Hoewel in de EU enkel Oostenrijk en Luxemburg per leerling meer geld uitgeven dan Vlaanderen, blijft de kwaliteit van ons onderwijs dalen. Wat is er dan wel nodig om ons onderwijs te redden?
Terwijl ons onderwijs vroeger mee de rankings aanvoerde, hangt onze trots nu uitgeteld in de touwen. De voorbije jaren vloeide veel inkt over de dalende kwaliteit van ons onderwijs. De ene studie volgde het andere rapport op. Elke dag verschijnt er wel een artikel in een Vlaamse krant over hoe erg het gesteld is met het onderwijs.
Met dit artikel willen we echter de nexus van alle onderwijsstakeholders bieden door onze bril als ervaringsdeskundige in het onderwijs, maar ook als ouder, als onderzoeker én als politicus.
WE MISSEN VISIE
Ondanks het feit dat de problemen in het onderwijs niet van gisteren dateren, missen we tot op heden een daadkrachtige, toekomstgerichte én taboedoorbrekende visie. Vlaams minister van Onderwijs, Ben Weyts, laat ondertussen allerhande ballonnetjes op. Zo dreigt hij zelfs in te grijpen op het Groeipakket wanneer kinderen onvoldoende taalvaardig zouden zijn wanneer ze starten in het lager onderwijs.
De redenen voor deze snelle kwaliteitsdaling zijn divers, maar de meest acute is uiteraard het tekort aan gekwalificeerde leraren. Dat beklemtoonde ook de Onderwijsinspectie in haar jaarverslag. Het aantal jonge mensen dat ervoor kiest om leraar te worden, is de afgelopen jaren aanzienlijk gedaald, waardoor er op veel scholen een tekort is aan bekwame leraren.
Daarnaast is er het gebrek aan efficiëntie en de organisatorische verbrokkeling van ons onderwijssysteem. Talent zit verspreid over een veelheid van instellingen en er staan diverse schotten tussen deze expertises.
Binnen het onderwijs bestaan ook diverse gradaties en/of maatschappelijke interpretaties van kwaliteit. Je zal maar in het technisch of het beroepsonderwijs zitten. Ondanks alle inspanningen om dit praktijkgerichte en het zogenaamde STEM-onderwijs te stimuleren – profielen waar onze samenleving zoveel nood aan heeft – neemt de populariteit van die belangrijke wetenschappelijke, technologische, technische en wiskundige richtingen verder af.
Nochtans gaan er veel middelen naar ons onderwijs, zowat een kwart van alle Vlaamse overheidsuitgaven. Dat geld gaat vooral naar de lonen van leerkrachten, die nochtans niet te veel verdienen. Slechts 1/15 gaat naar werkingsmiddelen en slechts 5% naar investeringen. Internationaal zijn we nochtans goed bedeeld. Per leerling uit het leerplichtonderwijs geven in de EU alleen Oostenrijk en Luxemburg meer geld uit dan Vlaanderen. Wat is er dan wel nodig om ons onderwijs te redden?
TIENPUNTENPLAN
1
Leg de lat hoog
25 jaar geleden werden lessenroosters opgemaakt in functie van het wekelijks partijtje tennis van leerkrachten met de meeste anciënniteit. Vandaag worden leerlingen (te veel) in de watten gelegd. Van leerkrachtgericht naar leerlinggericht, waarbij leerlingen hun leerweg zeer sterk in eigen handen hebben en waarbij de leerkracht in de beste gevallen een 'animator van het leerproces' is en in het slechtste geval een bureaucratische afvinker van eindeloze lijstjes leerdoelen.
Onderwijs moet niet leerkrachtgericht of leerlinggericht zijn, het moet het leren enthousiasmeren, leerlingen uit hun comfortzone halen en iedereen aanzetten tot excelleren.
Eindtermen zijn de minimumdoelen voor ons onderwijs, en toch behalen een groot deel van de leerlingen ze niet. Zijn de eindtermen niet realistisch of is ons onderwijs niet aangepast om ze te behalen? Nu zijn de eindtermen een longlist van gewenste vaardigheden, aangebracht door alle, vooral socio-economische, actoren in onze samenleving. Iedereen wil een eigen klemtoon leggen. Als een typisch Belgisch compromis, zijn de eindtermen eerder een shoppinglist 'voor ieder wat wils' in plaats van de volledige persoonlijkheidsontwikkeling.
Minister Weyts klopt zichzelf op de borst. Hij verwijst naar enkele maatregelen die hij nam, zoals de Vlaamse toetsen en de taaltest voor kleuters. Principieel nobele initiatieven. Maar je koorts gaat niet dalen door je temperatuur te meten.
2
Geef vertrouwen
Mark Van De Voorde, voormalig adviseur van Herman Van Rompuy, stelt het volgende over wantrouwen: "Wie wantrouwen ondervindt, gaat op zijn beurt wantrouwen. Het wantrouwen neemt daarom exponentieel toe, het vermenigvuldigt voortdurend zichzelf. Geen gevaarlijker adagium dan: vertrouwen is goed, controle is beter! Overdreven controle, summum én gevolg van wantrouwen, heeft bovendien een averechts effect. Als controle de grondslag van een organisatie wordt, gaat de samenleving in het defensief door onder te duiken. Wantrouwen zet aan tot misbruik. Misbruik op zijn beurt leidt tot juridisering: alles moet wettelijk worden vastgelegd, want we vertrouwen informele afspraken niet. Het gevoel gewantrouwd te worden, is vooral dodelijk voor het engagement."
Ook verschillende leerkrachten kropen precies over dat wantrouwen in de afgelopen maanden in hun pen. Zo schreef Pieter Van den Bossche, leraar Latijn, Grieks en filosofie:
"Zij verdienen meer vertrouwen dan achterdocht, ook wanneer het allemaal even minder vlot loopt. Dat zou voor een exponentiële daling van de werkdruk in het onderwijs zorgen. De administratieve wurgslang gedijt namelijk best in een sfeer van wederzijds wantrouwen, waarin elke actie die je onderneemt een spoor op papier moet achterlaten."
De administratieve wurgslang gedijt best in een sfeer van wederzijds wantrouwen, waarin elke actie die je onderneemt een spoor op papier moet achterlaten.
Wie gevraagd wordt bij welke leerkracht ze het meest leerden, zal vaak verwijzen naar charismatische vertellers, naar enthousiaste doeners, naar koppige aanmoedigers én naar diegenen die lichtjes anarchistisch buiten de lijntjes kleurden. In het huidig onderwijs is er helaas amper nog plaats meer voor deze profielen.
De onduidelijkheid over eindtermen, leerplannen, lessenroosters en handboeken veroorzaakt heel wat onrust. Oorspronkelijk waren er 995 eindtermen in de basisvorming van alle richtingen in de tweede en derde graad secundair. Als je die in de specifieke vorming van de diverse richtingen gaat meetellen, wordt de lijst eindeloos.
Het kan nochtans anders; kijk naar het onderwijssysteem in Finland:
'In plaats van het opvoeren van externe druk op scholen heeft het Fins beleid vastgehouden aan het versterken van de interne krachten en energie die schoolteams aandrijven: vertrouwen in hun professionele deskundigheid, verregaande autonomie, samenwerking binnen teams… In plaats van het verengen van het curriculum tot cognitieve, goed meetbare leerprestaties heeft Finland vastgehouden aan zijn brede curriculum met oog voor de volledige persoonlijkheidsontwikkeling van kinderen (inclusief emotionele, sociale, fysieke, artistiek-culturele aspecten van hun identiteit).'
Weg dus met die lange lijsten leerdoelen. Bied leerkrachten een algemeen kader waarin ze, op basis van de eigen expertise en pedagogische vaardigheden, de leerlingen kunnen laten groeien.
3
Wees consequent
In juni 2022 vernietigde het Grondwettelijk Hof de nieuwe eindtermen van de tweede en derde graad secundair onderwijs, nadat het katholieke net naar de rechter was getrokken. Volgens het Grondwettelijk Hof waren de nieuwe eindtermen zo omvangrijk en gedetailleerd dat niet kan worden aangehouden dat het om minimumdoelstellingen gaat.
Deze uitspraak liet de scholen en leerkrachten in verwarring achter. Dit was de situatie op 1 september 2023 in alle Vlaamse secundaire scholen:
- 1e & 2e jaar: verderzetting oorspronkelijke modernisering
- 3e jaar: nieuwe modernisering (na 2 schooljaren oorspronkelijke modernisering)
- 4e jaar: oorspronkelijke modernisering (2de schooljaar, voor de laatste keer)
- 5e middelbaar: vernieuwde modernisering
- 6e jaar: laatste jaar zonder modernisering
Op de datum van het schrijven van dit stuk zijn zelfs nog niet alle leerplannen voor de start van volgend schooljaar gefinaliseerd. Van de overheid verwachten we eenduidige, bondige en toekomstgerichte eindtermen.
4
Weg met de prestatiebreuken
Een campagne voor meer leerkrachten is één zaak, maar hen in het onderwijs houden een andere. Elke startende leerkracht zal het beamen, de beginjaren kunnen hels zijn. Eén op de drie beginnende leerkrachten haakt af, omwille van onzekerheid, versnipperde opdrachten en een gebrek aan coaching. Dit is trouwens ook allerminst bevorderlijk om zij-instromers aan te trekken en te behouden.
Toch blijft het raar dat zelfs in tijden van leerkrachtenschaarste er nog mensen hun opdracht bij elkaar moeten sprokkelen en jaarlijks grondig zien wijzigen. Het is een gevolg van de complexe structuur van ons onderwijssysteem, waar gegrossierd wordt in mogelijke ambten, prestatiebreuken, te presteren uren en weddeschalen.
Waarom niet eens met de rode bic door het teveel aan prestatiebreuken gaan? Waarom is een meer eenduidig ambt niet mogelijk? Dit zal zorgen voor meer overheidsefficiëntie en meer beroepszekerheid voor de (beginnende) leerkracht.
Tussen haakjes: een voltijds werkende leerkracht werkt gemiddeld 41 uur en 30 minuten per week, inclusief schoolvakanties.
5
Schaf de netten af
Iedereen weet het, maar niemand durft het te benoemen. De keuze die voorligt: blijven we krampachtig vasthouden aan een compleet voorbijgestreefde visie op de 'vrijheid van onderwijs', de heilige koe, of werken we aan kwaliteit én betaalbaarheid?
Moeten scholen in één gemeente wel allemaal dezelfde studierichtingen aanbieden? Waarom moeten steden en gemeenten nog beschikken over een eigen net? Is onderwijs nog een kerntaak van een lokaal bestuur? Worden de verschillen tussen de netten niet artificieel uitvergroot uit een vorm van lijfsbehoud?
Ons onderwijslandschap is nog één van de weinige bastions van de verzuiling, beschermd door een eenzijdige interpretatie van de grondwet. 'Vrijheid van onderwijs' betekent niet dat er meerdere netten moeten bestaan, wel dat het onderwijs vrij georganiseerd moet kunnen worden. Het afschaffen van de netten hoeft heus niet te resulteren in 'eenheidsworst'.
Het afschaffen van de netten hoeft heus niet te resulteren in 'eenheidsworst'.
Een markteconomische visie zorgt voor een ongenadige concurrentiestrijd tussen de netten en de scholen. Het verhogen van het marktaandeel wordt een deel van de missie. Door het afschaffen van de netten, zal er meer kunnen worden gedaan met dezelfde middelen. Het kan een hefboom zijn voor kwaliteitsverbetering.
6
Innoveer
Technologie-ondernemer Peter Hinssen waarschuwt al jaren: 'De traagheid van het onderwijs is gigantisch'. Onderwijs bereidt jongeren voor om te functioneren in de samenleving van de toekomst. Daarom moet onderwijs vooroplopen en verandering, disruptie en innovatie omarmen. Door ons onderwijs vast te betonneren, missen we het vermogen om snel in te spelen op snelle maatschappelijke veranderingen. Vaak reageren onze scholen dan ook verkrampt op de snelle ontwikkelingen. We moeten niet per definitie teruggrijpen naar een conservatieve aanpak uit het verleden om de toekomst vorm te geven. De jongeren die vandaag op de schoolbanken zitten, zullen 7 tot 10 verschillende jobs uitvoeren, waarvan er 5 tot 6 vandaag nog niet bestaan.
We leven nu eenmaal in een samenleving van een constante en steeds snellere verandering. Dat betekent dat een leerkracht zichzelf jaarlijks, zelfs dagelijks, moet heruitvinden. Laat leerkrachten experimenteren, gun ze de tijd om een stage te lopen in andere organisaties en laat ze vooral veel kennis met elkaar uitwisselen.
7
Stop de commercialisering
Op de eerste schooldag trekken leerlingen naar school om een stapel glossy leerboeken op te pikken. Dure leerboeken betaald door de ouders, de onderwijsinstellingen en de samenleving. Uiteraard behoort een degelijke laptop met de nodige Microsoftlicenties en Smartschool ook tot het arsenaal van de modelleerling.
Educatieve uitgevers leveren dikke werkboeken af. Door het gebruik van invulboeken wordt er minder tijd besteed aan creatief en kritisch denken, aan het oplossen van problemen en aan het ontwikkelen van essentiële levensvaardigheden.
Daartegenover staat het principe van de Open Leermiddelen, of Open Educational Resources, die beschikbaar zijn voor aanpassing, verspreiding en hergebruik. Dat betekent dat de auteurs van deze werken, vaak zelf leerkrachten, toestemming geven om de werken vrij te gebruiken, ze te wijzigen en gewijzigde versies opnieuw te verspreiden. Open gaat dus niet enkel over toegang, ook over de mogelijkheid om materialen en informatie aan te passen en te personaliseren. Leerkrachten én leerlingen kunnen deze bronnen aanvullen met good practices en eigen voorbeelden, waarop anderen dan weer kunnen verder bouwen.
Met de educatieve portaalsite KlasCement bewees het Vlaamse onderwijs zijn tijd flink vooruit te zijn op vlak van open leermiddelen. Het is tijd dat het Vlaamse onderwijs weer in het koppeloton van deze innovaties komt. Eigenlijk is gratis kennis delen een wezenlijk kenmerk van onderwijs.
Bedrijven als Signpost, ICT-partner van veel scholen, en Smartbit, het bedrijf achter Smartschool, verwierven een quasi-monopolie in het Vlaamse lager en secundair onderwijs. Deze bedrijven bieden uiteraard kwalitatieve diensten aan, maar gezond is dit niet te noemen.
Consequent kiezen voor Open Onderwijs en het opzetten van samenwerkingsverbanden kan soelaas brengen.
Consequent kiezen voor Open Onderwijs en het opzetten van samenwerkingsverbanden kan hierbij soelaas brengen. Veel hoeft het niet te kosten. Wel is er nood aan visie, durf en doortastendheid.
8
Weg met de schoolfactuur
Het zogenaamde gratis onderwijs is bij ons helemaal niet gratis door vele 'verborgen' kosten. De rekening voor schoolboeken, laptop, drukwerk, schoolreizen, werkmateriaal, … loopt snel op. Opnieuw verwijzen we naar Finland: daar is onderwijs wel volledig kosteloos, tot de schoolmaaltijden toe.
Ondanks alle verdragen, wetten en decreten die de gratis toegang tot onderwijs garanderen, is de realiteit toch anders. Uit het meest recente onderzoek van SONO blijkt dat de studiekost in het lager onderwijs gemiddeld 628 euro per schooljaar bedraagt, in de eerste graad van het secundair onderwijs gemiddeld 1.207 euro en in de derde graad zelfs gemiddeld 1.502 euro, met grote verschillen tussen de diverse scholen.
Volgens vzw SOS Schulden op School doet één op de drie scholen een beroep op incassobureaus. De Vlaamse Scholierenkoepel vroeg daarom enkele maanden geleden een onmiddellijke bevriezing van de schoolkosten, gratis openbaar vervoer en een maximumfactuur voor het secundair onderwijs, zoals in het basisonderwijs.
Dit staat allemaal in schril contrast met wat er in de Grondwet staat: 'De toegang tot het onderwijs is kosteloos tot het einde van de leerplicht.' Indien men de grondwet meer dan strikt interpreteert wanneer het gaat over de vrijheid van onderwijs, mag de geest van de wet ook doorwegen op het vlak van kosteloos onderwijs.
9
Infrastructureer
Veel gebouwen van de Vlaamse scholen zijn sterk verouderd en voldoen niet meer aan de moderne eisen voor een goede leeromgeving. Ze zijn gebouwd in de jaren 1960 en 1970. Ze hebben nu te maken met problemen zoals een gebrekkige isolatie, verouderde verwarmingssystemen, lekkende daken, enzovoort.
Daarnaast is er een gebrek aan ruimte en flexibiliteit. Veel scholen botsen op capaciteitsgrenzen. Ze hebben onvoldoende ruimtes die flexibel genoeg zijn voor de veranderende onderwijsbehoeften en -methoden.
Minister Crevits kwam met het voorstel om giften aan onderwijs fiscaal aftrekbaar te maken. Op het eerste zicht een prima voorstel. Maar gaan onze kinderen straks naar het Ghelamco Instituut of het Graaf Lippens Lyceum? Zijn we op weg naar gesponsorde scholen zoals in de Verenigde Staten?
Bijkomende middelen om schoolgebouwen aan te passen aan de huidige standaarden zijn dus dringend nodig. Samenwerkingen mogen niet uit de weg worden gegaan, maar de overheid moet de stuurknuppel bedienen.
10
Luister en voer uit
Eind vorig jaar werd Dirk Van Damme door de Vlaamse regering gevraagd om een commissie van wijzen samen te stellen die een modern school- en personeelsbeleid voor het onderwijs moet uittekenen. De groep bestaat onder meer uit academici, leraren schooldirecteurs en HR-experts. Ze moeten tegen eind 2023 een soort blauwdruk op tafel leggen, waar de sociale partners, de onderwijskoepels en vakbonden dan mee aan de slag kunnen gaan.
Suggesties en oplossingen uit het veld zijn voor handen: van het Netoverschrijdend Overlegplatform Directeurenorganisaties Basisonderwijs (NODB) tot de 58 adviezen van de commissie Brinckman.
Te veel onderwijsrapporten liggen stof te vergaren. Aan onze beleidsmensen geven we dan ook graag de boodschap mee om met de adviezen en rapporten daadwerkelijk beleid te voeren en de durf te hebben om alle taboes te doorbreken.
EEN VERHAAL VAN MENSEN
Ons onderwijs moet dringend de principes van 'Lean and Agile' omarmen: efficiëntie en wendbaarheid. Dit betekent dat de complexe en bureaucratische procedures voor leerkrachten moeten worden afgebouwd en dat zij opnieuw het vertrouwen (en de verantwoordelijkheid) moeten krijgen om te vertrekken vanuit hun eigen talenten om het leren te faciliteren én leerlingen te enthousiasmeren.
Onderwijs is en blijft een verhaal van mensen: mensen die willen leren en mensen die anderen iets willen bijbrengen. Indien we dit omarmen, kunnen we eindelijk optimaal werk maken van de belangrijkste maatschappelijke uitdaging die er is: jongeren voorbereiden op hun rol in de samenleving.
Samenleving & Politiek, Jaargang 30, 2023, nr. 5 (mei), pagina 40 tot 45
Abonneer je op Samenleving & Politiek
Het magazine verschijnt 10 keer per jaar; niet in juli en augustus.
Proefnummer? Factuur? Contacteer ons via
info@sampol.be
of op 09 267 35 31.
Het abonnementsgeld gaat jaarlijks automatisch van je rekening. Het abonnement kan je op elk moment opzeggen. Lees de
Algemene voorwaarden.
Je betaalt liever via overschrijving?
Abonneren kan ook uit het buitenland.
*Ontdek onze SamPol draagtas.