Abonneer Log in

Communautarisme versus democratie?

  • Eric Corijn - Hoogleraar stadstudies VUB, auteur van 'Gramsci lezen' (ASP, 2022) en 'Vlaanderen ontwaak!' (Ertsberg, 2022)
  • 3 september 2024

Communautarisme is antistedelijk en antidemocratisch. Daartegenover moet links van intercultuur de nieuwe norm maken.

© Photo News

Er is heel wat te doen over ‘communautarisme’. Hot item, maar heel warrig debat. In het Frans is het verwerpelijk en tegen de ‘valeurs de la République’. In Frankrijk was het de lijn om La France Insoumise van Jean-Luc Mélenchon te demoniseren en weg te zetten als ‘islamismo-gauchisme’. En vermits de politiek in de Belgische francofonie op de Franse ‘laïcité’ is geënt, ging Jean-Louis Bouchez op dezelfde manier tekeer tegen PS of PTB die ook stemmen bij de migratie wilden halen. In Vlaanderen wil de rechterzijde onder aansturing van Bart De Wever en Mark Elchardus juist méér gemeenschap. Daar is het dan een bijsturing van het doorgeslagen liberalisme en individualisme. Alleen de ‘eigen’ gemeenschap natuurlijk. Wanneer een Team Fouad Ahidar electoraal scoort, dan wordt het weer ‘islamisme’ en voor liberaal opbod zelfs ‘sharia’. Maar dat tweederde van onze leerlingen (750.000!) zonder alternatief het verplicht vak rooms-katholieke godsdienst krijgen, wordt dan weer aanvaard als openbaar onderwijs. Een zootje. Een erg onzuiver en dus demagogisch debat.

GEMEENSCHAP EN SAMENLEVEN

Al van bij het vroege begin van de sociologie wordt er inzake sociale band gewerkt met twee centrale begrippen: gemeenschap en maatschappij. Daarover schreef Ferdinand Tönnies (1855-1936) in 1887 al: ‘Gemeinschaft und Gesellschaft. Grundbegriffe der reinen Soziologie’. Een gemeenschap steunt op een sterke band, op affectie en loyaliteit, op duurzame relaties. Iets dat we veronderstellen bij vrienden, familie of dat we denken te vinden in dorpen en religies. Groepsvorming. ‘Bonding’. Een maatschappij daarentegen steunt op organisatie, op afspraken en in tijd beperkte contacten en contracten, op ruil en belangen. Dat is wat voorkomt in de economie, in de politiek, in steden. Verbanden. ‘Bridging’. Een moderne samenleving brengt een grotere afstand tussen de mensen en dus vergt samenhang daar steeds meer regels, afspraken en administratie. Bureaucratisering, zegt Max Weber (1864-1920).

Emile Durkheim (1858-1917) verbond die evolutie in 1893 met de toegenomen arbeidsdeling. In het rurale Ancien Régime leefden de mensen grosso modo hetzelfde landelijke leven, geregeld door dag en nacht, de seizoenen, de natuur en enkele religieuze verplichtingen. Die gelijke ervaringswereld leidde tot een vrij spontane ‘conscience collective’, tot een bijna automatische solidariteit, tot een gemeenschappelijkheid, een gemeenschap. Maar de industriële revolutie vermenigvuldigt de beroepen. De levensomstandigheden worden verschillend. De samenhang moet worden georganiseerd. Normen en waarden worden opgelegd. En die organische solidariteit steunt bij Durkheim op de traditie, op het verleden.

De modernisering heeft zich vandaag doorgezet in verdere detraditionalisering, ontzuiling en individualisering.

De modernisering heeft zich vandaag doorgezet in verdere detraditionalisering, ontzuiling en individualisering. Gemeenschappelijkheid en vermaatschappelijking zitten in een dialectische spanning. Het leidde tot interessante controverses tussen de liberals (Rawls, Dworkin, Kymlicka…) en communitarians (Taylor, Sandel, McIntyre, Walzer, Etzioni…). In de jaren 1990 spraken Ulrich Beck (1944-2025), Antony Giddens (1938) en Scott Lash (1945) van de postmoderne ‘risk society’ en ‘reflexive modernisation’ leidend tot voortdurend nadenken en aanpassen. Daartegen pleiten vandaag conservatieve Durkheimianen als Mark Elchardus voor grenzen, een disciplinering en opnieuw versterkte gemeenschapsvorming. Een opdracht voor de overheid.

COMMUNAUTARISERING VAN HET SAMENLEVEN

Maar wat als de nationale gemeenschap, met haar eigen traditionele normen en waarden, vervoegd wordt door andere gemeenschappen met andere normen en waarden? Wat als de meeste mensen in steden wonen? Wat als de autochtone gemeenschap niet langer in aantal is? Wat als superdiversiteit binnen elke gemeenschap de regel wordt? Dan heb je de multicultuur waartegen extreemrechts fulmineert.

De arbeidsmigratie van de jaren 1970 bracht vele nieuwkomers naar onze steden. Ze kwamen gaten in de arbeidsmarkt opvullen, veelal lastige en minder betaalde jobs. Ze bewoonden ook de huizen in de arbeiderswijken, achtergelaten door de stadsvlucht van het ‘eigen volk’ naar de nieuwe woonwijken in de rand. Integratie verliep toen langs de arbeidersbeweging, via de werkplaats en de vakbond. De nieuwkomers hadden dezelfde aspiraties als de autochtonen: een vaste job, een goed inkomen, een gezin en dan later een betere woonst in de periferie. Diversiteit was dan vooral sociale ongelijkheid.

Toen kwamen de jaren 1980. De economische crisis, de de-industrialisering, de werkloosheid, de postindustriële diensteneconomie. De opwaartse sociale mobiliteit werd gestopt. Onze ‘gastarbeiders’ waren niet langer nodig, ze pasten niet in de nieuwe economie. En: ze pasten ook niet in het wereldbeeld van vele suburbane Vlamingen, in de crisis opgejut door een autoritaire en racistische antivreemdelingenpartij.

Onze ‘gastarbeiders’ pasten niet in het wereldbeeld van vele suburbane Vlamingen, in de crisis opgejut door een autoritaire en racistische antivreemdelingenpartij.

Ziedaar de humus van een vernieuwde gemeenschapsvorming: zoeken naar zelfhulp tegenover economische en racistische uitsluiting. De arbeiderswijken worden migrantenbuurten. Concentratie van werkloosheid en nieuwe armoede. Met een afbouw van de welvaartsvoorzieningen en een verminderde gastvrijheid binnen de ontvangende cultuur. Om de crisis tegemoet te treden ontstond een eigen etnische economie, met een eigen middenstand en middenveld, spontaan geïnspireerd op het thuisland, en een culturele samenhorigheid, als normaal gebouwd op de religie. Zo werden de huidige migrantengemeenschappen gevormd. Een product van de crisis en een onbestaand integratiebeleid, zoals Tom Naegels (1975) heeft laten zien. Zo werden onze steden ‘multicultureel’, verdeeld in verschillende culturele groepen en gelaagde solidariteit. Ingebed in een sociale geografie ook. Wijken en publieke ruimtes worden cultureel gekleurd.

Nieuwkomers werden uitgesloten in een land dat zichzelf in die periode ook opdeelde in verschillende taalgemeenschappen. Door die communautarisering van wat als de Leitkultur moest doorgaan, was er ook weinig aandacht voor wat in de literatuur ‘bridging’ wordt genoemd, de ontwikkeling van interculturele bruggen met vreemdelingen. ‘België’ was voor hen makkelijker dan ‘Vlaanderen’, ‘Wallonië’, ‘Brussel’ of een ‘Franse taalgemeenschap’. Hier en daar was er wel aandacht voor meertaligheid, of transversale artistieke expressies, maar al bij al bleven cultuur en mediabeleid tot vandaag erg gericht op de (eigen) (Vlaamse) gemeenschapsvorming. Het blijft hier zelfs decretaal vastgelegd: ‘via gemeenschapsvorming naar samenlevingsopbouw’. Eerst assimilatie dus. En dat vereist strengheid en autoriteit. Wij en de Ander. Eens vreemdeling altijd vreemdeling. Wat voor liberaal beleid moest doorgaan, was in feite uitdrukking van de gevoeligheden en vooroordelen van de dominante gemeenschap. Zie het hoofdoekendebat. Vlaanderen is vandaag een door nationalisme en extreem etnocentrisme gedomineerd gewest. En Brussel is net daardoor een verdeelde stad met erg aparte instellingen.

NAAR TRIBALISME

Gemeenschappen hebben symbolen nodig. Voetbalshirts, hoofddoeken, sneakers, tattoos, hymnes, stijlen, graffiti of Calvin Klein ondergoed. Socioloog Michel Maffesoli (1944) spreekt van postmodern tribalisme. Het veelal complexe symbolisme van de groepen worden door de minder geïnformeerde buitenstaanders al snel versimpeld, gestereotypeerd en tot een stigma herleid. En dan worden verbodsregels vanuit dominantie, op klederdracht bijvoorbeeld, een manier tot schijnbare integratie. Waardoor natuurlijk de groepssymboliek eerder wordt versterkt. Vandaar een eindeloos op onbegrip gebouwd identitair conflict. Nogal dom en voorspelbaar allemaal. En uiterst inefficiënt.

Communautarisme is niet de directe weg naar samenlevingsopbouw.

Zeker, communautarisme is – vooral in een erg verstedelijkt gebied – niet de directe weg naar samenlevingsopbouw. Multicultuur wijst op verdeeldheid, met verdraagzaamheid als hoogst haalbare morele norm. Terwijl de uitdaging natuurlijk wat hoger ligt. Hoe overheen de verdeeldheid naar een echte samenleving gaan? Hoe wordt burgerschap gebouwd in een diverse omgeving? Welke gedragsregels delen, welke tolereren en welke tegengaan? Dat is het bouwproject van de democratie: een politieke samenleving van burgers overheen de verschillen en ongelijkheden. En dat project bestaat niet in een land waarin één bepaalde ideologie of religie de norm is. Maar ook niet, zoals bij ons, waar communautarisering verankerd zit in de instellingen, waarin men blijft uitgaan van een nationaal monocultureel canon, van de autochtone gemeenschap als enige norm. En, met daarenboven een sterke depolitisering en nogal wat verkleutering. Nogal wiedes dat vanuit dergelijk provincialisme sommige wijken als buitenland worden aangevoeld en de wapenstok het uitverkoren middel wordt tot openbare ordening. Ruimtelijk valt dat veelal samen met de voorstedelijke verkaveling. Etnocentrisme. In de arbeidersbeweging kan dat samenvallen met corporatisme en verworven rechten, waardoor delen ervan naar rechts neigen. Flinks!

In een erg divers en verstedelijkt gebied als België is de staatsordening, cultuur- en onderwijsbeleid, media en kunsten op basis van gemeenschappen deel van het probleem. Het blokkeert de weg naar interculturele integratie en naar uitbouw van een democratische polis. Dat is het hoofdprobleem in Brussel. Ik blijf erbij: communautarisme, alsook nationalisme, zijn antistedelijk en antidemocratisch. De fragmentering wordt nog versterkt door de privatisering en het mainstream egocentrisch individualisme leidend naar atomisering van het samenleven. Maar het liberale lekenrepertorium voorheen ontwikkeld tegen een dominant katholicisme is vandaag tegenover de islam, godsdienst van minderheden, totaal inadequaat en even problematisch.

MAAK VAN INTERCULTUUR DE NIEUWE NORM

De stedelijke samenleving zal altijd verschillende gemeenschappen hebben, grote of kleine, sommige met eigen instellingen. Daar is niets mis mee. Is trouwens de spontane vorm van socialiseren. Maar elke gemeenschap – ook de autochtone of de sterke! – moet beseffen dat ze onvoldoende cultuur en verbeelding in zich draagt om de gehele samenleving te voeden. Assimilatie, opslorping, is niet de weg. Elke gemeenschap, religieus of cultureel, moet zich dus ook bezig houden met haar ‘gemis’, haar tekort in het licht van het universele, haar verhouding met de Ander. Emancipatie en bevrijding houdt net in over de grenzen van de eigenheid heen te stappen. Dat is vooral belangrijk wanneer zeer conservatieve opvattingen over levenstijl, gedrag en seksualiteit werkplaatsen, klassen of publieke ruimtes moeten delen.

Niemand echter, ook niet de liberale staatslieden, hebben het universalisme al in petto. Op de brug van het interculturele wordt het nieuwe samenleven vorm gegeven. Maar dan moet die samenleving wel aan enkele voorwaarden voldoen. Het moet aantrekkelijk zijn in die samenleving te stappen. De maatschappij moet daartoe betere materiële voorwaarden, een betere levensverwachting aanbieden dan het communautaire. Ook het immateriële, het culturele, van het samenleven moet worden aangeboden. Cultuur- en mediabeleid moeten zijn gericht op samenlevinsgopbouw eerder dan op gemeenschapsvorming. Op interculturele ontmoeting. Vermenging zelfs. Stop met de cultuuroorlog! Richt u op de gedeelde maatschappelijke uitdagingen. Want de toekomst zal hybride zijn, samengesteld, vernieuwd en niet traditioneel. Er valt nog een hele weg te bewandelen in ons onderwijs- en mediabestel voor het leven in diversiteit het nieuwe normaal is geworden.

De toekomst zal hybride zijn, samengesteld, vernieuwd en niet traditioneel.

Eerder dan de andere culturen en gemeenschappen te willen disciplineren met verbods- en gedragsregels (die het gemeenschapsgevoel alleen maar versterken) moet de samenleving verleiden door emancipatie, bevrijding en een beter leven aan te bieden. Interculturele intoxicaties, zegt Erwin Jans (1963). De verdieping van de welvaartsstaat en de democratie zijn daartoe aangewezen. Het heersende klimaat van bezuiniging en sociale ongelijkheid, samen met een conservatief en repressief eigen-volk-eerst verhaal is de belangrijkste oorzaak van het terugplooien van nieuwkomers en minderheden. Onze maatschappij is onvoldoende gastvrij! Ergo de desinteresse voor deelname aan de politiek.

De linkerzijde zou moeten begrijpen dat het samenleven met respect voor het verschil alleen kan worden gebouwd op een stevige bestaanszekerheid, op een gastvrije samenleving en op een open culturele ingesteldheid die ook oog heeft voor het eigen tekort en voor de bijdrage van het andere. Geen sociale strijd zonder culturele vernieuwing. Het enge communautarisme moet niet domweg worden bestreden. Het moet worden opengebroken door een egalitair debat en een actief cultuurbeleid. En bovenal door aan te tonen dat de solidaire samenlevingsopbouw een beter leven kan geven dan het afgelijnde gemeenschapsdenken.

We evolueren helemaal niet in die richting. Wel integendeel. Het beleid zoekt redenen om de toegang tot voorzieningen en rechten te beperken. Daartoe zal de cultuuroorlog intenser worden. Verdeeldheid en polarisering zullen toenemen. Het worden nog moeilijke tijden: solidair blijven met de onderdrukten, maar ook aan de kant blijven van ontvoogding en verlichting tegen retrograde en obscurantistische communautarismen. Kritische solidariteit dus. En: de democratische rechtsorde verdedigen! Want zoals Benjamin Barber (1939-2017) in zijn ‘Jihad versus Mc World’ al wist: noch neoliberalisme, noch fundamentalisme zijn geïnteresseerd in democratie.

Abonneer je op Samenleving & Politiek

abo
 

SAMPOL ONLINE

40€/jaar

  • Je leest het magazine online
  • Je hebt toegang tot het enorme archief
MEEST GEKOZEN

SAMPOL COMPLEET

50€/jaar

  • Je ontvangt het magazine in de bus
  • Je leest het magazine online
  • Je hebt toegang tot het enorme archief
 

SAMPOL STEUN

100€/jaar

  • Je ontvangt het magazine in de bus
  • Je leest het magazine online
  • Je hebt toegang tot het enorme archief
  • Je krijgt een SamPol draagtas*
 

SAMPOL SPONSOR

500€/jaar

  • Je ontvangt het magazine in de bus
  • Je leest het magazine online
  • Je hebt toegang tot het enorme archief
  • Je krijgt een SamPol draagtas*

Het magazine verschijnt 10 keer per jaar; niet in juli en augustus.
Proefnummer? Factuur? Contacteer ons via info@sampol.be of op 09 267 35 31.
Het abonnementsgeld gaat jaarlijks automatisch van je rekening. Het abonnement kan je op elk moment opzeggen. Lees de Algemene voorwaarden.

Je betaalt liever via overschrijving?

Abonneren kan ook uit het buitenland.

*Ontdek onze SamPol draagtas.