Slechte journalistiek van De Morgen schoot in een periode van lijstvorming onterecht gaten in de stevige reputatie van gedreven en onderlegde Vlaamse parlementsleden.
In het Vlaams Parlement zetelen 124 parlementairen. Hoeveel van die mensen kent u?
Wel, op 18/11 publiceerde De Morgen een artikel 'Aanwezigheid in commissies: zit het Vlaams Parlement vol spijbelaars?'. Specifiek veel van de parlementsleden die u kent als ernstig en gedreven, werden daarin vernoemd als 'spijbelaars'. Het artikel was bedoeld als een benchmark en schandaalartikel, maar dat helaas vooral over zichzelf de storm en het schandaal afriep.
Een storm van protest maakte het artikel bínnen de politiek met de grond gelijk. Van politicologen tot hoofden van studiediensten en professoren gaven aan dat dit artikel was geschreven 'zonder kennis van de politiek'. Het artikel was inderdaad een optelsom van goede bedoelingen en slechte uitvoering: vol methodologische fouten, amateurpoliticologie, een benchmarking die nergens op sloeg in slordige uitleg. Het artikel wilde inzage geven in de politieke werking, maar toonde dat het die absoluut niet snapte. Het deed daarmee aan zeer onterechte antipolitiek.
Maar zulke inhoudelijke kritiek deint weinig uit buiten de politiek. En de vraag is: heeft zulke telraampolitiek überhaupt nut?
Is het summum in de telsom van journalisten wel een droombeeld voor een parlementslid? Ik wil pleiten dat dat juist leidt tot het soort holle prestatiepolitiek wat je in een parlement niet wil. Tot een oppervlakkige politiek, die even antipolitiek is als een slordige analyse die de plank misslaat.
Juist de analyse van dit artikel kan dat tonen.
TELRAAMPOLITIEK
Mogelijk stelt u de vraag: maakt dit uit? Zeker! In dit geval heeft deze slordige journalistiek specifiek in een periode van lijstvorming mensen massaal onterecht geschaad.
In de bijzonder slechte methodiek werden immers juist een aantal parlementsleden als 'spijbelaars' vermeld, terwijl die bekend staan als ernstig, passioneel, gedreven en onderlegd. Naast mezelf ook An Moerenhout, Hannes Anaf, Katia Segers en Orry Van De Wauwer. Alle collega's die ik erover sprak, waren er kapot van. Ook voor mij was het een schok en het greep me aan. Ik neem mijn job als grote verantwoordelijkheid zeer ter harte. Nog maar vijf maand geleden was ik in een parlementaire analyse van De Tijd geprezen als een ijverig parlementslid, dat bovengemiddeld veel vragen stelde en erg veel initiatieven zoals resoluties en conceptnota's indiende.
Naast mezelf werden ook An Moerenhout, Hannes Anaf, Katia Segers en Orry Van De Wauwer als 'spijbelaars' vermeld. Alle collega's die ik erover sprak, waren er kapot van.
Sowieso vind ik telraampolitiek een destructieve manier van naar politiek kijken. In het slechtste geval kweekt dat prikklokmentaliteit en pezeweverparlementsleden die zonder hart, diepte en inhoud vragen afvuren, terwijl ze sportmatchen bekijken op hun laptop.
In het beste geval zorgt het voor gejaagd afvinken van lijstjes, terwijl je verdorie de regering moet controleren, dossiers en feiten moet opbouwen, de waarheid moet achterhalen en de burgers moet vertegenwoordigen.
SLECHTE JOURNALISTIEK
Maar zelfs binnen de telraampolitiek is er tellen en tellen. Dit artikel was werkelijk van het slechtste dat ik op dat vlak al zag.
Ik zal daarbij, tegen wil en dank, mijn eigen voorbeeld gebruiken.
Eerst de full disclosure: wat gezegd werd over mij. Dat ik 'ondanks haar lage aanwezigheid in de commissie' (…) 'wel haar stempel heeft gedrukt op het debat over de crisis in de kinderopvang'.
Er kwam me ter ore dat dit als compliment bedoeld was.
Drie dagen later later kwam een nieuwe versie online van het artikel, waar bij mij vermeld werd 'dat je geen vast lid hoeft te zijn van een commissie om op dit domein te wegen, bewijst bijvoorbeeld ook (…) Celia Groothedde (Groen) beet zich buiten haar vaste commissie - waar ze het deelthema justitie opvolgt - dan weer vast in de crisis in de kinderopvang. Zo sprokkelde ze 58 extra vergaderingen bij elkaar. Ze volgde ook twee onderzoekscommissies. (…) Vandaag kan een verkozene wel ook op andere manieren de stem van zijn of haar kiezers laten renderen en het debat sturen. Door een kritisch boek te schrijven, bijvoorbeeld, zoals Groothedde deed over de kinderopvang. Of door een probleem aan te kaarten op sociale media.'
Ik ben een groot verdediger van de vierde macht en haar onafhankelijkheid. Mocht de kritiek in dit artikel terecht zijn, dan hoorden politici die te incasseren. Maar het oorspronkelijke artikel, maar zelfs de gecorrigeerde versie van de feiten geven echter waarheid noch werkelijkheid weer.
Het artikel van De Morgen geeft waarheid noch werkelijkheid weer.
Wat werd er niet geteld?
Zo waren niet eens alle commissies geteld.
De plenaire vergadering werd afgedaan als 'de etalage', terwijl elk ijverig parlementslid keihard werkt aan stevige dossiers om precies daar je thema te verdedigen. Vooral voor een oppositielid geldt: het zicht van de wereld betekent dat de minister misschien eens ingrijpt, in plaats van je harde feiten en cijfers te negeren in een commissie.
Ik kreeg in het begin van de legislatuur een backbencherplekje achteraan de plenaire vergadering, maar stapte ettelijke keren naar voor om eerst tegen de crisis in de kinderopvang te waarschuwen, nadien om haar te keren, en dan om het ontslag van een minister te vragen die alle waarschuwing in de wind sloeg. Maar ook over allerlei andere onderwerpen zoals de covidstrategie, het zowat onbestaande armoedebeleid, menstruatiearmoede en de schande van het endometriosebeleid, een beleid tégen sociale woningen, de asociale begrotingen sprak ik er de bevoegde ministers ettelijke keren aan. Telkens met oplossingen erbij, in plaats van holle slogans. De plenaire vergadering afdoen als etalage is de zondagsmis van de democratie negeren.
Werden ook volledig vergeten: alle onderzoekscommissies en bijzondere commissies.
Werden ook volledig vergeten: alle onderzoekscommissies en bijzondere commissies. Laat ik nu als vast lid van zowel de covidcommissie als de onderzoekscommissie kinderopvang daar per commissie dagenlang werk te hebben verzet. Dit was ook niet eventjes een vijfminutenvraag stellen, maar marathonsessies; commissies die zowel inhoudelijk als technisch zo zwaar, ernstig en diep waren, dat ik allicht niet de enige ben die er nachten van wakker lag en mogelijk jaren van mijn leven aan ben verloren. Ook Hannes Anaf van Vooruit, voorzitter van de Commissie Stikstof, werd als luiaard neergezet.
Allemaal van geen tel?
Niet meegeteld: alle digitale vergaderingen, waarmee quasi de volledige covidperiode was afgedaan. Laat ik als themaparlementair voor de eerste twee covidgolven, erg veel werk digitaal hebben verzet in die tijd, zowel binnen - ja, ook door achter de schermen informatie te geven, achtergelaten groepen te helpen en nodige maatregelen af te dwingen. Terwijl de collega's - voor hen terecht - klaagden dat ze zich thuis verveelden, ging de commissie welzijn en covid wél door, belde ik met iedereen binnen zorg, welzijn, kinderopvang en armoedebestrijding van 8 uur 's ochtends tot 2 uur 's nachts, net als met kabinetten en middenveld. Het was een uitputtende periode, maar een waarin ik, binnen en buiten de commissies en het parlement bijzonder veel gedaan kreeg om kwetsbare groepen mensen te beschermen.
Blijkbaar was de covidperiode geen parlementair werk?
Dit alles was van geen tel.
Had het zin wat geteld werd? Wat werd er eigenlijk wél geteld? Alleen de 'commissies' waar je vast lid bent. Maar heeft dat criterium zin?
Nee dus. Een 'commissie' is een praktische vergadering, een vergaarbak van onderwerpen en thema's, en dát is wat een parlementair opvolgt. Laat ik nu net géén vast lid zijn van de commissie 'welzijn', waar ik volgens de journalisten 'toch' mijn stempel had gedrukt, en in een achterafgrafiek vergaderingen 'bijeensprokkelde' (alsof het knikkers op de speelplaats betrof in plaats van werk voor de maatschappij).
Waarop werd ik afgerekend? Bijvoorbeeld de commissie 'algemeen beleid', waar ik alleen het thema 'justitie' opvolg dat slechts eens in de zoveel vergaderingen aan bod komt. Een thema trouwens waarvan wij met Groen van mening zijn dat het een ideologisch en duur vehikel van de NVA is, en de onderwerpen best onder zorg en welzijn, binnenland en lokaal bestuur zouden worden ingedeeld waar ze horen.
Op het gros van de vergaderingen van deze commissie word ik dus niet verwacht. Er gaan zitten zou broekslijterij zijn, er zomaar meningen in het debat gooien, leerling-tovenaarschap.
Wel kan je voor onderlegde dossiers in andere commissies langsgaan. De Morgen gaf aan dat ik in verschillende commissies langsging - en inderdaad zit er achter een simpele vraag om uitleg in de Commissie Onderwijs een volledige zelfgeschreven resolutie rond menstruatiearmoede of een uitgebreide conceptnota rond armoede in onderwijs.
Op sommige momenten worden trouwens zelfs tijdens deze Vlaamse 'justitie' andere onderwerpen besproken. Zo wordt de Limburgse minister Demir al eens aangesproken over puur Limburgse onderwerpen of lokale zaken. Dan is bijvoorbeeld een collega aan zet die Limburgse zaken opvolgt, niet ik.
De telling van De Morgen zat dus volledig scheef op zich. Dat verklaart ten dele waarom juist parlementsleden werden geviseerd die zo gedreven zijn, dat hun fractie hen in een onderzoekscommissie afvaardigt of gewaardeerde specialisten op specifieke 'toegevoegde' onderwerpen zoals gelijke kansen, media of justitie. Volledig onterecht en los uit de heup schoot dit artikel gaten in hun stevige reputatie.
Juist ernstige, passionele, gedreven en onderlegde parlementsleden werden als 'spijbelaars' voorgesteld.
Maar zelfs binnen een eenduidige commissie worden onderwerpen opgedeeld. Laat ik nu net in de Commissie Welzijn de bulk van mijn werk verzetten, die zo omvangrijk is dat de onderwerpen in sommige fracties tussen wel zes parlementsleden worden opgedeeld. Binnen Groen dragen we deze commissie met drie. Ik volg jong gezin, reproductieve gezondheid, vrouwengezondheid en gelijke kansen in zorg en welzijn. Op een hoorzitting met het Vlaams agentschap voor personen met een handicap of rond woonzorgcentra verwacht werkelijk niemand mij. Ook vragen om uitleg staan vaak gebundeld per onderwerp. Als er geen vragen om uitleg op de agenda staan rond mijn thema's, hoef ik niet aanwezig te zijn.
En dan is er parlementair lamleggen van onderwerpen. Laat ik daarover nu kunnen meespreken.
Zelfs toen het artikel van De Tijd mij nog als ijverig parlementair aanprees, werden mijn vele ingediende vragen om uitleg over kinderopvang in de commissie Welzijn al stelselmatig verworpen door de commissievoorzitter Stefaan Sintobin van Vlaams Belang, met de uitleg dat ik ze maar in de 'opvolgingscommissie' moest stellen. Deze opvolgingscommissie komt hoop en al één keer in het half jaar samen.
Met andere woorden: over één van de brandendst actuele onderwerpen, kinderopvang, heeft de commissievoorzitter minstens van mij in de laatste anderhalf jaar tientallen ingediende vragen om uitleg geweigerd. Onzichtbaar werk, dat nooit op de parlementaire agenda kwam en waar je nooit antwoord op krijgt. En tòch rekende De Tijd mij nog als een 'ijverig' parlementslid.
Ik doe het dus met de instrumenten die er zijn en stel tientallen schriftelijke vragen aan verschillende ministers, bouw persdossiers op die plenair de deur open forceren.
Maar ja, die negeerde De Morgen flagrant.
POLITIEKE IJSBERGEN EN IJSKLONTJES
En is dit het hele parlementaire werk? Natuurlijk niet. Want er is verschil tussen politieke ijsbergen en ijsklontjes.
De journalisten hadden het over 'mijn impact', 'ondanks' de lage aanwezigheid in commissie. Waar die impact dan zo magisch vandaan kwam, werd volledig genegeerd. Men haalde mijn boek aan - dat ik nochtans pas na drie jaar keihard parlementair werk schreef en volledig buiten de werkuren. Man benoemde social media - waar ik inderdaad getuigenissen haal voor en info deel over mijn parlementair werk. En dat creëert een beweging. Maar ook dit komt heus bóvenop het vele werk.
Waar komt die impact dan vandaan? Van politieke ijsbergen.
Die ijsbergen liggen voor het parlement. Zo schreef ik al tien jaar voor ik in het parlement zat, boeken en columns over wat er scheef zat voor jonge gezinnen en jonge ouders in onze maatschappij. In programma's van progressieve en linkse partijen herkende ik af en toe snippertjes uit mijn werk.
Vijf jaar voordat ik in het parlement kwam, was kinderopvang alleen een thema in 'te weinig plek'. Het 'nieuwe' decreet kinderopvang, waar nu zo veel rond te doen is, fileerde ik als enige in een column voor VRT met de titel 'Mc Kinderopvang'. Jonge ouders snakten tussen alle belerende ouderschapsgoeroe's en babyfluisteraars naar een eigen stem en recht op zelfbeschikking.
Dat gaf een reputatie en een drive toen ik eenmaal in het parlement kwam.
Wil dat zeggen dat je specialist moet zijn eer je in het parlement komt? Absoluut niet, net zo min als ik een voorstander ben van een technocratische regering. Ik heb me zelf ook moeten inwerken, in sneltempo kennis opgedaan, ijsbergen opgebouwd. Dat is gewoon je werk doen. Een ijsklontje is je mening laten horen met vijfminutenvragen die evenzovele eendagsvliegen blijven en waarop je niet voorbereidt met studie noch verder bouwt met een stapje voor stapje uitgebouwd dossier. Het smelt voor de zon en het beïnvloedt een regering niet.
An Moerenhout werkte tijdens haar ziekte achter de schermen en verzekerde opvolging. Zij is allesbehalve een spijbelaar.
Neem nu An Moerenhout, de vrouw die vorige legislatuur voorpagina na voorpagina haalde rond sociale woningbouw en daarmee het tekort volop op de kaart zette met expertise en groot vertrouwen vanuit de sector en burgers. Zelfs tijdens haar ziekte deze legislatuur werkte zij achter de schermen en verzekerde opvolging. Zij is allesbehalve een spijbelaar. Die ijsberg is van haar, en ik ben trots dat ook ik met deze vrouw sociaal wonen heb mogen opvolgen deze legislatuur.
Een ijsberg betekent dossiers doorploegen, een frame zetten, in het veld gaan horen en meewerken, bouwen op de vele uitstekende expertise die ons land te bieden heeft, studiedagen bijwonen, contacten leggen, geen enkel feit uit de weg gaan, je oordeel uitstellen, blijven doorbijten, enzovoort. Het betekent niet alleen aankaarten of slogans uitkramen, maar ook een visie uitbouwen en oplossingen bieden, berekeningen maken, bekijken waar het geld wél vandaan kan komen. Het betekent je inleven in de alledag van de mensen over wie je spreekt, maatschappelijke connecties en inbedding zien. Het is zien dat elk beleidsdomein met mekaar in verbinding staat en mekaar beïnvloedt. Het is een gemeenschap en een maatschappij opbouwen in je politiek werk.
Dat kost werk, ja. Maar reken maar dat je dan 'impact' hebt, met of zonder boek.
En dit alles betekent weer dat een schriftelijke vraag, een vraag om uitleg, een resolutie, conceptnota of interpellatie een maatschappelijke verantwoordelijkheid inhouden, en geen afvinkcijfertje.
Telraampolitiek met talloze smeltende loze ijsklontjes is het laatste wat je wil in een parlement, zeker in een tijd waar crisissen, polarisatie en extremisme spoorslags oprukken en als stormwinden elke burger om de oren vliegen.
Nederland gaf ons net nog een voorbeeld van wat er gebeurt als je instellingen en democratische politici dan niet stevig staan.
Op zo'n moment is er vastigheid nodig. Die haal je niet uit conservatisme, maar met politici die bevlogen en duidelijk durven stelling nemen. Mensen die dus de burger écht op feiten vertegenwoordigen, én hem de hand reiken. Mensen die het tegendeel doen van telraampolitiek.
Abonneer je op Samenleving & Politiek
Het magazine verschijnt 10 keer per jaar; niet in juli en augustus.
Proefnummer? Factuur? Contacteer ons via
info@sampol.be
of op 09 267 35 31.
Het abonnementsgeld gaat jaarlijks automatisch van je rekening. Het abonnement kan je op elk moment opzeggen. Lees de
Algemene voorwaarden.
Je betaalt liever via overschrijving?
Abonneren kan ook uit het buitenland.
*Ontdek onze SamPol draagtas.