In de Europese investeringsplannen komen de basisbehoeften van de mensen op de tweede plaats. Dit bedreigt de democratie én de klimaattransitie.
Met de Europese verkiezingen voor de deur vrezen heel wat voorstanders van de Green Deal, de klimaatstrategie van de Europese Commissie, dat de opmars van populistisch rechts stokken in de wielen van de klimaatagenda zal steken. Waar is het fout gegaan?
Dominique Willaert stelt in Niet alles maar veel begint bij luisteren (epo, 2023), over de groei van Vlaams Belang in de Denderstreek, vast dat veel kiezers aangetrokken zijn tot de partij omdat de traditionele partijen niet van hun problemen wakker liggen. Die mensen lijden onder het wegvallen van publieke diensten, afgeschafte bussen en gesloten bank- en postkantoren. Het zijn ook vaak mensen die hard werken, maar het einde van de maand niet halen. Dit valt binnen een breder gevoel van het wegvallen van de lokale gemeenschap om hen heen. Heel wat mensen die sceptisch staan tegenover de klimaattransitie liggen ook wakker van hun toegang tot basisbehoeften. Ze zijn terecht bang dat wanneer de ontbrandingsmotor afgeschaft wordt, ze niet langer mobiel zullen zijn. Dat wanneer huizen energiezuiniger moeten worden, huisvesting te duur zal worden. Onderzoekers van het Foundational Economy Collective kwamen in een publicatie over Europese investeringsprogramma’s tot gelijkaardige conclusies.
De laatste jaren zijn heel wat investeringsprogramma’s gelanceerd door de Europese Unie, zoals het Juncker Plan (later omgedoopt tot InvestEU Programme) en het Herstelfonds, waarvan een derde van de investeringen richting het klimaat hoort te gaan. De Europese Investeringsbank speelt een belangrijke rol in de meeste Europese investeringsprogramma’s. Het probleem met de strategie achter al die investeringsplannen is dat ze te veel focussen op technologische innovatie door het bedrijfsleven. Deze innovatieplannen moeten ‘groene’ groei teweegbrengen, die er op haar beurt voor moet zorgen dat iedereen een job heeft en de sociale problemen van de baan zijn. Een groot deel van dat Europees publiek geld komt dan ook bij bedrijven terecht zodat zij doorheen alle crisissen winst kunnen blijven maken. De winsten van bedrijven staan hoger op de agenda dan de kwaliteit van het dagelijkse leven van mensen. Nochtans is het voorzien in voldoende beschikbaar inkomen en toegang tot publieke diensten de voorwaarde om een breder draagvlak te creëren voor de grote veranderingen die de ecologische crisis met zich meebrengt.
Het probleem met de strategie achter al die investeringsplannen is dat ze te veel focussen op technologische innovatie door het bedrijfsleven.
In Europa ontbreekt het niet aan analyse, maar eens te meer aan oplossingen. In juli publiceerde de Europese Commissie de Eurobarometer en het Strategic Foresight Report. De voornaamste bezorgdheid van de deelnemers was opnieuw de kost van het dagelijks leven. De cijfers in het onderzoek van de Foundational Economy Collective illustreren het probleem: in Duitsland, Frankrijk, Italië, Oostenrijk, het Verenigd Koninkrijk en België gaf het armste kwart van de huishoudens in 2022 meer dan de helft van hun inkomen, en 10% meer dan in 2019, uit aan huisvesting, energie, water, voeding en transport. In Duitsland en Italië bedroeg dat zelfs 80%, in België 65%.
Datzelfde Strategic Foresight Report ziet de noodzaak van toegang tot publieke diensten als één van de belangrijke uitdagingen in Europa, maar het thema is niet terug te vinden in de aanbevelingen van de Commissie. Waar de aanbevelingen wel hard de nadruk op leggen, is de noodzaak om meer publieke investeringen te voorzien om het voor privé-investeerders winstgevender te maken om te investeren in de ontginning van strategische grondstoffen en groene- en biotechnologie. Dit kadert in de geopolitieke race rond aanvoerketens en groene technologieën die de laatste jaren is losgebarsten. Achter het stellen van deze prioriteiten schuilt dezelfde onwil om het geweer van schouder te veranderen. Natuurlijk zullen we een zekere hoeveelheid grondstoffen nodig hebben voor zelfs de meest energiezuinige klimaattransitie, maar het is geen alternatief om benzineauto’s te vervangen door elektrische auto’s. Politici zijn er als de kippen bij om Volkswagen geld toe te stoppen om elektrische auto’s te produceren in de hoop dat ze die hier blijven, maar laten de mensen die een milieuvriendelijke bus nodig hebben in de kou staan. Als we mobiliteit collectiever maken, zullen we bovendien ook minder nood hebben aan grondstoffen.
Politici zijn er als de kippen bij om Volkswagen geld toe te stoppen om elektrische auto’s te produceren, maar laten de mensen die een milieuvriendelijke bus nodig hebben in de kou staan.
De nieuwe Europese begrotingsregels die dit jaar voor het eerst sinds de pandemie opnieuw van kracht zijn, betekenen een nieuwe nederlaag voor het financieren van de publieke dienstverlening en de klimaattransitie. Maar het is ook belangrijk te erkennen dat de zakken van heel wat lidstaten niet groot genoeg zijn om deze publieke investeringen alleen te dragen. Daarvoor is Europese solidariteit nodig. Spijtig genoeg zien we daarvan meestal alleen het absolute minimum als de Unie existentieel bedreigd wordt. Als de democratie en het klimaat iets waard zijn voor progressieve partijen, dan gaan ze eindelijk luisteren naar de noden van die extreemrechtse kiezers en maken ze van investeringen in milieuvriendelijke publieke dienstverlening de prioriteit waar ze onder geen enkele voorwaarde van afwijken.
Samenleving & Politiek, Jaargang 31, 2024, nr. 1 (januari), pagina 54 tot 55
Abonneer je op Samenleving & Politiek
Het magazine verschijnt 10 keer per jaar; niet in juli en augustus.
Proefnummer? Factuur? Contacteer ons via
info@sampol.be
of op 09 267 35 31.
Het abonnementsgeld gaat jaarlijks automatisch van je rekening. Het abonnement kan je op elk moment opzeggen. Lees de
Algemene voorwaarden.
Je betaalt liever via overschrijving?
Abonneren kan ook uit het buitenland.
*Ontdek onze SamPol draagtas.