Abonneer Log in

Kaput. The End of the German Miracle

Samenleving & Politiek, Jaargang 32, 2025, nr. 2 (februari), pagina 68 tot 71

Het Duitse neo-mercantiele model is verscheurd tussen westerse politieke loyaliteit en oosterse economische integratie.

Kaput. The End of the German Miracle

Wolfgang Münchau
Swift Press, Londen, 2024

Op 6 november 2024 viel de Duitse regering van Olaf Scholz. Het leek wel de perfecte reclamestunt voor Wolfgang Münchau’s nieuwe boek. De jarenlange correspondent voor de Financial Times schreef al zijn expertise bijeen in een stevig relaas over het verval van de Duitse economie. Dat die industriële exportmotor kaput is, heeft inmiddels ernstige politieke gevolgen. Scholz’ regering was verscheurd tussen liberalen die het typische Duitse besparingsmodel wilden verderzetten, terwijl de sociaaldemocraten en groenen daar (lichtjes) vanaf wilden stappen. Wie er Münchau’s boek bijneemt, leert die recente crisis te plaatsen in de bredere politieke economie van Duitsland.

Münchau’s karakterisering van de Duitse politieke economie valt samen te vatten in één woord: neo-mercantilisme. Daarmee bedoelt hij dat exporteren dé belangrijkste obsessie is in de Duitse industrie, politiek en ideologie. Die rode draad brengt bij ons bij een divers scala aan Duitse eigenaardigheden. Zo wijdt Münchau een hoofdstuk uit over de rol van de publieke Landesbanken in de Duitse industrie. Bestuurd door lokale politici hebben ze een grote invloed op investeringsbeslissingen en overnames. Niet verwonderlijk gebruiken die politici die invloed om sectoren met grote tewerkstelling (staal, auto-industrie) en exportmogelijkheden te verankeren.

Verder verklaart de Duitse exportdrift ook haar geopolitieke pragmatiek. Münchau bespreekt in detail hoe de Duitse politiek, sociaaldemocraten voorop, haar economie afhankelijk heeft gemaakt van Russisch gas om energiekosten te drukken. De politieke banden waren heel nauw: ex-bondskanselier Gerhard Schröder maakte Poetin zelf de peter van zijn kind. Ook de stevige banden met China kaderen in die pragmatiek. Meer dan de VS heeft Duitsland zich kunnen integreren in de nieuwe globale productieketens, waarbij China een belangrijke handelspartner werd. In contrast met de VS is Duitsland erin geslaagd om in China een exportmarkt te vinden, in plaats van louter te importeren. Münchau besluit dan ook dat Duitsland wel degelijk politiek loyaal bleef aan het Westen, maar in haar economische expansie de laatste decennia vooral integreerde met het Oosten.

Volgens Münchau is de grondoorzaak voor de val van dat Duitse neo-mercantiele model dat de exportproducten zelf niet meer 'cutting edge' zijn.

Volgens Münchau is de grondoorzaak voor de val van dat Duitse neo-mercantiele model dat de exportproducten zelf niet meer cutting edge zijn. Een belangrijk voorbeeld is de klassieke auto-industrie, die nauwelijks elektrische wagens produceert. In het algemeen maakt Münchau een onderscheid tussen mechanische en digitale industrieën. In dat eerste zijn de Duitsers heer en meester, van dat tweede kunnen ze niets. De Duitsers hebben daardoor de Schumpeteriaanse strijd van creatieve destructie verloren. De Duitse industrie en politiek waren zo obsessief bezig met het stimuleren van export dat alle hulp ging naar de exportwinnaars. Er was geen ruimte voor diversifiëring, waaruit nieuwe bedrijven zouden kunnen groeien. In plaats daarvan bleven politici decennialang de rode loper uitrollen voor Volkswagen. Dat uitgerekend die producent nu besliste om fabrieken te sluiten in het land, lijkt kracht bij te zetten aan het hoofdargument. Je kan proberen de kosten te drukken zoveel je wil, als je hebt gewed op het verkeerde paard, ben je op voorhand al verloren, aldus Münchau.

Het neo-mercantilisme breken is relatief simpel voor Münchau. In de eerste plaats moeten de banden tussen auto-industrie en politiek geknipt worden. Daarna moeten de Duitsers af van hun obsessie om te exporteren en besparen. Eenmaal genezen, kunnen ze diversifiëren en duizenden bloemen laten bloeien. Münchau haalt er zelf David Ricardo bij, alsof een hele generatie Duitse economen nog nooit van de denker gehoord zou hebben. Voor Münchau is dat neo-mercantilisme dus vooral een denkfout, iets dat, mits de nodige bijscholing, makkelijk kan veranderen.

Net daar schiet zijn analyse tekort. Münchau mist een structurele analyse van de politieke economie van Duitsland in de context van kapitalistische globalisering. Het was West-Duitsland die zich kon ontpoppen tot één van de belangrijkste productielanden in de Amerikaanse globale markt. De export stond centraal in het sociaal pact tussen vakbonden, werkgevers en staat. De Bundesbank hield de teugels stevig vast en vakbonden bleven koest in ruil voor werkzekerheid. Toch was haar exportpositie behouden moeilijk in een globaliserende economie, zeker wanneer nieuwe productiecentra in Azië zich aanboden. Duitsland had immers niet de privileges van de Verenigde Staten, wiens nieuwe exportproduct de dollar werd. De competitie werd bikkelhard en om te overleven moesten kosten worden gedrukt. Er moest geëxporteerd worden. Het Duitse model afdoen als een denkfout is dan ook een schromelijke onderschatting van de structurele beperkingen waaraan het land onderhevig is.

De Chinese producenten zijn industriële voortrekkers geworden en de wereldmarkt is verschraald door handelsbarrières.

Het is dan ook niet verwonderlijk dat het Duitse model uitgerekend nu in crisis is. In het laatste decennia is de globale markt, met de woorden van Marx, gekanteld van “een werkbaar broederschap […] in een vijandige strijd tussen broers.” De Chinese producenten zijn de industriële voortrekkers geworden en de wereldmarkt is verschraald door handelsbarrières. Trump II belooft hier enkel maar olie op het vuur te gooien. De economische competitie tussen de VS en China is omgeslaan in geopolitieke spanningen. In die context faalt het Duitse neo-mercantiele model, verscheurd tussen westerse politieke loyaliteit en oosterse economische integratie.

Niet enkel de globale context moet hier in acht worden genomen, maar ook hoe de Duitse politiek haar eigen graf delfde. Toen de ‘herfst’ van globalisering zich aankondigde in 2008, implementeerde de Schwäbische Hausfrau een draconisch besparingsbeleid in Europa. Hoewel het haar doel was om de globale competitieve positie van Europa te vrijwaren, heeft ze in de ontluikende geopolitieke globalisering ultiem haar eigen positie onderuit gehaald. De Europese staten hebben niet langer de budgettaire slagkracht om hun economieën door politiek troebele wateren te sturen. Nu de spanningen overslaan in militarisering, doen Europese politici een laatste inspanning om een besparingstandje bij te zetten, opdat hopelijk een extra F-16 besteld kan worden. Dit alles geeft geen hoopvolle vooruitzichten voor Duits Europa. Het is een open vraag of Duitsland nog kans maakt op een koersverandering, zoals Münchau vooropstelt.

In een positieve lezing zorgt de val van de Duitse exportmotor voor een ideologische crisis van de besparingsconsensus. West-Duitsland was de grondlegger van het monetarisme en de besparingslogica. Als eerste kon het de crisis van de jaren 1970 temmen door loonmatiging en disciplinering af te dwingen. Sinds het begin van de Europese monetaire integratie stond de Deutsche Mark als de onbetwiste regionale trekker voorop. Ook de bijhorende fiscale keurslijven komen uit de Duitse ordo-liberale machine. Indien die consensus nu sneuvelt in de Duitse nationale politiek, is er ook op het Europese toneel meer ruimte voor strategische verschuiving.

Dat heeft mogelijks ook grote gevolgen voor onze nationale politiek. De Duitse exportmotor was hét voorbeeld van generaties Vlaams-nationalisten, met N-VA voorop. Als het regent in Berlijn, druppelt het in Antwerpen. De loonmatiging, strenge budgettaire lijn, ijzersterke competitiviteit en monetaire karigheid waren zoete dromen voor de nieuwe Vlaamse burgerij die vastzat in de Belgische constructie. De West-Duitsers hadden Oost-Duitsland ingelijfd en het communisme overwonnen, maar de Vlaams-nationalisten konden de geïntegreerde sociaaldemocratie van PS niet bemeesteren. Onze ordo-liberale elite bleef verlangen naar een macht die het nooit had. Een crash van dat Duitse model is dan ook een crash van het Vlaamse streefdoel.

Het is noodzakelijk om de Duitse politiek nauwgezet te volgen om ook de Vlaamse varianten van een falend neo-mercantilisme te bekampen.

Een val van het Duitse model resulteerde, niet verwonderlijk, de laatste maanden ook in een diepe politieke crisis. Het verval van de politieke consensus opent mogelijkheden voor een anti-besparingscoalitie, maar het betekent niet dat een progressief alternatief vanzelf de bovenhand neemt. Uit de crisis kunnen andere strekkingen groeien, zoals we in Duitsland zien met Sahra Wagenknecht of het AfD. Het is daarom noodzakelijk om de Duitse politiek nauwgezet te volgen. Zodoende kunnen we ook de Vlaamse varianten van een falend neo-mercantilisme bekampen.

Brecht Rogissart

Samenleving & Politiek, Jaargang 32, 2025, nr. 2 (februari), pagina 68 tot 71

Abonneer je op Samenleving & Politiek

abo
 

SAMPOL ONLINE

40€/jaar

  • Je leest het magazine online
  • Je hebt toegang tot het enorme archief
MEEST GEKOZEN

SAMPOL COMPLEET

50€/jaar

  • Je ontvangt het magazine in de bus
  • Je leest het magazine online
  • Je hebt toegang tot het enorme archief
 

SAMPOL STEUN

100€/jaar

  • Je ontvangt het magazine in de bus
  • Je leest het magazine online
  • Je hebt toegang tot het enorme archief
  • Je krijgt een SamPol draagtas*
 

SAMPOL SPONSOR

500€/jaar

  • Je ontvangt het magazine in de bus
  • Je leest het magazine online
  • Je hebt toegang tot het enorme archief
  • Je krijgt een SamPol draagtas*

Het magazine verschijnt 10 keer per jaar; niet in juli en augustus.
Proefnummer? Factuur? Contacteer ons via info@sampol.be of op 09 267 35 31.
Het abonnementsgeld gaat jaarlijks automatisch van je rekening. Het abonnement kan je op elk moment opzeggen. Lees de Algemene voorwaarden.

Je betaalt liever via overschrijving?

Abonneren kan ook uit het buitenland.

*Ontdek onze SamPol draagtas.