Abonneer Log in

Waar staan we nu na de pensioenhervorming van de regering-De Croo?

Samenleving & Politiek, Jaargang 29, 2022, nr. 8 (oktober), pagina 37 tot 41

De pensioenhervorming van juli 2022 was geen goede zaak, maar doet uiteindelijk geen fundamenteel afbreuk aan de kwalitatieve verbetering van de pensioenen onder de Vivaldi-regering.

In 1924, straks 100 jaar geleden, werd de eerste wet op de pensioenen ingevoerd. Toch bleven 65-plussers altijd oververtegenwoordigd in de armoede.

Voor werknemers en zelfstandigen komt dit omdat hun pensioenen berekend worden op 60% van het gemiddelde inkomen van 45 jaar.1 Doordat de inkomens aan het begin van een loopbaan doorgaans veel lager zijn, lopen de pensioenen dus achter op de evolutie van het gemiddelde inkomen en de welvaart.

Pas eind de jaren 1960, begin de jaren 1970 ging men de pensioenen automatisch aanpassen aan de sterke stijging van de welvaart. De wet-Namèche van 28 maart 1973 verankerde deze welvaartsaanpassingen. Uiteindelijk werden de pensioen in die jaren met meer dan 60% verhoogd.

De economische crisis zorgde er echter voor dat dit mechanisme vanaf 1976 stilviel. Een uitzondering in de jaren van de 'retour au coeur' (1990-1991) niet te na gesproken. Integendeel, de regering-Martens-Verhofstadt voerde in de jaren 1980 liefst drie indexsprongen door. En daarmee kwamen de gepensioneerden – een groep die electoraal altijd gevoelig ligt – er nog veel beter vanaf dan de zieken en de werklozen.

In de jaren 1990 waren er onder de rooms-rode regeringen geen indexsprongen meer, maar ook geen welvaartsaanpassingen. Onder druk van de Maastrichtnorm bouwden we wel een structureel begrotingsoverschot op dat groot genoeg was om de toekomstige vergrijzing op te vangen. De paarsgroene regering-Verhofstadt gooide het geld echter door deuren en vensters, en zelfs dán werden de sociale uitkeringen nog altijd niet geherwaardeerd. Een kwart van de gepensioneerden viel onder de armoedegrens, en dat was een stuk hoger dan bij de rest van de bevolking (15%). Bij de andere sociale uitkeringen was de toestand nog veel dramatischer.

De vakbonden steigerden en organiseerden grote betogingen voor de welvaartsvastheid van de sociale uitkeringen in september 1998, oktober 1999, mei 2000 en maart 2004. Pas met de ministerraad van 21 maart 2004 werd beslist dat de sociale partners vanaf 2007 tweejaarlijks een advies mochten uitbrengen over de welvaartsaanpassingen. Met de wet van het Generatiepact van 2005 werd ook een tweejaarlijkse enveloppe voorzien ten bedrage van 2% voor de minima, 1% voor de andere uitkeringen en 2,5% voor de berekeningsplafonds. Dat waren de welvaartsaanpassingen die het Planbureau voorzien had voor de berekening van de toekomstige vergrijzingskost.

Deze wet zorgde ervoor dat sindsdien de sociale partners om de twee jaar tegen 15 september een advies moeten uitbrengen over de toekenning van de welvaartsenveloppe voor de volgende twee jaar. Vandaag bedraagt die enveloppe meer dan 1 miljard euro. De gevolgen van dit mechanisme voor de welvaartsaanpassingen kunnen moeilijk worden overschat voor onze sociale zekerheid:

  • De minima werden met 20% verhoogd bovenop de index. De armoedegraad bij gepensioneerden daalde hierdoor van 25 naar 15%, het gemiddelde bij de bevolking.
  • Het minimumrecht (voor wie niet voldoet aan de vereisten om het minimumpensioen te krijgen) voor gepensioneerden verhoogde met 37%, zodat wie 15 jaar 1/3'de loopbaan had proportioneel recht kreeg op hetzelfde bedrag als het minimumpensioen.
  • Pensioenen die 5 of 15 jaar geleden ingingen, krijgen telkens 2% welvaartsaanpassing.
  • Het berekeningsplafond werd voor alle sociale uitkeringen met ongeveer 10% opgetrokken, en voor de slachtoffers van arbeidsongevallen en beroepsziekten nog veel meer.2 Alleenstaande werklozen en invaliden gingen van 40 naar 55% van het laatste loon.

Toch zijn deze verhogingen geen wet van Meden en Perzen. Regeringen kunnen onder begrotingsdruk de enveloppe verlagen. Dat gebeurde al een tweetal keer. Het wordt dus uitkijken naar de volgende begrotingsbesprekingen. Daarnaast vallen uitkeringen die geregionaliseerd worden niet meer onder de wet. Dat is onder andere het geval voor de kinderbijslagen, die door de Vlaamse regering niet alleen niet meer aangepast worden aan de welvaart, maar zelfs ontkoppeld zijn van de index. En dan zijn er nog de werkgevers. Zij weigeren steevast om tegen 15 september een advies te geven, wat nochtans door de wet voorzien wordt. Ze koppelen dat aan andere toegevingen in de interprofessionele onderhandelingen.

Werkgevers weigeren steevast om tegen 15 september een advies te geven voor de welvaartsenveloppe, wat nochtans door de wet voorzien wordt.

HET MINIMUMPENSIOEN

Op een manifestatie in mei 2000 lanceerde toenmalig ABVV-voorzitter, Michel Nollet, de eis voor een minimumpensioen van 1.500 euro. John Crombez, toen voorzitter van sp.a, schoof deze eis naar voor bij de verkiezingen van 2019. Huidig minister van pensioenen, Karine Lalieux (PS), voerde dit ook onmiddellijk door. In de loop van deze legislatuur wordt niet alleen het minimumpensioen maar ook de Inkomensgarantie voor ouderen geleidelijk verhoogd met in totaal 15% bovenop de index. Volgens de laatste prognoses zou het netto minimumpensioen voor wie 45 jaar loopbaan heeft aldus vanaf 1 januari 2024 zo'n 1.630 euro netto bedragen. Wie minder dan 45 jaar loopbaan heeft, geniet ook van deze verhoging, maar dan proportioneel ten opzichte van 45 jaar loopbaan.

Hiervan zouden oorspronkelijk 706.721 ouderen genieten, met name 323.225 loontrekkenden, 70.983 zelfstandigen, 292.642 mensen met gemengde loopbaan en 19.871 ambtenaren.

DE PENSIOENHERVORMING VAN DE REGERING-DE CROO

Deze hervorming van juli 2022 werd een sisser. Ze is vooral belangrijk door wat niet beslist werd. Met name, geen mali voor wie vervroegd op pensioen gaat, nochtans geëist door alle rechtse en centrumpartijen. Wel een pensioenbonus voor wie langer werkt dan moet. Geen afbouw van de preferentiële tantièmes voor het spoorwegpersoneel en de militairen, zoals nochtans geëist door de liberalen. Geen invoering van het deeltijds pensioen voor zelfstandigen, wegens – dixit socialisten en groenen – 'niet te controleren'.

Echter ook geen recht op vervroegd pensioen na 42 jaar loopbaan. Door de verlenging van de leerplicht tot 18 jaar in 1983 zal hierdoor de vroegste pensioenmogelijkheid de facto verschuiven van 60 naar 62 jaar.

De invoering van een periode van effectieve tewerkstelling om te genieten van het minimumpensioen, zal het aantal mensen dat hiervan kan genieten op termijn licht doen dalen.

Voor wie vandaag 59 is, verandert er niets. Wie 58 is, zal aan 2,5 jaar effectieve tewerkstelling, gespreid over de ganse loopbaan, moeten komen om proportioneel recht te hebben op dat minimumpensioen. Deze voorwaarde loopt langzaam op tot 10 jaar voor diegenen die vandaag 51 jaar en jonger zijn.

Wie wil genieten van een meer dan proportionele toekenning van dat minimumpensioen3 en vandaag 58 jaar is, zal in zijn 45 jaar loopbaan straks aan vier jaar effectieve tewerkstelling moeten komen in de loopbaan. Wie 51 jaar of jonger is aan 16 jaar. Dat de eerste 5 jaar ziekte hierbij niet meetelt, is wel een sociale opdoffer.

Voor wie tóch uit de boot valt voor dit minimumpensioen, is ook de Inkomensgarantie voor ouderen (IGO) met 15% verhoogd. Volgens de huidige inflatieprognoses zal de IGO in 2024 zo'n 1.500 euro netto bedragen voor een alleenstaande, en circa 2.250 euro netto voor een gezin. Dit zou ertoe moeten leiden dat geen enkele gepensioneerde nog onder de armoedegrens zit vanaf 2024. Toch een historisch moment, zeker als we weten dat er in het verleden bij de ouderen altijd méér armen waren dan bij de rest van de bevolking. Voor deze IGO moet je geen beroepsverleden hebben, maar wel in België verblijven. Het is een bijstandsregime. Dat betekent dat je niet te veel kapitaal mag bezitten, maar wel een eigen huis.

Voor de toekomstige gepensioneerden wordt ook het berekeningsplafond met 14% opgetrokken. Dat wil zeggen dat het bruto jaarloon waarmee men maximaal rekening houdt voor je pensioen significant stijgt, tot circa 80.000 euro bruto per jaar. Dit is een serieuze versterking van het verzekeringsprincipe, en zal op termijn ook het meest kosten.

Het berekeningsplafond voor de zelfstandigen is – ondanks hun regressieve sociale bijdragen – zelfs iets hoger dan dat bij de werknemers. Bovendien werd voor de toekomstige loopbaanjaren de correctiecoëfficiënt afgeschaft. Voortaan wordt geen rekening meer gehouden met het feit dat zelfstandigen minder sociale bijdragen betalen dan werknemers. De inspectie van Financiën berekende de kostprijs van deze maatregel tegen het einde van deze eeuw op quasi 1 miljard euro. De Raad van State stelde in haar advies zelfs de vraag of het gelijkheidsbeginsel hiermee niet geschonden is, omdat voortaan hetzelfde pensioen opgebouwd wordt als bij de werknemers terwijl minder sociale bijdragen betaald worden.

AANVULLENDE PENSIOENEN: DE TWEEDE PIJLER

Op sociaal vlak is het stelsel van de aanvullende pensioenen volledig mislukt. Een derde van de werknemers geniet nog steeds niet van de opbouw van een aanvullend pensioen. En er zijn weinig tekenen van beterschap: voor de 'gelukkige 1%' (meestal kaders) wordt, volgens recent onderzoek, méér betaald dan voor de 70% met de laagste bijdrage. Nog niet een kwart van de werknemers die een aanvullend pensioen opbouwt, komt aan de 3% bijdrage die het regeerakkoord voorziet. Voor de meesten is dit aanvullend pensioen juist voldoende voor een maandelijks pak frieten met een biertje.

Nog niet een kwart van de werknemers die een aanvullend pensioen opbouwt, komt aan de 3% bijdrage die het regeerakkoord voorziet.

Wellicht komt hier ook niet vlug verandering in. Het Interprofessioneel Akkoord 2021-2022 tussen de sociale partners voorziet uitdrukkelijk dat voor deze duurtijd niets mag worden veranderd aan de solidariteitsmechanismen binnen de aanvullende pensioenen, en dat de harmonisatie tussen arbeiders en bedienden met 6 jaar uitgesteld wordt tot 2030.

PENSIOENSPAREN: DE DERDE PIJLER

Deze pijler heeft meest succes. Meer dan 3 miljoen Belgen doen aan pensioensparen. Dat komt natuurlijk omdat je dit kan aftrekken van de belastingen. Ook hier weer zijn het vooral diegenen die al van het hoogste wettelijk pensioen genieten die het meest aan pensioensparen doen. En ook hier kan het kapitaaltje dat je erdoor opbouwt hoog lijken. Maar als je het omrekent naar een maandelijks bedrag waarvan je nog 20 à 30 jaar moet leven, stelt het zeer weinig voor.

Dan is het bezitten van een eigen huis – ook wel eens de vierde pijler genoemd – véél belangrijker. Wie met een gemiddeld pensioen ook nog huur moet betalen, heeft het sowieso zeer krap. En zo komen alleenstaanden dikwijls in een vicieuze cirkel: met slechts één inkomen een huis kopen is moeilijk, en met slechts één pensioen huur betalen nóg moeilijker.

UITDAGINGEN

Het minimumpensioen én het berekeningsplafond zijn nu serieus opgetrokken. De 'pensioenhervorming' van juli was geen goede zaak, maar doet uiteindelijk geen fundamenteel afbreuk aan de kwalitatieve verbetering van de pensioenen onder de Vivaldi-regering.

Blijft echter het feit dat een zeer grote groep van werknemers met gemiddelde lonen uit de privésector tussen de plooien valt, en zich daardoor gefrustreerd voelt. Ondanks het feit dat zij veel meer sociale bijdragen betalen, krijgen ze nauwelijks meer dan het minimumpensioen.

Dan komen de vastbenoemde ambtenaren er beter vanaf, want zij behouden hun pensioenberekening aan 75% van het loon van de laatste 10 jaar. Net als de zelfstandigen, wier sociale bijdragen niet in verhouding zijn met de 1.630 euro netto minimumpensioen waarvan zij straks ook zullen genieten.

Verder zou ons pensioensysteem best nog bijgeschaafd worden in functie van de nieuwe gezinsvormen. Onze bescherming voor weduwen is goed.4 Ons systeem van tijdskrediet, met behoud van pensioenrechten, is uniek in de wereld. Maar de bescherming voor partners die in onderling overleg beslissen dat één van hen minder gaat werken zonder dat gebruik kan worden gemaakt van tijdskrediet, en daarna scheiden, is ondermaats. Het is ook niet logisch dat 'wettelijk samenwonenden' niet kunnen genieten van overlevingspensioen, terwijl ze evenveel belastingen betalen als gehuwden.

De strijd is dus niet gestreden. Ze zal in de volgende decennia van vergrijzing ook niet stoppen. Bij de begrotingsbesprekingen en de belastinghervorming wachten volgende veldslagen. Om niet te spreken over de moeder aller verkiezingen in 2024.

VOETNOTEN

  1. Wanneer de echtgeno(o)t(e) weinig of geen inkomen heeft, krijgt men het gezinspensioen aan 75%.
  2. Dat berekeningsplafond lag ondertussen al onder het gemiddeld brutoloon.
  3. Wie 30 jaar minstens 2/3'de gewerkte of gelijkgestelde dagen heeft, krijgt het volledige bedrag van dit minimumpensioen voor deze jaren én voor alle jaren waarin men aan 52 gewerkte of gelijkgestelde dagen komt.
  4. Misschien zelfs wat overdreven. De persoon met de kleinste loopbaan kan in sommige gevallen 10% meer overlevingspensioen krijgen dan de echtgenoot, wanneer die overlijdt.

Samenleving & Politiek, Jaargang 29, 2022, nr. 8 (oktober), pagina 37 tot 41

Abonneer je op Samenleving & Politiek

abo
 

SAMPOL ONLINE

40€/jaar

  • Je leest het magazine online
  • Je hebt toegang tot het enorme archief
MEEST GEKOZEN

SAMPOL COMPLEET

50€/jaar

  • Je ontvangt het magazine in de bus
  • Je leest het magazine online
  • Je hebt toegang tot het enorme archief
 

SAMPOL STEUN

100€/jaar

  • Je ontvangt het magazine in de bus
  • Je leest het magazine online
  • Je hebt toegang tot het enorme archief
  • Je krijgt een SamPol draagtas*
 

SAMPOL SPONSOR

500€/jaar

  • Je ontvangt het magazine in de bus
  • Je leest het magazine online
  • Je hebt toegang tot het enorme archief
  • Je krijgt een SamPol draagtas*

Het magazine verschijnt 10 keer per jaar; niet in juli en augustus.
Proefnummer? Factuur? Contacteer ons via info@sampol.be of op 09 267 35 31.
Het abonnementsgeld gaat jaarlijks automatisch van je rekening. Het abonnement kan je op elk moment opzeggen. Lees de Algemene voorwaarden.

Je betaalt liever via overschrijving?

Abonneren kan ook uit het buitenland.

*Ontdek onze SamPol draagtas.