In 2019 kwam een record van 11,6% van de kiezers niet opdagen voor de verkiezingen. De motivatie van deze niet-kiezers is duidelijk: politieke desinteresse in combinatie met antipolitiek. Krijgen we op 9 juni een gewisse dood van de opkomstplicht?
© Wikimedia Commons
De opkomstplicht in België lijkt steeds minder effectief, met ongeveer 15% van het electoraat dat niet, ongeldig of blanco stemt. Hierdoor vormt de groep niet-kiezers de derde grootste 'partij' in Vlaanderen, na Vlaams Belang en N-VA. Deze ontwikkeling zorgt ervoor dat de verkiezingsresultaten steeds meer zullen afhangen van het al dan niet participeren van het electoraat, wat de legitimiteit en representativiteit van de politiek ernstig kan ondermijnen en tot ondervertegenwoordiging van specifieke sociale groepen in de samenleving kan leiden.
DEMOCRATISCH DEFICIT
De meest recente internetenquête van de VRT voorspelt een nieuwe Zwarte Zondag op 9 juni (Grommen, 2024). Maar liefst 27,8% van de kiesgerechtigde Vlamingen zou een stem voor radicaal-rechts uitbrengen. Hoewel dergelijke peilingen niet altijd betrouwbaar zijn, suggereren ze dat er een groeiend gevoel van vervreemding en wantrouwen heerst en dat de uiteindelijke resultaten mogelijk niet ver van deze voorspelling zullen afwijken. Wat echter vaak over het hoofd wordt gezien, is het groeiende aandeel kiezers dat niet naar de stembus zal trekken op 9 juni, ondanks de geldende opkomstplicht in ons land. Het feit dat 34% van de respondenten in De Stemming van de VRT aangeeft zich door geen enkele politicus vertegenwoordigd te voelen, is hier een teken aan de wand.
Ons eigen ISPO-onderzoek, gebaseerd op de federale verkiezingen van 2019, bevestigt dat de politiek te maken heeft met een aanzienlijk democratisch deficit. Misnoegde kiezers uiten niet alleen hun ontevredenheid door op radicale partijen te stemmen, maar kunnen zich ook volledig afkeren van de politiek, vooral wanneer politieke desinteresse samengaat met een sterk gevoel van politieke machteloosheid (Kolander, 2023). Op dat moment verandert ‘voice’ (het stemmen voor een radicale partij) in ‘exit’ (niet meer gaan stemmen): zelfs de radicale partijen worden niet langer gezien als een geloofwaardig alternatief, waardoor men afziet van zijn burgerplicht. Het politieke cynisme zorgt ervoor dat deze kiezers een stem als zinloos beschouwen.
NIET-KIEZERS: EEN GROEIEND PROBLEEM
Voor deze bijdrage omschrijven we ‘niet-kiezers’ als stemgerechtigde kiezers die ofwel een blanco of ongeldige stem uitbrengen, ofwel helemaal niet gaan stemmen tijdens de verkiezingen (‘niet-stemmers’).
In tegenstelling tot wat soms wordt gedacht, is het aandeel blanco en ongeldig stemmers de afgelopen decennia relatief stabiel gebleven. FIGUUR 1 toont de trend van het percentage blanco en ongeldige stemmen sinds de federale verkiezingen van 1991 voor het hele Belgische electoraat. Daaruit blijkt dat het aandeel blanco of ongeldige stemmen in de jaren 1990 groter was dan nu het geval is, ofschoon er wel aanzienlijke verschillen tussen de kieskringen in 2019 zijn (FIGUUR 2). Zo wordt er heel wat meer blanco en ongeldig gestemd in de Waalse kieskringen, waarbij Luxemburg en Henegouwen uitschieten met percentages boven de 9%.
Opmerkelijk is echter het groeiende aantal kiezers dat helemaal niet gaat stemmen. Hoewel in België een opkomstplicht geldt, zijn de afgelopen tien jaar meer dan één op tien kiezers niet komen opdagen tijdens de stembusgang, met een record van 11,6% in 2019. Tellen we daar de 6,1% blanco en ongeldige stemmen bij, dan blijkt dat in België één op zes kiezers geen stem uitbrengt voor een politieke partij. Ook hier zien we verschillen tussen de kieskringen, waarbij het percentage niet-stemmers in Wallonië anno 2019 opnieuw aanzienlijk hoger ligt dan in Vlaanderen. De provincies Luik en Henegouwen kunnen de minste kiezers mobiliseren om naar de stembus te trekken; Antwerpen en Vlaams-Brabant tenderen in Waalse richting; Limburg en Oost-Vlaanderen blijken dan weer het meest succesvol in het mobiliseren van kiezers, maar ook daar brengt ongeveer 15% geen geldige stem uit.
De provincies Luik en Henegouwen kunnen de minste kiezers mobiliseren om naar de stembus te trekken; Antwerpen en Vlaams-Brabant tenderen in Waalse richting.
Het mag duidelijk zijn dat de opkomstplicht in België feitelijk aan het vervagen is. Heel wat kiezers verzaken aan hun burgerplicht. Dit betekent ook dat het succes van een politieke partij almaar meer afhankelijk is van de mate dat ze er in slagen om (hun) electoraat te mobiliseren om überhaupt naar de stembus te trekken.
Gegeven de groeiende groep niet-kiezers richten we ons in deze bijdrage1 op de karakteristieken en motieven van deze groep, terwijl we ook vooruitblikken naar 9 juni. We baseren ons hierbij op de Vlaamse steekproef van het Belgisch Nationaal Verkiezingsonderzoek van 2020 (Meuleman et al., 2020) (n = 1043).2
WIE ZIJN DE NIET-KIEZERS?
De niet-kiezers zijn over het algemeen jonger (veelal 18 tot 34 jaar oud) en er is een lichte ondervertegenwoordiging van 35- tot 44-jarigen. Vooral ongeschoolde arbeiders en – niet verwonderlijk – gepensioneerden stemmen meer waarschijnlijk blanco, ongeldig of helemaal niet. Ook opleidingsniveau speelt hier mee: de groep bestaat hoofdzakelijk uit korter geschoolde kiezers. Het democratisch deficit is dus sterk sociaal gestratificeerd, waarbij met name lagere sociale posities meer waarschijnlijk niet stemmen of blanco/ongeldig stemmen.
Het waardenprofiel van de niet-kiezers vertoont veel gelijkenissen met dat van het gemiddelde profiel van een Vlaams Belang-kiezer, met uitzondering van enkele belangrijke nuances. Net zoals kiezers van Vlaams Belang zijn niet-kiezers politiek cynisch en populistisch ingesteld, hebben ze weinig vertrouwen in hun medemens en zijn ze voorstander van strenge repressieve maatregelen. Maar in tegenstelling tot Vlaams Belang-kiezers, voelen niet-kiezers zich niet bedreigd door de komst van immigranten én identificeren zij zich niet enkel als Vlaming.
In 2019 plaatsten niet-kiezers gezondheidszorg, pensioenen en belastingen bovenaan als de belangrijkste bepalende thema’s voor hun stemgedrag. Terwijl de algemene bevolking naast gezondheidszorg, vooral ‘migratie en integratie van vreemdelingen’, en ‘milieu en energie’ met stip bovenaan haar prioriteitenlijst plaatst, zijn sociaaleconomische thema’s voor niet-kiezers doorslaggevend.
Terwijl blanco/ongeldig stemmers dit hoofdzakelijk doen vanwege antipolitieke standpunten, gaan niet-stemmers niet naar het stemhokje vanwege desinteresse.
Vragen we aan deze groep niet-kiezers waarom ze blanco, ongeldig, of niet gestemd hebben, dan is hun motivatie duidelijk: politieke desinteresse in combinatie met antipolitieke argumenten (gaande van ontgoocheling in de politiek tot protest tegen de politieke klasse van ‘zakkenvullers’ en ‘postjesjagers’ en verwijzing naar politieke schandalen). Hier is het wel van belang een onderscheid te maken tussen blanco/ongeldig stemmers en de niet-stemmers. Terwijl blanco/ongeldig stemmers dit hoofdzakelijk doen vanwege antipolitieke standpunten, gaan niet-stemmers niet naar het stemhokje vanwege desinteresse al dan niet in combinatie met het argument ‘verhindering’ (op reis, ziekte, werkverplichtingen, verkeersproblemen, of simpelweg overslapen).
WAT OP 9 JUNI 2024?
Wat kunnen we uit onze analyses van de vorige verkiezingen afleiden voor de verkiezingen van 9 juni 2024?
Een opvallende bevinding uit 2019 was dat maar liefst 85% van de niet-kiezers ruim van tevoren had besloten om geen reguliere stem uit te brengen, in vergelijking met slechts 45% van de kiezers die lang van tevoren wist voor welke partij te stemmen. De groep van niet-kiezers lijkt grotendeels ongevoelig voor verkiezingscampagnes en vertoont een structureel terugtrekkingspatroon uit het politieke gebeuren. De afgehaakte kiezer combineert immers een hoge mate van politieke desinteresse met een hardvochtig politiek cynisme. Dit heeft aanzienlijke gevolgen voor het democratisch gehalte van de politiek, aangezien een steeds grotere groep zich niet langer herkent in de representatieve democratie en de heersende partijpolitiek. Sterker nog, het politieke theater laat hen volledig koud. Vooral de recente reeks politieke incidenten biedt een somber vooruitzicht voor de komende verkiezingen.
Uit onze analyses blijkt ook dat wanneer de opkomstplicht zou worden afgeschaft, slechts de helft van de Vlamingen nog altijd zou deelnemen aan de verkiezingen, terwijl iets meer dan één op vijf definitief zou afhaken. Tellen we bij die laatsten nog eens alle huidige niet-kiezers, dan zou het afschaffen van de opkomstplicht ertoe leiden dat bijna 40% van de kiesgerechtigden geen stem uitbrengt voor een politieke partij.
Onze gegevens tonen aan dat het profiel van de niet-kiezer sterk aanleunt bij datgene van de Vlaams Belang-kiezer. Daarom zou deze partij waarschijnlijk het meest verliezen bij een afschatting van de opkomstplicht. Slechts 36% van Vlaams Belang-kiezers zou dan nog bij elke verkiezing gaan stemmen, terwijl 35% zegt volledig af te haken en nooit meer naar de stembus te trekken. Een aanvullende analyse van de stemverschuivingen tussen 2014 en 2019 (Swyngedouw, Delespaul, Abts, 2023) toont aan dat Vlaams Belang in 2019 veel kiezers heeft gewonnen onder de niet-stemmers, terwijl N-VA het grootste verlies heeft geleden onder deze groep. Vooruitkijkend naar 9 juni lijkt het succes van Vlaams Belang in aanzienlijke mate afhankelijk te zijn van hun vermogen om misnoegde kiezers aan te trekken en te voorkomen dat ze afhaken. Haar verkiezingsoverwinning zal deels afhangen van het mobilisatiepotentieel van de partij. Electoraal gezien heeft de partij ook alle belang bij het behoud van de opkomstplicht.
Het succes van Vlaams Belang zal in aanzienlijke mate afhankelijk zijn van hun vermogen om misnoegde kiezers aan te trekken en te voorkomen dat ze afhaken.
Het is duidelijk dat de opkomstplicht in België heel wat van haar pluimen verloren heeft. Zowat 15% van het electoraat stemt niet, ongeldig of blanco. Daarmee vormt ze de derde grootste ‘partij’ na N-VA en Vlaams Belang. Als gevolg hiervan zullen de verkiezingsresultaten van de partijen in toenemende mate afhankelijk worden van het al dan niet participeren van hun respectievelijke electoraat aan de stembusgang. Hoe hoger het aandeel ‘afgehaakten’, hoe lager de legitimiteit van de partijpolitiek en de representativiteit van de verkiezingsresultaten, aangezien niet alle burgers écht gehoord worden. Bijgevolg dreigen we te vervallen in een democratie waar niet alle stemmen gehoord worden en waarin enkel een niet-representatief staal van de bevolking actief deelneemt aan het politieke proces. Alvast voer tot nadenken voor de volgende legislatuur.
REFERENTIES
- Meuleman, B., Swyngedouw, M., Abts, K., Meeusen C., Stefanelli, A., Wopereis, D., and Van Den Abbeele, J. (2021). Belgian National Elections Study 2019. Codebook: Questions and Frequency Tables. Leuven.
- Grommen, S. (2024). Peiling De Stemming: Vlaams Belang afgetekend grootste partij, N-VA zakt onder de 20%. VRT Nieuws, 1/3/2024.
- Kolander, M. (2022). Socioeconomic deprivation and the support for populism: A study on individual and contextual determinants. Proefschrift, Tilburg University.
- Meeusen, C., Roelandts, E., Abts, K., en Swyngedouw, M. (2023). Structurele en culturele determinanten van het stemgedrag in 2019. In Abts, Meeusen, Meuleman & Swyngedouw (ed.): De Breuklijnen Voorbij? Politieke, Culturele en Economische Scheidslijnen in de Publieke Opinie. Leuven: Scribis.
- Swyngedouw, S., Delespaul, D., en Abts, K. (2023). Alles beweegt! De verschuivingen in stemgedrag tussen 2014 en 2019. In: In Abts, Meeusen, Meuleman & Swyngedouw (ed.): De Breuklijnen Voorbij? Politieke, Culturele en Economische Scheidslijnen in de Publieke Opinie. Leuven: Scribis.
EINDNOTEN
- Deze bijdrage is gebaseerd op het boekhoofdstuk ‘Structurele en culturele determinanten van het stemgedrag in 2019’ uit Abts, Meeusen, Meuleman & Swyngedouw (2023). De Breuklijnen Voorbij? Politieke, Culturele en Economische Scheidslijnen in de Publieke Opinie. Dit boek is open access raadpleegbaar via deze link. ↑
- In deze steekproef zijn kiesgerechtigden die blanco, ongeldig of niet zijn gaan stemmen wat ondervertegenwoordigd. Om de vertekening door non-respons te corrigeren, werden gecombineerde weeg coëfficiënten op basis van geslacht, leeftijd en opleidingsniveau toegepast. Er dient opgemerkt te worden dat de resultaten minder betrouwbaar zijn naarmate de schattingen gebaseerd zijn op de resultaten van een kleiner aantal respondenten. In onze steekproef zaten slechts n = 81 ‘Blanco, ongeldig, niet gaan stemmen’ respondenten.↑
Samenleving & Politiek, Jaargang 31, 2024, nr. 4 (april), pagina 9 tot 13
Abonneer je op Samenleving & Politiek
Het magazine verschijnt 10 keer per jaar; niet in juli en augustus.
Proefnummer? Factuur? Contacteer ons via
info@sampol.be
of op 09 267 35 31.
Het abonnementsgeld gaat jaarlijks automatisch van je rekening. Het abonnement kan je op elk moment opzeggen. Lees de
Algemene voorwaarden.
Je betaalt liever via overschrijving?
Abonneren kan ook uit het buitenland.
*Ontdek onze SamPol draagtas.