We zien de waarde van een diploma gestaag achteruit gaan. We moeten dus minder exclusief over diploma's gaan denken.
Diploma's, en andere formele vormen van certificering van succesvolle onderwijsprocessen, maken een belangrijk deel uit van een onderwijssysteem. In feite definiëren ze het onderwijs, omdat andere educatieve voorzieningen die niet tot het formele onderwijs behoren juridisch niet het recht hebben om diploma's uit te reiken. Diploma's vormen voor menige leerling of student ook de hoofdreden om naar school of universiteit te gaan. En diploma's zijn de wisselmunt tussen het onderwijssysteem en de arbeidsmarkt.
Diploma's hebben ook een belangrijke sociale functie. Ze geven toegang tot beroepen – vaak op een exclusieve manier zoals bij door de overheid beschermde en gereglementeerde beroepen. Ze vormen de sleutel tot sociale mobiliteit. Doordat ze levenslang geldig blijven, zijn ze ook beginnen te fungeren als een soort sociaal zekerheidsmechanisme dat toegang tot inkomen en sociale status garandeert. Diploma's zijn dus een soort poortwachters in de sociale stratificatie en de sociale ongelijkheid.
Voor veel beleidsmakers in onderwijs is het dus de evidentie zelve om jonge mensen er zoveel mogelijk toe aan te zetten een diploma te halen. Want zonder een diploma – zo gaat de redenering – ben je reddeloos verloren. Europese doelstellingen verplichten landen om de zogenaamde 'ongekwalificeerde uitstroom' terug te dringen. Dergelijke beleidsdoelstellingen, oprechte sociale bekommernissen van individuele scholen en leraren om de kansen van kwetsbare jongeren, en dalende onderwijskwaliteit zijn de laatste jaren onmogelijk nog te verzoenen. Ik zou de leraren niet te eten willen geven die vanuit een oprechte sociale bewogenheid jonge mensen toch een diploma geven, ook wanneer de eindtermen niet zijn gehaald, om toch maar zijn of haar kansen in het verdere leven gaaf te houden.
WAARDE-EROSIE VAN DIPLOMA'S
Toch zien we de waarde van een diploma gestaag achteruit gaan. Jongeren worden gecharmeerd door de vele voorbeelden, ook al zijn het enorme uitzonderingen, van succesvolle mensen die er zonder diploma toch geraakt zijn en zelfs rijk zijn geworden. De redenen voor de waarde-erosie van diploma's zijn velerlei. Op de eerste plaats is er de macht van de getallen. Diploma's zijn ingevoerd (in onze contreien door de Napoleontische wetgeving) toen het over enkelingen en dus een zeer schaars goed ging. Vandaag bezit de helft van de 25-34-jarigen een hoger onderwijsdiploma. Naarmate steeds meer mensen een diploma haalt, vermindert uiteraard de intrinsieke waarde van het exclusieve schaarse goed.
Op de tweede plaats is er ook de impact van de kwaliteitserosie in het onderwijs. Diploma's verliezen geleidelijk hun signalisatiewaarde van kennis en competenties. Dat geldt met name voor het secundair onderwijs, waar vele jongeren de school verlaten met onvoldoende taal- en rekenvaardigheden. Beroepskwalificaties vangen dat ten dele op, omdat zij de technische beroepscompetenties waarborgen en die zijn meestal wel op peil. Op het niveau van hoger onderwijs blijkt uit de data die we hebben dat eenzelfde diploma in landen vaak heel verschillende niveaus van kennis en competenties weerspiegelt, ook binnen de zogenaamd eengemaakte hoger onderwijsruimte van Bologna. Ook blijkt uit onderzoek dat afgestudeerden niet het niveau van bijvoorbeeld kritisch denken bezitten, die de buitenwereld associeert met een hoger onderwijsdiploma.
In vele beroepenvelden is er sprake van verdringingstendensen, waarbij hogergeschoolden de jobs innemen van middengeschoolden.
De stijgende instroom van jonge mensen met een hoger onderwijsdiploma op de arbeidsmarkt heeft niet alleen positieve effecten. In vele beroepenvelden is er duidelijk sprake van verdringingstendensen, waarbij hogergeschoolden de jobs innemen die vroeger door middengeschoolden werden gedaan, ook wanneer de inhoud van die jobs niet echt is veranderd. 'Overkwalificatie' zou volgens sommige onderzoeken tot 15% van de beroepsbevolking treffen. Dergelijke verdringingseffecten zijn maatschappelijk zeer riskant: ze zorgen voor polarisatie op de arbeidsmarkt die de middengeschoolden treft en de sociale ongelijkheid doet toenemen. Diploma's zijn vandaag een belangrijker drijver van sociale ongelijkheid geworden dan inkomen.
DIPLOMA'S OP DE ARBEIDSMARKT
De waarde-erosie van diploma's is iets wat vandaag werkgevers en HR-afdelingen van bedrijven sterk bezig houdt. Op de private arbeidsmarkt, waar er geen reglementering vanwege de overheid van toepassing is, worden diploma's geleidelijk minder belangrijk. Dit wordt gestaafd door onderzoek dat aantoont dat specifieke diplomavereisten in snel tempo uit jobadvertenties aan het verdwijnen zijn. Men beperkt zich vandaag vaak tot algemene aanduidingen van kwalificatieniveau, omdat men dit met een bepaald niveau van kennis en competenties associeert. Werkgevers veronderstellen bijvoorbeeld dat wie succesvol een universitaire studie heeft afgerond wel redelijk stressbestending zal zijn en goed in staat is bij te leren. Dit soort overwegingen spelen een grotere rol dan de inhoudelijke verwachtingen die aan een specifiek diploma worden gekoppeld.
In Angelsaksische landen kijken rekruteerders niet meer naar diploma's. In de plaats komt een enorme expansie van de markt van training en assessment.
In Angelsaksische landen verdwijnen zelfs deze niveauvereisten en kijken rekruteerders helemaal niet meer naar diploma's. Een berucht voorbeeld is Ernst & Young dat in 2015 al aankondigde niet meer rekening te houden met diploma's vermits 'there is no evidence that success at university correlates with achievement later in life'. Dit voorbeeld werd inmiddels door vele andere internationale werkgevers gevolgd. In feite zeggen werkgevers daarmee het vertrouwen in de waarde van diploma's, en dus onrechtstreeks ook in onderwijsinstellingen, op. Wat er in de plaats komt, is een enorme expansie van de markt van training en assessment. De assessmentcenters schieten als paddenstoelen uit de grond. Er grijpt zo een verschuiving van de toetsing van competenties plaats van de school of universiteit naar de werkgever. En sectoren beginnen eigen trainingsinitiatieven uit de grond te stampen, zoals bijvoorbeeld helemaal het geval is in de IT-sector.
In de publieke sector ziet men eerder de tegenovergestelde beweging, namelijk het steeds verder dichttimmeren van toegang tot beroepen door diplomavereisten. Elk jaar is er wel weer een andere beroepsgroep die omwille van kwaliteit van de beroepsuitoefening het beschikken over een bepaald diploma wettelijk weet door te drukken. Het competentiedenken is in de publieke arbeidsmarkt nog lang niet doorgedrongen en een haast mythisch vertrouwen in het diploma blijft er onaangetast overeind. De vraag is of en hoelang dit spagaat tussen private en publieke arbeidsmarkten en beroepen kan standhouden. Voor sommige kritische beroepen is dit spagaat goed merkbaar: we verwachten dat een arts een diploma heeft om de geneeskunde uit te oefenen, maar voor de cybersecurity van een kerncentrale kijken we niet naar een diploma maar naar het al dan niet bezitten van een certificering van een privaat bedrijf.
LESSEN UIT DIT VERHAAL
Zal het diploma snel verdwijnen? Neen. Daarvoor is de institutionele vormgeving van onze arbeidsmarkt te sterk. Heeft het geen zin meer jongeren aan te zetten een diploma te behalen? Ook neen. Vanuit individueel perspectief biedt een diploma nog steeds zoveel kansen. Dergelijke evoluties gaan ook zeer geleidelijk, maar daarom niet minder doortastend. Toch zijn er enkele belangrijke lessen uit dit verhaal te trekken.
We moeten minder exclusief over diploma's gaan denken. Er zijn vele wegen naar kennis en competenties. Voor niet iedereen is de school of universiteit de aangewezen weg. Emancipatorisch is niet een diploma te blijven zien als iets wat de 'have's' van de 'have not's' scheidt, maar er voor te zorgen dat iedereen op zijn of haar manier talenten in competenties kan omzetten.
We moeten ook de competentiewaarde van diploma's beschermen. Dat kan door de kwaliteit van het onderwijs hoog te houden, maar ook de levenslange garantie die een diploma biedt in vraag te stellen. In geen enkele sector is het te verantwoorden dat een kwalificatie tien jaar lang dezelfde geldigheid behoudt zonder dat de drager van dat diploma zich bijschoolt. Een diploma als een ticket voor levenslang leren dus.
In geen enkele sector is het te verantwoorden dat een kwalificatie tien jaar lang dezelfde geldigheid behoudt zonder dat de drager van dat diploma zich bijschoolt.
En laat ons toch eens kijken of we het diploma-fetisjisme niet wat kunnen temperen. Veel historische diplomavereisten zijn door de tijd uitgehold, maar veroorzaken nog veel stress en leed. Schaarste brengt sommige sectoren – denken we maar aan de politie – er toe om de diplomavereisten af te zwakken of te laten vallen. Terecht, tenminste wanneer men het door een serieuze competentietest vervangt. En laat ons de ongebreidelde 'diploma-disease', die een inflatoire spiraal in het leven roept van steeds hogere diplomavereisten voor bepaalde jobs, een halt toeroepen. Voor vele jobs is echt geen hoger onderwijsdiploma nodig.
Uiteindelijk gaat het er om in welke mate we maatschappelijk toelaten dat diploma's de samenleving opdelen en rechten geeft aan de ene groep die ze aan de andere groep onthoudt. Diploma's zijn niet meer het beste instrument om meritocratie en gelijke kansen te bewerkstelligen.
Abonneer je op Samenleving & Politiek
Het magazine verschijnt 10 keer per jaar; niet in juli en augustus.
Proefnummer? Factuur? Contacteer ons via
info@sampol.be
of op 09 267 35 31.
Het abonnementsgeld gaat jaarlijks automatisch van je rekening. Het abonnement kan je op elk moment opzeggen. Lees de
Algemene voorwaarden.
Je betaalt liever via overschrijving?
Abonneren kan ook uit het buitenland.
*Ontdek onze SamPol draagtas.