In 2024 vergrootte radicaal-rechts zijn invloed in Vlaanderen, Europa en wereldwijd. Ook in 2025 blijven de uitdagingen aanwezig, wat vraagt om inzicht in zijn tactieken en meer kennis over de succesfactoren van radicaal-rechts.
© Wikimedia Commons
Begin 2024 was de verwachting nog dat in juni Vlaams Belang de grootste partij zou worden in Vlaanderen, en we naar een Septemberverklaring zouden luisteren van een zwartgele coalitie tussen N-VA en Vlaams Belang. Dat is anders uitgedraaid, al hing dit aan een zijden draadje. Die meerderheid kwam er met één zetel te kort nipt niet. N-VA bleef tot de verbazing en wanhoop van de eigen voorzitter, als we BDW: Politiek beest mogen geloven, de nummer één. De strategische keuzes in de campagne die veelal rond de economie en het federale niveau draaide – waar de regering-De Croo I een dankbare schietschijf was – droegen daar vermoedelijk aan bij. Ook de ‘carrement neen’ van Bart De Wever in Eerste Keus, waarmee hij duidelijk een streep trok onder samenwerking met Vlaams Belang, legde hem geen windeieren. Recent onderzoek van mezelf en Jean-Benoit Pilet biedt voorzichtig experimenteel bewijs dat claims waarin mainstream partijen in de campagne een regering uitsluiten met radicaal-rechts kan voorkomen dat deze laatste wordt gelegitimeerd en aan steun wint. Verder liet Tom Van Grieken zelf een aantal steken vallen door forse uitspraken over transgenders. Deze combinatie van factoren verheldert hoe Vlaams Belang zijn voorsprong (die er volgens panelonderzoek naar kiezersstromen onder leiding van Stefaan Walgrave wel degelijk was) alsnog uit handen gaf. In oktober hoopte Van Grieken zich lokaal te verankeren. Vlaams Belang kwam op in een record aantal gemeentes en twee gemeentes (Denderleeuw en Ninove) kwam ze als grootste uit de bus.
Toch zou het onjuist zijn om te pretenderen alsof het verkiezingsjaar voor Vlaams Belang faliekant op een mislukking is uitgedraaid. Bovendien dient de Vlaamse context in globaal perspectief te worden gezet. Zo weze duidelijk: 2024 was een onvervalst boerenjaar voor radicaal-rechtse krachten, in Vlaanderen, Europa én wereldwijd. De begindagen van 2025 volgen die trend.
DUIZELINGWEKKENDE CIJFERS IN VLAANDEREN
Want vergis u niet: in Vlaanderen werd de partij dan wel niet de grootste, de cijfers blijven duizelingwekkend. In 143 gemeentes kwam Vlaams Belang in juni als grootste uit de bus, de partij haalde ei zo na 1 miljoen stemmen, en in oktober groeide ze vanuit het niets in diverse postcodes tot tweede of derde partij. Het moet gezegd: mede door het aanzienlijke zetelaantal in de kieskring Antwerpen (waar N-VA sterk scoorde) bleef N-VA hen voor. De parel aan de kroon voor Tom Van Grieken vormt uiteraard de zwartgele burgemeestersjerp voor Guy D’Haeseleer (Forza Ninove), en het lokale doorbreken van het cordon in Ranst, Izegem en Brecht. Hij verwezenlijkt daarmee zijn droom om een streep te trekken onder het imago van Vlaams Belang als eeuwige oppositiepartij. Het stelt de partij in staat bestuursverantwoordelijkheid te dragen, zodat ze naast invloed – dat ze al ruimschoots had door als zweeppartij de politieke agenda te dicteren en andere partijen tot programmatorische wijzigingen te bewegen – harde macht te vergaren.
Vlaams Belang verwezenlijkte zijn droom om een streep te trekken onder het imago van eeuwige oppositiepartij.
De herbevestiging van het cordon door de nationale partijvoorzitters van Vooruit, CD&V en Open Vld is in dit opzicht niet te onderschatten: de geschiedenis toont immers dat het telkens mainstream partijen zijn die het bedje spreiden en de sleutel in handen hebben die de ‘political opportunity structure’ (zeg maar de institutionele manoeuvreerruimte) voor radicaal-rechts bepaalt. Lokale verankering kan de springplank vormen voor nationale machtsdeelname. De vier gemeentes (Brecht, Izegem, Ninove, Ranst) vertegenwoordigen slechts 120.000 burgers wat haar macht beperkt in reikwijdte. Los van de symboliek, ligt de relevantie echter in een nieuw, sterk argument dat de partij vanaf nu kan hanteren als verweer tegen de strategie van ‘negeren, isoleren en stigmatiseren’ waarmee Bart De Wever in juni 2024 de code in het beteugelen van Vlaams Belang leek te hebben gekraakt. De lokale barsten in het cordon functioneren als tastbaar bewijs dat als de kiezer de partij groot genoeg maakt, niets – ook geen cordon – haar nog in het gareel kan houden. Zo kan ze zichzelf van het juk – de goodwill van politieke tegenstanders in de vorm van het cordon sanitaire – bevrijden.
WANKELE INTERNATIONALE CONTEXT
Bovendien sluit dit aan bij een Europese trend, waar radicaal-rechts zich roert en collectief is versterkt: Vlaanderen, waar Vlaams Belang vooralsnog nationaal wordt geweerd van regeringsdeelname, vormt stilaan een eiland. In quasi alle naburige landen – van Duitsland tot Oostenrijk, Nederland tot Zweden, Frankrijk tot Italië – worden (minderheids)regeringen geleid of gesteund door radicaal- of extreemrechts, of is de situatie politiek instabiel, met mainstream partijen in de verdrukking die als volleerde apparatsjiks en uit electorale doodsangst naar de pijpen dansen van radicaal-rechts, in een ultieme tango voor hun politiek overleven. In Frankrijk ligt de regering van Macron in de touwen. Het Elyseé stuurt alsmaar meer bij richting stokpaardjes van Rassemblement National. Marine Le Pen functioneert als ware ze een Romeinse keizer die met één duimgebaar haar goed- of afkeuring kan doen blijken, en de regering kan doen vallen bij een faux pas. In Duitsland volgen in februari vervroegde verkiezingen, waarvan het een vraagteken is of de Brandmauer tussen AfD en de andere partijen overeind kan blijven bij een monsterzege en met Friedrich Merz als CDU-kandidaat bondskanselier. De campagne draait volop rond migratie, waar de CDU is verwikkeld in een opbod met AfD over strenge maatregelen. Er blijft weinig over van de “Du kannst ein Stinkdier nicht überstinken”-uitspraak van even geleden. Oostenrijk – waar het cordon twee decennia geleden al sneuvelde – neemt een nieuwe horde: FPÖ mag, onder leiding van omstreden Herbert Kickl die ‘volkskanselier’ wil worden, een regering op poten zetten als eerste viool.
Er blijft bij CDU weinig over van de “Du kannst ein Stinkdier nicht überstinken"-uitspraak van even geleden.
Dan zijn er nog de ontwikkelingen op het wereldwijde toneel. Op Inauguration Day (20 januari) legt Donald Trump de eed af voor zijn tweede ambtstermijn als Amerikaanse president. Daarbij krijgt hij gezelschap van schaduwpresident Elon Musk, die als eigenaar van X steeds nadrukkelijker de algoritmes op het platform manipuleert, zichzelf uitroept tot spreekbuis van de alt-right en opvallende bemoeienis vertoont met de Europese politiek. Hij begeeft zich op glad ijs en flirt met de grens van wat onder legitieme vrijheid van meningsuiting valt en wat niet. De vraag hoe ver hij zal gaan in inmenging in buitenlandse politieke processen, baart zorgen. Zo ging hij op X in gesprek met AfD-voorzitter Alice Weidel. Brits premier Starmer, bondskanselier Olaf Scholz kregen een veeg uit de pan, terwijl hij Reform financiële steun beloofde mits het vertrek van leider Nigel Farage. Tel de precaire geopolitieke context hierbij op – de verwoestende oorlog van Israël in Gaza, de machtswissel in Syrië, Oekraïne, en de expansiedrift van Poetin om haar invloedssfeer in ere te herstellen via cyberaanvallen (Roemenië, Georgië). Deze ontwikkelingen vormen een gevaarlijke cocktail die 2025 in haar greep zullen houden.
DOORPRIKKEN VAN TACTIEKEN
Is er dan geen goed nieuws voor 2025? Toegegeven, de voortekenen zijn somber. Toch blijft het cruciaal om kennis op te bouwen over het succes van radicaal-rechts en inzicht te verkrijgen in haar tactieken, zodat ze herkend en doorgeprikt kunnen worden. Hier ligt een verantwoordelijkheid weggelegd voor mainstream partijen, maar ook andere maatschappelijke actoren – zoals journalisten – moeten alert blijven om te vermijden dat ze, bewust of onbedoeld, bijdragen aan de agenda van radicaal-rechts.
Overname van standpunten komt vooral radicaal-rechts ten goede, terwijl er minder bewijs is dat het electorale voordelen oplevert voor mainstream partijen.
Voor mainstream partijen geldt, zoals reeds meermaals empirisch aangetoond en dat desnoods ad nauseam dient herhaald, dat accommodatie – overname van standpunten, samenwerking – vaak vooral radicaal-rechts ten goede komt en verder legitimeert, terwijl er minder bewijs is dat het electorale voordelen oplevert voor mainstream partijen. Ook nieuwsmedia kunnen radicaal-rechts versterken door disproportioneel aandacht te besteden aan de partij of haar thema’s, sensationeel te berichten, en een coulante manier van journalistiek te hanteren: feiten-gebaseerde journalistiek met nadruk op woord- en weerwoord in kritische formats, net als voldoende achtergrond en contextualisering, moeten een automatisme worden.
Tot slot is het essentieel te begrijpen welke factoren het succes van radicaal-rechts aandrijven, waarbij het samenspel tussen vraag en aabod doorslaggevend is. Zeker: migratie is een zichtbaar thema waar veel burgers van wakker liggen, wat een vruchtbare voedingsbodem garandeert en radicaal-rechts als eigenaar electoraal voordeel oplevert. Toch is een toegenomen vraag niet noodzakelijk de belangrijkste verklaring. Onderzoek beklemtoont vooral stabiliteit in houdingen over migratie. Wat wel zo lijkt te zijn: migratie is – net als andere socioculturele thema’s – relatief sterker beginnen doorwegen in de stemkeuze en de visie op migratie bepaalt vandaag sterk de ideologische links-rechtstegenstellingen. Bovendien instrumentaliseren radicaal-rechtse politici migratie door het te koppelen aan een breed scala aan maatschappelijke problemen, en door een gevoel van crisis aan te wakkeren dat versterkt wordt door clickbait en sociale media-algoritmes.
We gaan er in onze westerse samenleving al te naïef van uit dat de geschiedenis een lineaire en eenrichtingsbeweging is naar meer vrijheid en democratie.
De normalisering van radicaal-rechts gedachtegoed verspreidt zich als een langzaam werkend gif en nestelt zich geleidelijk in onze samenleving. Het blijft cruciaal om dit te blijven benoemen, want het proces verloopt incrementeel en blijft onder de radar. Gebrek aan verontwaardiging, gelatenheid en onverschilligheid bij de opmars van radicaal-rechts functioneren als de spreekwoordelijke kanarie in de koolmijn. Het gaat om een geleidelijke evolutie, zichtbaar in kleine veranderingen die samen grote en onomkeerbare verschuivingen teweeg kunnen brengen. We gaan er in onze westerse samenleving al te naïef van uit dat de geschiedenis een lineaire en eenrichtingsbeweging is naar meer vrijheid en democratie, maar dit vereist wel constante waakzaamheid en weerwerk tegenover antidemocratische krachten – ongeacht hun ideologische kleur – die deze vooruitgang kunnen bedreigen.
Laten we 2025 dopen als jaar waarin waakzaamheid en weerbaarheid tegenover radicale krachten centraal staan.
Abonneer je op Samenleving & Politiek
Het magazine verschijnt 10 keer per jaar; niet in juli en augustus.
Proefnummer? Factuur? Contacteer ons via
info@sampol.be
of op 09 267 35 31.
Het abonnementsgeld gaat jaarlijks automatisch van je rekening. Het abonnement kan je op elk moment opzeggen. Lees de
Algemene voorwaarden.
Je betaalt liever via overschrijving?
Abonneren kan ook uit het buitenland.
*Ontdek onze SamPol draagtas.