Ook zonder Truss waart de geest van Thatcher nog altijd rond in het Vlaanderen van Jambon.
© ID/Tim Dirven
Het snelle ontslag van Liz Truss als premier van het Verenigd Koninkrijk had gevolgen buiten de Britse politiek. Zo ook voor de auteur van dit stuk over het sociale beleid van Vlaamse regering-Jambon, die zich verplicht voelde om de titel ervan en de inleidende alinea aan te passen. Truss aan de Noordzee werd door de politieke werkelijkheid achterhaald. Of toch niet? Als we 'Truss' zien als de vertegenwoordigster voor een bepaald beleid – schrijf maar 'Trussisme' of, wat in de Britse pers gangbaarder is, Trussonomics – dan was ze, alle verhoudingen in acht genomen, wat Thatcher voor het Thatcherisme was.
En dus kunnen we deze bijdrage Truss aan de Noordzee toch zien als een vervolg op Thatcher aan de Schelde, mijn radiografie van Antwerpen uit 2014. Niet zozeer omdat Truss zichzelf presenteerde als de erfgename van Thatcher – een pedestal waarvan ze héél snel aftuimelde. Vooral omdat we de kritische loep die we voorheen voor het sociale beleid in Antwerpen hanteerden, opnieuw kunnen opnemen om het sociale beleid (kritisch) te onderzoeken dat wordt gevoerd door de Vlaamse regering. Het ideologisch project bleef onveranderd, ook aan deze oever van de Noordzee.
HET VLAANDEREN VAN JAMBON
Onze voorspelling van destijds – dat Antwerpen vooral als laboratorium voor Vlaanderen zou dienen – heeft zich dus, althans ten dele, tot een 'zichzelf waarmakende voorspelling' ontpopt. In welke mate werden onze verwachtingen (ik ga de term 'voorspellingen' toch maar niet gebruiken) van acht jaar geleden bewaarheid? We illustreren dit voor een aantal daarvan met enkele recente maatregelen, die passen in de beleidssporen die in de loop van de voorbije jaren werden ingesleten.
Stijgende ongelijkheid
Stijgende ongelijkheid, niet alleen qua inkomen waarvoor Vlaanderen ongetwijfeld de federale overheid met de vinger zal wijzen, maar ook op andere terreinen waar Vlaanderen 'beter doet wat het zelf doet'.
De obsessie van de Vlaamse regering om een begroting in evenwicht in te dienen, doet haar blind blijven voor de sociale ongelijkheid die erdoor kan worden aangescherpt.
De obsessie van de Vlaamse regering om een begroting in evenwicht in te dienen, doet haar blind blijven voor de sociale ongelijkheid die erdoor kan worden aangescherpt.
Een eerste illustratie: de inflatiebonus. In haar eigen bewoordingen zal de Vlaamse regering de inflatiebonus inzetten om de mensen en bedrijven die het hardst getroffen worden door de energiecrisis, te ondersteunen. Uit de verdere verantwoording blijkt wel dat de term 'het hardst getroffen worden' met een flinke handvol zout mag worden genomen. Het gaat vooral over de 'hard werkende' en lagere middenklasse die niet geniet van het sociaal tarief en te weinig voordeel haalt uit de automatische loonindexering. De doelgroep van de jobbonus wordt volgend jaar uitgebreid tot wie 2.900 euro bruto of minder verdient. Voor iedereen die dit jaar geniet van de jobbonus wordt die opgetrokken met 100 euro. Aan wie geen job heeft en van sociale uitkeringen moet leven, wordt erg weinig aandacht geschonken.
Voor bedrijven is er een pot van 250 miljoen euro aan premies, en daarnaast worden ook goedkope leningen voorzien. Niet alleen zelfstandigen, zoals bakkers en beenhouwers, kmo's komen hiervoor in aanmerking, maar ook grote bedrijven. Hoe die over groot en klein wordt verdeeld, daarover bestaat tot nog toe weinig duidelijkheid, maar we hebben wel vermoedens.
Bespaard werd op het 'Groeipakket', de nieuwe naam voor de kinderbijslag plus verwante uitkeringen. Daarmee komen we bij een tweede illustratie: de bestrijding van de zogenaamde 'kinderarmoede'. Alhoewel het aandeel kinderen dat in die netelige positie moet opgroeien, licht gedaald is in de voorbije jaren, zitten we nog altijd op hetzelfde niveau als in 2016. Veel te vroeg dus om op de rem te gaan staan. Toch vormde de koppeling van het basispakket aan de sterke stijging van de levensduurte de grote struikelsteen op de recente onderhandelingen over de Vlaamse begroting. Uiteindelijk zullen gezinnen hun basispakket geïndexeerd zien worden met 2%, in plaats van met 1%. Dat die zeer gedeeltelijke indexering er uiteindelijk kwam, hebben we voorzeker niet te danken aan de bekommernis om die kinderen in armoede; veeleer omdat het hele stelsel, eens het in Vlaamse handen kwam, werd aangepast aan de norm van de 'hardwerkende Vlaming (met kinderen)'. Hun electoraat kon beter niet voor het hoofd worden gestoten. Dat de groep die recht heeft op sociale toeslagen 15 euro per maand extra zal ontvangen en dat voor hen twee keer een eenmalige premie van 100 euro per kind wordt voorzien, is onvoldoende om de galopperende inflatie bij te houden. Wel wordt de groep die recht heeft op deze sociale toeslagen uitgebreid met zo'n 50.000 kinderen, van 30.000 naar 80.000 of zo'n 10% van het totaal; nog altijd een stuk lager dan het percentage kinderen tussen 0 en 3 jaar dat in armoede moet opgroeien (12,7% in 2021).
Om de zoektocht van werkende ouders (wat met de werkzoekende ouders?) naar opvang voor hun kinderen te vergemakkelijken, wordt tot en met 2027 jaarlijks 100 miljoen extra uitgetrokken voor de kinderopvang. Met deze injectie worden extra plaatsen gecreëerd, én wordt ervoor gezorgd dat er meer begeleiders zijn per kind. Onvoldoende om de behoeften op te vangen, zodat moeders dan toch 'aan de haard' moeten blijven als de kinderopvang faalt – ondanks de oproep van de voorzitter van het Vlaamse Parlement tot de vaders om in te springen.
De stelselmatige afbouw van het 'maatschappelijke middenveld'
'There is no such thing as society. There are individual men and women, and there are families', was een beruchte stellingname van Thatcher, die gretig is overgenomen door vele Vlaamse politici – en niet alleen ter rechterzijde. Nochtans vervult dat middenveld twee functies die onmisbaar zijn voor een werkende democratie. De eerste is dat het middenveld, als 'burgermaatschappij' ervoor zorgt dat de burgers niet ten volle worden blootgesteld aan de brutaliteit van de vrije markt (dat is, van de ongebreidelde concurrentie en van het winstbejag) en van de overheid (dat is, van willekeur en bureaucratisch optreden en van machtsmisbruik). De tweede is dat het, als 'maatschappelijk middenveld' de hiaten opvult die door afwezige of haperende publieke (of private for-profit) voorzieningen worden gelaten.
Die afbouw vindt op verschillende manieren plaats. De meest directe is via het verminderen van de subsidies aan initiatieven die om een of andere reden als 'subversief' worden gezien of die segmenten van de bevolking of thematieken vertegenwoordigen die als overbodig worden beschouwd. Vlaanderen zou immers 'subsidieziek' zijn (De Tijd, 10/04/2021), alhoewel dat verwijt minder geldt voor de bedrijven die aan de ontvangende kant staan. De minder zichtbare zijn dat ze worden geweerd uit de besluitvorming of dat er een geruchtenmolen op gang wordt gebracht waarin hun nut in twijfel wordt getrokken.1
Een saillante illustratie vormt het recente voorstel van de Antwerpse cultuurschepen Nabilla Ait Daoud (N-VA) om 720.000 euro aan projectsubsidies te schrappen, niet alleen in 2023, maar ook in 2024 en 2025. Ze zegt dat het 'met pijn in het hart' is en ze 'gelooft niet in het doembeeld dat de artistieke humuslaag in Antwerpen wordt drooggelegd.'
De uitholling van publieke diensten
Ook voor de publieke voorzieningen heeft dit gevolgen. De publieke diensten die sinds vele decennia door de overheid of het gesubsidieerde middenveld worden verzorgd, worden stelselmatig uitgehold en uitverkocht, waardoor ruimte wordt geschapen en redenen worden gevonden voor de privatisering ervan. Zo verdunnen de rechten van de burger op zaken zoals huisvesting, onderwijs en zorg tot Potemkindorpen2; allemaal domeinen die te belangrijk zijn om aan de markt over te laten. De private winstgerichte bedrijven willen die al te graag overnemen; niet in hun geheel, maar wel de lekkerste hapjes. 'Cherrypicking', heet dat.
De private winstgerichte bedrijven willen de publieke diensten al te graag overnemen; niet in hun geheel, maar wel de lekkerste hapjes.'
Drie treffende illustraties zijn: het Zorgbedrijf in Antwerpen, De Lijn in Vlaanderen, en de sociale huisvesting. We bespreken ze hieronder kort.
Een. Het Zorgbedrijf wordt wel eens één van de kroonjuwelen van de Antwerpse openbare diensten genoemd. Het organiseert, naast thuiszorg en jeugdzorg, ouderenzorg via 19 woonzorgcentra, 46 dienstencentra en 3.500 serviceflats. Omdat het bestuur het niet ziet zitten om voorts te investeren in het Zorgbedrijf, wil het private partners betrekken. In principe moeten die not-for-profit zijn, maar er zijn voldoende achterdeuren waarlangs commerciële bedrijven kunnen binnensluipen (die stappen worden mooi geïdentificeerd door Kris Cuyvers, voorheen directeur bij ING Antwerpen, in Apache, 14/06/2021). Nu is de private investeerder meestal niet bekommerd om de kwaliteit van de zorg te verbeteren. Hun belangrijkste doelpubliek zijn de aandeelhouders en die verwachten rendement, véél rendement. Cijfers van 20% jaarlijks worden vernoemd. Dat kan alleen worden gehaald door efficiëntie van de commerciële soort: minder kosten (vooral door minder personeel) en meer inkomsten (door de dagprijs te verhogen). Beide moeten door het cliënteel en door de lokale overheid worden opgehoest. Het stadsbestuur haalde een nieuwe troefkaart uit de mouw: de 'openbare welzijnsvereniging' Zorgbedrijf moet vervellen tot een 'private woonzorgvereniging', met als partner het ziekenhuisnetwerk Antwerpen (ZNA) en later met andere partners zonder winstoogmerk. Evenwel werken alle grote zorgmultinationals met schijn-vzw's. Vooralsnog ligt deze overname door de marktwerking stil; minister Somers volgde het advies van het Agentschap Binnenlands Bestuur.
Twee. In ruil voor meer privatisering krijgt vervoersmaatschappij De Lijn de mogelijkheid om haar aanbod flexibel in te vullen en kan ze ook zelf de ticketprijzen voor trams en bussen bepalen. Als dat geen goede ruil is: op niet zo lange termijn het openbaar vervoer uit handen geven om op korte termijn iets meer kostendekkend te worden (en De Lijn aantrekkelijker op de markt te koop te zetten). Weliswaar wordt er een uitzondering gemaakt voor de sociale tarieven, maar het is de vraag of die later de druk van het streven naar winstgevendheid zullen overleven. Evenmin spelen nieuwe regels in verband met de basisbereikbaarheid en frequentie in de kaart van de zwakke openbaar vervoer gebruikers. Niet langer kan elke inwoner ervan uitgaan dat hij op maximaal 750 meter van zijn huis toegang heeft tot het openbaar vervoer; hij zal een beroep moeten doen op 'aanvullend vervoer', als 'feeder' voor tram en bus. Zekerheid bestaat wel voor wat de voortschrijdende privatisering aangaat. De komende jaren al mag De Lijn zelf minder ritten rijden, terwijl het aandeel van de privébedrijven of pachters toeneemt (van 29,3% van de totale contractwaarde tot 33%).
Ondertussen is het werkingsbudget van De Lijn in vrije val: een daling met 20% sinds 2009. Volgens filosoof Noam Chomsky is dit de klassieke methode om te privatiseren: haal financiële middelen weg en zie erop toe dat de dingen niet meer werken, zodat de mensen boos worden, en je het kunt overlaten aan privékapitaal (geciteerd door Stijn Bex in De Standaard, 14/2/2022).3 In deze aangelegenheid blijft de hoge kwaliteit van het Brusselse openbaar vervoer buiten het blikveld van de Vlaamse overheid.
Drie. Wat met de sociale huisvesting? Ook daar ontwaren we een sluipende privatisering van de sector. Ook daar maakt de Vlaamse overheid misbruik van het eigen falen: al jarenlang wordt de lange wachtlijst aangeklaagd – nu 182.000 gezinnen (een stijging met 87% tegenover 2010) die gemiddeld pas na 3,5 à 4 jaar een sociale woning toegewezen krijgen –, resultaat van een jarenlange onderinvestering in de bouw van sociale woningen. Het geld dat daarvoor beschikbaar is, raakt niet bij de sociale huisvestingsmaatschappijen en dus had minister van Wonen Matthias Diependaele (N-VA) begin dit jaar een eurekamoment: hij stelde voor om een half miljard euro van dat budget over te hevelen naar de privé, om er betaalbare huurwoningen mee te bouwen. Hij haalde zijn prooi binnen, ondertussen aangegroeid tot 600 miljoen euro – met als voorwaarde dat er inderdaad sociale woningen mee worden gebouwd. Daarnaast maakt de Vlaamse regering geld vrij waarmee bouwpromotoren een renteloze lening kunnen krijgen om 'betaalbare huurwoningen' te bouwen. Alleen lijkt het tussenschot tussen beide potten niet helemaal waterdicht: de bouwpromotoren die van de staatssteun willen genieten, moeten een 'gemengd project' indienen.
Sociale huurders die 'te groot' wonen, zouden vanaf 1 oktober 2023 fors meer moeten betalen, om hen tot verhuizen naar een kleinere sociale woning aan te porren.
Tegelijk houdt de jacht op sociale huurders niet op. Tijdens het schrijven van deze bijdrage horen we dat de Vlaamse regering, op initiatief van de bevoegde minister, een nieuwe stap neemt 'om ervoor te zorgen dat de schaarse sociale woningen optimaal worden benut', nadat ze al een middelentoets invoerde voor sociale huurders. Sociale huurders die 'te groot' wonen, zouden vanaf 1 oktober 2023 fors meer moeten betalen, om hen tot verhuizen naar een kleinere sociale woning aan te porren. Dat is gemakkelijker dan het bestand aan sociale woningen te verhogen. De reacties laten niet op zich wachten en illustreren de ideologie van waaruit deze Vlaamse regering beleid voert.4 Zo telt een koppel voor één slaapkamer, ook als ze om een of andere reden niet dezelfde slaapkamer kunnen/willen delen. Mogen kleinkinderen nog komen logeren wanneer je in een sociale woning woont? De 'passende' woning die wordt aangeboden mag 15 kilometer verder liggen en nog verder als dat binnen dezelfde gemeente is (hoera voor de fusies). Het sociaal leven en het ondersteunend netwerk dat de sociale huurder op zijn huidige woonplek heeft uitgebouwd, is van geen tel. Nochtans wordt sociale huisvesting pas een sociale lift als het stabiliteit biedt en die ontbreekt wanneer sociale huurders bij elke verandering in hun gezin, werk of inkomen onder dwang moeten verhuizen. Zo hou je mensen klein.
INDIVIDUEEL SCHULDMODEL
Dit alles kadert in de ontwikkeling van een verzorgingsstaat naar een zogenaamde 'participatiesamenleving', naar Nederlands model, waarbij de verantwoordelijkheid voor allerlei problemen naar de mensen zelf wordt verschoven en waarbij meteen ook de lasten voor het oplossen van die problemen op hun schouders wordt gelegd. Dat gaat gepaard met het uithollen van de institutionele dienstverlening die het hart van een verzorgingsstaat uitmaakt.
Tegelijk wordt steeds openlijker een 'individueel schuldmodel' gepromoot, waartoe ook behoort dat het allemaal de schuld van de andere is. Het stigmatiseert mensen die worden achtergelaten door de snelheid van ontwikkelingen en de toenemende complexiteit van het leven op allerlei terreinen. We denken aan de veralgemening van ICT, maar mogen de hogere eisen qua geletterdheid en gecijferdheid niet uit het oog verliezen en allerlei culturele kloven die mede daardoor ontstaan.
We zouden het nog kunnen hebben over de toestand in en het beleid inzake het onderwijs (kostprijs? leerachterstand? basiseducatie?), over de kloof inzake levensverwachting (al dan niet in goede gezondheid) waarvoor vele factoren verantwoordelijk zijn die tot de Vlaamse bevoegdheid behoren, over de niet-participatie aan cultuur, sport en het verenigingsleven. Laat ik de belangstellende lezers verwijzen naar de schatkamers van het Jaarboek Armoede en Sociale Uitsluiting, waarvan de 31ste editie op 9 december wordt toegelicht op het traditionele colloquium.
THE PICTURE OF DORIAN GREY
Hoe zit het met onze vergelijking tussen het Verenigd Koninkrijk en Vlaanderen, nu er een nieuwe premier aantreedt? Boris Johnson werd het niet; in dat geval zou dit verhaal vrijwel ongeschonden gehandhaafd kunnen blijven. Met Rishi Sunak zullen er ongetwijfeld aanpassingen gebeuren, maar of die ertoe zullen leiden dat het sociaal beleid (in de brede zin) daardoor zal vooruitgaan, valt af te wachten en, eerlijk gezegd, te betwijfelen. De persoon, de partij en de hele Britse samenleving staat daar borg voor. En wat als er nieuwe verkiezingen komen? Dreigt dan niet een heruitgave van New Labour? Ook dan blijft het Verenigd Koninkrijk een spiegel waarin Vlaanderen en elk progressief beleid regelmatig moet kijken om te voorkomen dat het niet in een versie van Oscar Wilde's The Picture of Dorian Gray wil verzeilen. En tot de vaststelling moet komen dat wat vandaag 'verstandig links' heet, vroeger gewoon centrumrechts werd genoemd.
VOETNOTEN
- Zie ook Martens, P. (2022). Vlaamse overheidsuitgaven tegen het licht gehouden: toetsen zonder pottenkijkers? In GMG, 113 (3): pp. 38-44.↑
- Een uitdrukking die recent weer in de mode is: dorpen die enkel uit voorgevels bestonden, opgericht om tijdens haar bezoek tsarina Catharina de indruk te geven dat er heel wat was verwezenlijkt. Een 'trompe-l'oeil' dus.↑
- https://www.standaard.be/cnt/dmf20220213_98176948.↑
- Gesprokkeld uit een stuk in Het Laatste Nieuws, 25/10/2021.↑
Samenleving & Politiek, Jaargang 29, 2022, nr. 9 (november), pagina 51 tot 56
Abonneer je op Samenleving & Politiek
Het magazine verschijnt 10 keer per jaar; niet in juli en augustus.
Proefnummer? Factuur? Contacteer ons via
info@sampol.be
of op 09 267 35 31.
Het abonnementsgeld gaat jaarlijks automatisch van je rekening. Het abonnement kan je op elk moment opzeggen. Lees de
Algemene voorwaarden.
Je betaalt liever via overschrijving?
Abonneren kan ook uit het buitenland.
*Ontdek onze SamPol draagtas.