Abonneer Log in

Make Europe Green Again

  • Jana Gheuens - Postdoctoraal onderzoeker aan de Stockholm University
  • 1 augustus 2025

De EU wil klimaatneutraal zijn tegen 2050, maar welke weg neemt ze hiernaartoe?

De Europese Unie zette in 2019 een ambitieuze koers naar een groene en duurzame toekomst met de Europese Green Deal. Centraal daarin staat het doel van klimaatneutraliteit tegen 2050, wettelijk verankerd in de Europese Klimaatwet. Dit wil zeggen dat voor elke ton CO2 en andere broeikasgassen die worden uitgestoten, er ook een ton uit de atmosfeer moeten worden gehaald, bijvoorbeeld door het aanplanten van bossen of het gebruik van nieuwe innovatieve technologieën. Aangezien deze negatieve uitstoot heel duur is, veel plaats inneemt en momenteel nog moeilijk te organiseren is, moet de EU zijn uitstoot zoveel mogelijk verminderen tegen 2050. Idealiter moet enkel de uitstoot van activiteiten waar moeilijk een alternatief voor te vinden is, worden geneutraliseerd, bijvoorbeeld in een deel van de landbouw- of industriesector.

Hoewel een lineair traject vanzelfsprekend lijkt, is het waardevol om meer inspanningen te doen in het begin.

Deze transitie vindt niet plaats van de ene dag op de andere. De EU trekt hiervoor 30 jaar uit, met tussentijdse doelen die het pad vormgeven. Deze stappen bepalen in grote mate het traject dat de EU volgt en de hoeveelheid broeikasgassen die onderweg wordt uitgestoten. Hoewel een lineair traject hier vanzelfsprekend lijkt, is het waardevol om meer inspanningen te doen in het begin. Hoe sneller de EU zijn uitstoot vermindert, hoe minder broeikasgassen er in de atmosfeer terechtkomen – wat natuurlijk beter voor het klimaat is. De laatste uitstoot verminderen, zal waarschijnlijk ook het moeilijkste zijn. Hier meer tijd voor uittrekken, zal de Europese economie en samenleving ten goede komen. Een geleidelijke maar ambitieuze aanpak is dan ook cruciaal.

VAN 'FIT FOR 55' NAAR 'FIT FOR 90'

Als eerste stap verhoogde de EU haar reductiedoelstelling voor 2030 van 40% naar 55% ten opzichte van 1990. Dit ging gepaard met het uitgebreide ‘Fit for 55’, of ’Klaar voor 55’-pakket, dat maatregelen omvat zoals het versneld elektrificeren van de autosector en het invoeren van een koolstofheffing op ingevoerde producten. Hoewel meer inspanningen nodig zijn, heeft de EU al heel wat vooruitgang geboekt en zal dit doel waarschijnlijk worden gehaald.

De volgende belangrijke mijlpaal is het uitstootdoel voor 2040. Dit tussendoel is meer dan een richtcijfer: het biedt richting en zekerheid aan beleidsmakers, investeerders en bedrijven in het decennium na 2030. Een geloofwaardig en ambitieus 2040-doel is daarom essentieel om de klimaattransitie op koers te houden.

Het Europees wetenschappelijk adviesorgaan voor klimaat – opgericht in het kader van de Green Deal om het klimaatbeleid te verankeren in wetenschappelijke inzichten – adviseerde een uitstootvermindering van 90-95%. Dit is haalbaar, realistisch en in lijn met de strijd tegen de klimaatverandering.

De Europese Commissie stelde zopas een doel voor van 90% emissievermindering tegen 2040.

De Europese Commissie volgde dit advies en stelde zopas een doel voor van 90% emissievermindering tegen 2040. Als volgende stap moeten het Europees Parlement en de lidstaten in de Raad van Ministers het Commissievoorstel bekijken en er onderling een overeenkomst over vinden. Achter het ogenschijnlijk duidelijke doel van 90% reductie schuilen echter belangrijke keuzes die de impact van het beleid bepalen.

VALKUILEN ONDERWEG NAAR 90%

Een eerste aandachtspunt is hoe dit doel wordt gedefinieerd. Betreft het enkel directe emissiereducties, of worden ook negatieve emissies meegerekend? In het 2030-doel was dit laatste het geval, wat tot een belangrijke verzwakking van de EU’s klimaatambitie leidde. Negatieve emissies zijn nodig om klimaatneutraliteit te behalen en het is zodoende belangrijk dat er ook op dit vlak stappen worden gezet. Echter, de samenvoeging van negatieve uitstoot en ‘normale’ uitstootvermindering in één doel resulteert vaak in het uitstellen van broodnodige maatregelen. Daarenboven kunnen ze ook de uitrol van negatieve uitstoot-technologie in de weg staan omdat het traject dat gevolg moet worden minder duidelijk is. Daarom is het beter om twee aparte doelen te maken; één voor minder uitstoot en één voor meer negatieve uitstoot.

Compensaties, zoals bomen planten in het Globale Zuiden om Europese uitstoot te compenseren, blijken vaak problematisch.

Hieraan gerelateerd is het voorstel van de Europese Commissie om internationale ‘offsets’ te laten meetellen in het 90% doel. Dergelijke compensaties – bijvoorbeeld bomen planten in het Globale Zuiden om Europese uitstoot te compenseren – blijken vaak problematisch. Verschillende studies hebben aangetoond dat veel van deze ‘offset’ programma’s hun negatieve uitstoot overschatten, en daarom niet betrouwbaar zijn als klimaatmaatregel. Ze hebben vaak ook een negatieve impact op de lokale bevolking en leidden in het verleden tot de verdrijving van inheemse bevolkingsgroepen van hun land. Bovendien kan het geld dat gebruikt wordt om de EU’s vervuilende activiteiten af te kopen niet ingezet worden om de Europese economie en samenleving te ondersteunen in de klimaattransitie.

Een robuust klimaatbeleid vereist ook sectorale duidelijkheid. Een goed voorbeeld is de beslissing om vanaf 2035 enkel nog auto's te verkopen met nuluitstoot – in de praktijk elektrische wagens. Omdat auto’s een gemiddelde levensduur hebben van 15 jaar, zullen er tegen 2050 nagenoeg enkel auto’s overblijven die niets uitstoten, wat in lijn is met het klimaatneutraliteitdoel. Dit soort maatregelen geeft zekerheid aan investeerders en bedrijven, en schept duidelijkheid rond welke emissies uiteindelijk geneutraliseerd moeten worden. De meeste uitstootvermindering die de EU tot nu toe heeft gerealiseerd, kwam daarnaast uit de energiesector, terwijl de uitstoot van andere sectoren zoals landbouw en transport is gestagneerd of zelfs is toegenomen. Duidelijke vergroeningstrajecten kunnen ervoor zorgen dat ook deze sectoren hun steentje bijdragen en de nodige stappen zetten naar decarbonisatie. Desondanks deze voordelen, stelde de Commissie ook hier een nieuwe flexibiliteit voor die het toelaat om onvoldoende inspanningen van een sector te compenseren met meer inspanningen van een andere. Hoewel dit op papier efficiënt lijkt, dreigt het in de praktijk achterblijvers te belonen en de noodzakelijke structurele omschakeling uit te stellen.

PRAGMATISCH EN REALISTISCH, OF GEDURFD EN TOEKOMSTGERICHT?

De aanpak van de klimaatcrisis vraagt om ambitieus, daadkrachtig en gedurfd beleid. De Europese Green Deal biedt een kans om de Europese samenleving duurzaam te maken, en om opnieuw een wereldwijde economische koploper te worden. Het 2040 klimaatdoel speelt hierin een cruciale rol: het kan geloofwaardigheid geven aan de transitie, een toekomstgerichte economie creëren, en de planeet leefbaar houden.

Europese beleidsmakers lijken vast te houden aan het verleden onder het mom van ‘pragmatiek en realisme’.

Toch lijken Europese beleidsmakers vast te houden aan het verleden onder het mom van ‘pragmatiek en realisme’ en worden klimaat- en economische belangen ondergeschikt aan het behouden van de status quo. Met de voorgestelde flexibiliteiten komt de Europese Commissie op korte termijn toe aan de belangen van bepaalde lidstaten en belangengroepen door uitstel van inspanningen aan te bieden, maar schiet ze zichzelf op lange termijn in de voet. Uitstel is in dit geval geen afstel, en riskeert de Europese economie verder achterop te laten hinken.

De gevolgen van de klimaatcrisis - van extreme droogte tot verwoestende overstromingen - zijn intussen al tastbaar in Europa. Ze maken duidelijk dat klimaatbeleid geen toekomstoptie is, maar een dringende noodzaak. Het is aan de lidstaten en het Europees Parlement om het roer om te gooien en het voorstel van de Commissie ambitieuzer te maken. Dat is geen keuze tussen economie of ecologie, maar een investering in een leefbare, welvarende toekomst voor alle Europeanen.

Deze bijdrage verscheen in de Zomerreeks 2025: Make Europe Great Again van Samenleving & Politiek.

Abonneer je op Samenleving & Politiek

abo
 

SAMPOL ONLINE

40€/jaar

  • Je leest het magazine online
  • Je hebt toegang tot het enorme archief
MEEST GEKOZEN

SAMPOL COMPLEET

50€/jaar

  • Je ontvangt het magazine in de bus
  • Je leest het magazine online
  • Je hebt toegang tot het enorme archief
 

SAMPOL STEUN

100€/jaar

  • Je ontvangt het magazine in de bus
  • Je leest het magazine online
  • Je hebt toegang tot het enorme archief
  • Je krijgt een SamPol draagtas*
 

SAMPOL SPONSOR

500€/jaar

  • Je ontvangt het magazine in de bus
  • Je leest het magazine online
  • Je hebt toegang tot het enorme archief
  • Je krijgt een SamPol draagtas*

Het magazine verschijnt 10 keer per jaar; niet in juli en augustus.
Proefnummer? Factuur? Contacteer ons via info@sampol.be of op 09 267 35 31.
Het abonnementsgeld gaat jaarlijks automatisch van je rekening. Het abonnement kan je op elk moment opzeggen. Lees de Algemene voorwaarden.

Je betaalt liever via overschrijving?

Abonneren kan ook uit het buitenland.

*Ontdek onze SamPol draagtas.