Abonneer Log in

Lang leve solidariteit in wetenschapscommunicatie

ZOMERREEKS 2024 - VERZET

  • Sander De Ridder - Docent mediastudies aan de Universiteit Antwerpen
  • 13 augustus 2024

Wetenschappers werken niet in volledig neutrale en steriele laboratoriumomstandigheden, maar maken zélf deel uit van een context die doordrenkt is met waarden, normen en politieke strijd.

Solidariteit, zo stelt de Britse geograaf David Featherstone, is niet iets wat ‘is’ of wat ‘bestaat’, het gaat om een verbinding, een gedeeld doel en een gezamenlijke inspanning die actief tot stand moet worden gebracht. Solidariteit is een reactie op maatschappelijke ongelijkheid en onrechtvaardigheid.

Terugkijkend op de verkiezingen van 9 juni is het solidariteit die verliest. Opgejaagd door extreemrechts werd het maatschappelijke debat maar weinig gevoed door gezamenlijke toekomstdromen van een betere wereld. In een wereld die door existentiële problemen als klimaatverstoring en oorlog nog weinig veiligheid en zekerheid biedt, stond zelfbehoud centraal. In het publieke debat was amper ruimte voor strategieën die gaan over het gezamenlijke aanpakken van deze existentiële en vele andere uitdagingen. Opgejaagd door extreemrechts ging het over de ondraaglijkheid om samen te leven met verschil en diversiteit.

De angst voor ‘gender’ werd het symbool van het verlies van solidariteit. De zogenaamde ‘genderideologie’ werd een tribaal symbool van ‘wij’ tegen ‘zij’. Het genderideologiedebat werd zelden gehinderd door wetenschappelijke expertise en waarheden over het onderwerp. Zo’n populistisch antagonisme, waar een klassenconflict wordt opgepookt tussen ‘gezond boerenverstand’ (‘man, vrouw, PUNT!’) en kenniswerkers als wetenschappers, academici, maar ook journalisten, leerkrachten en medici, breekt gezamenlijke maatschappelijke samenwerking af.

In tijden waar lokale én globale samenwerking nodig zijn om de problemen van vandaag met verbeelding aan te pakken, vind ik de erosie van solidariteit bijzonder zorgwekkend. Verzet bieden tegen deze tendens is nodig én mogelijk, en het vraagt dat kenniswerkers als wetenschappers en academici bewust(er) communiceren.

Hoe kunnen experten uit het wetenschappelijke veld (een expert zie ik als een m/v/x met een relevante opleiding, positie, ervaring, reputatie, en verwezenlijkingen in hun veld) bijdragen aan solidariteitsacties?

Wetenschappers communiceren best over wetenschap en onderzoek die érgens voor stáán.

Mijn antwoord is schijnbaar eenvoudig, maar vraagt verduidelijking (waar ik de rest van mijn stuk aan wijd): door te communiceren over wetenschap en onderzoek die érgens voor stáán. Het betekent het omarmen van academische vrijheid, en het communiceren over wetenschappelijke feiten niet los te zien van wetenschapscommunicatie die bijdraagt aan solidariteit. De kern van dit idee is dat experts geen wetenschappers kunnen zijn in volledig neutrale en steriele laboratoriumomstandigheden, zeker niet in de huidige contexten van crisis, maar zij maken zélf deel uit van een context die doordrenkt is met waarden, normen en politieke strijd. Waarom is het belangrijk dat wetenschap en onderzoek ergens voor staan in het publieke debat?

Een. In een context van extreme verrechtsing zijn wetenschappers en academici zelf mee het voorwerp van de populistische strijd. In een bevraging van de Jonge Academie naar de standpunten van de politieke partijen in Vlaanderen omtrent het Europees wetenschapsbeleid antwoordde Vlaams Belang omtrent de financiering van het onderzoeksprogramma van de European Research Council (ERC): ‘De EU-begroting voor de periode 2021-2027 is volledig ontspoord. Middelen vrijmaken voor dergelijke programma’s is enkel mogelijk mits er in andere uitgaven van de EU gesnoeid wordt. Een programma als ERC is bijvoorbeeld ook aan hervorming toe: voor Vlaams Belang behoren gender- en diversiteitsstudies niet tot het wetenschappelijke [sic] maar tot het ideologische domein. Een strakke focus op technologie en wetenschap zou al tot een betere besteding van de beschikbare budgetten leiden en nuttiger zijn voor Europa.’

De vijandigheid jegens wetenschappelijke kennis en expertise op het vlak van onderzoek naar gender en diversiteit verdedigt geen feitelijkheid, neutraliteit of objectiviteit, maar het ondermijnt in de eerste plaats solidariteit. Het probeert het populistisch antagonisme waar extreemrechts op gedijt structureel te verankeren in de financiering van de wetenschap en haar instituten.

Twee. Wetenschapscommunicatie die ergens voor staat, combineert de communicatie van feitelijke kennis met aandacht voor hoe deze kan bijdragen aan solidariteit, in plaats van een enge focus op objectiviteit.

Wetenschapscommunicatie die ergens voor staat, combineert de communicatie van feitelijke kennis met aandacht voor hoe deze kan bijdragen aan solidariteit.

Neem nu de recente maatschappelijke debatten over het verbieden van de smartphone voor kinderen en jongeren, een heet hangijzer binnen mijn eigen discipline van de communicatiewetenschappen, maar ook steeds meer voor politici. Het bewijs dat de smartphone slecht is voor kinderen en jongeren, is niet eenduidig. Er zijn heel wat factoren die een rol spelen. Zo zijn contextuele factoren belangrijk (bijvoorbeeld jongeren met bepaalde kwetsbaarheden lopen meer risico), de mate van betrokkenheid van volwassenen bij het smartphonegebruik, maar ook wat jongeren precies doen met de smartphone. Vaak worden deze complexe bevindingen uit onderzoek te eenzijdig vertaald, en worden kinderen, jongeren en ouders op hun verantwoordelijkheden gewezen. Hoe objectief is het om minder verantwoordelijkheid te leggen bij de hele industrie die de aandacht van kinderen en jongeren commercieel uitbuit? Het vooropplaatsen van solidariteit in wetenschapscommunicatie zou kunnen zorgvuldiger de ongelijke relatie aankaarten tussen de gebruiker en de industrie, en het debat over kinderen, jongeren en smartphonegebruik kunnen positioneren als een maatschappelijk discussie waar ook met kinderen en jongeren moet worden samengewerkt.

Drie. In tijden van verrechtsing en toenemende vijandigheid tegenover wetenschappelijke expertise is het van belang dat wetenschapscommunicatie gericht is op het voeden van een dialoog.

De vooraanstaande Amerikaanse wetenschapsfilosofe, Donna Haraway, stelt dat ‘wetenschappers en sociale wetenschappers verantwoordelijk moeten zijn voor wat ze schrijven, in plaats van zich te verschuilen achter de fictie dat wat ze rapporteren direct en onbemiddeld uit de natuur komt.’ Haraway betoogt dat wetenschappers interpretaties maken van hun bevindingen en dat ze open moeten staan om te bespreken hoe interpretaties van onderzoeksdata worden gemaakt. Al te vaak wordt vergeten dat het verdedigen van neutraliteit (waar Haraway naar verwijst als ‘uit de natuur’) in wetenschapscommunicatie op zichzelf een waardengeladen positie is, en niet steeds de meest objectieve. In tijden van populistisch antagonisme moet het publiek benaderd worden vanuit het idee dat bij het communiceren van wetenschappelijke feiten altijd een onzekerheid meespeelt.

Solidaire wetenschapscommunicatie laat zien dat er waarde zit in respectvolle meningsverschillen.

Solidaire wetenschapscommunicatie laat zien dat er waarde zit in respectvolle meningsverschillen en, het belangrijkste, dat onzekerheid en open zijn over de interpretatieve rol van de wetenschapper niet betekent dat er een verlies aan wetenschappelijke waarde is, maar dat het een verantwoordelijke manier is om kennis te delen.

Deze bijdrage verscheen in de Zomerreeks 2024 - Verzet van Samenleving & Politiek.

Abonneer je op Samenleving & Politiek

abo
 

SAMPOL ONLINE

40€/jaar

  • Je leest het magazine online
  • Je hebt toegang tot het enorme archief
MEEST GEKOZEN

SAMPOL COMPLEET

50€/jaar

  • Je ontvangt het magazine in de bus
  • Je leest het magazine online
  • Je hebt toegang tot het enorme archief
 

SAMPOL STEUN

100€/jaar

  • Je ontvangt het magazine in de bus
  • Je leest het magazine online
  • Je hebt toegang tot het enorme archief
  • Je krijgt een SamPol draagtas*
 

SAMPOL SPONSOR

500€/jaar

  • Je ontvangt het magazine in de bus
  • Je leest het magazine online
  • Je hebt toegang tot het enorme archief
  • Je krijgt een SamPol draagtas*

Het magazine verschijnt 10 keer per jaar; niet in juli en augustus.
Proefnummer? Factuur? Contacteer ons via info@sampol.be of op 09 267 35 31.
Het abonnementsgeld gaat jaarlijks automatisch van je rekening. Het abonnement kan je op elk moment opzeggen. Lees de Algemene voorwaarden.

Je betaalt liever via overschrijving?

Abonneren kan ook uit het buitenland.

*Ontdek onze SamPol draagtas.