later ook in Niger en Benin, het online microfinancieringsplatform Zidisha op te zetten. Ik deed dat volledig vrijwillig, ik besefte heel goed dat ik nood had aan een netwerk, en aan ondernemerservaringen uit de eerste hand, om mijn eigen droom waar te maken: een zaak starten in Burkina Faso, werkgelegenheid creëren, waarde geven aan de lokale economie.

En zo ging het. In september 2013 opende ik, binnen de muren van een ietwat verwaarloosd theater in een volkse wijk van Ouagadougou, ‘Le Foyer’. In Le Foyer zette ik het consommons burkinabè van Sankara om naar de heel concrete praktijk. In mijn restaurant en cultureel centrum was alles van lokale makelij: de artistieke muurschilderingen, de stoelen en tafels, de borden uit traditioneel aardewerk, de sapjes en het bier, de live concerten tijdens het weekend. Ook in de keuken kwamen alleen lokale ingrediënten aan bod, maar ik probeerde ze wel in nieuwe verrassende combinaties te brengen. Le Foyer werd gaandeweg een mooie warme ontmoetingsplek, voor mensen uit de cultuurwereld, de politiek en het maatschappelijke middenveld, maar even goed voor de mensen uit de wijk, de toevallige passanten, en de expats op zoek naar couleur locale met net dat tikkeltje meer. Le Foyer was ook de eerste thuis voor de intussen befaamde biomarkt van Ouagadougou.

Het was een boeiende en prachtige tijd, misschien wel de mooiste in mijn leven. Het maakte me intens gelukkig om een plek te creëren die zoveel andere mensen gelukkig maakte. Financieel was het hard, en soms miste ik de intellectuele uitdaging, maar daar paste ik een mouw aan door te vertalen, te schrijven, en op een bepaald moment in een heus onderzoeksjournalistiek project over GGO katoen in Burkina Faso te duiken.

De jaren van Le Foyer waren vol ontmoeting en verbinding, en mijn hartslag liep synchroon met die van Burkina Faso.

De jaren van Le Foyer waren vol ontmoeting en verbinding, en mijn hartslag liep synchroon met die van Burkina Faso. Ik maakte alles mee van op de eerste rij: de volksopstand van 2014 die leidde tot het afdruipen van dictator Blaise Compaoré, de coup d’état le plus bête in 2015, de ‘democratische’ verkiezing van Roch Kabore in 2016, de eerste terroristische aanslagen kort daarna… In Le Foyer ontmoette ik ook de artiest met wie ik trouwde en die toen al vader was van twee kinderen die snel ook, en soms vooral, de mijne, zouden worden. Vandaag is dat verhaal gehuld in pijn en verdriet, maar dat verandert niets aan het feit dat de bijna zeven jaar zorg voor hen wellicht het mooiste en grootste is dat ik ooit heb ondernomen.

2017 was het jaar van de eerste scheurtjes. In Le Foyer werd een tweede keer ingebroken. Op de boerderij die we een jaar eerder hadden opgestart even buiten de stad gingen 300 jonge fruitbomen in de vlammen op. Op één maand tijd kreeg ik twee keer malaria. De veerkracht liet het even afweten.

Met veel pijn in het hart en een grandioos afscheidsconcert sloot ik de deuren van Le Foyer, ik rouwde, ik stelde me vragen en kreeg nauwelijks antwoorden.

En toen was er Enko Education: een groep van Afrikaanse internationale scholen, die droomde van een nieuwe school in Burkina Faso. Ik stelde me kandidaat en haalde de job binnen. Mijn vrienden verklaarden me gek. Ik kreeg zes maanden de tijd om uit het totale niets een school op te zetten voor een netwerk waar niemand ooit van had gehoord, met een curriculum dat totaal onbekend was, in mijn dooie eentje. Voor mij was het de gedroomde uitdaging op het kruispunt van ondernemen en maatschappelijke meerwaarde. En ik deed het. Op 18 september 2018 opende Enko Ouaga International School haar deuren in een stevig gerenoveerd gebouw, met 8 hoog gemotiveerde leerkrachten en 25 leerlingen. Intussen is enkele weken geleden de tweede lichting leerlingen met een diploma van het International Baccalaureate afgezwaaid.

Door dat alles heen bouwde ik aan mijn gezin, met alle uitdagingen die daarbij hoorden, en dat waren er wel wat. Ik volgde de golf van de seizoenen: de aangename zonnige droogte van januari, de vreselijke hitte van maart, april en mei, de verlichting van het regenseizoen in juli en augustus, het stof en de harmattan vanaf oktober. Het was een mooi maar ook hard en veeleisend leven. Alles werd herleid tot een louterende materiële eenvoud en ik leefde dag in dag uit met het huizenhoog cliché dat niets voor de hand ligt, en dat er toch overal helpende handen zijn. Wat mij gaande hield was het licht: het letterlijke licht dat in Burkina Faso altijd aanwezig is van 6u ‘s morgens tot 6u ‘s avonds, maar ook het figuurlijke licht van de vrijheid, van het mogen proberen, van het kunnen bouwen, van Sankara’s oser inventer l’avenir.

Het laatste anderhalf jaar kreeg mijn vermogen om na elke val weer op te staan een flinke knauw. Ik zag Burkina Faso elke maand verder afglijden in een spiraal van politieke onwil, bruut geweld, vernietigende corruptie. De berichten over gruwelijke aanslagen, bijna elke dag, in de meer afgelegen provincies van het land, werden steeds bitterder om te slikken. De staatsgreep in januari 2022 door een jonge militair gaf ons even hoop, maar stortte ons daarna alleen in nog diepere ontgoocheling. De nochtans historische veroordeling van Blaise Compaoré voor zijn aandeel in de moord op Thomas Sankara in april 2022 werd in één vingerknip tenietgedaan door de manier waarop de oud-president ongestraft over de rode loper mocht lopen tijdens een kort bezoek eind juni. Meer dan 2 miljoen burkinabè zijn internally displaced, op de vlucht voor het moordend geweld in hun dorpen. De humanitaire rampen door voedseltekort zijn imminent.

De staatsgreep in januari 2022 door een jonge militair gaf ons even hoop, maar stortte ons daarna alleen in nog diepere ontgoocheling.

En weer leek mijn hartslag synchroon te lopen met die van het land: een scheiding, een gedwongen breuk met de kinderen, tonnen verdriet en rouw, versterkt door bedrog en corruptie die plots mijn huiskamer binnenwaaiden. In België moest ik tegelijk afscheid nemen van mijn lieve, jongere broer.

De tijd is op. De cirkel is rond. Ik heb de afgelopen weken ontzettend veel naar West-Afrikaanse blues geluisterd. Toumani Diabate, Ali Farka Toure, Afel Bocoum, Bombino. En Tiny Legs Tim: mijn broer die, via heel andere wegen op dezelfde muzikale plek was terechtgekomen. Zij hebben mijn vertrek uit Burkina Faso begeleid. Melancholisch, gewond, aangedaan. Maar ook krachtig, dankbaar en trots.

Ik heb zoveel mogen en kunnen doen. Ik draag in mij tien jaar harmattan, onweersbuien, genadeloze hitte, en lichte zonnige groeten uit Burkina Faso.

Deze bijdrage verscheen in de Zomerreeks 2022: Zonnige groeten uit van Samenleving & Politiek.

Abonneer je op Samenleving & Politiek

abo
 

SAMPOL ONLINE

40€/jaar

  • Je leest het magazine online
  • Je hebt toegang tot het enorme archief
MEEST GEKOZEN

SAMPOL COMPLEET

50€/jaar

  • Je ontvangt het magazine in de bus
  • Je leest het magazine online
  • Je hebt toegang tot het enorme archief
 

SAMPOL STEUN

100€/jaar

  • Je ontvangt het magazine in de bus
  • Je leest het magazine online
  • Je hebt toegang tot het enorme archief
  • Je krijgt een SamPol draagtas*
 

SAMPOL SPONSOR

500€/jaar

  • Je ontvangt het magazine in de bus
  • Je leest het magazine online
  • Je hebt toegang tot het enorme archief
  • Je krijgt een SamPol draagtas*

Het magazine verschijnt 10 keer per jaar; niet in juli en augustus.
Proefnummer? Factuur? Contacteer ons via info@sampol.be of op 09 267 35 31.
Het abonnementsgeld gaat jaarlijks automatisch van je rekening. Het abonnement kan je op elk moment opzeggen. Lees de Algemene voorwaarden.

Je betaalt liever via overschrijving?

Abonneren kan ook uit het buitenland.

*Ontdek onze SamPol draagtas.