Het boek legt de systeemfouten van het huidige landbouwsysteem bloot, maar geeft ook progressieve oplossingsrichtingen.
Tot de bodem
Hoe kunnen we zorgen voor gezonde, duurzame voeding voor iedereen, met een correct inkomen voor de landbouwer en binnen de planetaire grenzen? De vraag waar we naartoe willen met de Vlaamse landbouw wordt elke dag urgenter. De stikstofcrisis blijft aanslepen, de aanmeldingen bij het hulpcentrum voor landbouwers stijgen en gemiddeld verdient de Vlaamse boer(in) 17% minder dan een voltijds loontrekkende. Ondertussen werd de Vlaamse regering zowel voor haar zwak pesticiden- als mestbeleid gedagvaard omdat ze er niet in slaagt een gezond leefmilieu te garanderen. Kortom, het landbouwsysteem werkt niet, noch voor de landbouwer, noch voor de natuur, en vele landbouwers missen perspectief en financiële en mentale ruimte om voluit voor een verdere verduurzaming te kiezen. De door de politiek opgehitste polarisatie tussen landbouw en natuur zorgt daarenboven voor een ongeziene impasse in de verschillende landbouwdossiers.
Gemiddeld verdient de Vlaamse boer(in) 17% minder dan een voltijds loontrekkende.
Hoog tijd voor positieve alternatieven die de klassieke tegenstellingen doorbreken en een beeld schetsen van wat wél kan. Het boek Tot de bodem. De toekomst van landbouw in Vlaanderen van Maïka De Keyzer, docent aan het departement geschiedenis van de KU Leuven en verbonden aan Denktank Minerva, komt dan ook geen dag te vroeg. In het boek laat ze 27 experts aan het woord over hun oplossingen voor verschillende aspecten van het huidige landbouwsysteem in Vlaanderen. De experts vormen een evenwichtige mix van enkele (bio)boeren, verschillende beleidsexperts uit ngo's, zoals Broederlijk Delen, Voedsel Anders en Oxfam, en experts gelieerd aan universiteiten en instellingen zoals het INBO en het ILVO. De klassieke landbouworganisaties zoals Boerenbond en het Algemeen Boerensyndicaat ontbreken evenwel.
Het boek heeft de intentie om op basis van de expertise van diverse onderzoekers en experts uit het veld een reeks concrete en constructieve voorstellen te formuleren om de noodzakelijke verandering in het landbouwsysteem te realiseren. Kenmerkend aan elk hoofdstuk is het schetsen van de kansen die er liggen om het huidige systeem veerkrachtiger te maken. Op dat vlak is het boek verfrissend. Het gaat verder dan één visie op het landbouwsysteem, maar stelt de lezer wel in staat parallellen te zien tussen de verschillende auteurs en hun oplossingsrichtingen.
Het boek begint met twee hoofdstukken die het gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) kaderen. Eerst krijgen we de geschiedenis van het GLB, vervolgens een uiteenzetting van het huidige landbouwbeleid en zijn subsidiesysteem. Biologisch veehouder Kurt Sannen is erg kritisch over de huidige opbouw van het GLB en gaat uitgebreid in op de verschillende steunmechanismen, zoals de koppeling van subsidies aan het aantal hectaren dat men bewerkt. Het is één van de meest inzichtelijke hoofdstukken dat wijst op de nood aan een faire markt, waarbij de macht van de dominante spelers in de landbouw- en voedselmarkt drastisch bijgestuurd dient te worden. Sannen maakt duidelijk dat de enorme som publiek geld die via het GLB naar de landbouwsector gaat, nog onvoldoende gebruikt wordt om het landbouwmodel, in lijn met de Farm-to-Forkstrategie, te verduurzamen. Enkel een herverdeling van de GLB-middelen zal echter onvoldoende zijn, ook beleidsdomeinen als economie dienen drastisch bijgestuurd te worden, bijvoorbeeld door de internalisering van externe kosten en baten.
Een opmerkelijk hoofdstuk is dat van professor Tessa Avermaete (KU Leuven), die de focus legt op de efficiëntie van de Vlaamse voedselproductie en spreekt over schaalvergroting om werk te maken van duurzame intensifiëring. Die duurzame intensifiëring lijkt nochtans voor het gros van de auteurs een contradictio in terminis. Bovendien blijft het de vraag of de discussie groot- versus kleinschalig wel tot de kern van de problematiek gaat. In schril contrast hiermee staat het hoofdstuk van Wervel, een beweging die ijvert voor meer democratie in het landbouw- en voedselsysteem. Experts Luc Vankrunkelsven en Karolien Burvenich schreven het scherpste hoofdstuk waarin ze de problematiek van de exportgerichte veehouderij in Vlaanderen schetsen. Ze gaan uitgebreid in op de handel van soja en hoe de concentratie van de macht zich situeert bij enkele grote spelers, zoals Cargill of Dreyfus. De problematiek van de import van veevoer, die er in slaagt de Vlaamse veestapel kunstmatig hoog te houden, wordt duidelijk in beeld gebracht. Ze pleiten resoluut voor een loskoppeling van het voedselsysteem van het neoliberale gedachtegoed 'waarbij voedsel koopwaar is en waarmee kan worden gespeculeerd en bakken winst kan worden gemaakt.' Ze zien een oplossingsrichting in een participatief model waarin de autonomie van de boer centraal staat, versterkt door een overheid die tegen de lobby van de agro-industrie durft in te gaan.
87% van de retail in België is in handen van vijf bedrijven.
Ze uiten ook kritiek op de geconcentreerde macht van de supermarkt: 87% van de retail in België is in handen van vijf bedrijven. Bioboer en landbouweconoom Bavo Verwimp is hierover in het voorlaatste hoofdstuk duidelijk. Het ontbreekt niet enkel aan goed ontwikkelde economische modellen om anders te produceren, maar ook om anders aan handel te doen. Hij wijst op het gebrek aan onderzoek en experimenten inzake andere afzetstrategieën en consumptiepatronen. Zo brengt hij ons bij één van de meest onderbelichte problematieken in Vlaanderen: de wisselwerking tussen het landbouw- en voedselbeleid. Ondanks de lancering van de Vlaamse voedselstrategie (2022) missen we nog steeds een onderbouwde coherente visie op het Vlaams voedselsysteem, die via duidelijke doelstellingen het landbouwsysteem richting een verdere verduurzaming stuwt.
Het boek raakt tal van deelaspecten van het landbouwsysteem aan, gaande van inspraak van landbouwers, over waterhuishouding, biodiversiteit en seizoensarbeid tot de link met het globale Zuiden. Een boeiende keuze van onderwerpen, waarin misschien een hoofdstuk over de gezondheidseffecten van het huidige landbouwsysteem mist. De impact van pesticiden en stikstof op onze gezondheid, en de risico's van de veehouderij inzake antimicrobiële resistentie en zoönosen zijn elementen die we absoluut mee in rekening moeten brengen wanneer we werk willen maken van een toekomstgericht landbouwsysteem.
Het hoofdstuk rond de agro-ecologische transitie vat het pleidooi van de meeste auteurs goed samen: 'Hoe meer wordt geïnvesteerd in de bijschaving van een pervers systeem, hoe meer dat systeem zich vastrijdt. Het gaat zichzelf bestendigen en wordt alsmaar blinder voor eigen systeemfouten.' Het boek legt de systeemfouten van het huidige landbouwsysteem bloot, maar geeft ook progressieve oplossingsrichtingen. Het valt daarbij af en toe in herhaling, wat geen zwakte is, maar net toont dat we met integrale oplossingen op meerdere problemen een antwoord kunnen bieden. Een 10-stappenplan om mee aan de slag te gaan komt, gezien de complexiteit van de problematiek, niet uit het boek gerold: er is geen silver bullet. Dat we er met 'end of pipe'-maatregelen niet zullen geraken, lijkt wel duidelijk. Ook over de verbetering van de positie van de boer(in) in de keten en de nood aan minder landbouwdieren, lijkt er consensus.
De Keyzer zelf geeft in de introductie duidelijk kritiek op het landbouwbeleid van de laatste decennia waarin ze stelt dat vooral conservatieve stemmen en voorstanders van een 'laissez-faire'-beleid de eerste viool speelden. In de conclusie wijst ze terug naar de verantwoordelijkheid van de Vlaamse overheid om de bestaande instrumenten in te schakelen om een fundamentele voedseltransitie teweeg te brengen. Ze wijst erop dat te allen tijde de tekentafel opnieuw kan worden bovengehaald om een nieuw beleid te vormen. De huidige context smeekt erom, en het boek biedt alvast de nodige inspiratie. Waar wachten we nog op?
Heleen De Smet
Samenleving & Politiek, Jaargang 30, 2023, nr. 3 (maart), pagina 85 tot 87
Abonneer je op Samenleving & Politiek
Het magazine verschijnt 10 keer per jaar; niet in juli en augustus.
Proefnummer? Factuur? Contacteer ons via
info@sampol.be
of op 09 267 35 31.
Het abonnementsgeld gaat jaarlijks automatisch van je rekening. Het abonnement kan je op elk moment opzeggen. Lees de
Algemene voorwaarden.
Je betaalt liever via overschrijving?
Abonneren kan ook uit het buitenland.
*Ontdek onze SamPol draagtas.