De huidige rechtse minderheidsregering, met gedoogsteun van de extreemrechtse Zweden Democraten, zal in 2026 wellicht de macht na slechts één ambtsperiode verliezen. Maar dan zal de progressieve oppositie wel moeten kunnen samenwerken.
Nooshi Dadgostar, partijleider van de Zweedse Vänsterpartiet (Linkspartij), © Wikimedia Commons
Begin mei hield de Zweedse Vänsterpartiet (Linkspartij) van partijleider Nooshi Dadgostar een transformatief partijcongres. De leden van de meest linkse partij in het parlement van het Scandinavische land, die tot aan de jaren 1990 zich nog communistisch noemde, keurden een reeks aan veranderingen goed die het partijprogramma flink matigen. De voormalig communisten zien het ‘zo snel mogelijk’ afschaffen van het kapitalisme niet langer als imperatief. Banken hoeven niet genationaliseerd te worden. De partij spreekt zich nu uit vóór het Zweedse lidmaatschap van de Europese Unie. Het exporteren van wapens is niet langer een taboe voor deze van oudsher pacifistische partij.
Wie denkt dat de Linkspartij hiermee streeft haar electoraat te vergroten, heeft het mis. Deze matiging draait daarentegen om toekomstige regeringsonderhandelingen, en om precies te zijn: om politieke chaos te voorkomen. Dat laatste dreigt als de progressieve oppositie bestaande uit verder de Sociaaldemocraten, Groenen en economisch ‘super’ liberale Centrumpartij de meerderheid weet te behalen in de volgende parlementsverkiezingen over twee jaar. Als we de peilingen mogen geloven, lijkt dit waarschijnlijk en zou de huidige rechtse minderheidsregering met gedoogsteun van de extreemrechtse Zweden Democraten de macht na slechts één ambtsperiode verliezen. Al kan het vooruitzicht op chaos met de progressieve oppositie aan de macht roet in het eten gooien. En Nooshi Dadgostar, leider van Vänsterpartiet, weet dat.
VIER JAAR CHAOS
Voor de vorige verkiezingen in 2022 werd Zweden namelijk min of meer bestuurd door de huidige progressieve oppositiepartijen. Ik zeg ‘min of meer’ omdat er allesbehalve sprake was van een echte coalitie. De Sociaaldemocraten en Groenen lukte het om in 2019 een minderheidsregering te vormen, met steun van aan de ene kant de Centrumpartij en Liberalen en aan de andere kant de Linkspartij. De kanttekening was dat de eerste twee partijen de centrumlinkse minderheidsregering alle samenwerking met de Linkspartij verboden, terwijl die partij juist nodig was voor een meerderheid.
De sociaaldemocratisch-groene minderheidsregering onder leiding van premier Stefan Löfven was uiterst zwak.
De sociaaldemocratisch-groene minderheidsregering onder leiding van premier Stefan Löfven was uiterst zwak. Ze kon veel van haar beleid niet door het parlement krijgen. Toen Löfven gedwongen was door de Liberalen en Centrumpartij om de woningmarkt te liberaliseren, maakte de Linkspartij er een eind aan en viel de broze minderheidsregering door middel van een motie van wantrouwen. Löfven wist een paar weken later een nieuwe minderheidsregering te vormen, deze keer met alleen steun van de Linkspartij en Centrumpartij zonder de Liberalen waardoor de parlementaire meerderheid slechts één enkele zetel was. Maar het probleem bleef. De Centrumpartij, soms wel de meest kapitalistische partij in Zweden genoemd, weigerde samen te werken met de Linkspartij, terwijl beide partijen nodig waren voor een meerderheid.
Toen Löfven in 2021 het premierschap probeerde door te geven aan zijn opvolger Magdalena Andersson kwam deze spanning weer tot ontploffing. Om de steun te verkrijgen van de Linkspartij ging de sociaaldemocratische politica akkoord met een pensioenverhoging tot woede van de Centrumpartij. Beide partijen keurden op de ochtend van 24 november 2021 Magdalena Andersson goed als premier. De Centrumpartij stemde echter later op de dag – als vergelding voor de deal met de Linkspartij – Anderssons begroting weg, waarna de Groenen uit protest besloten de regering te verlaten. Slechts zeven uur na haar aantreden moest Andersson weer aftreden als premier. Een paar dagen later trad ze weer aan met een nieuwe minderheidsregering van alleen Sociaaldemocraten en gedoogsteun van de andere drie progressieve partijen die elkaar niet konden uitstaan. De maanden die erop volgden richting de verkiezingen van 2022 zaten daarom ook vol met politiek drama.
In 2022 was er een verschil van slechts 60.000 stemmen tussen het rechtse blok dat zich als stabiel presenteerde en de progressieve 'ruziecoalitie'.
De parlementsverkiezingen in 2022 werden uiteindelijk gewonnen door de rechtse partijen, waaronder dus de extreemrechtse Zweden Democraten, die een nipte meerderheid wisten te behalen. Een verschil van 60.000 stemmen – slechts 0,6% – was er tussen het rechtse blok dat zich als stabiel presenteerde en de progressieve ruziecoalitie. De thesis dat rechts de verkiezingen wist te winnen door de angst van kiezers voor nog eens vier jaar politieke chaos, klinkt vanuit dit opzicht niet zo gek. Nu de peilingen gunstig lijken voor het progressieve blok als geheel, rijst de vraag hoe deze voorsprong behouden kan blijven als de houdbaarheid van zo’n coalitie langzamerhand weer ter sprake komt.
ENORME IDEOLOGISCHE VERSCHILLEN
Het grote probleem dat eenheid onder de vier progressieve oppositiepartijen dwarsligt, is het feit dat de Centrumpartij diep van binnen eigenlijk geen zin heeft in een coalitie met linkse partijen. De partij komt van oudsher op voor het belang van de landbouwsector en is vanuit dat oogpunt ontwikkeld tot wellicht de meest economisch liberale partij van Zweden die zegt op te komen voor het midden en klein bedrijf. Zo voerde de Centrumpartij in de jaren 1990 een systeem in waarin scholen – zelfs als ze publiek gefinancierd worden – winst mogen maken en daarmee actief kunnen zijn op de aandelenmarkt. De Sociaaldemocraten, Groenen en Linkspartij willen dit zo snel mogelijk afschaffen. Verder stelt de Centrumpartij allerlei plannen voor om de macht van vakbonden te beperken, de huizenmarkt te liberaliseren en belastingen fors te verlagen. Dat de drie andere linkse partijen daar weinig zin in hebben, hoef ik u niet uit te leggen.
De Centrumpartij heeft weinig keuze dan de linkse partijen om mee samen te werken.
De Centrumpartij heeft echter weinig keuze dan de linkse partijen om mee samen te werken. Voorheen maakten de economisch liberalen deel uit van een blok samen met drie andere centrumrechtse partijen, genaamd de Alliantie. Voor deze samenwerking was zelfs een gezamenlijke denktank opgericht waar politici van de vier partijen samen werden opgeleid. De Alliantie trok jarenlang samen ten strijde tegen de drie linkse partijen om de macht tijdens verkiezingen. De duopolie tussen centrumrechts en links kwam ten einde in de loop van de afgelopen 10 jaar toen de extreemrechtse Zweden Democraten zo groot werden dat geen van de twee blokken kon regeren.
Aangezien er een sterke polarisatie bestaat tussen centrumrechts en de Sociaaldemocraten die alle vormen van samenwerking in het midden verhindert, kozen de drie overige Alliantie-partijen (Gematigden, Christendemocraten en Liberalen) ervoor om met extreemrechts samen te werken. De Centrumpartij die naast economisch ook sociaal erg liberaal is, liet daarentegen haar cordon sanitaire jegens de Zweden Democraten niet los. De Alliantie viel uit elkaar. Voor de Centrumpartij zat er weinig anders op dan een regering met Sociaaldemocraten toe te laten, zonder samenwerking op economisch vlak met de linkse partijen. Er werden eisen gesteld om de arbeidsmarkt en de huizenmarkt te liberaliseren met belastingverlagingen als extraatje. Maar Sociaaldemocraten, Groenen en Linkspartij kregen niks hiervoor terug aangezien de Centrumpartij ieder links voorstel wegstemde in het parlement. Dit werd voor de laatste twee partijen op bepaalde momenten te veel, met de val van de regering ten gevolg zoals eerder uitgelegd. Het enige wat de partijen min of meer bond was de drijfveer om extreemrechts van de macht te houden.
Ondanks de nipt verloren verkiezingen in 2022, en de thesis dat dit deels is veroorzaakt door onderling geruzie, blijven de relaties tussen de vier progressieve oppositiepartijen broos. Het enige punt waarop de Sociaaldemocraten, Linkspartij, Centrumpartij en Groenen in de oppositie hebben samengewerkt, is het aanvallen van de Zweden Democraten toen de partij koranverbrandingen steunde, met eisen kwam om het klimaatbeleid af te schaffen en fake social media accounts bleek te gebruiken om fake news te verspreiden. Voor de rest blijft de deur van de Centrumpartij voor samenwerking op economisch vlak met de linkse partijen gesloten, mede onder druk van leden die nog een stuk radicaler zijn in hun kapitalistische wereldvisie en het liefst zo min mogelijk staatsinterventie zien. Als dit zo blijft, dreigt een herhaling van de chaos tijdens de laatste paar sociaaldemocratische regeringen. Gevolg is dat de politieke geloofwaardigheid van de progressieve oppositie om grote maatschappelijke problemen omtrent de hoge criminaliteitscijfers en de relatief hoge werkloosheid op te lossen in het geding dreigt te komen.
De matiging van de Linkspartij eerder deze maand moet als eerste grote stap worden gezien om de banden met de Centrumpartij te verbeteren.
De matiging van de Linkspartij eerder deze maand moet daarom ook als eerste grote stap worden gezien om de banden met de Centrumpartij te verbeteren. De economisch ‘super’ liberalen hoeven niet langer hun adem in te houden voor een mogelijke afschaffing van het kapitalisme, een exit uit de EU of een stop op wapenleveranties aan Oekraïne. In ruil daarvoor verwacht de partij van Nooshi Dadgostar voor een deuropening vanuit de Centrumpartij, niet voor slechts gedoogsteun maar voor een meerderheidsregering waarin de Linkspartij voor het eerst in haar geschiedenis ministers kan leveren. Tot zover is er weinig respons vanuit de Centrumpartij die in de gehoopte richting wijst. De Centrumpartij blijft ijdele hoop hebben op een ‘sciencefictioncoalitie’ in het politieke midden tussen centrumrechts en Sociaaldemocraten.
TIJD DREIGT TE DRINGEN
Men zou kunnen zeggen dat de twee jaar die nog te gaan zijn tot de geplande verkiezingen in 2026 genoeg tijd is om het progressieve partijlandschap in de richting van een politieke samenwerking te duwen. Maar men moet rekening houden met het feit dat het binnen de huidige machthebbende rechtse coalitie het niet echt koek en ei is. De Zweden Democraten trekken zich weinig aan van hun centrumrechtse coalitiepartners. Ze gaat vaak vol de confrontatie in. En deze maand is ook onthuld dat de Zweden Democraten in het geheim vele fake nieuws accounts runnen op sociale media met als doel niet alleen de progressieve partijen, maar ook de eigen coalitiepartners te beschadigen.
Na twee jaar lijken de centrumrechtse Gematigden, Christendemocraten en Liberalen het onderspit te delven tegenover de Zweden Democraten.
Die laatste ontwikkeling stelt de rechtse samenwerking enorm op de proef. Na twee jaar lijken de centrumrechtse Gematigden, Christendemocraten en Liberalen het onderspit te delven tegenover de Zweden Democraten. Dat de leiding van de drie centrumrechtse partijen geen tegengewicht durven te bieden aan de Zweden Democraten zorgt voor interne instabiliteit. De extreemrechtse dominantie in de coalitie duwt kiezers naar links, waardoor de progressieve oppositie nu een voorsprong heeft in de peilingen van ongeveer 7 procentpunten. Vooral de Sociaaldemocraten staan op winst die met name afkomstig is van vrouwen, hoger opgeleiden en urbane kiezers die eerder op van de centrumrechtse partijen stemden. De Liberalen en Christendemocraten bevinden zich daardoor onder de kiesdrempel van 4% en beginnen zich zorgen te maken of de huidige samenwerking met de Zweden Democraten hun einde dreigt te worden. Maar de Zweden Democraten lijkt dit weinig te schelen, zij gaan door met hun provocaties met als doel hun dominantie op rechts – zowel qua invloed als electoraal – te vergroten.
Vooral binnen de Liberalen rommelt het daarom. Kamerleden hebben al bekend gemaakt uit onvrede over de extreemrechtse dominantie tegen bepaalde radicale punten over migratie- en veiligheidsbeleid te willen stemmen. Dit is problematisch aangezien de rechtse coalitie nu slechts een meerderheid van één zetel heeft. Ook is er een enorme druk vanuit de fractie en leden om een hardere opstelling tegenover de Zweden Democraten. Deze druk zal alleen maar toenemen als de Liberalen straks hun enige zetel in het Europees Parlement verliezen. De partijleiding dreigt haar grip op de partij te verliezen met als gevolg dat dissidenten mogelijk het uiteenvallen van de huidige rechtse coalitie kunnen veroorzaken.
Aangezien de aftredende regering er in de peilingen slecht voor staat in de peilingen en grondwettelijk besluit of er nieuwe verkiezingen komen, lijkt een nieuwe stembusgang onwaarschijnlijk. Er zal een nieuwe regering moeten worden gevormd, mogelijk door de Sociaaldemocraten van Andersson die dan een coalitie moeten bij elkaar houden met de Linkspartij, Groenen, Centrumpartij en mogelijk Liberale dissidenten. Zo’n regering dreigt met de huidige verhoudingen een ruziënde bende te worden die de politieke geloofwaardigheid van het progressieve kamp in Zweden verder kan beschadigen.
Als we de peilingen mogen geloven, kunnen Zweedse kiezers voor deze ene keer de progressieve partijen de politieke instabiliteit van de vorige keer vergeven.
Dit laatste is natuurlijk slechts hypothetisch en hangt af van de Europese Parlementsverkiezingen volgende maand. Het wijst echter wel op het feit dat de progressieve oppositie onvoorbereid is op de machtsvraag. Vroeg of laat komt die ter sprake, als het niet binnenkort is, dan bij de volgende verkiezingen. Als we de peilingen van nu mogen geloven, kunnen Zweedse kiezers voor deze ene keer de progressieve partijen de politieke instabiliteit van de vorige keer vergeven. Maar dat betekent niet dat ze dat voor een tweede keer zullen doen als een volgende progressieve regering alweer een grote chaos blijkt (of voor de verkiezingen al dreigt) te zijn. Een gecoördineerde progressieve samenwerking in Zweden kan onmogelijk lijken, maar is noodzakelijk als men wil dat extreemrechts niet aan de macht blijft of ernaar terugkeert.
Dadgostars Linkspartij heeft de eerste stap gemaakt om dit te verwezenlijken, nu de rest nog.
Abonneer je op Samenleving & Politiek
Het magazine verschijnt 10 keer per jaar; niet in juli en augustus.
Proefnummer? Factuur? Contacteer ons via
info@sampol.be
of op 09 267 35 31.
Het abonnementsgeld gaat jaarlijks automatisch van je rekening. Het abonnement kan je op elk moment opzeggen. Lees de
Algemene voorwaarden.
Je betaalt liever via overschrijving?
Abonneren kan ook uit het buitenland.
*Ontdek onze SamPol draagtas.