Abonneer Log in

Daron Acemoglu, denker voor een maatschappij op zoek

Daron Acemoglu wint de Nobelprijs economie. Zijn werk zet de neoklassieke economie op zijn kop, zonder te vervallen in de bekende uitwassen.

© Barry Hetherington

Maken robots werknemers overbodig? Zijn economische groei en milieu nog te verzoenen? Heeft de democratie haar beste tijd gehad? Het ontbreekt ons tijdvak niet aan dergelijke existentiële vragen. Niet zelden volgen dan doembeelden of vage oproepen tot omgooien van ‘het systeem’. Dan is een denker als Daron Acemoglu van MIT, Nobelprijs economie 2024, een verademing.

Acemoglu, een in Turkije geboren Armeens-Amerikaan, werd ondanks zijn relatief jonge leeftijd al een tijdje getipt voor de Nobelprijs. Toen hij in 2005 op zijn 38ste de bijna even prestigieuze John Bates Clark medaille won, had hij zijn stempel al op ontwikkelingseconomie en groeitheorie gedrukt.

Sindsdien is het spectrum van zijn expertise alleen maar uitgebreid. Met James Robinson van de Universiteit van Chicago maakte hij geslaagde excursies naar politiek en geschiedenis, ver buiten het traditionele domein van de economie.

Wel past hij altijd de rigoureuze methoden van de econoom toe. Acemoglu is virtuoos in het mathematisch beschrijven van krachten die een evenwicht zoeken. Nu is dat in zijn wetenschap klassiek, maar Acemoglu beheerst als geen ander de tijdsdimensie. Zijn modellen beschrijven races: tussen arbeid en kapitaal, vervuilende en groene technologie, en origineel, tussen elites en maatschappij.

De modellen van Acemoglu beschrijven races: tussen arbeid en kapitaal, vervuilende en groene technologie, en origineel, tussen elites en maatschappij.

Dat is geen sinecure, maar hij krijgt er heel wat voor terug. Dankzij deze focus op het proces, kan hij meer dan wie ook uitspraken doen over situaties waarin de balans doorslaat. Zijn modellen zijn zo in staat het volledige veld van mogelijkheden te overzien, ook die buiten het comfortabele evenwicht. De mathematische beschrijving van dat veld, in het jargon een fasediagram, laat hem toe exact af te leiden onder welke voorwaarden deze of gene kracht beslissend de overhand neemt. En laat het nu die gevallen zijn waar onze zoekende maatschappij zo door gebiologeerd lijkt.

ZOEKENDE MAATSCHAPPIJ

Neem robotisering. De angst dat machines werknemers binnenkort overbodig zullen maken, heeft aan de linkerzijde een nieuw elan gegeven aan het idee van het basisinkomen. Niet nodig, volgens Acemoglu. Een wereld waarin arbeid als productieve factor uitsterft, is maar één van de mogelijke uitkomsten en nog niet eens de meest realistische. Innovatie draait immers niet alleen om vervangen van jobs. Er komen ook nieuwe taken bij, en daar blijven mensen een voordeel op machines behouden. Mensen zijn niet zoals de paarden die intussen volledig weg geïnnoveerd zijn. We werken immers voor elkaar, voor de eigen soort. Niet dat de race tussen mens en machine geen slachtoffers maakt. Recent toonde hij aan dat één nieuwe robot in de VS 3 jobs vervangt, met reële gevolgen voor de ongelijkheid. Maar een doemscenario tekent zich niet af. De race tussen mens en machine is nog niet voorbij.

Met zijn collega Pascual Restrepo identificeert hij potentiële toepassingen van AI in gezondheidszorg, onderwijs en aangepaste realiteit die de factor arbeid terug een zetje kan geven. Dat vergt dan wel een overheid die haar instrumentarium voor dat doel inzet, tegen de belangen van spelers in Silicon Valley in. In een recente paper vond hij dat een matige taxshift van arbeid naar kapitaal het aandeel van arbeid in het nationaal inkomen van de VS met 2-2,5% kan doen stijgen.

De race voor het klimaat is reëel en de overheid kan die in de juiste richting sturen.

Over het klimaat brengt hij eenzelfde gematigde boodschap. De weerstand tegen krachtig klimaatbeleid wordt deels gedragen door het geloof dat groei en leefmilieu niet te verzoenen zijn. Acemoglu toont dat ook die claim miskent dat er een race aan de gang is, dit keer tussen groene en vervuilende technologie. Alleen wanneer elke nieuwe ‘propere’ ook altijd een ‘vuile’ technologie genereert, zit milieuschade in onze economie ingebakken en moet groei stoppen. Maar dat blijkt in de praktijk niet te kloppen: schone en vervuilende technologie zijn wel degelijk concurrenten. De race voor het klimaat is reëel en weer kan de overheid die in de juiste richting sturen. Sterker nog: zoveel hoeft dat niet te kosten. Een optimaal inzetten van een koolstofheffing en subsidies voor onderzoek en ontwikkeling kost maar 1,5% van het inkomen. En dat is met het minder strenge Amerikaans beleid als baseline.

OP HET KRUISPUNT TUSSEN POLITIEK EN ECONOMIE

Acemoglu gaat de grote vragen duidelijk niet uit de weg, al liggen robotisering en klimaatverandering nog op het klassieke domein van de economie. Zijn belangrijkste bijdrage ligt echter in het kruispunt tussen politiek en economie. Acemoglu brengt machtsverhoudingen en politieke competitie in traditionele economische modellen binnen. Dat brengt hem er toe de traditionele voorschriften uit de economie op hun kop te zetten.

Acemoglu brengt machtsverhoudingen en politieke competitie in traditionele economische modellen binnen.

Wat zuiver economisch misschien wenselijk is, houdt niet meer stand wanneer je met politieke processen rekening houdt. De rol van vakbonden is een klassieker. Traditionele analyses zien hen als marktverstorend: door lonen te hoog te houden voor een bepaalde groep werknemers, duwen ze anderen in precaire banen of in de werkloosheid. Maar hun politieke rol maakt die negatieve invloed meer dan goed. Hun macht bleek in het verleden een tegenmacht voor de belangen van het bedrijfsleven, in het bijzonder dan de financiële sector. De afgang van de vakbonden in de Angelsaksische wereld gaf vrij baan aan het wilde, uiteindelijk voor de economie ook destructieve, kapitalisme dat tot de financiële crisis leidde.

Acemoglu’s werk zet zo de neoklassieke economie op zijn kop, zonder te vervallen in de bekende uitwassen. Zijn wiskundig uitgebalanceerde analyses vermijden de conclusies uit de klassieke economie en andere sociale wetenschappen, die maar al te vaak destructieve revoluties en autoritaire regimes intellectueel hebben ondersteund.

Zijn affiniteit met politieke processen bracht hem tot een vruchtbare samenwerking met James Robinson van U. Chicago. Terwijl Yuval Harari (Sapiens) en Rutger Bregman (De meeste mensen deugen) claimden de geschiedenis te herschrijven, hebben Acemoglu en Robinson echt een bijdrage aan het ‘Big History’ genre geleverd. Dat doen ze zonder een doembeeld of te rooskleurig verhaal op te hangen. Acemoglu houdt weer alle opties open en vermijdt zo de klassieke valkuil van ‘Big History’: de verleiding een definitief oordeel te vellen. Het resultaat is een rijke theorie die de enorme veelheid van maatschappijvormen, nu en in het verleden, in één kader kan vatten.

Acemoglu beschrijft in 'Het Wankel Evenwicht' de geschiedenis als een race tussen de staat met zijn elites en de maatschappij, tussen top-down en bottom-up.

Hun boek Het Wankel Evenwicht (The Narrow Corridor), nog meer dan de voorganger Why Nations Fail, is een krachttoer, even leesbaar als intellectueel stimulerend. Geheel in de lijn van zijn denken beschrijft Acemoglu de geschiedenis als een race tussen de staat met zijn elites en de maatschappij, tussen top-down en bottom-up. Alleen wanneer beiden elkaar in balans houden, zijn vrijheid, democratie, en – hun nuttigste afgeleide product – volgehouden economische groei mogelijk. Dan staat tegenover een potente, sterk uitgebouwde overheid een even krachtige, georganiseerde samenleving die de elites aanspoort het staatapparaat voor het algemeen belang in te zetten. Om die reden hoeft informatietechnologie niet noodzakelijk tot de tirannie van een Orwelliaans panopticum te leiden. De maatschappij kan immers alert blijven, en misschien zèlf die technologie gebruiken om haar elites te controleren. Ontspoort de race echter in de ene of de andere richting, kom je in vormen van Wit-Russische tirannie, Haïtiaanse anarchie, of de verstikkende onvrijheid van traditionele stammen en kastemaatschappijen met hun informele normen terecht.

DE RACE OM DEMOCRATIE IS NIET GELOPEN

Nu Poetin oorlog voert tegen het Europese continent, Elon Musk zijn tentakels op X (voorheen Twitter) heeft gelegd en het Trumpisme de Amerikaanse politiek stevig op de proef stelt, krijgen we het gevoel dat de democratie als model aan een zijden draadje hangt.

Volgens Acemoglu en Robinson is de balans in een moderne liberale democratie niet zomaar uit evenwicht te brengen. In het Westen zal veel afhangen van de aard van de populistische golf en haar leiders. Als zij de democratie perverteren tot een oorlog van een groep tegen een ander, dan ziet het er niet goed uit. Zowel in het Duitsland van de jaren ’30, in Argentinië onder Peron als in het middeleeuwse Italië markeert de truc van wij-tegen-zij het begin van autoritair bewind. Telkens verwerd de staat tot een middel om de andere groep uit te schakelen. Maar het hoeft niet zo’n vaart te lopen. Misschien maken we de geboorte mee van een brede, pluralistische hervormingsbeweging naar het voorbeeld van de Amerikaanse Progressieven uit het begin van de 20e eeuw of de naoorlogse sociale bewegingen in West-Europa. Die wilden de staat niet capteren voor eigen gewin, maar alleen versterken in haar taken. De democratie zal er dan wel bij varen. De race is, zoals vaak, niet gelopen.

De sleutel ligt in intelligent overheidsbeleid, zeker, maar ook in een levendige, diverse maatschappij die de politiek alert houdt.

Daarin ligt de echte kracht van de nieuwe Nobelprijs economie. Naar een maatschappij die schreeuwt om het houvast van definitieve antwoorden, die zich achtereenvolgens wil laten schokkeren en sussen, kaatst hij de bal terug. In een wereld waar niets echt vastligt, ligt de verantwoordelijkheid voor de toekomst bij onszelf. Meer dan bij grote ideeën ligt de sleutel in concreet handelen: in intelligent overheidsbeleid, zeker, maar ook in een levendige, diverse maatschappij die de politiek alert houdt.

In een democratie, dus.

Abonneer je op Samenleving & Politiek

abo
 

SAMPOL ONLINE

40€/jaar

  • Je leest het magazine online
  • Je hebt toegang tot het enorme archief
MEEST GEKOZEN

SAMPOL COMPLEET

50€/jaar

  • Je ontvangt het magazine in de bus
  • Je leest het magazine online
  • Je hebt toegang tot het enorme archief
 

SAMPOL STEUN

100€/jaar

  • Je ontvangt het magazine in de bus
  • Je leest het magazine online
  • Je hebt toegang tot het enorme archief
  • Je krijgt een SamPol draagtas*
 

SAMPOL SPONSOR

500€/jaar

  • Je ontvangt het magazine in de bus
  • Je leest het magazine online
  • Je hebt toegang tot het enorme archief
  • Je krijgt een SamPol draagtas*

Het magazine verschijnt 10 keer per jaar; niet in juli en augustus.
Proefnummer? Factuur? Contacteer ons via info@sampol.be of op 09 267 35 31.
Het abonnementsgeld gaat jaarlijks automatisch van je rekening. Het abonnement kan je op elk moment opzeggen. Lees de Algemene voorwaarden.

Je betaalt liever via overschrijving?

Abonneren kan ook uit het buitenland.

*Ontdek onze SamPol draagtas.