Er woedt fel debat over de wortels van de klimaatcrisis. Want wie de ultieme oorsprong kan excaveren, kan ook boosdoeners identificeren, en wie weet zelfs oplossingen formuleren.
Wat vertellen historische wortels ons over het hier en nu? Het zoeken naar de oorsprong van alles en nog wat is natuurlijk een geliefkoosde bezigheid van geschiedkundigen van allerlei slag, maar niet alleen van hen. Ook beleidsmakers en commentatoren met het vizier op het heden graven maar al te graag in het verleden op zoek naar antwoorden. De Franse historicus Marc Bloch, schrijvend in het rumoer van de Tweede Wereldoorlog, had het over l'idole des orgines, of de idolatrie van de oorsprong, iets waar hij zich met de nodige passie tegen verzette. De neiging om het heden te verklaren door het verre verleden in plaats van door meer recente gebeurtenissen was volgens hem niet alleen fout, maar ook gevaarlijk.
Die idolatrie is vandaag niet minder levend dan aan het begin van de twintigste eeuw. Ook de meest prangende uitdaging van onze tijd, de klimaatproblematiek, ontsnapt niet aan de zoektocht naar historische wortels. Wie de wortels van de klimaatcrisis kan traceren en haar ultieme oorsprong kan excaveren, die kan immers ook boosdoeners identificeren, en wie weet zelfs oplossingen formuleren.
Blochs idolatrie steekt bijvoorbeeld al te vaak de kop op in discussies over het Antropoceen, de term die voorgesteld wordt voor het aanduiden van het huidige geologische tijdperk: het tijdperk waarin de menselijke impact op het ecosysteem van de aarde significant geworden is. Maar sinds wanneer leven we in het Antropoceen? Heel wat voorstanders situeren het begin in de jaren 1960, tijdens een naoorlogse versnelling van menselijke impact op klimaat en leefomgeving, maar anderen laten het Antropoceen samenvallen met de oorsprong van landbouw, zo'n 10.000 jaar geleden, of volgen de wortels van klimaatontwrichting eerder tot in de klassieke oudheid. Het gaat niet om een discussie over het geslacht der engelen, maar om een debat met consequenties voor klimaatpolitiek vandaag. Nauwelijks verscholen onder de oppervlakte schuilt immers de vraag hoe diep geworteld het klimaatprobleem is, en hoe realistisch de oplossingen zijn. Indien we al 2.000 jaar of meer het slechte pad op zijn, valt er dan nog wel bij te sturen? En als landbouw en beschaving de boosdoeners zijn, willen we dan wel een oplossing zonder die boosdoeners bedenken? Hoe verder weg de oorsprong, hoe onbereikbaarder en onwenselijker de oplossing.
De idolatrie van de verre oorsprong verleidt ook anderen in het klimaatdebat. De econoom Vaclav Smil – de favoriete auteur van Bill Gates – laat zijn geschiedenis van de omgang met energie aanvangen van zodra de mens de controle over het vuur verwierf. Smil schetst een geschiedenis van energietransities met één rode draad doorheen 2 miljoen jaar menselijke geschiedenis: hoe technologische innovatie ons in staat stelde om steeds meer energie, op een steeds efficiëntere manier, te controleren. De fossiele samenleving is slechts de meest recente, en wellicht niet de laatste fase in die lange schakel aan opeenvolgende transities. Dergelijk oorsprongsverhaal tekent ook het laatste boek van de filosoof Maarten Boudry, die de menselijke geschiedenis ziet als 'één uitgesponnen verhaal van meer doen met minder'. Voor Smil en Boudry is de massale ontginning van fossiele brandstoffen gedurende de laatste twee eeuwen dan ook geen historische vergissing maar een historische zegen, een noodzakelijke stap in een duizenden jaren lange geschiedenis van vooruitgang en innovatie. De volgende stap – nog efficiënter, nog meer energie opwekken – lijkt dan ook om de hoek te loeren, als we maar doorzetten op de ingeslagen weg.
Voor Maarten Boudry is de massale ontginning van fossiele brandstoffen gedurende de laatste twee eeuwen geen historische vergissing, maar een historische zegen.
Toekomstbeelden zeggen veel over het verleden dat we ons inbeelden. Wie de fossiele economie vastketent aan de ladder van de vooruitgang, schetst een verleden dat wemelt van de ellende, en een toekomst vol zelfvertrouwen. Dat is bij Boudry niet anders: hij beeldt zich het leven voor de 19e eeuw in als 'hongerig, arm, ziek en ellendig', acht de stijging van de welvaart sindsdien onmogelijk zonder Industriële Revolutie, en meent dat een Industriële Revolutie zonder steenkool onmogelijk was. Willen we niet opnieuw ellendig worden, dan twijfelen we best niet over de fundamenten van de fossiele economie. Op elk van die stellingen valt behoorlijk wat af te dingen. Eén van de meest opvallende stemmen die precies dat doet, komt van de Zweedse historicus Andreas Malm. Malm verzet zich expliciet tegen het discours van een langgerekt Antropoceen, en situeert de oorzaak van de klimaatcrisis veel dichter bij huis, in een recenter en concreter verleden: het industrieel kapitalisme dat in 18e eeuwse Engeland ontstond.
Het onderzoek van Malm plaatst grote vraagtekens bij de zegeningen van de fossiele economie die Smil en Boudry tellen. Voor de meesten in het fossiele Manchester of Charleroi van de 19e eeuw was het leven ellendiger dan in de eeuwen voordien. Industriële mechanisatie en economische groei vonden ook zonder de massale exploitatie van fossiele brandstoffen plaats, en een alternatieve geschiedenis waarbij de industriële revolutie niet op steenkool maar op waterkracht gebaseerd was allerminst uit de lucht gegrepen. Malm behartigt in impliciet het adagium van Bloch. Zijn fossiele economie heeft een heel concrete, en recente geschiedenis: ze is ontstaan om de belangen van grootschalige industriële ondernemers te dienen.
Een verre oorsprong wordt bijna steevast ingeroepen om het heden te legitimeren dan wel te veroordelen.
De reden waarom Bloch zo bezorgd was om de fixatie van historici op verre oorsprongen, was het gevaar dat dit betekende voor de politieke recuperatie van het verleden. Een verre oorsprong wordt bijna steevast ingeroepen om het heden te legitimeren dan wel te veroordelen. Zijn bezorgdheid betrof een ander soort klimaat dan dat waar wij ons vandaag druk over maken: dat van antisemitisme en fascisme. Voor Bloch was dat geen academisch punt – nog voor hij zijn gedachten hierover in Apologie pour l'histoire voltooide, trad hij toe tot het verzet (in 1944 werd hij door de Gestapo gearresteerd en gefusilleerd). We leven vandaag in een heel andere context, maar de raad van Bloch om onze fixatie op oorsprongsverhalen niet de bovenhand te laten halen, blijft van veel meer dan louter academisch belang. De titel van het nieuwste boek van Andreas Malm is in dat opzicht veelzeggend: How to Blow up a Pipeline, over het belang van militant activisme in historische verzetsbewegingen en het potentieel daarvan voor de klimaatbeweging vandaag.
Abonneer je op Samenleving & Politiek
Het magazine verschijnt 10 keer per jaar; niet in juli en augustus.
Proefnummer? Factuur? Contacteer ons via
info@sampol.be
of op 09 267 35 31.
Het abonnementsgeld gaat jaarlijks automatisch van je rekening. Het abonnement kan je op elk moment opzeggen. Lees de
Algemene voorwaarden.
Je betaalt liever via overschrijving?
Abonneren kan ook uit het buitenland.
*Ontdek onze SamPol draagtas.