In de media lezen we steevast over Antwerpen1 als ‘het rechtse bolwerk’ en Gent2 als ‘het linkse eiland’ in Vlaanderen en ook het discours van de beleidsmakers zelf is erg verschillend. Maar op welke domeinen uiten de verschillende keuzes zich dan precies? Komt het Antwerpse stadsbestuur daadwerkelijk van Mars en het Gentse stadsbestuur van Venus?
In Antwerpen verdwenen in 2012 de socialisten na 88 jaar uit het stadhuis. Bart De Wever was vastberaden de breuk met zijn voorganger Patrick Janssens aan te tonen. Het Antwerpse stadsbestuur ging meteen stevig van start. De stadsslogan ’t Stad is van iedereen vloog in de prullenbak en werd, twee jaar later, vervangen door Atypisch Antwerpen. Het geplande Park Spoor Oost werd geen park maar een event-parking met 2.300 parkeerplaatsen. En voor nieuwkomers met vreemde origine werd een retributiereglement ingevoerd, de befaamde ‘vreemdelingentaks’.
Ook in Gent veranderde het stadsbestuur in 2012 van samenstelling. Daniël Termont bleef weliswaar burgemeester, maar na 24 jaar kreeg Gent niet langer een paars maar een paars-groen bestuur. De groenen haalden 11 van de 26 zetels van het roodgroene kartel binnen, kregen drie schepenen en trokken de koers van de stad verder naar links.
Sindsdien worden beiden steden diametraal tegenover elkaar geplaatst: het rechtse Antwerpen is ‘fors en kordaat’ en het linkse Gent ‘zacht en empathisch’3; het Antwerpse stadsbestuur komt van Mars, het Gentse van Venus. Het is een vergelijking waar velen gretig in meegaan. Echter, tot de dag van vandaag - exact één jaar voor de lokale stembusgang in 2018 - werd nog nooit de oefening gemaakt in welke mate en op welke domeinen beide steden precies van elkaar verschillen (of op elkaar lijken). In deze bijdrage leggen we het beleid in Antwerpen naast dat in Gent.
Dat is geen eenvoudige oefening. Beide steden verschillen in grootte (Antwerpen telt 522.000 inwoners, Gent 259.000), mentaliteit, economische structuur en bevolkingssamenstelling. Ook toen deze twee steden door socialistische burgemeesters werden bestuurd, was het beleid op een aantal punten anders; inzake migratie en diversiteit bijvoorbeeld was de aanpak van Patrick Janssens en Daniël Termont verschillend.4
Deze bijdrage is per definitie onvolledig. Toch pogen we een vergelijking te maken inzake zeven beleidsdomeinen: mobiliteit, veiligheid en politie, asiel en inburgering, OCWM- en armoedebeleid, huur- en woonbeleid, werking van de overheid, en onderwijs.
MOBILITEIT
Beide steden kampen met dichtslibbende wegen; Antwerpen nog meer dan Gent.5 De problematiek wordt door de twee stadsbesturen op verschillende wijze aangepakt6: Gent voerde in april 2017 het circulatieplan in met als motto ‘mobiliteit als motor voor een duurzame en bereikbare stad’; Antwerpen kwam een jaar eerder al met een verkeersplan met als motto ‘actief en bereikbaar’. De basisfilosofie van beide plannen loopt erg uiteen.
Een. In Antwerpen staat de bereikbaarheid voor de Randstedeling en de niet-Antwerpenaar van het centrum centraal. In Gent ligt de focus op de leefbaarheid van de stad. In Antwerpen worden bewoners verleid andere keuzes te maken, in Gent worden ze daartoe gedwongen door het knippen van straten en wijken. Ook in Antwerpen bestonden wijkcirculatieplannen, maar die werden door het huidige bestuur van tafel geveegd.
Twee. In Gent is het STOP-principe (waarbij de prioriteit eerst naar Stappen, dan Trappen, vervolgens Openbaar vervoer en dan pas naar Personenwagens gaat) de kern van het circulatieplan. In het Antwerpse verkeersplan wordt in de stadswegen het STOP-principe verlaten en gaat de prioriteit naar de doorstroming van wagens en openbaar vervoer, en wordt in de stadsstraten overal zone 30 ingevoerd.
Drie. In Antwerpen bouwt men parkings bij: op de Scheldekaaien, de gedempte zuiderdokken, de Konijnenwei en Spoor Oost. In de nieuwe bouwcode, die sinds 2014 geldt voor nieuw- en herbouwprojecten, zijn meer parkeerplaatsen op privéterreinen voorzien. In Gent werkt men aan een vermindering van het aantal parkeerplaatsen op het openbare domein, park&rides aan de rand van de stad en zijn de parkeertarieven duurder naarmate je dichter bij het centrum komt.
Samenvattend kiest Antwerpen voor ‘harde’ mobiliteit, waarbij de auto opnieuw meer welkom is in de historische binnenstad, en Gent voor ‘zachte’ mobiliteit, waarbij de stad het autogebruik ontmoedigt: er is het circulatieplan dat in de eerste maanden een succes blijkt7, parkeren wordt moeilijker en duurder, een tweede bewonerskaart is niet langer gratis en de stad neemt maatregelen om autodelen te stimuleren. Het autobezit daalt er dan ook al drie jaar op rij licht. 8
Beide steden kennen een populair systeem van deelfietsen, geven premies voor de aanschaf van elektrische fietsen en investeren in fietsstallingen. In 2012 deed zo’n 22% van de Gentse inwoners zijn verplaatsing met de fiets (cijfers van vóór het circulatieplan; de ambitie is 35% in 2030). In Antwerpen gebeurt 30% van de woon-werk- en 36,5% van de woon-schoolverplaatsing met de fiets9; de stad scoort dan ook al jaren hoog in de Copenhagenize Design Co.10 In Antwerpen worden met het project ‘4X25’ elk jaar 25 onveilige of ontbrekende schakels in het fietspadennetwerk weggewerkt. In Gent komt er tegen 2020 zo’n 50 kilometer extra fietspad bij en wordt 80 kilometer fietspad vernieuwd.
Antwerpen doet het ook goed inzake openbaar vervoer. Voor het woon-werkverkeer neemt 16,7% van de Antwerpen trein, tram of bus; voor het woon-schoolverkeer is dat zelfs 42,3%.11 In Gent gebeurt een schamele 9% van alle verplaatsingen met het openbaar vervoer (cijfers van vóór het circulatieplan). De doelstelling is dat op te trekken naar 19% in 2020, maar daar is het nog lang niet. Daniël Termont laat geen gelegenheid onbenut om bevoegd Vlaams minister, Ben Weyts, eraan te herinneren dat Antwerpen zes keer meer nieuwe tramsporen krijgt in tien jaar tijd dan Gent.
En dan is er nog de lage emissie-zone (LEZ) die sinds 1 februari 2017 in Antwerpen geldt voor de hele binnenstad en een deel van Linkeroever. In Gent komt zo’n lage emissie-zone er voor de binnenstad vanaf 1 januari 2020. Het is een goede maatregel om de luchtkwaliteit te verbeteren.
Een kanttekening bij LEZ is dat ze de luchtvervuiling niet automatisch zal verminderen. De maatregel zal het wagenpark immers wel vernieuwen, maar niet in aantal doen dalen. Bovendien is ze voor beide steden gebaseerd op Vlaamse wetgeving met Europese normen waarvan we na Dieselgate weten dat ze niet kloppen. Zowel Gent als Antwerpen wil tegen 2050 klimaatneutraal zijn. Om echt werk te maken van goede luchtkwaliteit is elektrificatie van het wagenpark essentieel. In Gent geeft de stad een subsidie van 6.000 euro voor een elektrische deelwagen. Antwerpen doet dat niet. Wel zijn er meer elektrische oplaadpunten dan in Gent en worden Antwerpse taxi’s tegen 2025 allemaal elektrisch.
VEILIGHEID EN POLITIE
Eén van de speerpunten van het Antwerpse veiligheidsbeleid is het gewapend bestuur. In de zomer van 2016 pleitte Bart De Wever voor een Patriot Act om het terreurgevaar het hoofd te bieden; tegen de paasvakantie van 2018 zullen ministers Koen Geens en Jan Jambon daarover een gezamenlijk wetsontwerp voorleggen op de ministerraad. Burgemeester, politie en Staatsveiligheid moeten makkelijker informatie kunnen inwinnen en preventief optreden. Meer armslag dus voor lokale besturen.
Van een Patriot Act wil Daniël Termont niet weten. ‘Als de Vlaamse en federale overheid echt willen dat de steden krachtig strijd leveren tegen terrorisme, dat ze ons dan meer geld geven voor sociaal beleid en onderwijs, én voor meer politiemensen op straat om preventief werk te leveren. Want de strijd tegen terrorisme wordt gewonnen op de hoek van de straat, in de boksclub, in de jeugdvereniging’.12
Bart De Wever investeerde in deze legislatuur sterk in het militariseren van de politiediensten. Er kwamen Snelle Response Teams met terreurhonden. De burgemeester wil zo snel mogelijk bodycams voor de politie en scanstraten doorheen de stad. De politie is zeer aanwezig in het straatbeeld; meer gepantserd maar minder aanspreekbaar. Er komt een mastergebouw politie op de site van Post X aan Berchem Station dat tegen oktober 2018 klaar moet zijn. De totale kostprijs zal 300 miljoen euro bedragen; dat zijn 20 nieuwe scholen (aan 15 miljoen euro per school) of meer dan 5 keer de kostprijs van het MAS (55 miljoen euro).
In Gent investeert men sterk in buurtpolitie. Men kiest er voor een SLIM-plan, acroniem voor ‘samenleven is mensenwerk’, waarbij wordt geïnvesteerd in veldwerkers (straathoekwerk, buurtwerk, wijk- en sociale regie, anti-radicalisering, Intra-Europese Migratie-stewards) en co-creatieprojecten (zoals ‘buurt bestuurt’ en ‘wijk aan zet’). Een andere aanpak dan in Antwerpen, waar de Cel Diversiteit in het politiekorps is leeggelopen omdat haar aanbevelingen niet werden opgevolgd.
En dan is er nog de War On Drugs van Bart De Wever. Op de pleintjes waar gedeald werd, is de situatie verbeterd door een sterk lik-op-stukbeleid. Meer dan 2.200 drugsdealers zijn opgepakt. Anderzijds zien we geen daling van het aantal verslaafden bij Free Clinic, de Antwerpse organisatie die zich inzet voor drugsverslaafden, en waarschuwen experts dat de repressieve aanpak enkel zorgt voor een groter marktaandeel voor de échte beroepsmisdadigers. Antwerpen blijft de grootste drugshaven van Europa13 en een recent rapport van Stanny De Vlieger van de Gerechtelijke Politie schetst hoe drugscriminelen zijn geïnfiltreerd in havenbedrijven én politiekorps.14
Gent kiest eveneens al jaren voor een repressieve aanpak van de straatcriminaliteit en de daarmee samenhangende drugsproblematiek. Ook in Gent worden regelmatig drugscafés gesloten. De cijfers voor druggerelateerde zaken liggen er al jaren vrij hoog. De claim van Bart De Wever dat Antwerpse drugsdealers nu in Gent leveren15, wordt niet gestaafd met cijfers.
OCMW- EN ARMOEDEBELEID
De armoedecijfers zijn in beide steden hallucinant. In Gent verdubbelde het percentage geboorten in kansarme gezinnen het laatste decennium van 11,2% naar 22,6% (bijna 1 op 4).16 In Antwerpen zijn de cijfers nog dramatischer: daar groeit 27,1% (meer dan 1 op 4) van de jongeren op in kansarmoede; een stijging van 4,4% in de voorbije vijf jaar.17 Beide stadsbesturen krijgen geen vat op de armoedecijfers. Dat is niet onlogisch. Een aantal ingrepen die impact kunnen hebben, zoals een selectievere kinderbijslag of uitkeringen boven de armoedegrens, moeten op hoger politiek niveau gebeuren. Toch zien we in beide steden een ander armoedebeleid.
Het Antwerpse OCMW heeft deze legislatuur het budget voor de strijd tegen kinderarmoede verhoogd en maakt met het project ‘Kinderen Eerst’ netwerkmomenten mogelijk tussen de Antwerpse scholen en sociale partners in de buurt om kinderarmoede sneller op te sporen. Als we echter kijken naar het totale budget, dan zien we dat de uitgaven van het Antwerpse OCMW in 2016 beduidend lager lagen dan in 2012 ondanks het feit dat het aantal klanten fors gestegen is.18 Eén van de speerpunten van het beleid zijn de 1 euromaaltijden.
Het Gentse OCMW doet niet mee aan de 1 euromaaltijden. Wel investeert het in sociale restaurants met gediversifieerde tarieven, in goede samenwerking met de KRAS-diensten waar vrijwilligers een kring vormen rond mensen in armoede, in sociale kruideniers en in projecten met Colruyt over hoe je een gezonde maaltijd kan maken met een beperkt budget.19
Het armoedeprobleem is vaak (maar niet uitsluitend) een kwestie van meer centen. Daarom geeft het Gentse OCMW voor de meest kwetsbare gezinnen met kinderen een extra budget om te komen tot het zogenaamde referentiebudget voor een menswaardig inkomen. In Antwerpen werd tijdens de vorige legislatuur ook uitzonderlijke bijstand voorzien in de vorm van extra centen voor kledij, huisraad en medicatie, maar dat is vandaag niet meer het geval. Het huidige leefloon moet volstaan.
Het Gentse OCMW heeft een fraudecel die misbruiken uit het systeem filtert, maar leefloners worden er toch vooral intensief begeleid om te krijgen waar ze recht op hebben. In het Antwerpse OCMW ligt de nadruk meer op controle; getuige daarvan het voornemen om Nederlandse privédetectives/premiejagers in te huren (wat illegale praktijken bleken te zijn) die eigendomsfraude in het buitenland zouden onderzoeken.
In beide steden activeert het OCMW; geen financiële steun zonder tegenprestatie. De manier waarop is echter verschillend. In Antwerpen worden leefloners snel in een traject van tewerkstelling via het artikel 60 geduwd, met het gevaar dat ze zogenaamde ‘draaideurcliënten’ worden als ze niet klaar zijn voor de arbeidsmarkt. In Gent is eveneens fel geïnvesteerd in de uitbreiding van artikel 60, maar er wordt ook veel andere trajectbegeleiding op maat aangeboden, zoals rond zelfzorg, zelfvertrouwen of het trainen van competenties.
Nog een verschilpunt: de OCMW-steun inzake huisvesting. In Antwerpen geeft men enkel een borgstelling voor de huurwaarborg als de woning voldoet aan de strenge wooncode. In Gent heeft men ervoor gekozen dat niet te doen, omdat er in het onderste segment van de huizenmarkt onvoldoende goede woningen zijn.
En dan is er nog de opvallende keuze voor de vermarkting van het Antwerpse sociaal beleid. Zo mocht de beveiligingsfirma G4S het inloopcentrum voor daklozen De Vaart uitbaten; een toekenning die het OCMW in juni 2017 moest intrekken nadat onregelmatigheden aan het licht kwamen in het dossier. Deze keuze paste alleszins binnen een duidelijke politieke visie op sociaal werk: het juryrapport voor De Vaart was meer op maat geschreven van G4S, die een repressieve en disciplinerende aanpak hanteert, en minder op maat van CAW Antwerpen, wiens projectvoorstellen op het emancipatorisch en woongericht karakter zijn gericht. 20
In Gent blijft men weg van vermarkting, zowel van het sociaal beleid als van de woonzorgcentra van het OCMW. Die laatsten blijven doelbewust in openbare handen, ook om aan prijszetting te doen ten aanzien van de private markt. Als iemand zijn woonzorgcentrum niet kan betalen, komt in eerste instantie de federale en Vlaamse overheid met tegemoetkomingen tussen en, als het nodig is, daarna nog de lokale overheid voor het resterende bedrag. Het Antwerpse OCMW vordert dat bedrag terug bij onderhoudsplichtigen (meestal de kinderen); het Gentse OCMW niet.
ASIEL EN INBURGERING
Antwerpen heeft traditioneel een sterkere instroom van buitenlandse inwoners dan Gent (13/1.000 inwoners versus 7/1.000 inwoners21). En ook tijdens de asielcrisis in 2015 kreeg Antwerpen veel vluchtelingen binnen: op 20 juli 2016 registreerde het Agentschap Integratie-Inburgering zo’n 3.083 erkende vluchtelingen en subsidiair beschermden in Antwerpen, ruim een vierde van Vlaanderen. 22 Ook Gent kreeg haar deel: op datzelfde moment waren, volgens de cijfers van het stadsbestuur, 1.159 erkende vluchtelingen en 541 subsidiair beschermden geregistreerd in het wachtregister.23
Antwerpen is in absolute cijfers dus ‘marktleider’ voor de opvang van vluchtelingen. In de zomer van 2015 waarschuwde OCMW-voorzitter Fons Duchateau dat het Antwerpse absorptievermogen volledig was opgebruikt; een noodkreet die hij herhaalde in april 2017 toen hij ‘de scheefgegroeide situatie’ aanklaagde en pleitte voor meer ‘spreiding’ in de landelijke gemeenten.
Geconfronteerd met deze instroom voert Antwerpen een ontmoedigingsbeleid. De regels voor een huurwaarborg werden verstrengd; voortaan is een conformiteitsattest nodig. Ook voorziet de stad niet in extra huisvesting voor asielzoekers. Enkel voor niet-begeleide minderjarigen werden twee Lokale Opvang Initiatieven opgericht (LOI Finse Kerk en LOI Zurenborg) die een 25-tal jongeren huisvesten. Een duidelijke ‘neen’ dus aan vluchtelingen.
In Gent werd vrijwel onmiddellijk een Task Force Vluchtelingen opgericht, onder leiding van OCMW-voorzitter Rudy Coddens.24 Naast de 3 gekende B’s (Bed, Bad, Brood) werkte men vooral aan de 4de B: Begeleiding. De Task Force zette ook in op sensibilisering. Met succes. Zo was er bij de opening van het vluchtelingenponton De Reno in de volkswijk Muide-Meulestede een betoging tegen de komst van het ponton, maar toen het in maart 2017 moest verdwijnen was er eveneens een betoging tegen de sluiting ervan. Vluchtelingen en buurtbewoners hadden elkaar na tal van initiatieven leren kennen en waarderen. Het was gelukt een draagvlak te creëren voor de opvang van vluchtelingen.25 De Task Force werd ook opengetrokken naar alle mensen in armoede, precies om te vermijden dat twee kwetsbare groepen tegen elkaar worden uitgespeeld. Zo is de pas opgerichte weggeefwinkel De Olijfboom er voor iedereen die zijn leven opnieuw opstart: allochtone nieuwkomers én andere kwetsbare mensen, ook autochtonen.
Huisvesting is een groot probleem voor vluchtelingen. De particuliere markt is voor hen vaak te hoog gegrepen en ze hebben geen voorrang bij sociale huisvestingsmaatschappijen.
In Gent probeert men extra huisvesting te creëren in leegstaande panden die het ter beschikking heeft. Ook is er het systeem van doorgangswoningen, die tijd kopen in afwachting van een woning binnen de reguliere huisvesting. Woonbuddy’s staan nieuwkomers bij in hun zoektocht naar een woning.
Antwerpen voorziet, zoals gezegd, niet in extra huisvesting voor vluchtelingen. Wel is er het project Curant, ondersteund door de Europese Commissie. Dat is een cohousingproject met - op termijn - 75 door het OCMW bemeubelde woonunits waarin jonge vluchtelingen zullen wonen met een buddy van 20 tot 27 jaar. Buddy en vluchteling betalen elk 250 euro huur per maand.
WOON- EN HUURBELEID
Zowel de Antwerpse als de Gentse binnenstad is steeds meer op maat van de gegoede middenklasse. Hoewel in beide steden het aantal inwoners de voorbije decennia fors is toegenomen, blijft tegelijkertijd de stadsvlucht aanzienlijk. Er is een nijpend tekort aan betaalbare én goede woningen.
Inzake sociale woningen zitten beide steden boven de wettelijke norm van 9% sociale woningen: in Antwerpen is 9,6% van het woningenbestand een sociale woning; in Gent is dat 12,3%.26 De wachttijd voor een sociale huurwoning bedraagt in beide steden gemiddeld ongeveer zes jaar.
Het Antwerpse bestuursakkoord is duidelijk: geen nieuwe sociale woningen. Het ‘wil geen extra kansarmoede importeren’.27 Bij veel private stadsuitbreidingsprojecten (zoals op het Eilandje of het Regattaproject op Linkeroever) worden geen sociale woningbouw voorzien. En ook in de wijk Nieuw Zuid, die in 2018 klaar zal zijn, zullen er minder sociale woningen zijn dan voorheen. Het vorige stadsbestuur voorzag indien mogelijk in grote stadsontwikkelingsprojecten in 25% sociale woningen en 25% bescheiden woningen. Het huidige stadsbestuur wil wonen vooral aantrekkelijk maken voor jonge tweeverdieners. Het heeft daarom plannen om eengezinswoningen van 300 m² beter te ‘beschermen’ door de opdeling ervan in kleinere woonunits niet langer mogelijk te maken.
Het Gentse stadsbestuur beloofde in 2012 een inhaaloperatie inzake sociale woningen. De eigen doelstelling om ‘op termijn’ naar 20% te gaan, haalt ze echter niet. Het aantal Gentenaars op een wachtlijst voor een sociale woning neemt in snel tempo toe. In 2016 stonden er 11.648 mensen op die wachtlijst, terwijl dat er een jaar eerder ‘slechts’ 9.911 waren.28 Deze stijging heeft verschillende oorzaken: er is het stijgend aantal kandidaat-huurders, de sloop van de Rabot-torens en de capaciteitsreductie door de renovatiegolf (door hogere eisen worden 3 slaapkamerappartementen 2 slaapkamerappartementen). Ook de recente vernietiging door de Raad van State van de verplichting van het Gentse stadsbestuur aan bouwheren om bij nieuwbouwprojecten 20% sociale woningen te voorzien, speelt een rol.
Nog een verschilpunt: Gent sloot een charter met de huurwoningsector en zet praktijktesten in als instrument in de strijd tegen discriminatie. Antwerpen doet dit niet; ‘het wil geen heksenjacht’.
OVERHEID
Het Antwerpse stadspersoneel werd deze legislatuur fel afgeslankt. Tegen 2018 zullen er 1.320 voltijdse medewerkers minder zijn; een besparing van 7% op het personeel. Ook is de relatie stad-district veranderd. De districten krijgen evenveel geld als vroeger voor hun werking en nog steeds hun 1% jaarlijkse stijging voor investeringen, maar een aantal kosten die de stad vroeger op zich nam (zoals het herstel van winterschade, tekenwerk voor openbare werken of drukwerk voor culturele centra) worden doorgeschoven naar de begrotingen van de districten. Minder financiële armslag dus voor de districten, die onder andere openbare werken, cultuur, sport, jeugd, participatie en burgerprojecten als bevoegdheden hebben. Op die domeinen moeten de ambities logischerwijs teruggeschroefd. De facto betekent het ook een centralisering van het beleid en meer top-downbestuur vanuit het Schoon Verdiep.
Ook in Gent let men op de kas. Op werkingskosten werd minder uitgegeven en de departementen geresponsabiliseerd. Opmerkelijk: in mei 2017 besliste de stad om 508 personeelsleden die al 12 jaar voor de stad werken vast te benoemen; een beslissing die door Vlaams minister van Binnenlands Bestuur Liesbeth Homans werd vernietigd wegens onwettelijk (door de stad aangevochten). De Gentse dienstverlening blijft veelal decentraal. Ze is fysiek nog sterk uitgebouwd, met Gentinfo-Punten in de wijken gelinkt aan OCMW-welzijnsbureaus. Net als in Antwerpen is de Gentse dienstverlening voornamelijk digitaal, maar er zijn ook Digitaal Talent Punten voor mensen zonder computer of internet. Stad, burgers en middenveld geven samen vorm aan het Gentse beleid. De leefstraten in de zomer zijn internationaal gerenommeerd. De participatieprojecten, zoals ‘Jong en Wijs’, een groot succes. Voor het Burgerbudget 2016-2018, waarvoor in totaal 1.350.000 euro is voorzien, werden 105 projecten ingediend door burgers om hun wijk beter te maken.
ONDERWIJS
Zowel in Antwerpen als Gent zijn grote stappen gezet om de capaciteitsproblematiek in het onderwijs aan te pakken, die voor maximum 70% gesubsidieerd worden door de Vlaamse overheid. Beide steden waren ook voorlopers in ‘Meld je aan Basisonderwijs’, een systeem dat andere steden ondertussen ook hebben ingevoerd. Vanaf 1 januari 2018 lanceren Antwerpen en Gent samen hetzelfde initiatief voor het secundair onderwijs, aangezien de Vlaamse Overheid ook daar niet thuis geeft.
In beide steden wordt sterk ingezet op vroegtijdig schoolverlaten en het voorkomen van spijbelen. Ook in flankerend onderwijsbeleid wordt geïnvesteerd. In Antwerpen bestaat sinds 2016 Children’s Zone: een wijkgerichte aanpak die leerachterstand en ongekwalificeerde uitstroom moet tegengaan door extra lesuren in een schoolse omgeving. In Gent is de Brede School een vergelijkbaar initiatief: het activeert een netwerk van organisaties. Brugfiguren werken vast op de scholen zelf; in de 19de eeuwse gordel is er zelfs een Brede Schoolcoördinator.
Gent profileert zich als kindvriendelijke stad. Met Groene Avontuurlijke Speelplaatsen werd de helft van de speelplaatsen in het basisonderwijs omgevormd. En ook op gezondheid op school wordt sterk ingezet via betere warme maaltijden. Antwerpen heeft geen warme schoolmaaltijden in het stedelijk onderwijs. Wel 1 euromaaltijden na de schooluren in sociale restaurants.
Op het vlak van kinderopvang en jeugdwerk verschilt het beleid. Antwerpen kampt met een capaciteitsprobleem inzake kinderopvang; de dekkingsgraad bedraagt er 33%. Het stadsbestuur kiest voor de vlucht vooruit door private kinderopvang volop te steunen. In Gent ligt de dekkingsgraad met 50% een stuk hoger. Het stadsbestuur kiest er voor de uitbouw van stedelijke kinderdagverblijven én steun aan private initiatieven. Het levert bovendien sterke inspanningen om meer kinderopvang inkomensgerelateerd te maken.
In het Antwerpse jeugdwerk is, vooral in het begin van de legislatuur, fel bespaard. Meer bepaald op jeugdwerkingen die zich inzetten voor kansarme kinderen en jongeren. Bij organisaties, als KRAS jeugdwerk en JES stadslabo voor kinderen, komt nu veel op de schouders van vrijwilligers terecht. In Gent koos men de voorbije legislatuur voor de uitbreiding van het jeugdwelzijnswerk. Men investeert in jeugdlokalen en vormingen voor jeugdleiders.
VERSCHILLENDE PLANETEN
Gent en Antwerpen worden geconfronteerd met grotendeels dezelfde grootstedelijke problematieken. Dit artikel toont aan dat de aanpak ervan op een aantal beleidsdomeinen gelijk loopt en dat beide steden soms ook op elkaar aangewezen zijn (bijvoorbeeld als het aankomt op lobbyen naar Vlaanderen toe - zie onderwijs), maar het toont evenzeer aan dat de twee stadsbesturen op veel beleidsdomeinen radicaal andere keuzes maken. En dat is logisch: Gent is het linkse en Antwerpen het rechtse vlaggenschip in Vlaanderen.
Het Gentse stadsbestuur modelleert de stad van de toekomst naar eigen visie: het kiest voor een ander mobiliteitsbeleid, veiligheidsbeleid op mensenmaat, meer participatieprojecten, een nieuwe manier van besturen, een ambitieus armoedebeleid, een actieve antidiscriminatieaanpak, een inclusief jeugdwerk, enzovoort. Gent is in volle beweging.
Antwerpen, daarentegen, staat stil. Bart De Wever pronkt zelf met drie verwezenlijkingen29: de verhoogde inzet op veiligheid doet de criminaliteit in de stad drastisch dalen, bijkomende middelen voor onderwijs zorgen voor voldoende plaatsen voor alle Antwerpse schoolkinderen, en door de stadskas als een goede huisvader te beheren komt ruimte vrij in het sociaal beleid.
Het is een mager palmares: de daling van de kleine criminaliteit is een fenomeen dat we in alle grote steden zien (ook in Gent)30 en de War on Drugs is meer communicatie dan resultaat; het capaciteitstekort in het onderwijs aanpakken, is een inspanning die al in de vorige legislatuur in gang werd gezet; het wegwerken van de historische stadsschuld (tegen 2019) is minder ambitieus dan het traject dat het vorige stadsbestuur had uitgetekend (tegen 2018); en bij de uitgaven voor het sociaal beleid hanteert men een andere boekhoudkundige techniek: tekorten worden nu al op voorhand volledig begroot (vroeger werden ze achteraf bijgepast), waardoor het lijkt dat er meer geld gaat naar sociaal beleid maar in de feiten de uitgaven met 13% gedaald zijn ten opzichte van de vorige legislatuur.31
Het essentiële verschil is dit: het Gentse stadsbestuur gaat uit van de maakbaarheid van de toekomst in samenspraak met inwoners en middenveld, terwijl het Antwerpse stadsbestuur er een meer pessimistische visie op nahoudt van een samenleving die onder druk staat en van bovenaf moet worden beschermd.
Beide burgemeesters verpersoonlijken daarbij het college dat ze voorzitten. Bart De Wever is au fond een Randstedeling. Op een partijvergadering, afdeling Deurne, liet hij ooit ontvallen dat ‘moest hij niet in de politiek zitten, hij liever was uitgeweken naar het groenere Hemiksem en daar zijn kinderen naar school zou sturen’.32 Daniël Termont, daarentegen, bijt zich vast in de problematiek van de multiculturele stad, eerder dan dat hij de opmars ervan angstvallig probeert tegen te houden.
Misschien was één van de eerste beleidsacties van Bart De Wever - het schrappen van de stadsslogan ’t Stad is van iedereen - nog het meest significant. Het wij-zij-denken is in Antwerpen de voorbije legislatuur versterkt en de polarisatie vergroot. Bart De Wever is de burgemeester van zijn kiezers, Daniël Termont van zijn inwoners. Het roodgroene kartel trekt in 2018 met de slogan #TeamGent naar de kiezer. Voor het Antwerpse stadsbestuur is ‘t stad niet meer van iedereen. In die optiek komt het Antwerpse stadsbestuur inderdaad van Mars en het Gentse van Venus.
Noten
- In Antwerpen besturen N-VA, Open Vld en CD&V. De samenstelling van het college van burgemeester en schepenen vindt u op: https://www.antwerpen.be/nl/overzicht/gemeenteraad/samenstelling/college-van-burgemeester-en-schepenen.
- In Gent besturen sp.a, Groen en Open Vld. De samenstelling van het college van burgemeester en schepenen vindt u op: https://stad.gent/over-gent-en-het-stadsbestuur/stadsbestuur/wie-zit-het-bestuur/college-van-burgemeester-en-schepenen/college-van-burgemeester-en-schepenen.
- Zie bijvoorbeeld: Rudy Coddens-Fons Duchateau, ‘Breek mij de bek niet open over Homans’, Knack, 07/06/2017.
- Daniël Termont-Patrick Janssens, ‘Eén visie op diversiteit?’, Samenleving en politiek, jg. 16/nr. 8, oktober 2009, pp. 14-25.
- Volgens TomTom verlies je in Gent gemiddeld 76 uur per jaar aan filerijden en in Antwerpen 118 uur per jaar (cijfers voor 2016). https://www.hln.be/regio/gent/elk-jaar-76-uur-in-de-file~a2bc4b6b/.
- http://www.ademloos.be/nieuws/antwerpen-en-gent-leggen-duidelijk-andere-klemtonen-hun-mobiliteitsplannen.
- Uit data van Be-Mobile blijkt dat de rijtijden op de Gentse binnenring korter zijn dan voor het circulatieplan. Volgens de politie is het aantal verkeersongevallen gedaald. De Lijn spreekt van een stijging van 15% van de gebruikers in voorlopige cijfers van de eerste maand; het is wachten op verdere cijfers. En de meetresultaten van fijn stof, ten slotte, zullen in het najaar van 2018 beschikbaar zijn.
- In Gent zijn er 414 auto’s voor elke 1.000 Gentenaars. Drie jaar geleden waren dat er nog 418. Antwerpen heeft minder auto’s per 1.000 inwoners (389) maar het autobezit blijft er jaar na jaar stijgen, met 2,2 procent sinds 2014. http://statbel.fgov.be/nl/statistieken/cijfers/verkeer\_vervoer/verkeer/voertuigpark/.
- Antwerpen wereldfietsstad, Fietsen in eerste klasse. Fietsactieplan Antwerpen 2017, https://assets.antwerpen.be/srv/assets/api/download/4852a09d-811d-49cf-b210-e78c948e49e3/fietsactieplan\_2017\_scherm.pdf.
- ‘Antwerpen zevende beste fietsstad ter wereld’. Het Nieuwsblad, 15/06/2017.
- Cijfers uit de mobiliteitsenquête van de stad Antwerpen (2014).
- ‘De Wever wil gewapend bestuur’, Gazet van Antwerpen, 30/07/2016.
- ‘Antwerpen is Europees koplopen in cocaïnegebruik’, Gazet van Antwerpen, 13/12/2016.
- ‘Drugsmaffia infiltreert in Antwerpse politie, douane en bedrijven’, Gazet van Antwerpen, 08/09/2017.
- ‘De Wever en Muyters over ‘war on drugs’: Antwerpse dealers leveren nu in Gent’. Gazet van Antwerpen, 10/12/2016.
- Cijfers uit het Indicatorenrapport armoede 2015 van het OCMW Gent.
- Kansarmoede-index Kind & Gezin (2015): https://www.kindengezin.be/nieuws-en-actualiteit/2016/20160630-Kansarmoede-index-stijgt-verder-in-2015-tot-12.jsp.
- Het totaal van de specifieke kosten van OCMW-Antwerpen en de werkingssubsidies lag in 2016 (167.538.321 euro) 13% lager dan in 2012 (192.468.757 euro) (cijfers van sp.a Antwerpen, gebaseerd op de jaarrekeningen van het OCMW). Tegelijkertijd nam het aantal Antwerpse leefloners toe: van 4.260 leefloners voor 502.604 inwoners (8,48%) in april 2012 naar 7.245 leefloners voor 517.042 inwoners (14,01%) in april 2017 (cijfers uit de barometer van POD MI: https://stat.mi-is.be/nl/dashboard/ris\_entities). Voor Gent zien we, volgens diezelfde barometer, eveneens een fikse stijging: van 3.676 leefloners voor 248.242 inwoners (14,81%) in april 2012 naar 4.973 leefloners voor 257.029 inwoners (19,35%) in april 2017. Gent heeft, proportioneel gezien, altijd een groter aandeel leefloners gehad dan Antwerpen.
- Rudy Coddens-Julien Van Geertsom, ‘De parabel van de kip en het varken’, Samenleving en politiek, jg. 24/nr. 5, mei 2017, pp. 38-47.
- https://www.apache.be/2016/09/28/antwerpse-daklozen-moeten-geld-opbrengen-een-juryrapport-op-maat-van-g4s/.
- http://stadsmonitor.vlaanderen.be/algemeen-migratiesaldo. Cijfers 2011-2013. Voor meer recente cijfers is het wachten op de nieuwe stadsmonitor die in maart 2018 verschijnt.
- Cijfers te raadplegen op: http://www.integratie-inburgering.be/sites/default/files/atoms/files/BIJLAGE%2020161005\_VerhuisbewegingenErkendVluchtelingen\_Gewesten\_Provincies\_Centrumgemeenten.pdf.
- Cijfers van het departement Gelijke kansen en Welzijn, op basis van de gegevens in de registers van de burgerlijke stand van de stad Gent (d.d. 22 juli 2016).
- De Gentse Task Force Vluchtelingen werd op 3 oktober bekroond als URBACT Good Practice op het Europese City Festival in Tallin (Estland).
- Rudy Coddens-Julien Van Geertsom, Ibid.
- Cijfers voor 2014: http://stadsmonitor.vlaanderen.be/sociaal-woningaanbod.
- Rudy Coddens-Fons Duchateau, Ibid.
- Gebaseerd op de meest recente cijfers van de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen (VMSW).
- Brochure N-VA Antwerpen, ‘Drie jaar N-VA in uw stad. De verandering vindt plaats’. 2016.
- In de criminaliteitsstatistieken voor het jaar 2016 daalt de criminaliteit in de vier grote Belgische steden: Brussel, Antwerpen, Gent en Charleroi. http://www.stat.policefederale.be/criminaliteitsstatistieken/.
- Zie eindnoot 18.
- ‘De Wever speelt thuismatch’, Het Laatste Nieuws, 17/01/2012.
Samenleving & Politiek, Jaargang 24, 2017, nr. 8 (oktober), pagina 21 tot 31
1 JAAR VOOR DE LOKALE VERKIEZINGEN
Abonneer je op Samenleving & Politiek
Het magazine verschijnt 10 keer per jaar; niet in juli en augustus.
Proefnummer? Factuur? Contacteer ons via
info@sampol.be
of op 09 267 35 31.
Het abonnementsgeld gaat jaarlijks automatisch van je rekening. Het abonnement kan je op elk moment opzeggen. Lees de
Algemene voorwaarden.
Je betaalt liever via overschrijving?
Abonneren kan ook uit het buitenland.
*Ontdek onze SamPol draagtas.