Abonneer Log in
INTERVIEW

Lieven Janssens

'Vorselaar: samen dorp maken'

Samenleving & Politiek, Jaargang 31, 2024, nr. 8 (oktober), pagina 14 tot 21

Een klein dorp dat zuinig en professioneel wordt bestuurd, kiest voor planmatigheid en lange termijn en investeert in bekwaam personeel. Het bestaat en ligt in de Antwerpse Kempen. Afscheidnemend burgemeester Lieven Janssens is amper 46 jaar oud, maar heeft al achttien jaar de leiding van Vorselaar in handen. Een gesprek over dorpen en hun beleid, want de burgemeester is ook bestuurskundige aan de Universiteit Antwerpen.

Vorselaar is een Kempens dorp met een waterburcht uit de 13de eeuw en de geboorteplaats van kardinaal Van Roey. Het centrum wordt gedomineerd door het klooster en de gebouwen van de Zusters der Christelijke Scholen, één van de grote spelers in het Vlaamse onderwijs. “Per capita zijn wij de grootste studentenstad van Vlaanderen”, zegt burgemeester Lieven Janssens. Voor 8.000 inwoners zijn er 4.000 leerlingen en studenten.

Het dorp werd lang bestuurd door baronnen en graven. De jongste achttien jaar was professor bestuurskunde (UA) Lieven Janssens er burgemeester. In opdracht van het Steunpunt Bestuurlijke Vernieuwing publiceerde hij onlangs met Filip De Rynck Toekomstvisie op het lokaal & binnenlands bestuur in Vlaanderen. Zijn lokale lijst Actiev behaalde in 2018 bijna 74% van de stemmen. Meer dan de helft van de kiezers gaf een voorkeurstem aan de burgemeester (2.899 op 5.718 kiezers). Dat was bijna het dubbele van de score van de enige overgebleven oppositiepartij, CD&V. Straf in een kleine gemeente die alles heeft om een christendemocratisch bolwerk te zijn.

Janssens is voorzitter van het Samenwerkingsverband Neteland (met behalve Vorselaar ook Grobbendonk, Herentals, Herenthout en Olen) die wat hem betreft in een fusie mag eindigen. Zijn stelling is dat kleine gemeenten belang hebben bij een fusie. Precies omdat Janssens onder het motto ‘Samen dorp maken’ veel belang hecht aan performant bestuur. In 2016 werd hij uitgeroepen tot beste burgemeester van Vlaanderen en de inwoners van Vorselaar staan hoog op lijstjes met gelukkige burgers. Een landbouwgemeente met tevreden mensen, het bestaat. “Dat komt onder meer omdat het gemeenschapsgevoel in Vorselaar nog groot is,” zegt de burgemeester.

“We hebben als bestuur dat dorps- en verenigingsleven gekoesterd. En het collectieve is heel belangrijk: inzake energie, mobiliteit, wonen, warmtenetten, trage wegen, zorg, groenzones, dorpse architectuur, enzovoort. Het project ‘Samen dorp maken’ is mee door burgers vormgegeven en unaniem door de gemeenteraad goedgekeurd. We willen ons dorp een dorp laten zijn en het niet volbouwen met appartementen. We hebben de scholencluster in het centrum opengetrokken naar het dorp, de muren gesloopt en er een doorwaadbaar gemeentepark van gemaakt. Belangrijk is dat we er ook een verhaal rond gebouwd hebben.

Een aantal bakens die het klassieke dorpsgevoel schraagden, zijn weggevallen: de pastoor, de banken, de postbode die aan huis kwam. Wij hebben ingezet op wijkmeesters en buurtambassadeurs. We ondersteunen het verenigingsleven – vooral logistiek en inhoudelijk. Actiev, de partij die we oprichtten samen met Mark Suykens (Stichting Lodewijk De Raet, De Wakkere Burger, Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten), heeft altijd de focus op community en participatie gelegd. Vorselaar had een nieuwe dynamiek nodig, los van de nationale politiek.”

Uw vader was uw voorganger. Is hij u in ideeën voorgegaan? Het is verbazend dat Vorselaar geen CD&V-bolwerk is.

“Mijn vader was wel actief in de christelijke partij. Ik heb nooit een partijlidkaart gehad en werd ook niet met CVP of CD&V geassocieerd. Ik kom van onderuit, ben gepokt en gemazeld in het verenigingsleven. Ik richtte een buurtcomité op, ben al 41 jaar lid van de harmonie, was actief in tal van verenigingen, organiseerde mee het muziekfestival Na Fir Bolg en de cyclocross.”

Beschrijf het Vorselaar van 18 jaar geleden eens, toen u burgemeester werd?

“In 2005 was het verenigingsleven tanende. De kerk liep leeg, de verzuiling verbrokkelde, het ziekenfonds en de Post trokken weg. Daar moesten we iets voor in de plaats zetten.”

Mensen borgen zonder zuil?

“Exact. Wij hebben een alternatief geboden waaraan elke organisatie, elke vereniging meedeed.”

In 2018 haalde uw lijst bijna 74% van de stemmen. En nu stopt u.

“Ik heb van in het begin gezegd wanneer ik wilde stoppen. Wij wilden anders aan politiek doen, lokaal. Daarin zitten zowel sociale als ecologische maar ook liberale en strengere accenten. We wilden modern besturen. Kennisbeheer, efficiëntie, management.”

Wat zijn 18 jaar en drie bestuursperioden later nu de uitdagingen? De continuïteit garanderen?

“Ja, het DNA van ons project beschermen. Collectief denken en dat toepassen op alle beleidsdomeinen. Vanuit een geïntegreerde aanpak. We hebben ook zwaar geïnvesteerd in sociale huisvesting.”

Hoeveel sociale woningen telt Vorselaar?

“152. Hoofdzakelijk huur, maar er zijn intussen drie projecten van sociale koopwoningen goedgekeurd.”

Heeft uw nadruk op het collectieve ervoor gezorgd dat, bijvoorbeeld, de eenzaamheid minder groot is dan in andere gemeenten?

“Eenzaamheid is ook hier een uitdaging. Bij elke transitie dreigt eenzaamheid. Maar misschien capteren we de signalen beter en spelen we er sneller op in. Wij hebben hier 26 actieve buurten en tientallen buurtambassadeurs in een gemeente van 8.000 mensen. Dat zijn onze voelsprieten.”

Eenzaamheid is ook hier een uitdaging. Maar misschien capteren we de signalen beter en spelen we er sneller op in.

Aan wie koppelen al die voelsprieten terug?

“We hebben een nieuw inloophuis, KomAf. Iedereen is er welkom, zonder afspraak. Wie vast zit met papierwerk, digitale vragen heeft. Mensen die een brief uit Brussel kregen maar niet met ambtenaren durven te bellen, anderen die een koffie willen komen drinken. Dat inloophuis is ook de uitvalbasis voor onze buurtambassadeurs. We hebben daarvoor twee mensen in dienst genomen. Die medewerkers moeten ook onze diensten beïnvloeden.”

Ze hebben een soort ombudsfunctie?

“Ja, ze mogen assertief zijn ten aanzien van de eigen collega’s en krijgen daarvoor politieke rugdekking. De uitdaging is: hoe kijken we naar duurzaamheid, het sociale en het inclusieve? Dat gaat over toegankelijkheid, bereikbaarheid. Maar net zo goed over het onthaalbeleid voor mensen van vreemde origine.”

Om hoeveel nationaliteiten gaat het?

“Om 36. En met 31 hebben we een Wereldfeest georganiseerd. We willen hen met ons dorp connecteren. De visie rond collectief denken is verankerd. Ik acht de kans klein dat een volgend bestuur een heel andere koers gaat varen. De meeste beslissingen worden ook door de oppositie gesteund. Als Vorselaar zijn we robuust genoeg om hiermee door te gaan. Mogelijk verliest Actiev in oktober wel wat stemmen als gevolg van corona en de algemene sfeer rond politiek. Daar moeten we rekening mee houden.”

De burgemeestersbonus zal niet meer spelen.

“Er komt nu een protestpartij op die vindt dat alles fout loopt. Maar de koers zal niet veranderen. Ook omdat hier een heel andere verhouding tussen politiek en ambtenarij bestaat.”

Wat is de autonomie van ambtenaren?

“Vorselaar was destijds erg afhankelijk van politici. Een invasieve schepen kon hier alles doen. We hebben de gemeentelijke organisatie zowel numeriek als kwalitatief versterkt. De processen en het kennisbeheer zijn nu echt in handen van de organisatie. We houden beleidscolleges met politici en ambtenaren, en niet alleen het managementteam maar ook de diensthoofden. We debatteren samen over de toekomst van het dorp.

Als mij gevraagd wordt naar de mooiste anekdotes van mijn burgemeesterschap denk ik altijd aan twee verhalen. Eén is beleidsmatig. Het marktplein voor het gemeentehuis was een grote parkeerplaats en de stopplaats van dertien buslijnen. We hebben dat volledig onthard, alle parkeerplaatsen en het verkeer weggehaald. Zonder één bezwaar! Door continu op dezelfde spijker te slaan. Jaren geleden al praatten wij hier over ontharding en klimaatadaptatie.”

Even terug: een kleine gemeente kan wel extra personeelsleden betalen?

“Ja. Naast sociaal, duurzaam en inclusief is ons bestuur ook modern. Het draait om bestuurskracht.”

Gekoppeld aan financiële orthodoxie?

“We hebben zuinig maar niet krenterig bestuurd. We zijn begonnen met een 80-puntenprogramma om te besparen en staan nog altijd in de top 10 van de Vlaamse gemeenten die er financieel het best voorstaan. Ook al hebben we hier geen industrie die voor extra inkomsten zorgt.”

En de tweede anekdote?

“Ik heb 20 jaar gewacht om mijn vrouw ten huwelijk te vragen. Na de aankondiging kwam tijdens de collegezitting het personeel de zaal binnenlopen. Het was geen staking of candid camera, zoals ik aanvankelijk dacht. Neen, het personeel kwam zeggen dat het ons huwelijksfeest zou organiseren. Zo van: “Lieven, daar heb jij geen tijd voor, jij werkt negentig uur per week. Wij gaan uw huwelijksfeest van A tot Z organiseren.” Dat hebben ze ook gedaan – buiten de werkuren. Van het misboekje over de muziek, het bereiden van het eten, tot het uitbezemen van de evenementenzaal om 5 uur ‘s morgens. En met de pastoor die mee aan de tapkraan op het kerkplein stond.”

Is het model Vorselaar te kopiëren door andere gemeenten?

“Een aantal DNA-elementen kunnen we zeker delen. De blik naar binnen en die naar buiten. Naar binnen wil zeggen: oog hebben voor de kracht van de eigen organisatie. De blik naar buiten is weten waarom we iets doen. Het gaat over meer dan een sporthal of het vernieuwen van een straat. Het gaat over de lange termijn. We hebben hier de brede omgevingsanalyse geïntroduceerd, zowel kwalitatief als kwantitatief. We hadden hier al droogte- en klimaatplannen vóór de eerste zomer waarin sproeien verboden was. Lokaal beleid is bij uitstek geschikt om de grote transities vorm te geven. Natuurlijk hebben we daar ook centraal beleid en middelen en sturing voor nodig, maar het moet lokaal gebeuren! Daarom moeten we het lokale niveau versterken en dat zijn niet alleen de gemeenten maar ook de lokale netwerken.”

We hadden hier al droogte- en klimaatplannen vóór de eerste zomer waarin sproeien verboden was.

Uw wetenschappelijke achtergrond als professor bestuurskunde valt moeilijk te scheiden van uw aanpak van het lokale bestuur?

“Neen. Ik heb ook veel subsidies naar Vorselaar gehaald. Niet omdat ik partijgenoten in Brussel aan hun mouw kon trekken – ik ben partijloos. Wel omdat ik tot laat in de avond beleidsnota’s neerpende. Ik heb de voorbije periode 63 subsidies binnengehaald. Goed voor 17 miljoen euro – onze exploitatiemarge per jaar is maar circa één miljoen euro, ons investeringsbudget bedroeg 13,6 miljoen euro in 6 jaar tijd.”

Laten we het over uw academisch werk hebben. Onze gemeenten missen bestuurskracht.

“In eerste instantie gaat het over gebrek aan capaciteit. Dat leidt tot gebrek aan robuustheid en dus kwetsbare dienstverlening. Er zijn veel eenpersoonsdiensten en geenpersoonsdiensten. Toen ik burgemeester werd, zei men: ‘Af en toe moet je eens naar de politie gaan, maar maak je geen zorgen, de korpschef zal wel zeggen wat er moet gebeuren.’ Helemaal fout: de politiek moet de visie vastleggen. Er was in het gemeentehuis niemand die ook maar één veiligheidsdossier bijhield. Nu hebben we zes voltijdse universitaire medewerkers die met integrale veiligheid bezig zijn, weliswaar in Neteland.”

Het gaat ook om kwaliteit. Pas dat eens toe op ruimtelijke ordening, belangrijk in elke gemeente.

“Voor mij is ruimtelijke ordening een viertand: plannen, vergunnen, handhaven en grond- en pandenbeleid. Maar wat als je enige gemeentelijke stedenbouwkundige ambtenaar alleen sterk is in vergunnen? We moeten ruimtelijke ordening op een grotere schaal aanpakken, met gemeenten die op mekaar betrokken zijn. Nabijheid is belangrijk maar weegt alleen als er voldoende bestuurskracht is. Slechte nabijheid is contraproductief. De bakker en de bankautomaat komen niet zomaar terug als kleine gemeenten meer geld krijgen.”

De bakker en de bankautomaat komen niet zomaar terug als kleine gemeenten meer geld krijgen.

Specialisatie is een ander facet.

“Ik heb alle Vlaamse gemeenten bezocht en 91 gemeenten doorgelicht. Het verhaal vóór en achter de schermen is groot. Vóór de schermen zegt iedereen dat het nog wel lukt. Achter de schermen zeggen velen dat het zo niet verder kan. De bestuurskracht van onze gemeenten is penibel.”

Maar zelf fuseert Vorselaar niet.

“We kregen niet alle vijf gemeenten van Neteland mee. Maar het zal er wel van komen. En als we opschalen, dan moeten we dat volgens de principes van verevening doen. Ook morfologisch: waar gaan we de centrumfuncties leggen? In Neteland hebben we met vijf gemeenten beslist om samen het zwembad van Herentals te financieren. Tien jaar geleden hadden ze me gek verklaard. Nu zien we dat we er allemaal baat bij hebben, net zoals bij het samen beslissen over deeltijds kunstonderwijs, het station, het ziekenhuis, zorg en welzijn.”

Waarin verschilt Neteland van die ondoorzichtige en ondemocratische intercommunales?

“In Neteland zit de oppositie mee in de raad van bestuur. Wij hebben mandatarissenavonden, beleids- en adviesgroepen, een maandelijkse nieuwsbrief.”

Als je een betere verhouding tussen Vlaanderen en de gemeenten toepast op ruimtelijke ordening, wat betekent dat voor de gemeenten?

“Simpel: lokale besturen naar boven, Vlaanderen naar beneden en de provincies er tussenuit. De gemeenten krijgen een actievere rol, van planning, vergunnen, handhaven tot grond- en pandenbeleid. Waarom mag een overheid de samenleving en dus ook de ruimte niet ordenen?”

U schrijft dat Vlaamse ambtenaren ook op lokaal vlak kunnen ondersteunen.

“Exact. Wij zetten in op gebiedsgericht werken – dat zal ook zo in het Vlaams regeerakkoord staan. In Vlaanderen kunnen twee bestuurslagen volstaan: gemeenten en Vlaanderen. Als we gebiedsgericht werken, kan het versterkte lokale niveau prima samenspelen met een meer decentraal werkend Vlaanderen. Uiteraard is Vlaanderen gecentraliseerd na vijftig jaar met zes staatshervormingen en almaar méér Vlaanderen. Maar de kentering is ingezet. Kijk naar waterbeheer, de Vlaamse Landmaatschappij, VLAIO met de brownfieldconvenanten, het activeringsbeleid of het Plan Samenleven.”

Vlaanderen moet meer vertrouwen stellen in lokale besturen.

“En in hun lokale netwerken: CAW, huizen van het kind, eerstelijnszones, politie, boerenorganisaties, scholen, werkgevers. Wij hebben in de regio met ‘GRUP Kleine Nete en AA’ 650 hectare agrarisch gebied naar natuur- en bosgebied omgezet. Daarvoor hebben we tien jaar aan de weg getimmerd, samen met Antwerps provinciegouverneur Cathy Berx. Als gemeenten beter ondersteund worden en deskundiger met het bovenlokale niveau kunnen afstemmen, ontstaat een één-op-één-verhouding. Als de vervoersregio’s omgevingsregio’s worden dan kunnen straks in de Kempen acht gemeenten goed samenwerken inzake mobiliteit en ruimtelijke ordening. Ze kunnen aan verevening doen.”

Wat betekent verevening?

“De centrumfuncties delen. Dat is meer dan het ommeland dat mee voor de stad betaalt. Met Neteland hebben we een beleidskader voor ontharding uitgetekend, dat bepaalt dat de verdichting in Herentals zal plaatsvinden en niet in Vorselaar. Verdichten waar het kan en open ruimte bewaren waar het moet.”

Het gaat in essentie om geïntegreerd en gebiedsgericht beleid.

“Dat is de toekomst van het Vlaams binnenlands bestuur. Het detecteren van de gebiedsgerichte processen moet op het niveau van de regering gebeuren en het niveau van de departementen overstijgen. Als we de partijpolitiek en de verkokering blijven versterken, komen we er niet.”

Wat moet er financieel gebeuren om dorpen dorps te houden?

“We hebben andere financieringssystemen voor kernversterking en ook koepelprogramma’s voor het platteland nodig. Neem de fusie van Nevele en Deinze. Wie heeft daar het grootste voordeel bij? Nevele natuurlijk. De open ruimte van Nevele kan alleen door de fusie worden gevrijwaard. En dan hebben we het nog niet over de gebrekkige dienstverlening in Nevele. Nevele moet niet langer groeien om de financiën op peil te houden.

Het DNA van een dorp kan beter worden gevrijwaard en de bestuurskracht kan toenemen in een groter geheel.

Om het dorpse karakter te behouden, hebben veel dorpen er belang bij in een groter geheel te stappen. Het DNA van een dorp kan beter worden gevrijwaard en de bestuurskracht kan toenemen in een groter geheel. Een gemeentehuis in je straat kan nabij zijn, maar wat is nabijheid waard als er geen aanspreekbare ambtenaar beschikbaar is om een antwoord op uw vraag te formuleren? Of als uw omgevingsvergunning met haken en ogen aan mekaar hangt omdat uw ambtenaar onvoldoende expertise in huis heeft? Dienstverlening en het dorpse karakter varen wel bij grotere bestuurskracht.”

Samenleving & Politiek, Jaargang 31, 2024, nr. 8 (oktober), pagina 14 tot 21

Abonneer je op Samenleving & Politiek

abo
 

SAMPOL ONLINE

40€/jaar

  • Je leest het magazine online
  • Je hebt toegang tot het enorme archief
MEEST GEKOZEN

SAMPOL COMPLEET

50€/jaar

  • Je ontvangt het magazine in de bus
  • Je leest het magazine online
  • Je hebt toegang tot het enorme archief
 

SAMPOL STEUN

100€/jaar

  • Je ontvangt het magazine in de bus
  • Je leest het magazine online
  • Je hebt toegang tot het enorme archief
  • Je krijgt een SamPol draagtas*
 

SAMPOL SPONSOR

500€/jaar

  • Je ontvangt het magazine in de bus
  • Je leest het magazine online
  • Je hebt toegang tot het enorme archief
  • Je krijgt een SamPol draagtas*

Het magazine verschijnt 10 keer per jaar; niet in juli en augustus.
Proefnummer? Factuur? Contacteer ons via info@sampol.be of op 09 267 35 31.
Het abonnementsgeld gaat jaarlijks automatisch van je rekening. Het abonnement kan je op elk moment opzeggen. Lees de Algemene voorwaarden.

Je betaalt liever via overschrijving?

Abonneren kan ook uit het buitenland.

*Ontdek onze SamPol draagtas.