Jan Denys geeft een boeiend verslag van zo’n 50 jaar arbeidsmarktbeleid, maar af en toe scheurt hij toch heel kort door de bocht.

Iedereen aan't werk!
Jan Denys geeft een boeiend verslag van zo’n 50 jaar arbeidsmarktbeleid. Het begin komt overeen met het moment dat hij als student die markt betrad. Hij was onderzoeker bij HIVA, maar wisselde naar eigen zeggen een kwart eeuw geleden het kamp van de vakbond voor dat van de werkgevers en werd arbeidsmarktdeskundige bij Randstad. Hij stopt daar nu mee, maar blijft op een andere manier actief in hetzelfde domein. Hij pleit voor een nieuw normaal: van 15 tot 75. Dat wil niet zeggen dat iedereen 60 jaar moet werken, maar zoals studenten hun studies met een job combineren, zo moeten werknemers na hun pensionering nog lang en op hun eigen elan door kunnen gaan.
In 1974 begon de grootste naoorlogse crisis, met een enorme jobdestructie en torenhoge werkloosheidscijfers. Die perfecte storm duurt tot 1984, maar de effecten blijven lang nazinderen. Waar echter volledige tewerkstelling in het verleden eerder uitzondering dan regel was, zijn we daar vandaag bijna (Denys definieert die als minstens 80% werkzaamheidsgraad en maximum 3% werkloosheid). De auteur doet niet mee aan het verhaal van de neergang van de welvaartsstaat. Dat is een narratief van linkse en marxistische denkers, vindt hij. Hoe dan ook: op de arbeidsmarkt is de terugkeer van de droom van volledige werkgelegenheid de meest fundamentele ontwikkeling van de laatste 50 jaar. Daarbij is het voltijds contract van onbepaalde duur nog altijd de belangrijkste verbintenis. “Het is achteraf bekeken, moeilijk te begrijpen hoe zoveel academici een al bij al relatief bescheiden fenomeen op de arbeidsmarkt zo blijvend hebben kunnen overschatten.” (p. 57)
De welvaartsstaat werd niet afgebroken maar voortdurend verbouwd, stelt Jan Denys.
De welvaartsstaat werd niet afgebroken, maar voortdurend verbouwd. Kijk naar de investeringen in de sociale zekerheid! Denys overloopt systematisch alle maatregelen en de lijst is inderdaad indrukwekkend, te uitgebreid om hier te hernemen. We staan er globaal beter voor dan 50 jaar geleden. De vervrouwelijking van de arbeidsmarkt neemt hierin een bijzondere plaats in. De consumptiemaatschappij, of wat Denys het kapitalisme van de begeerte noemt, speelde hierin een cruciale rol. Ook op dit vlak is de lijst van faciliterende maatregelen heel uitgebreid.
De eindeloopbaanproblematiek speelt natuurlijk een hoofdrol. Er is geprobeerd op de arbeidsmarkt plaats te maken, door 55-plussers naar het brugpensioen of andere vormen van vroege pensionering te leiden. Het bleek geen efficiënte vorm van herverdeling van de arbeid en diende vooral om herstructureringen te regelen, smeerolie om sociale oorlogen te vermijden. Denys vindt dat men te lang gewacht heeft om dat terug te schroeven. Het zogenaamde Generatiepact heeft op dat vlak misschien niet voor veel directe effecten gezorgd, maar toch voor een mentaliteitswijziging. Ondertussen stelt men een afname vast van de exitroutes.
Werklozen werden heel lang met rust gelaten. (Hoge) uitkeringen zorgden ervoor dat ze weinig inspanningen deden. Vanaf 1990 werd aarzelend het rechten en plichten-verhaal ingevoerd. Maar het verweer tegen de jacht op werklozen remde af. Ook de onbeperkte duur van de uitkeringen is nefast. Zonder activering van zieken en invaliden haal je de 80% nooit. “België is nu officieel het ziekste land van Europa” (p. 200). Activering moet de prioriteit van de volgende regering worden. De gewesten moeten zelf uitmaken wat ze met de uitkeringen doen, maar er moet ook grondig worden nagedacht over beschikbaarheid, sanctiebeleid en publieke bemiddeling. Van de private bemiddeling geeft Denys wel toe dat ze zich eerder richt op de beter bemiddelbare werkzoekenden en dat ze niet snel zal investeren in opleiding. Toch was de de private sector positief voor het functioneren van de arbeidsmarkt. Uitzendarbeid is een belangrijk flexibiliteits- en doorstroominstrument. Outplacement is een nieuwe standaard. De concurrentie met de privé heeft de publieke spelers gedwongen tot modernisering.
Jan Denys vindt dat ons beeld van de arbeidsmarkt te sterk beïnvloed is door de grote collectieve ontslagen, die veel media-aandacht krijgen.
De auteur vindt dat ons beeld van de arbeidsmarkt te sterk beïnvloed is door de grote collectieve ontslagen, die veel media-aandacht krijgen. In werkelijkheid maken die maar een heel beperkt deel uit van het jobverlies. De vakbonden hebben er hun corebusiness van gemaakt. De auteur spit een aantal dossiers boven, maar vindt het nu tijd voor een andere kijk. Creatieve destructie is normaal. Het is niet goed om bedrijven kunstmatig in leven te houden. We werken beter aan een ontslagvrije samenleving. Vlaanderen kan op dat vlak de eerste regio in de wereld worden. Het komt er op neer dat op tijd gewerkt wordt aan een transitie naar een andere job. Je moet opleiding en ondersteuning krijgen voor het te laat is en een ontslag onafwendbaar wordt. Dat betekent dat het ganse arbeidsrecht aan herziening toe is.
Jan Denys voorziet een hoofdstuk over de 18 ministers van Werk van de laatste 50 jaar en laat zich verleiden tot een soort rapport. Hij geeft een inkijk in zijn loopbaan en besluit met 10 inzichten om de toekomst gestalte geven. De voornaamste zijn al aan bod gekomen. Het is zeker een belangrijk boek, een naslagwerk waarin het arbeidsmarktbeleid van de laatste 50 jaar in alle details wordt toegelicht.
Af en toe scheurt hij toch heel kort door de bocht. Hij verzet zich terecht tegen de idee dat de welvaartsstaat verdwenen is onder het neoliberale geweld. Alleen weet ik niet goed wie dat beweert. Hij heeft gelijk dat de meeste mensen het vandaag nog altijd beter hebben dat 50 jaar geleden. Maar waar hij geen oog voor heeft, is dat wat we vandaag kennen, resultaat is van een krachtmeting. Ik riskeer nu het verwijt marxistisch te denken, maar Denys vergist zich in de termen. De welvaartsstaat, met inbegrip van al de vernieuwingen die hij oplijst, is gewoon het resultaat van (soms bitse) onderhandelingen tussen verschillende sociale krachten. In die strijd zijn ook mensen achtergelaten (denk maar aan de armoedeproblematiek bij werklozen).
Het Generatiepact kan dit illustreren, ik was er zelf bij betrokken. Denys suggereert dat het al bij al bescheiden resultaat op conto staat van een piepjonge minister, met te weinig ervaring. De voltallige regering heeft er zich mee gemoeid. Zelfs De Gucht (Buitenlandse Zaken) en Dewael (Binnenlandse Zaken) waren op de cruciale vergaderingen, en de sociale partners waren niet eensgezind. Het had een beter akkoord kunnen zijn, zonder twijfel. Maar wellicht was dit het enig mogelijke akkoord. Het blijkt achteraf een cruciale bijdrage aan een mentaliteitswijziging. Eigenlijk zat de idee van een ontslagvrije samenleving al in de oorspronkelijke teksten. Als die idee ooit gerealiseerd wordt, zal het weer een resultante zijn van tegenstrijdige krachten.
Wie getuige was van de manier waarop in het verleden bedrijven gesloten werden, verwijt het de vakbonden niet dat ze daar tegen opgekomen zijn.
Ten slotte: misschien kun je creatieve destructie niet tegenhouden, maar wie getuige was van de manier waarop in het verleden bedrijven gesloten werden, verwijt het de vakbonden niet dat ze daar tegen opgekomen zijn. Mensen werden als versleten machineonderdelen weggeworpen. In de kleine bedrijven kon niet hetzelfde bekomen worden, maar ze werden toch een beetje meegetrokken door wat in de grote bedrijven gerealiseerd werd. En het brugpensioen heeft daar een belangrijke rol in gespeeld, ook al ben ik het ermee eens dat we nu in andere tijden leven. Toen werden geen sociale oorlogen vermeden, maar sociale bloedbaden.
Luc Vanneste
Samenleving & Politiek, Jaargang 31, 2024, nr. 9 (november), pagina 74 tot 76
Abonneer je op Samenleving & Politiek

Het magazine verschijnt 10 keer per jaar; niet in juli en augustus.
Proefnummer? Factuur? Contacteer ons via
info@sampol.be
of op 09 267 35 31.
Het abonnementsgeld gaat jaarlijks automatisch van je rekening. Het abonnement kan je op elk moment opzeggen. Lees de
Algemene voorwaarden.
Je betaalt liever via overschrijving?
Abonneren kan ook uit het buitenland.
*Ontdek onze SamPol draagtas.