Abonneer Log in

Kleerkastvasten

Vasten is in. Sarah Vandoorne vroeg zich af of ze zes weken lang met slechts zes kledingstukken kon rondkomen.

Kleerkastvasten

Sarah Vandoorne
Uitgeverij Vrijdag, Antwerpen, 2023

Vasten is in. Of het nu gaat om het systematisch overslaan van je ontbijt, even stoppen met alcohol, of een maand het gras niet maaien: minderen trekt aan. Ziedaar de handige titel van dit boek: Kleerkastvasten. Onderzoeksjournaliste Sarah Vandoorne vroeg zich af of ze zes weken lang met slechts zes kledingstukken kon rondkomen. Als experiment, maar vooral ook als statement tegen een mode-industrie die elke week met een nieuwe collectie op de proppen komt. Wat volgt is geen dagboekrelaas over het constante handwassen van die ene broek en pull, maar een diepgravende analyse naar de vraag waar onze kledij vandaan komt, en waar die uiteindelijk belandt. Een ontrafeling van een complexe keten, waarbij persoonlijke verhalen, technische discussies en twijfel centraal staan.

Het boek is ingedeeld volgens de omgekeerde textielcyclus. Zo begint het ketenonderzoek op een strand in Ghana, waar de kledingstukken aanspoelen tussen je voeten. Een ecologische ramp, terwijl ook de lokale Ghanese marktkramer er weinig beter van wordt. De massa kleren die wij inkopen en weer afvoeren via textielbakken is gewoon te groot, en vaak van lage (kunststof) kwaliteit. Onlosmakelijk verbonden zijn de Ghanese vrijwilliger die het strand opruimt, en de westerse koopverslaafde. Die laatste werd de afgelopen decennia immers op zijn wenken bediend door steeds lagere prijzen, snellere collecties, makkelijk te scrollen online boetieks en gratis retourneren van pakketjes. Dat daar een teloorgang van lokale commerce, massa vernietiging van stock, of vervuilde stranden bij komt kijken, wordt vaak overzien of genegeerd.

Hoewel er vandaag een bindend 'Bangladesh Accord for Safety' bestaat, blijven er grote vragen bij de afdwingbaarheid, en de dunne definitie van veiligheid.

Als het traject van afgewerkte kledij al problematisch is, zijn er minstens zoveel uitdagingen bij het productieproces. Kleerkastvasten verscheen dag op dag 10 jaar na de ineenstorting van Rana Plaza, een textielfabriek in Bangladesh waar meer dan 1.100 slachtoffers (vooral vrouwen) vielen, bedolven tussen de labels van grote kledingmerken als Zara, Benetton en Mango. Hoewel er vandaag een bindend 'Bangladesh Accord for Safety' bestaat, blijven er grote vragen bij de afdwingbaarheid, en de dunne definitie van veiligheid. De grote schare mensen die verder in de informaliteit (vaak van thuis uit) kleren en accessoires aan elkaar stikken, blijven buiten schot.

Ook de productie en ontginning van de basisstoffen voor kledij is vaak ecologisch en ethisch problematisch. Naast een schuimende en stinkende rivier in Indonesië beschrijft Vandoorne hoe parallel aan waterzuiveringsinstallaties nieuwe buizen worden aangelegd om afvalwater te dumpen, vol zware metalen en PFAS, die als drink- en kookwater verderop worden gebruikt. In het hoofdstuk rond de ontginning, en het spinnen en weven van katoen wordt de vergelijking gemaakt met 19e eeuwse toestanden in textielstad Gent, het Manchester van het vasteland. Samen met referenties naar priester Daens is er weinig meer nodig om aan te geven dat arbeidsomstandigheden vaak erbarmelijk blijven.

Toch reflecteert Vandoorne openlijk of we hier wel met onze Europese bril mogen spreken over slachtoffers, of over moderne slavernij, alsof er een makkelijk verhaal van goed en kwaad te vertellen valt. Niet alleen voelt de lokale bevolking dit soort vocabularium als denigrerend aan, ook is dit simpelweg hun dagelijkse realiteit. Bengaalse vrouwen drukken haar op het hart om 'made in Bangladesh' te blijven kopen, zodat zijzelf kunnen bijdragen aan het gezinsbudget. Zowel deze arbeidsters, als de ontwerpers en modellen die dromen 'het' te maken in de modewereld ten koste van fysiek en mentaal welzijn, zijn onderdeel van een al eeuwenlang ongelijk systeem dat arbeid niet naar waarde schat.

Het moet benadrukt: Vandoorne is er niet louter op uit misstanden aan de kaak te stellen. Dat bewijzen de hoofdstukken waarin de basisstoffen (wol, leer, katoen, polyester) onder de loep worden genomen. Ze slaagt er hier in een interessante mix te presenteren van technische discussies over de eigenschappen van stoffen en productieprocessen, verweven met ethische en ecologische dilemma's, en de keuzes die wij als consument daarna zelf kunnen maken. Het boek spruit ook niet voort uit vastgeroeste ideeën en vooroordelen die verder gestaafd worden, maar behapt elke stap van de productieketen met een open geest. Dat e-commerce ook positieve kanten kan hebben, of dat aan recente wetgevende initiatieven zoals ketenverantwoordelijkheid tekortkomingen en perverse effecten zitten, bijvoorbeeld.

Ook de kritiek die ze onderweg te slikken krijgt, krijgt transparant een plaats. Vanwaar de focus op de textielsector, bijvoorbeeld? Komt dat voort uit schuldgevoel, plaatsvervangende schaamte voor andere shoppers, of uit solidariteit met Bengaalse vrouwen? Is het verder wel de rol van een westerse journaliste om 'als een strontvlieg op de muur' (sic.) de misstanden te gaan optekenen en fotograferen?

Deze reflecties over positionering zijn verfrissend om te lezen, maar wakkeren die sluimerende twijfel verder aan. Inhoudelijk behelst het grootste dilemma een klassieke tweespalt: hervormen of radicaal omzwaaien? In essentie bestudeert het boek immers de vraag of een duurzame mode- en textielindustrie kan bestaan. Waar zitten knelpunten en waar kunnen we duurzamer mee omgaan? Onlosmakelijk is dit verbonden met een verhaal van groene groei: de industrie blijft bestaan, maar er wordt getracht de ecologische en sociale misstanden te elimineren. Vandoorne spot lichtpunten, op veel plaatsen, en doet daar ook niet cynisch over. Maar toch blijft er doorheen het boek iets smeulen: moet het niet gewoon allemaal met … minder? In één catchy frase: het duurzaamste stuk kledij is hetgeen al in je kleerkast hangt.

Moet het niet gewoon allemaal met … minder? In één catchy frase: het duurzaamste stuk kledij is hetgeen al in je kleerkast hangt.

Vandaar de laatste twist in de structuur van het boek, met drie finale parten. Een eerste rond het herstellen van kledij, of zelfs het repurposen ervan: van oude jeansbroeken een nieuwe tas maken, bijvoorbeeld. Een tweede rond (betere) recyclage, hoe de triage efficiënter kan in het Noorden, en of Afrikaanse landen moeten overwegen importverboden op tweedehandskledij in te stellen, of moeten ijveren voor uitgebreide ketenverantwoordelijkheid. Een laatste focust op het groeiende succes van (het begrip) circulariteit: hoe innovators er steeds beter in slagen om kledij terug tot garen te herleiden, om opnieuw te gebruiken.

Daarmee zit de auteur in de slipstream van de laatste technologische snufjes en prikkelende ideeën die de industrie kunnen transformeren. En toch – opnieuw – komt ook hier die twijfel weer loeren. Als de herstelindustrie hoogtij viert, betekent dat nog steeds dat er een massa kledij rondgaat. Als de tweedehandsmarkten (Vinted!) welig tieren, hebben we nog niets gedaan aan onze lust om veel te blijven kopen (al is het maar om de verzendkosten te drukken). En circulariteit, dat nieuwe modewoord (na het vorige 'duurzaamheid') krijgt ook geen tien op het rapport, aangezien het bedrijven toestaat te blijven produceren op grote schaal, en hen in het slechtste geval zelfs een groen image verschaft dat ze misschien niet verdienen.

Er is geen eenduidige oplossing om deze complexe textiel- en modeketen te verduurzamen.

Na acht jaar onderzoeksjournalistiek over het thema had Vandoorne wellicht graag geëindigd met een duidelijke boodschap: een waslijstje aan acties die we zelf kunnen ondernemen, aan duidelijke keuzes waar we ons het hoofd niet verder over moeten breken, en aan het soort collectieve actie die we vertaald via wetgeving of vrijwillig initiatief moeten ondersteunen. Maar dat lukt niet. Er is geen eenduidige oplossing om deze complexe textiel- en modeketen te verduurzamen. Het gaat haar ook niet om een lijst van fysieke alternatieven voor te stellen, maar om mensen aan te zetten blijven vragen te stellen en beter te eisen.

Gelukkig vervalt het boek daardoor niet in een cynisch betoog, maar brengt het een bescheidener en zelfs hoopgevender slot: the next big thing will be a lot of small things. En daar zit dit boek vol van: verhalen van mensen die op hun eigen perimeter verandering ten goeie eisen en willen brengen. Via amendementen, zuurtegraadmeters in rivieren, geautomatiseerde recyclage, ananasleer, of het schrijven van een boek. Tel die bij elkaar op, en wie weet broeit er op die manier voldoende contragewicht om fast fashion out of fashion te maken.

Niels Gheyle

Abonneer je op Samenleving & Politiek

abo
 

SAMPOL ONLINE

40€/jaar

  • Je leest het magazine online
  • Je hebt toegang tot het enorme archief
MEEST GEKOZEN

SAMPOL COMPLEET

50€/jaar

  • Je ontvangt het magazine in de bus
  • Je leest het magazine online
  • Je hebt toegang tot het enorme archief
 

SAMPOL STEUN

100€/jaar

  • Je ontvangt het magazine in de bus
  • Je leest het magazine online
  • Je hebt toegang tot het enorme archief
  • Je krijgt een SamPol draagtas*
 

SAMPOL SPONSOR

500€/jaar

  • Je ontvangt het magazine in de bus
  • Je leest het magazine online
  • Je hebt toegang tot het enorme archief
  • Je krijgt een SamPol draagtas*

Het magazine verschijnt 10 keer per jaar; niet in juli en augustus.
Proefnummer? Factuur? Contacteer ons via info@sampol.be of op 09 267 35 31.
Het abonnementsgeld gaat jaarlijks automatisch van je rekening. Het abonnement kan je op elk moment opzeggen. Lees de Algemene voorwaarden.

Je betaalt liever via overschrijving?

Abonneren kan ook uit het buitenland.

*Ontdek onze SamPol draagtas.