‘Als rechts beleid mogelijk is via Belgisch bestuur, dan kan N-VA haar nieuwe kiezers niet teleurstellen door straks alsnog PS terug te halen om de staat te hervormen.’ Professor Dave Sinardet over hoe Bart De Wever een niet-nationalistische traditie in de Vlaamse Beweging weer tot leven wekt.

Frans Van Cauwelaert (1980-1961) was burgemeester van Antwerpen, minister en Kamervoorzitter maar nooit premier. De katholieke politicus was afkomstig uit het Pajottenland, maar na de Eerste Wereldoorlog politiek actief in en vanuit Antwerpen. Zo was hij volksvertegenwoordiger van 1910 tot aan zijn dood in 1961. Van Cauwelaert was geen voorstander van Vlaams zelfbestuur, maar leverde een belangrijke bijdrage aan de vernederlandsing van het openbaar leven. Mede onder zijn impuls zette Vlaanderen grote stappen naar Nederlandse eentaligheid in onderwijs, justitie, bestuur en leger. Dat streven was zijn minimalistisch flamingantisch programma waarover radicale Vlaams-nationalisten graag smalend deden.
Lode Claes (1913-1997) was een Antwerpenaar die in Brussel politiek actief werd. Hij collaboreerde in de Tweede Wereldoorlog. Daarvoor werd hij tot tien jaar hechtenis veroordeeld. Nadien was hij actief als journalist en politicus. Claes zetelde voor de Volksunie in de Senaat, maar verliet die partij na het Egmontpact (1977). Claes was Vlaams-nationalist, liberaal en rechts. Maar het was zijn diepe overtuiging dat de Vlaamse politici ‘de Vlaamse macht niet hadden weten aan te wenden om de leiding te nemen van de Belgische staat’, aldus zijn biograaf Karl Drabbe in Encyclopedie van de Vlaamse Beweging (2024). Dat klinkt als Van Cauwelaert.
Dave Sinardet noemt de nieuwe regering-De Wever de regering-Van Cauwelaert-Claes II. In dit interview legt hij uit wat hij daarmee bedoelt. Maar eerst heeft de professor politieke wetenschappen aan de VUB en de UCLouvain en expert in nationalisme het over het regeerakkoord. Te beginnen bij het begin.
“Het eerste hoofdstuk van het regeerakkoord bevat het communautaire luik. Dat is naar N-VA-normen erg mager. Van de splitsing van de federale wetenschappelijke instellingen, het agentschap buitenlandse handel of ontwikkelingssamenwerking die op tafel lag, is geen sprake meer. Ja, de Senaat wordt eindelijk afgeschaft. Dat is een goede zaak. Al blijft die afschaffing wat ironisch aangezien N-VA wel meer vertegenwoordiging van de deelstaten in een aantal federale instellingen zoals de Nationale Bank heeft binnengehaald. Tegelijk verdwijnt de Senaat, die de vertegenwoordiging van de deelstaten in het federale parlement moest garanderen.”
Het woord interfederaal valt regelmatig in het akkoord.
“De vraag is hoe ver het voorgestelde asymmetrische beleid gaat. Er is geen tweederdemeerderheid om bevoegdheden op te splitsen. En dus wil de regering het doen door de facto apart beleid te organiseren. In een doorgedreven versie kan dat gepaard gaan met de splitsing van de administraties en met aparte ministers, zoals dat in de jaren 1980 met onderwijs is gebeurd. Maar dat staat niet in het akkoord.
Wel staat er dat de deelstaten inzake arbeidsmarktbeleid en activering eigen criteria kunnen vastleggen. Daarnaast wordt er inderdaad vaak gepleit voor samenwerkingsfederalisme. Daar kan niemand tegen zijn. Die samenwerking zal ook gemakkelijker zijn met dezelfde coalitiepartners op regionaal en federaal vlak. En er is uiteraard de fusie van de Brusselse politiezones. Dat is de logica zelf. De schaarse communautaire accenten zijn dus veeleer positief te noemen.”
Het regeerakkoord is lang en gedetailleerd. Is dat een blijk van onderling wantrouwen?
“Zeker. Papiertjes over de interpretatie van het akkoord zijn dat ook. Op zich ben ik voor een gedetailleerd regeerakkoord, zeker als de onderhandelingen zo lang hebben geduurd. Maar over één van de gevoeligste dossiers, de meerwaardebelasting, is het blijkbaar toch weer niet gedetailleerd genoeg.
Qua samenstelling was de regering-Michel rechtser dan de regering-De Wever, maar qua project is de regering-De Wever rechtser.
Het is trouwens opmerkelijk dat Vooruit en MR tijdens de onderhandelingen zo fel tegenover elkaar stonden. In de regering-Di Rupo was dat veel minder het geval. Toen maakten ze vaak samen het compromis tussen PS en Open VLD. Intussen is MR serieus verrechtst. En kan Vooruit zich niet meer achter de brede linkse schouders van PS verschuilen. Qua samenstelling was de regering-Michel rechtser dan de regering-De Wever, maar qua project is de regering-De Wever rechtser dan de regering-Michel.”
Is dat de tijdsgeest?
“Voor een deel zeker, ja. Het valt ook wel op dat Vooruit in Vlaanderen en Antwerpen meer heeft verkregen van De Wever dan op federaal niveau. Daar speelde de angst om Bouchez te lossen. En de budgettaire situatie is in Vlaanderen en Antwerpen rooskleuriger.”
Bent u het eens met historicus Olivier Boehme dat de uitslag in Franstalig België voor N-VA geen cadeau was?
“Wat op 9 juni 2024 in Franstalig België is gebeurd, hakt fundamenteel in op het discours dat De Wever al vijftien jaar voert. Van Vlaanderen stemt rechts en Wallonië links, en daardoor werkt België niet omdat de volkswil van die politiek zo verschillende landsdelen niet in beleid kan worden omgezet. Dat geldt nu niet langer. De Waalse regering is rechtser samengesteld dan de Vlaamse.
N-VA had zeker gehoopt dat PS voldoende sterk zou zijn om een stevig communautair akkoord te sluiten.
En federaal kreeg De Wever na 9 juni linkse Vlamingen moeilijk verzoend met rechtse Franstaligen. Dat is bijzonder ironisch. In die zin had N-VA zeker gehoopt dat PS voldoende sterk zou zijn om een stevig communautair akkoord te sluiten. Vergeet niet dat N-VA het MR voor de verkiezingen moeilijk heeft gemaakt door zélf lijsten in Wallonië in te dienen. Dat was een poging om MR, en dus de Franstalige rechterzijde, te verzwakken. Als de 2 à 3% die N-VA in Wallonië haalde, van kiezers van MR en Les Engagés komt, dan heeft die zet er mogelijk zelfs voor gezorgd dat er geen volwaardige rechtse regering kon worden gevormd.
Overigens heeft Vlaanderen lichtjes linkser gestemd. Voor het eerst in de geschiedenis van de rechtstreekse verkiezing van het Vlaams parlement haalden de drie linkse partijen samen 30%. Vlaams Belang won natuurlijk ook, maar centrumrechts verloor 8%.”
Met welke sociale trofeeën kan Vooruit in 2029 naar de kiezer stappen?
“Met de bijdrage van de sterkste schouders. Conner Rousseau noemde het zelfs een rijkentaks. Over de meerwaardebelasting kan veel worden gezegd, maar een rijkentaks is het zeker niet. Rijken zullen óók betalen, al zal het van de uiteindelijke modaliteiten afhangen hoeveel. Maar zij niet alleen. De belasting zal ook mensen raken die hun spaargeld in een beleggingsfonds hebben gestoken. Bovendien is de opbrengst van 500.000 euro van de meerwaardebelasting beperkt vergeleken met de 8 miljard bezuinigingen op pensioenen en uitkeringen. In totaal zouden ‘de sterkste schouders’ 11% van de inspanning dragen. Daar vallen ook opbrengsten uit de strijd tegen fiscale en sociale fraude onder – maar dat is toch niet meer dan de wet toepassen?”
Veel trofeeën van Vooruit zijn defensief van aard.
‘Dat is zoals PS met de regering-Di Rupo stelde: ‘Sans nous, ça aurait été pire.’ Of je met een defensief verhaal veel mensen overtuigt, is de vraag. Di Rupo ging alvast achteruit. Er worden best wat socialistische verworvenheden opgegeven. Maar misschien vinden sommigen binnen Vooruit dat niet eens zo erg. Frank Vandenbroucke wil niet geassocieerd worden met de Derde Weg, maar een klassieke socialist is hij al lang niet meer. Hij is ook geen fan van PS, die geregeld voor een aantal van zijn hervormingen is gaan liggen. Dus niet alles wat Vooruit heeft toegegeven, is met grote tegenzin gedaan. Denk aan het ambtenarenstatuut.
Niet alles wat Vooruit heeft toegegeven, is met grote tegenzin gedaan. Denk aan het ambtenarenstatuut.
Er zitten uiteraard ook verzachtende overgangsmaatregelen in, bijvoorbeeld voor de pensioenen. Het discours is dat dit moet voor de volgende generatie. Maar waarom vraagt de regering dan geen solidariteitsbijdrage van de huidige hoogste pensioenen? Of een gelijkschakeling in de richting van de betere pensioenen, gefinancierd door een échte bijdrage van de superrijken? Nog één opmerking over de pensioenmaatregelen. Dat thema zat helemaal niet in de campagne. Bewust, want elke partij weet hoe gevoelig dat ligt. Maar nu klinkt het dat iedereen toch weet dat er iets moest gebeuren. Zeg dat dan ook in de campagne.”
Wat betekent dit voor de verhouding tussen Vooruit en ABVV?
“De spanning op die relatie gaat niet verminderen, maar tegelijk denk ik dat de vakbond het ook weer niet zo erg vindt dat Vooruit zijn nek uitsteekt. Het lijkt een rollenspel. De vakbond is veel kritischer ten aanzien van deze regering dan het ziekenfonds. Begrijpelijk, want het regeerakkoord kleurt in de gezondheidszorg progressiever. Dat is een trofee voor Vooruit. Er wordt in gezondheidszorg geïnvesteerd, de derdebetalersregeling en maximumfactuur worden uitgebreid, conventionering wordt aangemoedigd, ... Het kortwieken van vakbonden en ziekenfondsen is ook grotendeels uit de teksten van N-VA gehaald.”
Wat betekent het regeerakkoord voor N-VA, die de voorbije vijftien jaar communautair en beleidsmatig weinig tot niets voor mekaar heeft gekregen?
“Een jaar geleden schreef ik het lemma Bart De Wever voor de Nieuwe Encyclopedie van de Vlaamse Beweging. Ik eindigde met te zeggen dat De Wever een grote invloed heeft gehad op het publieke debat en dat het spectaculair is hoe hij in een vluchtig politiek landschap al 15 jaar aan de top van de populariteit staat en electoraal sterk scoort. Maar ik schreef ook dat het qua beleidsrealisaties veel minder is. Communautair, maar ook breder. Van de kracht van verandering is na 20 jaar N-VA in de Vlaamse regering niet veel te merken. Dat was ook bij de regering-Michel zo.
Maar dit regeerakkoord zou wel eens tot een beleidsomslag kunnen leiden. Communautair is er geen vette vis binnengehaald, sociaaleconomisch wel. En daar heeft N-VA zich ook op geprofileerd. En zoals het historisch was dat Paul-Henri Spaak de eerste socialistische premier van België was, zo is het historisch dat Bart De Wever de eerste Vlaams-nationalistische premier van het land is. Dat is zelfs historischer voor het Vlaams-nationalisme dan voor het land. In 2004 werd Bart De Wever voorzitter van een kleine, radicale, separatistische partij. Wie had gedacht dat diezelfde man 20 jaar later het land dat hij wilde opdoeken zou gaan leiden? Hijzelf zeker niet.
Had dit regeerakkoord 20 jaar geleden op tafel gelegen, dan had een grote meerderheid van de N-VA-leden ‘njet’ gezegd.
En als dat toen op tafel had gelegen, dan had een grote meerderheid van de leden‘njet’ gezegd. Zo wilde het de traditie van toen bijna 100 jaar partijpolitiek Vlaams-nationalisme. Er leefde bij Vlaams-nationalisten altijd een sterke aversie voor Belgische machtsdeelname. Dat mocht alleen als er grote stappen naar Vlaamse autonomie werden gezet. En dan nog leidde dat altijd tot verzet en uiteindelijk scheuring. Denk aan het Egmontpact. En later het uitblijven van de derde fase van de staatshervorming, toen Peter De Roover en Jan Jambon de Volksunie verlieten.’
De huidige Kamervoorzitter en Belgische vicepremier verlieten de Volksunie omdat die onvoldoende radicaal Vlaams was. Nu steunen ze een regering zonder staatshervorming.
“Voilà. N-VA is ontstaan uit de crisis binnen de Volksunie bij de vijfde staatshervorming. Het radicale deel vond dat het niet ver genoeg ging. Weliswaar speelde op de achtergrond ook de strijd tussen links en rechts, maar er zijn toen ook progressieve VU’ers bij N-VA terechtgekomen. Uitgerekend de partij die weigerde in te stemmen met communautaire akkoorden omdat die niet ver genoeg gingen, stapt nu in een regering zonder communautair vooruitzicht. En die partij levert de premier, bij uitstek het symbool van de natiestaat België.”
Mocht Hugo Schiltz, de voorman van de Volksunie die door Jambon en De Roover zowat gehaat werd, nog leven: zou hij dan in zijn vuistje lachen?
“Ik denk eerder dat Hugo Schiltz gefrustreerd zou zijn. Hij is voor veel minder door die mensen uitgespuwd en voor rot gescholden omdat hij in een Belgische context compromissen had gesloten. Maar wat Schiltz communautair heeft binnengehaald, was stukken belangrijker dan wat N-VA ooit heeft gerealiseerd.”
Wat is dan de strategie van De Wever?
“Het geniale van De Wever is dat hij heeft ingezien dat er voor de corebusiness van zijn partij geen breed draagvlak bij de publieke opinie bestaat. Slechts 10% van de Vlamingen is voor het verdwijnen van België. N-VA heeft het separatisme vervangen door het confederalisme, dat veel minder revolutionair klinkt, ook al omdat niemand snapt wat het is. Zelfs Vlaamse autonomie beroert weinig kiezers, blijkt al jaren uit onderzoek.
En dus is De Wever beginnen zeggen dat Vlaamse autonomie niet over identiteit en cultuur gaat. Het echte probleem is: de Vlaming wil minder migranten en minder belastingen. Maar door de schuld van PS eindigt die Vlaming telkens weer met meer migranten en hogere belastingen. We hebben dus autonomie nodig om een rechts beleid te kunnen voeren. Op die wijze heeft De Wever teleurgestelde liberalen, christendemocraten en Vlaams Belangers rond zich verzameld. Autonomie werd een middel voor rechts beleid. Maar als dat rechts beleid ook mogelijk is via Belgisch bestuur, dan kan N-VA al die nieuwe kiezers niet teleurstellen door alsnog PS terug te halen om de staat te hervormen.
Achter De Wevers premierschap zat ook een electorale strategie. Met zijn blijvende populariteit is hij het sterkste wapen van N-VA, en dus maakte die zijn premierschap tot inzet van de verkiezingen, vooral om teleurgestelde kiezers van Open VLD en CD&V aan te trekken. Het was misschien wat tegen zijn zin. Maar uiteindelijk is er in de Belgische politiek toch niks hoger dan het premierschap? Zelfs voor een Vlaams-nationalist.”
Als u het lemma van De Wever voor de encyclopedie moet herschrijven, komt de naam Frans Van Cauwelaert daar dan in voor?
‘Ja. Tien jaar geleden noemde ik de regering-Michel de regering-Van Cauwelaert-Claes. Verwijzend naar Frans Van Cauwelaert en Lode Claes. Waarschijnlijk onbewust wekt N-VA nu een niet-nationalistische traditie in de Vlaamse Beweging weer tot leven.
Waarschijnlijk onbewust wekt N-VA nu een niet-nationalistische traditie in de Vlaamse Beweging weer tot leven.
Veel mensen, zelfs journalisten, kennen het verschil niet meer tussen een flamingant en een Vlaams-nationalist. Een Vlaams-nationalist wil zelfbestuur. Natie en staat moeten samenvallen, zoals Ernest Gellner al schreef in Nations and Nationalism (1983). Een flamingant kan vinden dat het Nederlands op gelijke voet moet staan met het Frans of opkomen voor andere rechten van de Vlaming, zonder anti-Belgisch te zijn. Van Cauwelaert was een flamingant, maar wilde geen autonomie.’
Hij wilde het argument van het getal gebruiken. Vlamingen zijn met meer en dat moet afstralen op België.
‘Het vreemde aan Vlaams-nationalisten is dat ze de enige meerderheid zijn die zich wil afscheiden. Andere autonomisten vertegenwoordigen een minderheid, zoals in Schotland, Quebec, Catalonië of Baskenland. Van Cauwelaert wilde dat Vlaanderen in België de macht van het getal zou gebruiken. Voor hem ging het vooral om taal- en cultuureisen. Daarom voeg ik er Lode Claes (1913-1997) aan toe.”
Lode Claes was wel een Vlaams-nationalist, maar vooral liberaal en rechts.
‘Claes wilde, zoals N-VA vandaag, een rechts-conservatieve koers varen. De Vlamingen moesten hun meerderheid gebruiken om een rechts beleid te voeren. Claes had ook goede contacten in Franstalige kringen en de ‘haute finance’. Daarom durf ik deze regering Van Cauwelaert-Claes II noemen: laat ons de Belgische macht omarmen om rechts beleid te voeren, dat aansluit bij de Vlaamse grondstroom.”
Ik noem dit de regering-Van Cauwelaert-Claes II: laat ons de Belgische macht omarmen om rechts beleid te voeren, dat aansluit bij de Vlaamse grondstroom.
Na de parlementsverkiezingen is er vier maanden niet onderhandeld en na de gemeenteraadsverkiezingen nauwelijks, tot de laatste dagen. Hoeveel dagen zouden de onderhandelaars mee mogen nemen voor hun pensioenvorming?
“Sommige mensen zouden dat een populistische vraag noemen.”
Zonder twijfel.
“Die lange regeringsvormingen zijn een probleem. Maar eens de voorzitters hun akkoord hebben afgeklopt, moet alles plots op een drafje gaan: bij Vooruit stemden de leden over een tekst die ze niet hadden kunnen lezen, twee uur voor de eedaflegging moest MR nog beslissen wie minister werd, een uitgeputte De Wever moest een regeerverklaring afleggen in het parlement, gevolgd door een Kamerdebat van 40 uur. Als je acht maanden onderhandelt, kan je toch ook even tijd maken voor fundamentele procedures in ons democratisch systeem?”
Samenleving & Politiek, Jaargang 32, 2025, nr. 3 (maart), pagina 18 tot 25
Abonneer je op Samenleving & Politiek

Het magazine verschijnt 10 keer per jaar; niet in juli en augustus.
Proefnummer? Factuur? Contacteer ons via
info@sampol.be
of op 09 267 35 31.
Het abonnementsgeld gaat jaarlijks automatisch van je rekening. Het abonnement kan je op elk moment opzeggen. Lees de
Algemene voorwaarden.
Je betaalt liever via overschrijving?
Abonneren kan ook uit het buitenland.
*Ontdek onze SamPol draagtas.