Wat als onze economie niet hoeft te groeien? Dit is misschien moeilijk om voor te stellen. De groei-economie moet groeien, omdat ze structureel afhankelijk is van groei. Maar deze groeidwang staat niet in steen gebeiteld. We kunnen onze economie anders en beter vormgeven.
1. KORTERE WERKWEEK
We maken werk van een 30-urige werkweek met bijvoorbeeld vrijdag vrijaf. Of met minder te presteren uren gedurende de week of maand, het seizoen of jaar, of om vroeger met pensioen te gaan. Werk delen helpt iedereen aan een betekenisvolle job zodat elkeen zinvol maatschappelijk kan bijdragen, want werkloosheid vreet aan ons welbevinden. De arbeidsduur verkorten bevrijdt onze tijd – meer tijd voor familie of vrienden, meer vrije tijd of momenten om maatschappelijk actief te zijn. Want mens zijn betekent nu eenmaal meer dan werken, geld verdienen en uitgeven.
Arbeidsduurverkorting vergroot de mogelijkheden om de almachtige markt links te laten liggen en de economie te diversifiëren. Minder betaald werk maakt ruimte voor meer onbetaald werk. Een welzijnseconomie is gebaat met een meer solidaire en coöperatieve economie. Met meer vrijwilligers- en zorgwerk. Met burgers die samen de meenten maken – hulpbronnen delen en beheren. Deze activiteiten herstellen het sociale weefsel en voeden ons welzijn. De markt kan gerust wat verwelken, wanneer de welzijnseconomie bloeit.
In een welzijnseconomie hoeft een kortere werkweek niet gepaard te gaan met loonbehoud. Uiteraard moeten de laagste inkomens voldoende verdienen voor een menswaardig bestaan. Maar met publieke basisdiensten (zie werf 2) en een meer diverse economie die verder kijkt dan het bijzonder beperkte perspectief van de markt, hebben we minder koopkracht nodig om in onze behoeften te voorzien. Geld hoeft onze levens niet te regeren, wanneer we voor iedereen voldoende creëren.
2. UNIVERSELE BASISBEHOEFTEN
Een welzijnseconomie voorziet in onze behoeften zodat iedereen genoeg heeft voor een menswaardig bestaan. We breiden basisdiensten zoals onderwijs en gezondheidszorg uit naar energie, mobiliteit, wonen, voeding, bank- en communicatiediensten. De privésector, de overheid of de vrijwillige sector kan delen van deze diensten leveren. De overheid kan ze zelf leveren, kan bedrijven ervoor betalen, maar ook burgers weten zichzelf te organiseren.
Kinderarmoede, honger en dakloosheid zijn politieke keuzes. Lege brooddozen op scholen verdwijnen met gratis maaltijden voor kinderen wier ouders niet rondkomen. Ook wijkkantines voorzien dagelijks een gratis maal voor wie wenst. Om iedereen onderdak te bieden, investeren we in klimaatneutrale sociale woningen door het bestaande patrimonium beter te benutten, te renoveren en om te vormen tot sociale woningen. Leegstaande woningen kopen we op om van een huis weer een thuis te maken.
Betere en betaalbare toegang tot kinderopvang. We reanimeren het openbaar vervoer door het performanter en kwaliteitsvoller te maken. Publiek transport is stipt, betaalbaar en rijdt frequent genoeg zodat het gebruik aanmoedigt en iedereen basismobiliteit heeft. Met gratis openbaar vervoer tonen steden als Duinkerke en Montpellier de weg vooruit. Waarop wachten onze burgemeesters?
3. RECLAMEVRIJ LEVEN
De huidige economie is gestoeld op consumptie. En reclame fluistert geruisloos nieuwe verlangens in ons oor. 'Shopping is cheaper than therapy', las ik eens in een Brusselse winkelstraat. We zwichten voor de subtiele verleidkunsten van reclame. We kopen dingen waarvan we denken dat ze ons goed doen voelen. Shoppen geeft zin en een goed gevoel. Of toch voor even. Maar hebben we al deze goederen en diensten, spullen en hebbedingen ook nodig? Dragen ze wezenlijk bij aan het vervullen van onze behoeften? Wat als we dieper graven naar andere, meer wezenlijke menselijke lagen?
De publieke ruimte staat in het teken van commercialisering. Reclame, terrasjes, winkelstraten, parkings en braderijen faciliteren onze hedendaagse consumentistische rituelen, die er overal hetzelfde uitzien. De openbare ruimte spreekt vooral onze innerlijke consument aan, maar legt andere rollen zoals de autonome burger, betrokken buur, kritische participant het zwijgen op.
Grenoble en São Paulo illustreren hoe onze levens verrijken wanneer reclame mag wijken.
Omdat consumeren amper voor blijvende welzijnsverhogingen zorgt, noch onze menselijke behoeften voedt, helpt een welzijnseconomie burgers om uit het consumptiekeurslijf te breken. Een reclamevrije publieke ruimte toont hoe onze levens er anders kunnen uitzien. Meer ruimte voor vrijheid en gemeenschappelijkheid, om te verpozen en verstillen. Grenoble en São Paulo illustreren hoe onze levens verrijken wanneer reclame mag wijken. Een streepje street art, enkele zitbanken en wat openbaar groen. Wie weet wat er nog in de plaats kan komen?
4. UITDOVEN VAN FOSSIELE BRANDSTOFFEN
De fossiele kraan draaien we toe aan de bron. Dit is gemakkelijker en effectiever dan stroomafwaarts emissies terug te dringen in de duizend-en-een schoorstenen waaruit ze ontsnappen. Importbedrijven die fossiele brandstoffen in de economie injecteren, krijgen vergunningen om een bepaalde fysieke hoeveelheid olie, gas en steenkool in volume of gewicht in België te verkopen. Deze vergunningen zijn gratis om inflatiespiralen te vermijden. Onder importbedrijven reken ik ook deze die consumptiegoederen naar hier brengen. Onze brandstoffenconsumptie gaat immers verder dan wat we hier opstoken, en omvat ook de brandstof die elders verbrand is om onze consumptie te fabriceren.
De toegelaten hoeveelheid brandstoffen bestaat uit een ecologisch plafond dat jaarlijks daalt om te garanderen dat we fossielen uitfaseren. Met het oog op de nakende verkiezingen in 2024, stel ik voor dat we dit plafond vanaf 2025 in tien trappen verlagen zodat onze economie tegen 2034 à 2035 koolstofvrij is.
Dit plafond schept een duidelijk kader om te investeren in milieuvriendelijke technologieën met energiecoöperaties op kop. Deze begrenzing kan onze creativiteit alleen maar stimuleren en aanzetten tot meer technologische innovatie. Maar harde stimulansen scheppen ook ruimte voor sociale innovaties, waarbij we minder grondstoffen gebruiken wanneer we spullen delen, repareren of weggeven.
Waar kunnen we de resterende fossiele brandstoffen best gebruiken? Laten we het debat openen over welke behoeften en economische activiteiten prioritair zijn. De minder essentiële kunnen we bij energietekorten immers stilleggen. We onderzoeken hoe nieuwe technologie en een meer betekenisvolle economie ons welbevinden kunnen voeden zonder overdaad aan energie en grondstoffen.
5. EEN MASSAMOBILISATIE MET BAANZEKERHEID
Een massamobilisatie is nodig om energie te besparen, over te schakelen op 100% hernieuwbare energie, de transportsector koolstofvrij te maken, huizen te isoleren en te renoveren tot klimaatneutrale woningen, de landbouw koolstofarm te maken door onze gigantische industriële veestapel permanent een kopje kleiner te maken, te herbebossen, ecosystemen te herstellen en koolstof te laten stockeren. Zo'n massamobilisatie vraagt om serieuze investeringen en om een overheid die het voortouw neemt om onze sociaalecologische doelstellingen te behalen.
In de voedingssector, bijvoorbeeld, zorgen we ervoor dat de maaltijden in onze school- en wijkkantines van lokale agro-ecologische boeren komt. Gezonde voeding stimuleert zo werkgelegenheid en regenereert mensen en ecosystemen.
Wie werk zoekt, krijgt baanzekerheid in de buurt met een eerlijk loon en een zinvolle, voltijdse 30-uren baan. Deze oerdegelijke jobs kunnen meteen mensen bevrijden van weinig zingevend en pover betaald werk met slechte arbeidsomstandigheden. En niet onbelangrijk: mensen die nu worden uitgesloten, krijgen werkzekerheid. Deze publieke banen installeren zo een kwaliteitsbodem op de arbeidsmarkt.
Wie in sectoren in ombouw werkt, krijgt een inkomensgarantie uitgekeerd.
Om de transitie rechtvaardig te laten verlopen, werken we met transitie-inkomens en -opleidingen. Wie in sectoren in ombouw werkt, krijgt een inkomensgarantie uitgekeerd. Tegelijkertijd heeft iedereen recht op scholing en opleidingen om mee te draaien in de sectoren van morgen.
6. GROENE BELASTINGHERVORMINGEN
Naast deze massamobilisatie en het fossiele uitdoofbeleid, werken we aan een groene belastinghervorming om wat slecht is voor de samenleving, zoals ongezonde, vervuilende en luxeconsumptie te ontmoedigen. Een belasting op plastics, reclame, suiker, frisdrank, alcohol en fastfood. Een kerosinetaks, een progressief oplopende taks voor frequente vliegers en een afschaffing van loyaliteitsprogramma's zoals de airmiles laten minder vliegtuigen opstijgen. Een luxetaks op het bezit van SUV's, tweede, derde en meerdere verblijven, jachten, privéjets, landgoederen, enzovoort helpt om deze opvallende consumptie te ontmoedigen. Het voordeel van zo'n luxetaks is dat hij progressief werkt in tegenstelling tot de btw die regressief is omdat wie armer is deze belasting over de toegevoegde waarde veel harder voelt. We heffen een progressieve belasting op het gebruik van water, elektriciteit en energie zodat we de noodzakelijke basis om degelijk te leven weinig belasten en grootverbruik zwaarder aanrekenen.
Ook een vleestaks is aangewezen om de consumptie van rood vlees te reduceren en onze innerlijke neanderthaler toekomstvaardiger te maken met meer gezonde voeding. Want te veel dieren eten kost stukken van mensen. Ten slotte garandeert een jaarlijkse toekomsttaks van 10% op aandelenbezit van de fossiele industrie dat deze sneller uitdooft. Nu nog grof geld verdienen in big oil is niet meer van deze tijd. Deze taks moedigt fossiele dinosaurussen aan om betere keuzes te maken en om hun olietanker versneld te keren richting hernieuwbare energie. Naarmate fossiele gevaartes hun energiemix vergroenen, vermindert de taks in verhouding tot hun investeringen in de productie van hernieuwbare energie.
7. NIEMAND VERDIENT MEER DAN TIEN KEER HET LEEFLOON
Hoe hoger de loonspanningen tussen de hoogste en laagste inkomens, hoe groter de maatschappelijke spanningen. Polarisering gedijt bij groeiende ongelijkheid. De samenleving? Die valt als los zand uit elkaar. Er is nochtans appetijt voor meer gelijkheid. Onderzoek toont aan dat mensen wereldwijd dachten dat de verhouding tussen het loon van de CEO en ongeschoolde werknemers slechts 10 bedroeg. De ideale loonspanning was slechts 4,6. Voor Belgen lag de ideale loonspanning nog een pakje lager.1
Om ongelijkheden binnen een aanvaardbare bandbreedte te houden, kunnen we de topinkomens beter begrenzen. De personenbelasting maken we progressiever door bovenop de vierde schijf (met een marginale belastingvoet van 50% vanaf €41.360 die gold voor aanslagjaar 2022) vijf schijven toe te voegen: 60% vanaf €60.000, 70% vanaf €85.000, 80% vanaf €110.000, 90% vanaf €150.000 en 100% boven €1 miljoen.
Deze grootverdieners gaan hierdoor geen boterham minder eten. Want minder dan 5% van de bevolking had in 2017 een belastbaar inkomen hoger dan €60.000. Met een inkomen van meer dan €150.000 zat je tot de top 1%, terwijl slechts 0,5% meer dan €150.000 had. De sterkte schouders kunnen best wat meer lasten dragen. Zoals TABEL 1 illustreert, verdient iedereen door deze progressieve hervorming netto minder dan 10,2 keer het leefloon – €1.214,13 per maand voor een alleenstaande begin 2023. Voldoende loon naar werken.
8. VERMOGENSBIJDRAGEN VOOR SUPERRIJKEN
Omdat vermogens nog ongelijker verdeeld zijn dan inkomens, mogen we ook naar de tekentafel om excessieve rijkdomsaanwas te vermijden. 'Hoe rijk is te rijk?', onderzochten Ingrid Robeyns en collega's. De gemiddelde Nederlander labelt een gezin met twee kinderen als 'superrijk' wanneer ze €2,2 miljoen bezitten.2 Per volwassene kunnen we de rijkdomsgrens dus op €1,1 miljoen leggen. Of op €1 miljoen. Dat rekent makkelijker.
De rijkdomsgrens van 1 miljoen hanteren we als startpunt voor een progressieve vermogensbijdrage voor superrijken. Op een vermogen, netto zonder schulden, vanaf 1 miljoen geldt een bijdragevoet van 1%. Deze voet loopt trapsgewijs op: 2% vanaf 2 miljoen, 3% vanaf 5 miljoen, 5% vanaf 10 miljoen, 10% vanaf 25 miljoen, 50% vanaf 250 miljoen en 90% vanaf 1 miljard. Dit is een jaarlijks weerkerende bijdrage. We willen immers niet gewoon de schatkist spijzen met een eenmalige vermogenstaks, we willen een meer gelijke samenleving. Met deze tarieven krijgen supersuperrijken een serieuze knipbeurt, waardoor we dra miljardairvrij zijn. Kapitaalcontroles verhelpen de kapitaalvlucht van voormalige miljardairs naar belastingparadijzen.
Deze progressieve inkomens- en vermogenshervormingen laten voor iedereen meer dan genoeg financiële prikkels om op een gezonde manier economisch actief te zijn en deel uit te maken van de samenleving.
9. MINIMUM- EN MAXIMUMERFENISSEN
De volkswijsheid 'Wie niet steelt of erft, werkt… tot ie sterft' geldt in België. Bijna 75% van het totale privévermogen bestaat uit geërfd vermogen. Om te vermijden dat al te grote vermogensongelijkheden van generatie op generatie doorgegeven worden, herschapen we het intergenerationele vermogenslandschap – andermaal op progressieve wijze.
Om achterpoortjes te sluiten, gelden schenkingen voortaan als erfenissen. Gunstregimes zoals stichtingen verdwijnen. De ontvanger, en niet langer de gever, is de spilfiguur in dit progressieve systeem. Iedereen kan tot €250.000 belastingvrij ontvangen als erfenis of schenking. Boven de belastingvrije som is 10% van tel. Boven 1 miljoen geldt 25%. Boven 25 miljoen is 50% van toepassing. Meer ontvangen dan 50 miljoen is met een tarief van 100% per ontwerp onmogelijk.
Omdat velen helemaal niets of amper erven, krijgen jongeren op hun 24e verjaardag €12.000.
Dit progressieve systeem vormt het sluitstuk van een rechtvaardige samenleving waarin we vrijheid, zekerheid en zorgzaamheid collectief organiseren. Je hebt er immers geen verdienste aan om rijk geboren te worden. Maar je kan je dierbare nazaten toch nog iets nalaten. Zo maakt iedereen kans op een meer gelijke start. Omdat velen helemaal niets of amper erven, krijgen jongeren op hun 24e verjaardag €12.000. Dit startkapitaal helpt hen aan het begin van hun leven op weg om te starten met een bedrijf of opleiding.
10. ECOLOGISCH GELIJKE HANDEL EN EEN SCHULDENKWIJTSCHELDING VOOR HET GLOBALE ZUIDEN
De wereldeconomie teert op goedkope arbeid en grondstoffen – grotendeels geroofd uit het Globale Zuiden. In geldtermen is internationale handel in evenwicht, maar het is vooral eenrichtingsverkeer. Grondstoffen, energie, arbeid en land stromen massaal van Zuid naar Noord. Er is ecologische ongelijke handel, waarbij het Noorden haar rijke levensstijlen voedt met niet-aflatende grondstoffenstromen uit het Zuiden. Rijke landen zijn rijk doordat ze arme landen verarmen en arme landen zijn arm omdat ze rijke landen verrijken. Door deze handelsdiefstal verloor het Zuiden sinds 1990 meer dan 30 keer dan wat het aan ontwikkelingshulp kreeg.3
Vanaf nu behandelen we het Globale Zuiden als gelijke. Dit betekent dat we schade herstellen, bijvoorbeeld door schulden van Zuiden bij organisaties zoals het Internationaal Muntfonds en de Wereldbank kwijt te schelden. Dit is nodig omdat deze schulden hen nu in de dwangbuis dwingen van goedkope grondstoffenleverancier.
En met ecologisch gelijke handel vermijden we dat de groene transitie neerkomt op een verderzetting van neokoloniale handelspatronen. Het Globale Zuiden is geen proviandkast die we ongestoord kunnen plunderen om onze grondstoffenhonger naar lithium, kobalt en land te stillen.
11. EEN DEMOCRATISCHE EURO
Als laatste gaat ons schuldgebaseerd geldsysteem de schop op. Om onze economie te democratiseren. Het probleem met het schuldgebaseerd geldsysteem is dat geldcreatie in handen is van de banken. Telkens ze een lening geven, creëren ze geld. Leningen afbetalen, doet geld uit omloop verdwijnen. We weten dat dit een inherent instabiel systeem is. De ene crisis volgt de andere in ijltempo op. De financiële economie is compleet losgekoppeld van de echte economie. Dit geldsysteem is bovendien niet bijzonder democratisch omdat niet iedereen even vlot toegang heeft tot geld. Laten we geldcreatie democratiseren zodat iedereen ervan genieten kan. Geldcreatie hoort gewoon in publieke handen.
Iedereen krijgt maandelijks 125 democratische euro's, d-euro's, overgeschreven op een gratis rekening bij de Europese Centrale Bank.
Om te garanderen dat er genoeg geld circuleert, installeren we een nieuwe geldcreatiekraan. Een kraan die iedereen op democratische wijze en in gelijke mate even makkelijk toegang geeft tot geld door maandelijks een som te storten. Om te beginnen zou ik iedereen maandelijks 125 democratische euro's, d-euro's, overschrijven op een gratis rekening bij de Europese Centrale Bank. Een negatieve intrestvoet van bijvoorbeeld 2% zorgt ervoor dat er ook weer geld vernietigd wordt. Deze belasting op het aanhouden van geld zorgt voor een stabiel monetair systeem waarbij geldcreatie en -destructie in evenwicht zijn.4
Deze d-euro's zijn initieel complementair met de euro. Euro's zullen echter gaandeweg verdwijnen naarmate we euroleningen afbetalen en euro's vernietigen. Maar dat is uiteindelijk ook de bedoeling om deze ondemocratische munt uit te faseren.
Deze 125 d-euro verhogen we jaarlijks (of sneller) met 125 d-euro of meer zodat er genoeg geld circuleert voor een florerende economie. Na twaalf jaar betekent dit dat iedereen maandelijks voor 1.500 d-euro mag delen in deze democratische geldcreatie. Wat als je je geen zorgen moet maken of je genoeg geld zal hebben, maar je gewoon kan rekenen op een gegarandeerd inkomen van 1.500 d-euro?
GENOEG? VOOR IEDEREEN!
Hoe brengen we deze concrete voorstellen tot leven? Het samenvloeien van de feministische, ecologische, vakbonds- en dekoloniseringsbeweging rond een gemeenschappelijke agenda zorgt ongetwijfeld voor een maatschappelijke stroomversnelling. Zoals de ecofeministische filosofe Val Plumwood in 1993 al schreef: "Wanneer de vier tektonische platen van de bevrijdingstheorie – die gender, ras, klasse en natuur ter harte nemen – eindelijk samenkomen, kunnen de daaropvolgende bevingen de conceptuele structuren van onderdrukking tot in hun fundamenten door elkaar schudden".5
Laten we stoppen met het bouwen van luchtkastelen. Is het niet tijd ons economische huis op een solide en solidaire basis te bouwen? Het momentum is er. In de aanloop van de verkiezingen van 2024 smeedt de burgercampagne 'Meer Dan Genoeg' een brede coalitie uit het maatschappelijke middenveld.6 Soms is het juist een kwestie van 'genoeg' te zeggen.
De groeigedreven economie zal niet vanzelf vervellen tot een weldadige welzijnseconomie. We weten wat doen om iedereen een goed leven op deze planeet te geven. Samen onze economie transformeren. Elke dag opnieuw. Werk aan de winkel!
Dit essay is een beknopte samenvatting van deel drie van het boek 'Genoeg voor iedereen. Naar een economie die zorgt voor mens en planeet' (Manteau, 2023).
EINDNOTEN
- Kiatpongsan, S., & Norton, M.I. (2014). How Much (More) Should CEOs Make? A Universal Desire for More Equal Pay. Perspectives on Psychological Science, 9(6), 587-593.↑
- Robeyns, I. et al. (2021). How rich is too rich? Measuring the riches line. Social Indicators Research, 154, 115-143.↑
- Hickel, J. et al. (2022). Imperialist appropriation in the world economy: Drain from the global South through unequal exchange, 1990–2015. Global Environmental Change, 73, 102467.↑
- Kuypers, S. et al. (2020). Sustainable Money System. Leuven: Happonomy↑
- Plumwood, V. (1993). Feminism and the Mastery of Nature. London: Routledge.↑
- https://www.morethanenough.be/↑
Samenleving & Politiek, Jaargang 31, 2024, nr. 1 (januari), pagina 12 tot 19
Abonneer je op Samenleving & Politiek
Het magazine verschijnt 10 keer per jaar; niet in juli en augustus.
Proefnummer? Factuur? Contacteer ons via
info@sampol.be
of op 09 267 35 31.
Het abonnementsgeld gaat jaarlijks automatisch van je rekening. Het abonnement kan je op elk moment opzeggen. Lees de
Algemene voorwaarden.
Je betaalt liever via overschrijving?
Abonneren kan ook uit het buitenland.
*Ontdek onze SamPol draagtas.