We moeten oppassen met het herleiden van de circulaire economie tot één grote, groene business case.
Verandering van spijs doet eten, dat geldt ook voor beleidsnerds zoals mezelf. Onlangs verruilde ik het financiële speel- en mijnenveld voor een rol in de veelbelovende 'circulaire economie'. Van de ene fictieve koopwaar (geld) naar de andere (grond) bedenk ik me soms, naar een modieuze denker. Ooit ga ik op een echte markt staan, met soep.
Soit, de laatste 6 maanden schoof ik dus mee aan een half dozijn circulaire tafels, bezocht ik circulaire hubs of meet-ups en doorploegde ik stapels Vlaamse, federale en Europese beleidsplannen rond dé beleidshype van het moment. Als getrouwe policy wonk stel ik dra nette nota's op, feilloos afgestemd op de respectievelijke beleidsniveaus, bewandel ik vaag gedefinieerde transitiepaden en volg ik braafjes de lopende werkagenda's op.
Maar eerst permitteer ik me hier een ietwat naïeve vraag die amper luidop gesteld wordt: kan dat dan wel zo'n circulaire economie, die luidens het Federaal actieplan 'voorziet in de menselijke basisbehoeften én tegelijk functioneert binnen de biofysische grenzen van de planeet'?
VLINDERDIAGRAM
Toegegeven, de huidige tijdsgeest die nogal gebukt gaat onder de 'polycrises'– klimaat, pandemie, oorlog, stijgende ongelijkheid – heeft wel nood aan een scheut positieve verbeelding. Bovendien zijn rondetafels over een systeemcrisis in beleidskringen sowieso nooit in zwang, want ze leveren geen politiek wenselijke ideëen op voor de powers that be. Vooruit met de circulaire geit dus.
In het circulaire denkbeeld dat ons wordt voorgespiegeld, is alles win-win. Een efficiënt gebruik van materialen 'pakt de onderliggende oorzaken aan van klimaat, biodiversiteit en milieu'. Bedrijven die circulair ondernemen, aldus het VBO, 'versterken hun energieonafhankelijkheid, materialenefficiëntie, employer brand en concurrentiekracht'. De gebruikelijke consultants – hun circulair advies al netjes geprijsd - ramen dat er tegen 2030 ruim 100.000 jobs kunnen worden gecreëerd. Als 'Europese kampioen recycleren' wordt België 'de innovatieve, circulaire hub van Europa'. Consumenten kunnen dan weer verder zorgeloos shoppen met echt duurzame, ecologisch ontworpen, zero-waste producten.
De Ellen Macarthur Foundation, een stichting die bijna eigenhandig het concept op de politieke kaart zette, en wiens mantra's op elk beleidsniveau worden meegenomen, stelt letterlijk dat in een circulaire economie 'we stop waste being produced in the first place'. Circulariteit wordt in het bekende vlinderdiagram (zie hierboven) – en in al haar varianten – dan ook letterlijk verbeeld als een natuurlijk en (bijna) volledig gesloten ecosysteem. Gedaan met afval, verspilling of vervuiling. Probeer daar maar eens tegen te zijn.
En daar begint het circulaire schoentje me wat te wringen. Want het minimaliseren van 'systemische lekken en negatieve externaliteiten' uit dat vlindertje zou wel eens sterk kunnen tegenvallen.
COLLECTIEVE HONGER NAAR GRONDSTOFFEN
In 2022 lepelde de mens namelijk zo'n 100 miljard ton aan materiaal uit de aarde, aldus het recent verschenen Circularity Gap Report. Denk aan het gras voor de koeien, het gas voor fabrieken, het ijzer voor auto's, of bakken zand en klei voor gebouwen.
Alarmerend is hierbij is dat deze collectieve honger naar grondstoffen – het 'globale socio-economische metabolisme' – alsmaar groter wordt: onze materiële extractie stijgt, in absolute cijfers maar ook in relatieve cijfers per kop, nog sneller dan tijdens de naoorlogse wederopbouw. Sinds de verschijning van het rapport van de Club van Rome (1972), dat ecologische limieten aan onze economie stelde, verdrievoudigde ons materiaalgebruik. Intussen zijn hierbij 5 van de 9 planetaire grenzen reeds overschreden, waaronder klimaatopwarming, biodiversiteit, stikstof en chemicaliën.
Uit het Circularity Report blijkt verder dat er anno 2023 slechts 7% van de totale grondstoffen terug hun weg vindt in de economie. Eerder onderzoek toonde aan dat ongeveer de helft van de jaarlijkse, globale extractie gaat naar energetisch verbruik (fossiele brandstoffen, voedselbronnen), en dus niet valt te recycleren. Voorts gaat 40% naar het opbouwen van zogenaamde stocks (wegen, gebouwen, infrastructuur), een portie die in een verder industrialiserende wereld alsmaar groter wordt. Die quasi-volledige circulariteit, zoals ze ons wordt voorspiegeld, is dus niets minder dan een biofysische onmogelijkheid.Lap. Waar hebben we het dan over op al die tafels?
VERMARKTEN OF VERMINDEREN VAN AFVAL?
De circulaire economie is er uiteraard meer dan een statische verzameling vlinderdiagrammen. Ook al stoelt het denkbeeld kennelijk op sterk betwistbare aannames, het mobiliseert wel maatschappelijke krachten, het beïnvloedt het denken van beleidsmakers en dus wat er al dan niet op het politieke menu komt. In het dominante, ecomodernistisch getinte perspectief op een circulaire economie schuilen dan ook twee grote gevaren:
Allereerst worden discussies over het stellen van grenzen aan ons huidig consumptie- en productiemodel volledig terzijde geschoven. De Europese Commissie, die sterk de marsrichting bepaalt, is daar zeer helder in: 'de circulaire economie zal ons helpen economische groei te ontkoppelen van materiaalgebruik'. Lastige vragen over de draagkracht van onze planeet, over mogelijke trade-offs tussen economische en ecologische noden of over de nood aan een nieuw economisch paradigma worden in het gedepolitiseerd wereldjevan de circulaire economie dus makkelijk geparkeerd. De circulaire economie biedt kansen voor bedrijven, full stop.
Discussies over het stellen van grenzen aan ons huidig consumptie- en productiemodel worden volledig terzijde geschoven.
Circulaire tafels gaan dus vooral over nieuwe businessmodellen, over het potentieel van pakweg de 'bio-economie', over de nood aan publiek-private samenwerking, over nieuwe 'waardeketens', over Vlaanderen als groene plastic hub in Europa, enzovoort. En dat is meteen de kern van het tweede gevaar. Afval is in het dominante verhaal van de circulaire economie niet meer enkel een probleem, maar vooral ook een economische opportuniteit. Dit vermarkten van afval gaat helaas gepaard met de klassieke problemen bij de artificiële creatie van markten: (ongeoorloofd) lobbywerk, belangenconflicten en vlotte draaideuren tussen publiek en privé, zoals bleek uit de saga rond het digitaal statiegeld. Recyclagekampioen worden we helaas enkel als de consumptie- én verpakkingsmachines blijft draaien.
Laat ons dus vooral oppassen met het herleiden van de circulaire economie tot één grote, groene business case. Laat ons voldoende focussen op de hogere trappen van de afvalhiërarchie en veel meer inzetten op preventie, hergebruik en herstel. En wat minder economie verbeelden. Dat rendeert misschien het meeste, voor mens en planeet. Het zenuwachtig geschuifel van producenten wanneer het gaat over die zogenaamde 'binnenste cirkels' – minder verkoop, weet u wel – neem ik er graag bij op de volgende tafel.
Abonneer je op Samenleving & Politiek
Het magazine verschijnt 10 keer per jaar; niet in juli en augustus.
Proefnummer? Factuur? Contacteer ons via
info@sampol.be
of op 09 267 35 31.
Het abonnementsgeld gaat jaarlijks automatisch van je rekening. Het abonnement kan je op elk moment opzeggen. Lees de
Algemene voorwaarden.
Je betaalt liever via overschrijving?
Abonneren kan ook uit het buitenland.
*Ontdek onze SamPol draagtas.