Abonneer Log in

Oost-Congo: de gruwel voorbij

  • Katrien Vanderschoot - Journalist VRT en auteur ‘De kinderen van Oost-Congo’ (Pelckmans, 2022)

Samenleving & Politiek, Jaargang 30, 2023, nr. 3 (maart), pagina 41 tot 45

Erger dan de gruweldaden op zich, is het terugkerende karakter ervan. Het conflict in Oost-Congo is de voorbije kwarteeuw een vicieuze cirkel geworden zonder uitzicht op een oplossing.

© Katrien Vanderschoot

Een straat in de wijk Ngangi in Goma, de hoofdstad van de Congolese provincie Noord-Kivu. Een ochtend in 2013. Zwart stof en scherpe vulkaanstenen, donkere houten huisjes, stalletjes met groenten, slippers en wikkeldoeken. Opgehitste mannen maken een bres in een massa mensen en tonen met trots hun gruweldaad. Op een hoop liggen drie lijken na te smeulen en te stinken: bandieten die op heterdaad zijn betrapt en door een woedende massa dood zijn gestenigd en verbrand. Rondom staan honderden kinderen toe te kijken met een mengeling van afschuw en amusement. Het is een absoluut dieptepunt in mijn vele jaren verslaggeving in Oost-Congo. Jaar na jaar had ik een duidelijke meedogenloze zondebok. Rebellen, verkrachters, grondstoffenhandelaars, bandieten, corrupte politici, de passieve wereldgemeenschap… Maar daar in Ngangi was het kwaad in elke mens naar boven gekomen.

IS DE GRUWEL TE METEN?

Om te weten of, wanneer en hoe de gruwel in Oost-Congo zal stoppen, moet je eerst dat gegeven zelf kunnen omschrijven. Ik heb talloze getuigenissen opgetekend van gruweldaden. Verkrachte vrouwen deelden me hun verdriet en schaamte, ik ontmoette gedemobiliseerde kindsoldaten die hun trauma's nog moesten verwerken en vaak opnieuw werden ingelijfd bij rebellengroepen. Ik ontmoette jongerenactivisten die in de cel terechtkwamen of werden vermoord. Een schooldirecteur belde me in paniek over de zoveelste aanval op een dorp. Ik liep langs mensen op de vlucht, een matras of een jerrycan op hun hoofd, een kind aan hun hand, ogen vol angst.

Een VN-rapport schat dat de twee 'officiële' oorlogen tussen 1996 en 2005 een dodentol hebben geëist van tussen de 3 en meer dan 7 miljoen mensen.

Is de gruwel te meten? Min of meer. En ze zal altijd onderschat blijven. Een VN-rapport schat dat de twee 'officiële' oorlogen tussen 1996 en 2005 een dodentol hebben geëist van tussen de 3 en meer dan 7 miljoen mensen, door militair geweld, moordpartijen, maar ook door aanhoudende ontbering. Meer recent heeft de databank Kivu Security Tracker van de Congo Research Group (Universiteit New York) en Human Rights Watch, sinds 2017 maar liefst 4.425 dodelijke incidenten opgetekend, 4.550 gewapende clashes, 1.277 gijzelingen, 1.448 ontvoeringen, 194 politieke repressie-acties, 846 plunderingen en vernielingen en 226 massaverkrachtingen. Als je bedenkt dat het sinds de komst van 2 miljoen gevluchte Rwandezen en de daaropvolgende revolutie tegen president Mobutu in 1996 nooit meer rustig is geweest, dan kom je aan een veelvoud van slachtoffers. Het bloedige conflict heeft ook meer dan 5 miljoen mensen op de vlucht gejaagd, keer en keer opnieuw.

Maar erger dan de gruweldaden op zich, is het terugkerende karakter ervan. Het conflict in Oost-Congo is de voorbije kwarteeuw een vicieuze cirkel geworden zonder uitzicht op een oplossing. Op lange termijn slaat dat veel diepere wonden dan de nu al hallucinante cijfers van gewonden, doden en vluchtelingen. Jongeren die nu 25 jaar oud zijn, hebben nooit een andere werkelijkheid gekend dan geweld en onderdrukking. Het houdt ook de etnische polarisering gaande en scherpt ze aan. Corruptie en lokale machtsverwerving vieren hoogtij. De illegale grondstoffen worden ongestoord het gebied uitgesmokkeld. Oost-Congo is daadwerkelijk gebalkaniseerd.

CONFLICT OM HET CONFLICT

De oorzaken van het conflict zijn niet eenduidig. Maar het is duidelijk dat al in het koloniale tijdperk een aantal kiemen zijn gelegd. Zo is de grens tussen de huidige Democratische Republiek Congo en Rwanda en Oeganda een artificiële grens. België, dat na de Eerste Wereldoorlog het gebied Ruanda-Urundi als mandaatgebied overnam van Duitsland, voerde tussen 1937 en 1956 van daaruit goedkope werkkrachten in, landbouwers van de Hutu-bevolkingsgroep. Tussen 1959 en 1990 kwamen ook verschillende immigratiegolven van de Tutsi's, op de vlucht voor vervolging in het onafhankelijke Rwanda. De volksverhuizingen verhoogden de demografische druk. Er ontstonden spanningen met de oudste 'autochtone' bevolkingsgroepen en tussen Rwandezen onderling. Toen na de volkenmoord in Rwanda in 1994 2 miljoen Rwandezen, vooral Hutu's, de grens overstaken en terechtkwamen in vluchtelingenkampen bij Goma, ontstond een domino-effect. Rebellenleider Laurent Kabila werd in 1996 door het nieuwe Tutsi-regime in Rwanda gesteund om komaf te maken met het vluchtelingenvraagstuk en hun belangen in de Kivustreek te vrijwaren. Gaandeweg kwam er ook het streven bij om Mobutu weg te krijgen. Dat leidde tot een vendetta op de gevluchte Hutu's. Onder hen waren massamoordenaars, oud-soldaten, maar vooral ook gewone burgers. Ze werden massaal opgejaagd en honderdduizenden werden afgemaakt of kwamen om van ontbering.

De etnische spanningen spelen tot op vandaag. Ze hebben geleid tot een proliferatie van milities en zelfbeschermingsgroepen. De twee grote spelers, de Hutu-militie FDLR en de M23, van Congolese Tutsi-origine, worden in het debat nog altijd ingezet als pionnen in het politieke en militaire schaakspel. Maar het is simpel. Het conflict wordt gaande gehouden omdat alle spelers er baat bij hebben om het gaande te houden.

Dat brengt me bij de tweede belangrijke oorzaak. De zogenoemde conflictmineralen. Het grote drama van Congo is paradoxaal genoeg zijn eigen rijkdom. Anders dan in de industriële mijnzones voor koper en kobalt, meer naar het zuiden in de provincie Katanga, draait het in de Kivustreek en Ituri om goud, diamant en de zogenoemde 3 T's: tin (cassiteriet), tungsten (wolframiet) en tantalium (coltan), die essentiële onderdelen zijn voor zowat alle elektronica. Als je de kaart van de veelal artisanale mijnen in de regio op de bovengenoemde conflictkaart legt, zijn ze een exacte blauwdruk van elkaar.

In de Kivustreek en Ituri draait het om goud, diamant en de zogenoemde 3 T's: tin, tungsten en tantalium, die essentiële onderdelen zijn voor zowat alle elektronica.

De etnische en economische factoren hebben het conflict doen ontstaan en escaleren. Maar nog andere factoren hebben het in stand gehouden. Ik som er drie op. Ten eerste is er de politieke en militaire betrokkenheid bij de lucratieve grondstoffenhandel. Corrupte politici en officieren hebben het conflict aangegrepen om hun macht te bestendigen. Dat verklaart waarom er van de officiële vredesakkoorden geen letter is overeind gebleven en waarom de 'brassage' van tienduizenden ex-rebellen en ook kindsoldaten is mislukt. Voor elke soldaat die uit het leger ging, kwamen er twee nieuwe in de plaats, opnieuw gelokt door gretige krijgsheren als Nkunda en Ntaganda. Verkrachting werd stilaan niet alleen een oorlogswapen, maar een gruwelpraktijk die doordrong tot in alle geledingen van de maatschappij.

Ten tweede is er de straffeloosheid. De plegers van gruweldaden en hun machtige opdrachtgevers, zouden moeten worden berecht. In Oost-Congo zijn en worden oorlogsmisdaden gepleegd en zelfs misdaden tegen de mensheid. Maar ondanks protest van vrouwen- en jongerenorganisaties, ondanks internationale VN-rapporten, worden de schuldigen niet gestraft en kunnen ze hun gang gaan. Niet alleen het Congolese rechtssysteem faalt, ook het internationale rechtssysteem wil ondanks harde bewijzen nauwelijks ingrijpen.

Dat brengt me, ten derde, bij de inertie van de internationale gemeenschap. Wat heeft een VN-beschermingsmissie MONUSCO, die 20 jaar op het terrein is en 1 miljard dollar per jaar kost, opgeleverd voor de Congolese burgers? Niet genoeg. Wat hebben miljoenen aan internationale hulp structureel opgeleverd voor de Congolese burgers? Niet genoeg. Ze hebben alleen frustratie gecreëerd en weinig kans gelaten voor structurele ontwikkelingsprogramma's die de autonomie van het middenveld en de overheidsdiensten hadden kunnen bevorderen. Dan moet je niet opkijken wanneer de woede van de wanhopige bevolking zich steeds meer tegen die internationale aanwezigheid richt en er militaire VN-konvooien met stenen worden bekogeld.

BELGIË

Ik stond er vorig jaar bij toen koning Filip in Kinshasa zijn spijt uitdrukte voor wat er was misgelopen tijdens het kolonialisme en ook erna. Want de Belgische politieke en economische invloed is na 1960 niet in rook opgegaan, integendeel. In de loop van de voorbije 20 jaar zijn er bovendien ook heel wat politieke robbertjes uitgevochten.

Een voorbeeld. In 2001 werd de senaatscommissie Grote Meren opgericht om de betrokkenheid van Belgische bedrijven en politici bij de illegale exploitatie van grondstoffen en andere verrijking te onderzoeken, naar aanleiding van een VN-rapport. Daarin stonden namen als Sabena, de Groep Forrest, de Bank Brussel Lambert, Umicore en een reeks Antwerpse diamantairs. Maar de commissie, onder leiding van de liberaal André Geens, liet het gerecht niet ingrijpen. Tot ongenoegen van CD&V-senator Sabine de Bethune, die sprak van een doofpotcommissie.

Er zijn nog andere voorbeelden, zoals de vete tussen toenmalig minister van Buitenlandse Zaken Karel De Gucht en president Joseph Kabila, die de Belgische delegatie met ook Charles Michel en Pieter De Crem, vakkundig tegen elkaar opzette. Ons land heeft dan wel bijgedragen aan de eenmaking van het Congolese leger na de oorlog in 2005. Maar die eenmaking is mislukt, onder meer door de slechte coördinatie in het leger en een concentratie van ex-rebellen in sommige eenheden. Ons land heeft gehamerd op mensenrechten en goed bestuur, maar het slaagde er niet in om zijn eigen landgenoten en bedrijven te laten bestraffen die mee het conflict in stand houden. Ons land heeft geld en waarnemers ingezet bij opeenvolgende verkiezingen, behalve bij de laatste. Maar het liet toe dat de 'vérité des urnes' niet werd aanvaard en dat de omstreden verkiezing van Félix Tshisekedi als een pragmatische noodzakelijkheid kon worden verkocht.

INGRIJPEN OP KORTE TERMIJN

In mijn boek De kinderen van Oost-Congo heb ik bewust niet mijn eigen conclusies getrokken. Het is niet aan mij, als Belgische journalist, om de suggereren welke richting de Congolezen met hun eigen land moeten inslaan. We hebben al sinds 1885 gemeend dat wij het beter wisten. Die tijd is voorbij. Een volk kan alleen zichzelf bevrijden.

Dat betekent niet dat België met al zijn politieke en economische hefbomen aan de kant moet blijven staan. Als we alleen al schoon schip zouden maken met onze historische erfenis, zou dat al een eerste stap zijn. Het feit dat de koloniale commissie faliekant is afgelopen, was een zoveelste misser die aantoonde dat de Belgische Congopolitiek niet uitstijgt boven de kortzichtige partijpolitieke spelletjes.

Dat de koloniale commissie faliekant is afgelopen, was een zoveelste misser die aantoonde dat de Belgische Congopolitiek niet uitstijgt boven de kortzichtige partijpolitieke spelletjes.

De opdracht voor ons land is eenvoudig. Het vergt alleen moed om het adagio van mensenrechten en goed bestuur op zichzelf toe te passen en alle wanpraktijken van Belgische staatsburgers in het conflict aan te pakken.

België wil een voortrekker zijn in de EU en is ook lid van de VN-Mensenrechtenraad. Dat is positief en het geeft onze regering veel macht om aan te dringen in de grotere dossiers. Toen we in juni 2022 met koning Filip en koningin Mathilde het Panzi-ziekenhuis van Nobelprijswinnaar Denis Mukwege in Bukavu bezochten, sprak de emotionele koningin de verkrachte vrouwen aan. Maar wat helpt medelijden als hun roep naar berechtiging onbeantwoord blijft? Ons land kan als lid van de VN-Mensenrechtenraad Denis Mukwege bijstaan in zijn smeekbede om het zogenoemde Mapping Report (2010) uit een lade bij de VN in Genève te halen. Het zeer gedetailleerde rapport over oorlogsmisdaden in Congo, waarin onder meer de Rwandese president Kagame en de Oegandese president Museveni worden vernoemd, komt maar niet aan de oppervlakte omdat er geopolitieke belangen spelen.

JONGEREN STEUNEN

Ik heb in het oosten van Congo nog veel andere moedige mensen ontmoet die hun leven willen wagen om hun samenleving van binnenuit te veranderen. Hun ideeën inspireren. Journaliste Jolly Kamuntu, bijvoorbeeld, die een vereniging heeft opgericht om jongeren en vrouwen te helpen om leiders en ondernemers te worden. 'De jongeren met wie we werken, mobiliseren we voor een radicale verandering van de huidige politieke klasse, want daar liggen de problemen.' Of Leopold Mumbere van landbouwontwikkelingsorganisatie VECO, die denkt dat alleen een radicaal vernieuwende landbouwpolitiek – en een rechtvaardige grondverdeling – de demografische spanningen kan doen afnemen, 'want wie toegang heeft tot de grond heeft macht'. Of oud-kindsoldaat Isaac Kabuyire, die heil ziet in een betere soldij voor de militairen. 'Er is geld genoeg om al die lonen uit te betalen. Maar het is triest dat onze leiders veel hebben beloofd en dat ze dan zichzelf hebben verrijkt.'

Vanaf 2010 zijn onder invloed van de Arabische Lente ook in Congo jonge intellectuelen opgestaan om een nieuwe politieke cultuur af te dwingen. Lutte pour le changement (LUCHA) en Filimbi voeren een vreedzame strijd, met betogingen, sensibilisering en een groot internationaal netwerk. Sommigen hebben er hun leven voor gegeven. Alleen integere jongeren kunnen op langere termijn het tij keren en een einde maken aan de corrupte clanmentaliteit. Maar dan moeten ze wel uit de invloedssfeer blijven van lepe Congolese politici en buitenlandse mogendheden die hen voor hun kar willen spannen uit eigenbelang. Ik eindig met een hoopgevende boodschap van Rebecca Kabuo, één van de trekkers van Lucha. Zij wil blijven werken aan de bewustmaking van de bevolking, zelfs al zou ze ervoor moeten sterven. 'Er is genoeg bloed gevloeid. Ikzelf geloof in de vreedzame strijd voor verandering en blijf me ervoor inzetten.'

Samenleving & Politiek, Jaargang 30, 2023, nr. 3 (maart), pagina 41 tot 45

Abonneer je op Samenleving & Politiek

abo
 

SAMPOL ONLINE

40€/jaar

  • Je leest het magazine online
  • Je hebt toegang tot het enorme archief
MEEST GEKOZEN

SAMPOL COMPLEET

50€/jaar

  • Je ontvangt het magazine in de bus
  • Je leest het magazine online
  • Je hebt toegang tot het enorme archief
 

SAMPOL STEUN

100€/jaar

  • Je ontvangt het magazine in de bus
  • Je leest het magazine online
  • Je hebt toegang tot het enorme archief
  • Je krijgt een SamPol draagtas*
 

SAMPOL SPONSOR

500€/jaar

  • Je ontvangt het magazine in de bus
  • Je leest het magazine online
  • Je hebt toegang tot het enorme archief
  • Je krijgt een SamPol draagtas*

Het magazine verschijnt 10 keer per jaar; niet in juli en augustus.
Proefnummer? Factuur? Contacteer ons via info@sampol.be of op 09 267 35 31.
Het abonnementsgeld gaat jaarlijks automatisch van je rekening. Het abonnement kan je op elk moment opzeggen. Lees de Algemene voorwaarden.

Je betaalt liever via overschrijving?

Abonneren kan ook uit het buitenland.

*Ontdek onze SamPol draagtas.