Mijn wens voor 2024: dat we in dit verkiezingsjaar vaker analyses terugvinden op basis van betrouwbaar en empirisch sociaalwetenschappelijk onderzoek. Zeker over de succesfactoren voor radicaal-rechts.
© Rob Marcelis
In 2023 stonden de kranten vol met analyses over de succesfactoren voor radicaal-rechts, voortgestuwd door de monsterzege van Geert Wilders' PVV en de goede peilingen voor Vlaams Belang. Hoewel bekwame experten vaker het woord krijgen, vindt het vele uitstekende onderzoek van collega's uit binnen- en buitenland met specialisme in stemgedrag, populisme en extremisme nog onvoldoende de weg naar het brede publiek.
In de plaats zien we nog dikwijls een theekransje van de fine fleur aan commentatoren opduiken die zich op glad ijs begeven en uit hetzelfde vaatje tappen. Analyses die soms gemakzuchtig en niet gehinderd door enige vakkennis, bijwijlen vooringenomen met hoog navelstaarderij-gehalte, en in het slechtste geval onvolledig of onjuist, zijn legio.
KIEZERSONDERZOEK OVER RADICAAL-RECHTS
Sociale wetenschappen zit vaak in het verdomhoekje. Ze wordt versleten als gammawetenschap en kampt met een sjofel imago. Ik hoor het u al denken: politicologie is geen exacte wetenschap. Dat klopt. Er is veel dat we (nog) niet weten. Causale verbanden zijn legendarisch moeilijk te staven, zoals menig student zal beamen die tot vervelens toe om de oren werd geslagen met de kip-of-ei cartoon. Complexe sociale fenomenen vergen theoretische onderbouwing, nauwkeurige gegevens en minutieuze analyse, waar zoveel mogelijk wordt gestreefd naar exhaustiviteit. Toch botsen we vaak op tegen inherente beperkingen verbonden aan het verrichten van onderzoek door gebrek aan data, middelen of tijd. Simplificaties zijn vaak het gevolg. Bovendien is de sociale realiteit dynamisch. Onderzoek is mensenwerk en dus niet altijd feilloos. Daar moeten we nederig in zijn.
Maar het klopt evenzeer dat we wel degelijk al één en ander weten over de verklaringen voor succes voor radicaal-rechts. Het is wellicht geen krantenkop waard, want het stemgedrag geeft blijk van een hoog 'enerzijds, anderzijds' gehalte. Fenomenen zijn complex: dé kiezer bestaat niet. Kiezers zijn individuen en worden gemotiveerd door een diversiteit aan factoren. Radicaal-rechts zou vandaag in Vlaanderen een kwart van de kiezers bekoren: dan spreekt het voor zich dat er geen stereotype kiezer bestaat. De vox populi is een mythe. Hoed u voor analyses waarbij stellig één waarheid wordt verkondigd. Valse tegenstellingen zijn, net zoals elders, contraproductief. Het is een en-enverhaal, genuanceerd en meervoudig. Daarom geef ik hieronder kort enkele theoretische inzichten over stemgedrag voor radicaal-rechts.
Vandaag primeert een economische visie op stemgedrag waar een vraag- en aanbodcurve eerste viool speelt: kiezers (vraagzijde) hebben bepaalde verwachtingen waar politieke partijen (aanbodzijde) aan kunnen voldoen via hun vertegenwoordiging, standpuntbepaling en beleid. Ook het samenspel tussen beide speelt een rol. De rijke onderzoekstraditie over stemgedrag heeft in de afgelopen decennia een hele evolutie doorgemaakt: van nadruk op lidmaatschap van sociale groepen (verzuiling, breuklijnen), tot de rol van partij-identificatie en ideologie, tot issue voting (rol van politieke thema's), tot verwijzingen naar affectieve componenten (emoties) of protesthoudingen. Vandaag groeit de consensus dat langetermijndeterminanten inboeten aan verklaringskracht, ten voordele van kortetermijnfactoren.
Kiezers stemmen op Vlaams Belang omwille van inhoudelijke redenen, zoals bezorgdheid over immigratie en criminaliteit, en uit anti-elitehoudingen.
De verschillende verklaringen voor stemgedrag voor radicaal-rechts zijn gekend, maar kunnen – in functie van de context, interactie tussen vraag en aanbod – variëren in gewicht. Discussies handelen veelal over het relatieve belang van verschillende factoren. Een eeuwige discussie leeft of steun voor radicaal-rechts vooral een proteststem betreft, gedreven door anti-elitaire houdingen en populisme, of veelal een product is van ideologische overwegingen. Net als inzake andere discussies is het nefast om dit debat te reduceren tot valse tegenstellingen. Onderzoek in de Belgische context van diverse bronnen (zie hier, hier, en hier) suggereren immers dat beide factoren een rol spelen, zelfs onder controle voor elkaar. Er zijn dus wel degelijk indicaties dat kiezers Vlaams Belang stemmen omwille van inhoudelijke redenen, haar voornaamste thema's en programma (bezorgdheid over immigratie, criminaliteit), en uit anti-elitehoudingen. Dit sluit ook een veelheid aan andere, bijkomende verklaringsgronden niet uit.
WAT MET RADICAAL-LINKS?
Ook duikt met regelmaat van de klok de zogenaamde 'hoefijzertheorie' op. Gewapend met de metafoor van een hoefijzer, waarvan de uiteinden naar elkaar toebuigen ('les extrèmes se touchent'), wordt vaak met stelligheid alsof het een natuurwet betrof verkondigd dat een stem voor radicaal-links en -rechts twee zijden van dezelfde medaille zijn. Is hier rugdekking voor of is deze bewering veelal op drijfzand gebouwd?
Vooraf dient gezegd dat beperkt vergelijkend, systematisch onderzoek voorhanden is. Gezien het grotere electorale gewicht van radicaal-rechts, is vooral dit fenomeen sterk onderzocht. Stemgedrag voor radicaal-links bleef lang onder de radar. Toch kan het eerder genoemde empirisch onderzoek een licht doen schijnen over wat kiezers van PVDA-PTB en Vlaams Belang verbindt of onderscheidt. Ik focus hier enkel op de rol van ideologie, issues en anti-elitisme (vraagzijde). Wederom is het antwoord genuanceerd. Spoiler alert: van een eenduidig homogeen profiel is geen sprake, al zijn er een beperkt aantal gemeenschappelijke delers. Verder onderzoek dient natuurlijk ook nog andere elementen onder een vergrootglas te leggen.
Kiezers van Vlaams Belang en PVDA-PTB worden gekenmerkt door een lager vertrouwen in politieke instellingen, zijn vaker ontevreden over hoe de democratie werkt, en leggen heel wat negatieve gevoelens gericht naar de politieke klasse – vooral woede – aan de dag vergeleken met kiezers van andere partijen. Hier zit dus enige overlap. De anti-elite component lijkt beide electoraten enigszins te verenigen, en er lijkt sprake van hogere steun voor populisme (in haar politicologische betekenis als dunne ideologie, zoals onder meer beschreven door Cas Mudde).
Gezien het gebrek aan een sterke radicaal-rechtse partij in Franstalig België trekt PTB ook migratiekritische kiezers aan.
Onderzoek naar ideologische overwegingen en issue voting schetst een ander beeld. PVDA-kiezers plaatsen zich respectievelijk consistent links en Vlaams Belang-kiezers consistent rechts op een eendimensionale links-rechts schaal die vooralsnog een – weliswaar niet perfecte, maar behoorlijke – voorspeller is van stemgedrag. Vlaams Belang-kiezers liggen bovengemiddeld wakker van sociaal-culturele thema's (migratie, criminaliteit), terwijl typische sociaaleconomische thema's PVDA-kiezers nauw aan het hart liggen (belastingen, sociale zekerheid pensioen). Ze vormen elkaars spiegelbeeld wat attitudes over migratie en steun voor herverdeling en egalitarisme betreft. Kanttekening: het electoraat van PVDA en PTB wijkt van elkaar af. PTB-kiezers zijn op sociaal-culturele thema's conservatiever dan die van PVDA. Dit onderstreept opnieuw de rol van interacties tussen vraag en aanbod, besloten in het verschillend partijlandschap. Gezien het gebrek aan een sterke radicaal-rechtse partij in Franstalig België trekt PTB ook migratiekritische kiezers aan. In Vlaanderen is er meer aanbod. Daar zien we populistische houdingen terug bij zowel kiezers voor Vlaams Belang en PVDA, maar geeft een verschil in ideologische voorkeur en issues de doorslag.
PLEIDOOI VOOR BEHOEDZAAMHEID
Ik sluit af met een pleidooi voor behoedzaamheid: (1) voorzichtigheid blijft geboden, huidige resultaten hebben vaak betrekking op gegevens van enkele jaren geleden, ook is er een verschil tussen kiesintenties, zelfrapportering van stemgedrag en de eigenlijke keuze in het stemhokje, effecten zijn vaak bescheiden (2) het blijven steeds benaderingen en schattingen, onderhevig aan meetfouten, op basis van gemiddeldes en generalisering (3) dé kiezer voor radicaal-links of -rechts bestaat niet, het is een en-enverhaal, waarbij verschillende elementen een rol kunnen spelen in functie van context (vraag/aanbod), individuele kenmerken, met een variërend relatief belang en (4) er is nood aan replicatie, replicatie, en nog eens replicatie. Zoals Karl Popper zei: falsificatie is cruciaal. Bovendien is de afwezigheid van bewijs geen bewijs van afwezigheid.
Dé kiezer voor radicaal-links of -rechts bestaat niet, verschillende elementen kunnen een rol kunnen spelen in functie van context en individuele kenmerken.
2024 wordt de natte droom voor politiek geïnteresseerden, een jaar van pomp and circumstance voor politici, een tijd van Sturm und Drang voor politiek journalisten, het finest hour voor politicologen, en een feest voor de democratie voor elke kiezer. Ik kijk uit naar een jaar vol analyses dat diverse aspecten omarmt, vanuit pluralistische hoek, dat openstaat voor tegensprekelijk debat, en soms tegen heilige huisjes schopt. Pluk de vruchten van een jaar met overvloed aan inzichten waar diverse actoren in onze samenleving – vanuit de eigen expertise en rol – het beste geven van zichzelf. Vervolgens kan eenieder als kostbaar voorrecht in onze liberale democratie zelf een mening vormen op basis van alle aangereikte informatie. Met plezier kan ik melden dat er aan de Belgische universiteiten heel wat kiezersonderzoek in de steigers staat om hier een bescheiden steentje bij te dragen.
Fijn verkiezingsjaar!
Abonneer je op Samenleving & Politiek
Het magazine verschijnt 10 keer per jaar; niet in juli en augustus.
Proefnummer? Factuur? Contacteer ons via
info@sampol.be
of op 09 267 35 31.
Het abonnementsgeld gaat jaarlijks automatisch van je rekening. Het abonnement kan je op elk moment opzeggen. Lees de
Algemene voorwaarden.
Je betaalt liever via overschrijving?
Abonneren kan ook uit het buitenland.
*Ontdek onze SamPol draagtas.