Gezelligheid kan het historisch lage vertrouwen in democratie verhogen. Dat begint op lokaal niveau, waarbij het Deense concept hygge en het gemeentehuis een centrale rol kunnen spelen.
Het gemeentehuis van Bree
Het geloof in de democratie kent een dieptepunt. Meer dan ooit wankelt het staalharde geloof in het nut van een democratische rechtsstaat, waar mensenrechten en vrijheid van meningsuiting centraal staan. Hoewel het democratisch clubje steeds meer in zichzelf gekeerd geraakt, lijkt er op het lokale, gemeentelijke niveau een oplossing voor handen te liggen. Inzetten op een lokale gezellige identiteit (hygge) om de democratie te redden. Het burgerhuis speelt daarin een centrale rol.
HYGGE EN LOKALE GEMEENSCHAPSVORMING
Hygge is een marketingconcept, uitgewerkt door de Deense overheid in de zoektocht naar een gedeelde identiteit in hun koude en kille klimaat. Het concept kan verschillend worden gedefinieerd. Ik kies voor volgende definitie van the Cambridge Dictionary: '‘a Danish word for a quality of cosiness (= feeling warm, comfortable, and safe) that comes from doing simple things such as lighting candles, baking, or spending time at home with your family‘.'.
Oorspronkelijk komt het begrip uit Noorwegen, maar de Deense beleidsmakers hebben dit naar alle waarschijnlijkheid ingezet met het oog op de bredere gemeenschapsvorming. Dit ook naar de buitenwereld toe, als zachte geopolitieke strategie. Want waarom een economische of politieke oorlog aangaan met die oh zo vredige Denen? Door hun Ministerie van Buitenlandse Zaken wordt niet voor niets ingezet op het gelukkigste land ter wereld. 'Het brengt enkel voorspoed', moet de gedachte geweest zijn. En wij? Wij zijn er van overtuigd. Terecht, zo blijkt.
Hoewel er natuurlijk gediscussieerd kan worden over de excessen van deze identiteitsvorming, weegt dit niet op tegen de voordelen die hygge op lokale gemeenschapsvorming kan bieden. Het hoeft niet te verbazen dat de secularisering en individualisering van onze westerse samenlevingen mensen het steeds meer aan een gemeenschappelijk project doet ontbreken. Waarom is hygge nodig? Door samen op zoek te gaan naar wat mensen verbindt, naar wat hen trots maakt, dát kan door hygge bekomen worden.
Hygge is voor de gemeentelijke context niet alleen de lokale kijk op wat bijdraagt aan een trotse identiteit. Naast dit gemeenschapsvormend en -bindend element, biedt hygge (net zoals de lokale munt) ook een heldere beleidsmatige kijk op de sterktes van het lokale weefsel. Net zoals hygge door de Deense staat niet enkel als 'eigen aan de Deense identiteit' wordt beschouwd, is dit evenzeer een handelsmerk. Iets dat hen onderscheidt van de andere. Dat is voor de lokale context van even groot belang. Vooral sociologisch, mentaal, maar zeker ook economisch.
Ontmoetingsplekken zijn van levensnoodzakelijk belang om de gedeelde 'identiteit' van een warme sfeer te concretiseren. Het gemeentehuis is hiervoor de geschikte plaats, waar beleid en burger elkaar kunnen ontmoeten.
OPLOSSING LIGT LOKAAL EN PROVINCIAAL
Vooraleer dieper in te gaan op het concept van het burgerhuis, focus ik op het snijpunt tussen dit concept en hygge als gemeenschapsbindend element: democratie. Democratie wordt lokaal opgebouwd. Het vertrouwen van de burger moet daar gemaakt en onderhouden worden. Als er geen vertrouwen is op lokaal niveau, kan er niet gebouwd worden aan een gelaagd democratisch geheel. De provincie, de Vlaamse deelstaat en onze Belgische federale niveaus zouden dan in feite niet-representatieve, louter administratieve entiteiten zijn. Van eerlijke vertegenwoordiging geen sprake.
Of grotere of net kleinere gemeenten de bereikbaarheid en daarmee het geloof in de lokale democratie gaan redden, is hierbij naast te kwestie.
Gemeentehuizen moeten burgerhuizen worden. Bouw aan een lokale visie op samenzijn en gezelligheid. Bouw een centraal punt in waar de burgers dit specifieke gevoel in realiteit kunnen ervaren. Wat is er dan niet meer geschikt dan het plaatselijk gemeentehuis als kruispunt van beleid met burger? Het doel van zo'n hernieuwd gemeentehuis is het creëren van een toegankelijke plaats waar burger en beleid elkaar écht kunnen ontmoeten. Een lokale visie op wat men deelt, zal de democratie een aardig duwtje in de rug kunnen geven.
Het doel van zo'n hernieuwd gemeentehuis is het creëren van een toegankelijke plaats waar burger en beleid elkaar écht kunnen ontmoeten.
Het gemeenschappelijk project bij uitstek van alle 581 Belgische gemeenten moet de welvaartsstaat wel zijn. Gemeenten en steden zijn als het ware de lokale steunpilaar waaruit de natiestaat haar welvaart kan creëren. Lokaal dient het vertrouwen proactief en concreet aangepakt te worden, waardoor hogere niveaus, vooral het Belgische, meer gelegitimeerd worden. Die 29,5% volgens het laatste OESO-rapport kunnen zeker wat de hoogte in.
Vanuit deze optiek is het dus ook zo belangrijk om in de Limburgse context van de regiovorming het begrip van een verenigd Limburg juist aan te moedigen. Jan Peumans had het ooit over 'de Limburgse republiek' binnen de Vlaamse besluitvorming. Partijverschillen of ideologische verschillen worden vaak overboord gegooid wanneer het over de toekomst en infrastructuur van Limburg gaat. Door het geloof van vele Limburgers in hun provinciale politieke niveau in de armen te sluiten, wordt er gewerkt aan een gemeenschappelijk gevoel. Die Limburgse trots verhoogt de legitimiteit van de democratie. Alweer lijkt hygge hier een antwoord op te kunnen bieden.
TWEETRAPSRAKKET NAAR BURGERHUIZEN
Hoe laten we een gemeentehuis naar een burgerhuis evolueren? Er is natuurlijk een verschil tussen een gemeentehuis in een gezellig en compact, karakteristiek centrum als Bree enerzijds en eentje in een grootstedelijke context anderzijds. De afstand tot administratie en besluitvorming zal in landelijk Vlaanderen hoe dan ook korter zijn dan dat in Antwerpen.
De afstand tot administratie en besluitvorming zal in landelijk Vlaanderen hoe dan ook korter zijn dan dat in Antwerpen.
Hoe moet dat gemeentelijke burgerhuis er uit zien? Dat is een vraag die deels afhangt van de lokale identiteit. Er zijn twee basisfactoren die door Vlaanderen als algemeen minimumkader ondersteund en gefaciliteerd dienen te worden. Ten eerste is de eerste onvoorwaardelijke stap richting de omvorming naar een burgerhuis die van de administratieve drempelverlaging. Het gemeentehuis staat voor vele burgers maar al te vaak gelijk aan de gemeentelijke administratieve diensten. Een administratie die toegankelijk is voor iedere inwoner dient nog altijd het streven van iedere gemeente te zijn.
Het verlagen van deze drempels naar de gemeentelijke diensten lijkt daarbij ietwat een status quo bereikt te hebben; men verlaagt de drempel wel (ook letterlijk in fysieke zin), maar de openingsuren zijn onder andere door rationaliseringen in personeel verlaagd. Nog niet gesproken van de digitale kloof. Met een steeds ouder wordende populatie kan dat voor problemen zorgen.
Ten tweede is er de implementatie van burgerinspraak in het beleid. Art 304 van het Decreet Lokaal Bestuur tracht hier voor de Vlaamse context een beginnend kader aan te reiken. Er blijkt hierbij een grote beslissingsvrijheid te bestaan die voorbehouden blijft voor de gemeenteraad. Lokale besturen zijn verplicht die te implementeren in hun beleid. Vraag is of deze integratie verder gaat dan de louter decretale verplichtingen.
Een proactieve aanpak van burgerinspraak – aangestuurd door artikel 304 DLB – zou als pasmunt gebruikt kunnen worden om in te zetten op het werkelijke ideaal van een burgerhuis: een samenkomst van burger en beleid, met 'lokale hygge' als gemeenschappelijke deler.
In de context van het idee van een burgerhuis als plaats waar burger en beleid elkaar ontmoeten, is de focus op louter de administratieve drempelverlaging een eerder passieve invulling van het concept. Het werk maken van een actieve lokale visie op burgerinspraak kan als cruciaal beginpunt beschouwd worden. Met andere woorden: het uitbouwen van een burgerhuis als actieve plaats van ideeënuitwisseling.
Voorbeelden voor deze actieve invulling van burgerhuizen kunnen er niet gegeven worden. De Wakkere Burger kent geen Vlaamse voorbeelden. Wel kunnen er drempelverlagende voorbeelden gegeven worden, die enerzijds focussen op toegankelijkheid van de diensten, en anderzijds op het beleidsmatige karakter via open zitdagen. Een eerder passieve vorm van het gemeentehuis als burgerhuis, in deze context. Dat een organisatie die gespecialiseerd is in de studie naar lokale democratie geen voorbeelden van actieve participatieve drempelverlaging kan aangeven, spreekt boekdelen. Er is werk aan de winkel.
VAN PARTICIPATIEF BELANG
De lezer die een welomlijnd transitieplan verwacht, dien ik hierbij teleur te stellen. Er kan binnen het concept 'participatieve democratie' geen eenduidig antwoord gegeven worden. Dat zou noch zinvol, noch mogelijk, noch wenselijk zijn.
Ik wil voor deze stelling graag verwijzen naar twee belangrijke politieke denkers van de vorige eeuw. Enerzijds denk ik aan Isaiah Berlin, die met zijn werk rond Romanticisme een kanttekening maakt bij rechtlijnig idealisme. Daarbij wordt niet meer dan een verzonnen werkelijkheid uit een verleden dat nooit heeft bestaan, nagestreefd. Zo ook dient er voor ogen gehouden te worden dat een burgerhuis een middel (geen doel) is in het bekomen van een participatief lokaal beleid.
Participatie is een zienswijze waarbij constante dialoog de essentie uitmaakt. Hierbij kom ik bij Hannah Arendt, die dialoog centraal zet in haar oeuvre. Het denken en de rede maken ons menselijk, aldus Arendt. Laten we die eigenschap dan ook inzetten binnen een participatieve dialoog. Niet makkelijk weliswaar, maar moeilijk kan ook. En misschien is dat juist wel de essentie van een goed werkende lokale democratie.
Wat een burgerhuis precies moet inhouden, is afhankelijk van de lokale gemeenschapsvisie – de lokale invulling van hygge. Het mag dan ook duidelijk zijn dat het heel moeilijk is om voor 300 Vlaamse lokale identiteiten één vorm van burgerhuizen voor te schrijven. Wat als identiteit van de lokale gemeenschap beschouwd wordt, heeft invloed op wat zo een burgerschapsomgeving zou moeten inhouden.
Wat een burgerhuis precies moet inhouden, is afhankelijk van de lokale gemeenschapsvisie – de lokale invulling van hygge.
Het belang van het Vlaamse niveau is hierbij niet te onderschatten. Als regelgevende overheid wat betreft het lokale niveau, is het Vlaamse Gewest de facilitator bij uitstek van vernieuwingstendensen. Althans, dat zou het moeten zijn. Het gaat dan specifiek om de ondersteuning vanuit bevoegd minister Bart Somers en het Agentschap Binnenlands Bestuur. Deze laatste bevat een schat aan kennis, met medewerkers die voltijds bezig zijn met het uitwerken en implementeren van beleid. De minister heeft daarbij de eindbeslissing, en kan als hoofd- en eindregisseur een bepalende invloed hebben op een proactieve en faciliterende rol om van gemeentehuizen echte burgerhuizen te maken.
Via participatieve trajecten kan de lokale eigenheid, het lokale 'hygge', vormgegeven worden. De invulling van deze lokale identiteit en de uitwerking ervan dienen bijna geheel in handen van de burgers te liggen, met een sterke nadruk op het integreren van iedere subgroep binnen de lokale samenleving. Het Vlaamse niveau heeft hier de rol van regelgever en fondsenwerver. De lokale overheid went deze middelen aan om enerzijds in te zetten op een proactieve aanpak van dit participatief traject, en anderzijds de focus met het oog op de toekomst te leggen. Zo kan een levendig burgerhuis uitgewerkt worden.
Abonneer je op Samenleving & Politiek
Het magazine verschijnt 10 keer per jaar; niet in juli en augustus.
Proefnummer? Factuur? Contacteer ons via
info@sampol.be
of op 09 267 35 31.
Het abonnementsgeld gaat jaarlijks automatisch van je rekening. Het abonnement kan je op elk moment opzeggen. Lees de
Algemene voorwaarden.
Je betaalt liever via overschrijving?
Abonneren kan ook uit het buitenland.
*Ontdek onze SamPol draagtas.