PvdA en GroenLinks staan voor belangrijke keuzes: trekken ze gezamenlijk op tegen VVD of houden ze vast aan hun eigen karakter?
Progressief Nederland staat er al jaren slecht voor. Waar deze partijen in 2012 samen een Kamermeerderheid hadden, scoren zij sinds 2017 minder dan 70 zetels. Bovendien zijn zij versplinterd: in 2012 was PvdA nog goed voor de helft van de progressieve zetels. Sinds 2017 hebben ze er slechts 9. In 2021 wist D66 met de belofte van nieuw leiderschap veel progressieven aan zich te binden. Hoe kunnen Nederlandse progressieve partijen uit de stagnatie komen? Vooreerst, ik definieer progressieve partijen hier als partijen die de inkomensongelijkheid willen verminderen, klimaatverandering willen aanpakken en ook vóór 2022 meer vluchtelingen wilden toelaten. Hiertoe reken ik dan de sociaaldemocratische PvdA, GroenLinks, de links-populistische SP, het sociaalliberale D66, de diepgroene Partij voor de Dieren, de Christelijk-sociale ChristenUnie, het multiculturele DENK, het pro-Europese VOLT en het intersectioneel-feministische BIJ1.
Het progressieve blok is wel uit elkaar gespeeld door rechts: D66 en ChristenUnie regeren nu met VVD en CDA.
Voor de vierde keer in tien jaar heeft PvdA nu een nieuwe leider gekozen. De vorige, Lilianne Ploumen, trad in april af. Hét wapenfeit van het jaar dat ze leider was, was de innige relatie met GroenLinks in de kabinetsformatie. De partijen lieten zich niet door rechts uit elkaar spelen. Maar het progressieve blok in bredere zin is wel uit elkaar gespeeld door rechts: D66 en ChristenUnie regeren nu met de rechts-liberale VVD en het christelijk-conservatieve CDA. Sindsdien staat D66 in peilingen op verlies. De samenwerking tussen GroenLinks en PvdA is alleszins controversieel: een groep leden heeft zich georganiseerd in de beweging 'RoodGroen' die zich uitspreekt voor een fusie. Ook voormalig PvdA-minister van Buitenlandse Zaken en huidige vice-voorzitter van de Europese Commissie, Frans Timmermans, is voorstander van samenwerking. Zijn voormalige collega op Binnenlandse Zaken, Ronald Plasterk, is tegen. Uit de kritiek die sociaaldemocratische tegenstanders op linkse samenwerking leveren, blijkt vaak een beperkte kennis van het eigen programma. De verschillen tussen de programma's zijn zo klein dat de makers van een kieswijzer in 2019 extra stellingen moesten toevoegen omdat er in geen van de 30 stellingen verschil was tussen de twee. Het grootste bezwaar dat Plasterk tegen GroenLinks heeft, is dat de partij tegen kernenergie is. Maar dat is PvdA ook. De verschillen tussen GroenLinks en PvdA zitten in de nadruk die ze leggen op politieke thema's: voor GroenLinks is klimaatverandering het grootste probleem, voor PvdA inkomensongelijkheid. Voor GroenLinksers is bereidheid waarmee PvdA in 2012 dat progressieve programma aan de kant zetten om in een bezuinigingskabinet te gaan zitten met VVD een groot bezwaar.
Nu Ploumen is vertrokken, ligt het initiatief voor progressieve samenwerking niet bij de nieuwe PvdA-fractievoorzitter Tweede Kamer, Attje Kuiken, maar bij de partijvoorzitter, Esther-Mirjam Sent. Zij wil dat de partij in debat gaat over samenwerking en hoopt dit voor de verkiezingen van 2025 af te ronden. Dit kán eindigen in een fusie, maar Sent wil een zorgvuldige discussie voeren waarbij alle opties op tafel liggen. Op één punt heeft Sent gelijk: waar de media progressieve samenwerking altijd verengen tot een fusie, zijn er meer opties. Een groep PvdA-leden wil juist met het oog op de Provinciale verkiezingen van volgend jaar (waarbij ook de samenstelling van de Senaat wordt bepaald) snel duidelijkheid. Zij stellen voor dat PvdA en GroenLinks één Senaatsfractie moeten vormen. Aangezien Rutte-IV geen meerderheid heeft in de Senaat zouden de twee hier een gezamenlijke vuist kunnen maken om het kabinet naar links te trekken. Parallel met de beslissing van het PvdA-congres heeft het GroenLinks-bestuur hier een ledenreferendum over uitgeschreven. In opdracht van het PvdA-bestuur werkte een groep wetenschappers aan een bredere samenwerkingsagenda tussen PvdA en GroenLinks, waaronder een stembusakkoord, een schaduwkabinet en intensieve samenwerking van de scholingsinstituten, de jongerenorganisaties en de denktanks van de partijen. De weerstand tegen deze samenwerking komt met name van de mensen die het als een eerste stap richting een fusie zien. GroenLinks en PvdA spreken anno 2022 een ander electoraat aan: PvdA doet het goed onder oudere kiezers in het rurale Noorden, GroenLinks doet het goed onder jonge hogeropgeleide stedelingen. Een fusie ligt dus niet per sé voor de hand omdat de fusiepartij dan twee heel verschillende electoraten moet verenigen.
De enige manier waarop de progressieven uit hun stagnatie kunnen komen, is door een realistisch machtsalternatief te bieden.
Er zijn ook redenen om vóór een fusie te kiezen. Zoals D66 in 2021 liet zien, kan een progressieve partij groot worden als ze een reële machtsclaim neerlegt. De enige manier waarop de progressieven uit hun electorale stagnatie kunnen komen, is door een realistisch machtsalternatief te bieden om zo het anti-Rutte sentiment te mobiliseren. Eén van de mensen die dat zou kunnen is Frans Timmermans die bij de Europese verkiezingen van 2019 PvdA plots de grootste maakte door in Europa de machtsvraag op tafel te leggen. Een fusie van GroenLinks en de PvdA kán een springplank vormen voor een progressief premierschap. Tegelijkertijd zien we nu bij D66 dat progressieve kiezers die op het laatste moment naar een partij overstappen, verleid door de machtsvraag, de partij ook rap ontevreden kunnen verlaten. Zo'n linkse fusiepartij kan één keer een electoraal succes worden, maar is daarna onderworpen aan de grillen van het electoraat. Bovendien: het voorbeeld van Timmermans laat juist zien dat PvdA ook zonder fusie de grootste kan worden.
In juni nemen de leden van GroenLinks en PvdA een beslissing over een gezamenlijke Senaatsfractie voor de twee partijen. Het zal niet het laatste station zijn in de discussie over progressieve samenwerking.
Samenleving & Politiek, Jaargang 29, 2022, nr. 6 (juni), pagina 16 tot 17
Abonneer je op Samenleving & Politiek
Het magazine verschijnt 10 keer per jaar; niet in juli en augustus.
Proefnummer? Factuur? Contacteer ons via
info@sampol.be
of op 09 267 35 31.
Het abonnementsgeld gaat jaarlijks automatisch van je rekening. Het abonnement kan je op elk moment opzeggen. Lees de
Algemene voorwaarden.
Je betaalt liever via overschrijving?
Abonneren kan ook uit het buitenland.
*Ontdek onze SamPol draagtas.