Abonneer Log in

Rise and Fall of Swedish Social Democracy

Samenleving & Politiek, Jaargang 32, 2025, nr. 2 (februari), pagina 64 tot 67

Zweden is de verbeelding van het sociaaldemocratische paradijs, maar Kjell Östberg probeert dat positief beeld te demystifiëren.

Rise and Fall of Swedish Social Democracy

Kjell Östberg
Verso Books, Londen, 2024

Zweden en bij uitbreiding andere Scandinavische landen zijn tot op de dag vandaag gidslanden voor politiek beleid. Zeker Zweden is de verbeelding van het sociaaldemocratische paradijs. Ook bij mezelf. Een eerste keer waar ik werd geconfronteerd met de realiteit van het sociaaldemocratische Zweden, was tijdens een bezoek aan haar hoofdstad Stockholm in de zomer van 2022. Wat mij opviel aan de stad was de etnische en sociale segregatie. De stad en haar belangrijkste kernen waren in grote mate wit en de Zweden met een migratieachtergrond wonen in appartementsgebouwen in de buitenwijken. Over mijn buikgevoel bestaan ook wetenschappelijke onderzoeken.

Vorig jaar kwam het boek Rise and Fall of Swedish Social Democracy van historicus Kjell Östberg uit bij de uitgeverij Verso. Hij probeert aan de hand van een historisch overzicht, in combinatie met een sociologische analyse, het positief beeld van dat we hebben Zweedse sociaaldemocratie te demystifiëren. Zijn werk is gebaseerd op twee stellingen die ik hieronder ga behandelen. Maar eerst wat context.

DE ZWEEDSE CONTEXT

In hoofdstuk 1 en 2 wordt de context geschetst waarin we de opkomst van de Zweedse sociaaldemocratie moeten situeren. Wie een beetje de geschiedenis van de sociaaldemocratie in Europa kent, zal veel paralellen zien met bijvoorbeeld de Belgische context. De stichting van de Zweedse vakbond Landsorganisationen (LO) in 1898 was een belangrijke mijlpaal. De politieke partij Sveriges socialdemokratiska arbetareparti (SAP) daarentegen werd bijna een decennium eerder opgericht in 1889. Het feit dat er werd gekozen om te strijden voor het algemeen stemrecht is iets dat de Zweedse sociaaldemocratie deelt met andere sociaaldemocratieën in Europa. Het huwelijk tussen LO en SAP werd al van bij de oprichting van beide organisaties bezegeld. Het lidmaatschap van beide organisaties was heel belangrijk om zich een sociaaldemocraat te mogen noemen.

Kjell Östberg laat zien dat de Duitse sociaaldemocraten heel veel invloed hadden op de ontwikkeling van de Zweedse sociaaldemocratie.

Kjell Östberg laat ook zien dat de Duitse sociaaldemocraten heel veel invloed hadden op de ontwikkeling van de Zweedse sociaaldemocratie. De Zweden keken voor programmatorische inspiratie naar Duitsland. In de rangen van de SAP en LO was er ook veel discussie hoe ze socialisme in de praktijk gingen brengen. Een belangrijke eerste reformistische tendens was het ministerieel socialisme. Dat moest er voor zorgen dat er bepaalde sociaaldemocratische programmapunten gerealiseerd werden via deelname aan het beleid (via ministers).

Om ook meer electoraal gewicht te hebben, werd er voor gekozen om naast kiezers met een arbeidsachtergrond ook de hand te reiken naar andere sociale klassen. Wat er in dit deel van het boek uitspringt, is de matigingsbeweging. De matigingsbeweging, die zijn oorsprong vond in Amerikaans protestantisme, was een beweging die negatief stond tegen alcohol en die ook een heel sterke sociale basis had. Daarnaast speelde ook de vrouwenbeweging een grote rol. De auteur laat hierbij zien dat de LO en SAP werden beïnvloed door andere sociale bewegingen.

Zweden participeerde niet in de Eerste Wereldoorlog maar kreeg wel te maken met de gevolgen van de Russische revolutie van 1917. De Aardappelenrevolutie, een tiendaagse staking waarbij vooral vrouwen het voortouw namen tegen de armoede en honger in het land, was een belangrijk event voor de sociale strijd. Het jaar 1917 was voor de SAP en LO heel belangrijk omdat ze voor het eerst te maken kregen met interne dissidentie. In dat jaar splitste de radicale tak van de SAP zich af, omdat de partij weigerde de Russische revolutie te steunen. De linkse afsplitsing Sveriges sociaaldemokratiska vänsterparti (SSV) was aanvankelijk substantieel met 15 van de 87 sociaaldemocratische parlementsleden en de jeugdafdeling, maar na een aantal jaren keerden de meeste zwaargewichten terug naar de SAP. Pas in 1920 kwam SAP met een eerste volwaardig programma. Naarmate het einde van hoofdstuk 2 verlaten we de context en komt de eerste stelling van het boek aan bod.

COÖPERATIE, GEEN CONFRONTATIE

Kjell Östbergs eerste stelling is dat de Zweedse sociaaldemocraten – zowel de partij als de vakbond – al vroeg tot de conclusie kwamen dat er maar één weg was om haar idealen te verwezenlijken. Dat was de bestaande kapitalistische economie zo efficiënt mogelijk maken en vervolgens strijden voor het herinvesteren van een deel van de meerwaarde om werkloosheid te bestrijden en sociale hervormingen door te voeren. Economische groei en een rationele, efficiënte kapitalistische economie werden de belangrijkste prioriteiten voor de sociaaldemocraten.

Economische groei en een rationele kapitalistische economie werden de belangrijkste prioriteiten voor de sociaaldemocraten.

In hoofdstuk 3 laat de auteur zien dat de organisaties en afdelingen onder de hoede van de SAP en LO moesten worden gederadicaliseerd. Communisten en andere radicale socialisten werden gemarginaliseerd. De theoretische basis van de Zweedse sociaaldemocratie werd in de jaren 1920 gelegd door Nil Karleby die geloofde dat samenwerking met de kapitalistische klasse veel productiever was dan het maken van radicale eisen. Hjalmar Branting komt ook heel sterk naar voor. Hij was de politieke leider en een overtuigde reformist. Als voormalig liberaal zorgde hij ervoor dat (door zijn netwerk met de liberalen) de SAP aan de macht kwam.

In hoofdstuk 4 komt een ander belangrijk theoreticus, Ernst Wigforss, aan bod. Zoals Nil Karleby was hij ook iemand die geloofde in samenwerking met de werkgevers. Een interessant feit is dat hij Keynesiaan was voordat het Keynesianisme bestond. Hij had al een anticyclisch economisch beleid uitgedokterd om de vraag te stimuleren en de werkloosheid tegen te gaan voordat Keynes dat deed. Dit hoofdstuk is vooral gewijd aan de participatie van de SAP aan het beleid. De historicus beschrijft sociale hervormingen, met speciale aandacht voor onder andere de introductie van de eerste werkloosheidsuitkeringen. Naarmate het einde van het hoofdstuk nadert komt de volwassenheid van het Zweeds model in beeld. De samenwerking van de SAP/LO met de werkgevers vond haar culminatie in de overeenkomst uit 1938 tussen de LO en de werkgeversorganisatie Svenska Arbetsgvarforeningen (SAF). Deze overeenkomst institutionaliseerde de samenwerking en maakte het voor dissidenten binnen de LO moeilijk om een andere richting uit te gaan.

Hoofdstuk 5 gaat over de naoorlogse periode. Het is een verlengde van het vorige hoofdstuk maar behandelt zaken zoals de hervormingen van de pensioenen in het voordeel van de werknemers, de opkomst van het Fordisme en nieuwe ideologische invloeden op de SAP.

DE RADICALE MIDDENWEG

In hoofdstuk 6 en 7 komt de tweede stelling van het boek uitgebreid aan bod. Östberg argumenteert dat de sociale verwezenlijkingen enkel behaald werden door druk van wijdverspreide sociale mobilisatie waarbij sociale bewegingen buiten de sociaaldemocratische zuil betrokken waren. In de voorgaande hoofdstukken werd deze stelling ook behandeld, maar hij komt pas tot zijn recht in deze hoofdstukken. De linkse radicalisering van de jaren 1960 en 1970 zorgden er voor dat de LO en SAP niets anders konden doen dan meedoen. De auteur schetst dat de vredesbeweging in de vorm van de anti-Vietnamoorlog, de ecologisch beweging, het feminisme en de antinucleaire stroming de Zweedse samenleving in een andere richting stuwden. Maar het was vooral de dekoloniseringsbeweging die de massa’s bekeerden tot het socialistische gedachtengoed.

Olof Palme was zich heel bewust dat hij een middenweg moest bewandelen om zo de Sovjet-Unie op afstand te houden.

Het is in die periode dat de SAP werd geleid door de mythische Olof Palme. Hij was een overtuigde anticommunist en moest als jonge studentenleider door de CIA er voor zorgen dat de studenten(bewegingen) in de pas onafhankelijke staten van het Globale Zuiden zich niet zouden wenden tot de communistisch Sovjet-Unie. Toch was er een contradictie merkbaar in het gedrag van de SAP en LO. Militair was Zweden heel nauw verbonden met de NAVO, maar politiek probeerde het als niet-NAVO-lid een andere politieke lijn te volgen. Olof Palme was zich heel bewust dat hij een middenweg moest bewandelen om zo de Sovjet-Unie op afstand te houden. Dit lukte en in 1968 haalde de SAP 50,1% van de stemmen.

Op sociaaleconomisch vlak werden heel wat hervormingen doorgevoerd, zoals de wet voor bescherming van werkgelegenheid (Lagen om anställningsskydd) in 1974. De hervormingen die de auteur als voorbeeld geeft, tonen aan dat de machtsverhoudingen in die periode kantelden naar de werkende klasse. Het belangrijkste wapen dat de werkende klasse zou proberen in te zetten, was de Fondsen voor loontrekkenden (Löntagarfonder) in 1975. Deze fondsen waren een voorstel van de LO-econoom Rudolf Meidner. De Zweedse regering zou een deel van de bedrijfswinsten belasten en die in deze fondsen steken. Deze fondsen moesten dan met het kapitaal dat ze bezaten aandelen van beursgenoteerde Zweedse bedrijven kopen om op lange termijn de eigendom in middelgrote tot grote bedrijven geleidelijk over te hevelen van privébezit naar collectief werknemersbezit. De fondsen zouden worden gecontroleerd door vertegenwoordigers van Zweedse vakbonden. De werkgeversorganisaties geraakten in paniek door het voorstel en gingen massaal in de aanval. Ze zetten de SAP en LO onder druk. Uiteindelijk werd er een zeer afgezwakt voorstel goedgekeurd.

Wat we moeten onthouden van deze hoofdstukken is dat de Zweedse sociaaldemocratie in deze periode haar mythische vorm kreeg omdat ze radicaliseerde en sociale eisen kon verwezenlijken.

EINDE NOG NIET IN ZICHT

Hoofdstuk 8 gaat over de opkomst van het neoliberalisme en achteruitgang van de sociaaldemocratie. Met de economische crisis van de jaren 1970 gingen de werkgevers in de tegenaanval. In combinatie met de opkomst van het neoliberalisme en de verrechtsing van de sociaaldemocratie, verloor de LO en de SAP haar hegemonie. In 1982 werd er voor de eerste keer een besparingsregering gevormd onder leiding van Olof Palme. In 1985 werden bijvoorbeeld de financiële markten geliberaliseerd. Op 28 februari 1986 werd Olof Palme vermoord in Stockholm. De moordenaar werd nooit gevonden omwille van het amateurisme van het onderzoek. De jaren 1980 waren volgens de auteur het begin van het einde. De introductie van pensioenfondsen, privéscholen, privatiseringen in de zorg, … zorgden er voor dat de sociaaldemocratie veel terrein verloor.

De introductie van pensioenfondsen, privéscholen, privatiseringen in de zorg, … zorgden er voor dat de sociaaldemocratie veel terrein verloor.

In de conclusie maakt Östberg een balans op en toont hij de beperkingen van de sociaaldemocratie. Zo wijst hij erop dat het ongebreideld geloof in sociale hervormingen ten koste ging van de roep om economische machtsverhoudingen egalitair te maken. Ook de weigering om de kapitalistische logica in de publieke sector te overstijgen, verzwakte uiteindelijk de sociaaldemocratie.

In 1940 haalden de Zweedse sociaaldemocraten hun hoogste score ooit, namelijk 53,8%. Tijdens de laatste parlementsverkiezingen in 2022 was dit nog maar 30,3%. De extreemrechtse partij, de Zweden Democraten, haalde toen 20,5% van de stemmen, vooral in sociaaldemocratische bastions. De Zweedse sociaaldemocratie is nog niet gevallen, maar met de opkomst van extreemrechts dient zich een grote uitdaging aan. Het is aan de Zweedse sociaaldemocraten om te beslissen of ze binnen het bestaande neoliberaal kader blijven of zich radicaal gaan heruitvinden.

Mohamed El Khalfioui

Samenleving & Politiek, Jaargang 32, 2025, nr. 2 (februari), pagina 64 tot 67

Abonneer je op Samenleving & Politiek

abo
 

SAMPOL ONLINE

40€/jaar

  • Je leest het magazine online
  • Je hebt toegang tot het enorme archief
MEEST GEKOZEN

SAMPOL COMPLEET

50€/jaar

  • Je ontvangt het magazine in de bus
  • Je leest het magazine online
  • Je hebt toegang tot het enorme archief
 

SAMPOL STEUN

100€/jaar

  • Je ontvangt het magazine in de bus
  • Je leest het magazine online
  • Je hebt toegang tot het enorme archief
  • Je krijgt een SamPol draagtas*
 

SAMPOL SPONSOR

500€/jaar

  • Je ontvangt het magazine in de bus
  • Je leest het magazine online
  • Je hebt toegang tot het enorme archief
  • Je krijgt een SamPol draagtas*

Het magazine verschijnt 10 keer per jaar; niet in juli en augustus.
Proefnummer? Factuur? Contacteer ons via info@sampol.be of op 09 267 35 31.
Het abonnementsgeld gaat jaarlijks automatisch van je rekening. Het abonnement kan je op elk moment opzeggen. Lees de Algemene voorwaarden.

Je betaalt liever via overschrijving?

Abonneren kan ook uit het buitenland.

*Ontdek onze SamPol draagtas.