Abonneer Log in

De begrotingsmythologie van Arizona I

Het regeerakkoord steunt nogal sterk op ‘mythologisch’ denken: forse besparingen worden vergoelijkt met absurde analogieën, kromme redeneringen en een algemeen doemdenken over overheidsschulden.

Arizona I is een feit. Als zelfbenoemde ‘herstel- en saneringsregering’ stelt ze een forse besparingsoefening van 18 miljard euro in het vooruitschiet. De budgettaire stand van het land maakt immers dat er geen andere keuze is dan de broeksriem aan te halen. “We zullen allemaal offers moeten brengen,” klinkt het in de regeerverklaring.

Maar klopt dat uitgangspunt wel? Het regeerakkoord steunt nogal sterk op ‘mythologisch’ denken: forse besparingen worden vergoelijkt met absurde analogieën, kromme redeneringen en een algemeen doemdenken over overheidsschulden. Veel van die misvattingen worden bovendien ritueel herhaald waardoor het publiek ze als ‘evident’ is gaan beschouwen. De waarheid is dat de Belgische begrotingssituatie ernstig is, maar minder dramatisch dan vaak wordt voorgesteld. Het erkennen van die realiteit zou echter de geliefde retoriek van deze regering over ‘moeilijke, maar noodzakelijke’ keuzes ondermijnen, en aantonen dat een fors besparingsbeleid eerder politiek gemotiveerd dan economisch onvermijdelijk is.

We bespreken kort enkele mythes waarop de regering-De Wever I steunt.

MYTHE: 'DE STAAT IS ALS EEN HUISHOUDEN EN KAN NIET MEER UITGEVEN DAN ER BINNENKOMT'

De (hoge) Belgische schuldgraad is minder problematisch dan velen graag doen uitschijnen. Dat is in de eerste plaats omdat staatsschuld niet gelijk te stellen is aan private schuld. Het belangrijkste verschil: een huishouden gaat dood, de staat niet. Voor een overheid gelden daarom andere wetten dan voor een huishouden. Regeringen hebben geen duidelijk eindpunt waarop alle schulden vereffend moeten zijn. Daardoor kan een staat probleemloos oude schulden afbetalen met nieuwe. In tegenstelling tot een huishouden beschikt een overheid ook over een centrale bank die de leenkosten onder controle kan houden. En overheden kunnen ook rekenen op een financiële sector om hun schulden gewillig op te kopen.

Het belangrijkste verschil: een huishouden gaat dood, de staat niet.

Dat alles betekent niet dat staten onbeperkt schulden kunnen blijven maken, wel dat ze onbeperkt kunnen leven met een hoge schuldenlast. Het idee dat overheden, net als huishoudens, kost wat kost lage schulden moeten nastreven, is kortzichtig.

MYTHE: 'EEN SCHULDGRAAD BOVEN 60%/90%/100% IS DESASTREUS'

Het publieke debat staart zich ook blind op numerieke drempelwaarden waarboven de schuld problematisch zou worden (denk aan een schuldgraad van 60%, 90% of 100%). Nochtans zijn die waarden eerder willekeurig gekozen, zeggen ze weinig over de ‘gezondheid’ of ‘sterkte’ van de economie en zijn ze een weinig relevante indicator om de houdbaarheid van de schuld in te schatten.

Er is pas sprake van een fundamenteel ‘schuldprobleem’ als de rente langere tijd hoger is dan de groei van de economie.

Daarvoor kijken macro-economen naar het verschil tussen de (nominale) rente die een overheid op haar schulden betaalt en de (nominale) groei van de economie. Zolang de rente onder de nominale groei van de economie ligt, stabiliseert de schuld of zal ze zelfs automatisch afnemen. In essentie is er dus pas sprake van een fundamenteel ‘schuldprobleem’ als de rente langere tijd hoger is dan de groei van de economie en er een sneeuwbaleffect dreigt. Een recente studie van de Gentse universiteit ziet het rente-groei verschil de komende decennia wel degelijk negatief blijven voor België en ook simulaties van de Nationale Bank van België wijzen op een gunstige trend tot minstens 2032 (de uiterste horizon van hun voorspellingen). Dat betekent dat het vermogen van overheden om met schulden te leven aanzienlijk groter is dan door velen ingeschat.

MYTHE: 'SCHULD IS ALTIJD SLECHT'

Maar is het dan geen verstandig en vooruitziend financieel beheer om een sluitende begroting na te streven en ‘financiële ruimte’ te maken voor moeilijkere tijden?

Dat klinkt vanzelfsprekend, maar is tezelfdertijd een veel te eenzijdige kijk op budgettair beleid: onder bepaalde omstandigheden is het nastreven van begrotingsoverschotten net zo goed fiscaal onverantwoord. Denk aan Duitsland dat zelfs bij lage en negatieve rentevoeten vasthield aan zijn schuldenrem en daar nu de prijs voor betaalt in de vorm van een verbrokkelende infrastructuur en stagnerende economie. Ook in een wereld van toenemende klimaatchaos en geopolitieke instabiliteit is het niet verstandig overdreven zuinig en vrekkig te zijn: we moeten vandaag investeren om onze maatschappij klaar te maken voor morgen — of morgen véél hogere kosten dragen. Bovendien is het in de Europese context simpelweg onmogelijk om allemaal tegelijk de broeksriem aan te halen. Historisch zijn consolidaties enkel succesvol geweest als een economie kon meesurfen op de vraag van externe partners.

Duitsland hield zelfs bij lage en negatieve rentevoeten vast aan zijn schuldenrem en betaalt daar nu de prijs voor.

Een slim en strategisch budgettair beleid geeft daarom prioriteit aan kwalitatieve resultaten (meer goede banen, duurzame groei, minder armoede) boven willekeurig gekozen kwantitatieve doelstellingen en richt zich minder op het gelijktrekken van de uitgaven met de inkomsten, en meer op het optimaliseren van de welvaart op lange termijn. Dat perspectief ontbreekt vandaag volledig.

MYTHE: 'WE MOETEN SNOEIEN OM TE GROEIEN'

Eerder dan een snelle en onbezonnen schuldreductie ligt de fundamentele uitdaging vandaag in het gericht terugdringen van het primaire tekort en het voeren van een slim en strategisch schuldbeheer. Daarom is een geleidelijke strategie, met realistische doelstellingen, te verkiezen boven een snel en schadelijk schuldafbouwtraject. In veel gevallen leiden snelle en forse bezuinigingen immers net tot hogere schulden en tekorten. Om de simpele reden dat ze de economische activiteit afknijpen, waardoor belastinginkomsten dalen en sociale uitgaven verhoudingsgewijs stijgen. Dan dreigt een vicieuze cirkel, waarbij het medicijn de patiënt zieker maakt en besparingsronde op besparingsronde volgt.

Een geleidelijke strategie, met realistische doelstellingen, is te verkiezen boven een snel en schadelijk schuldafbouwtraject.

Misschien moeten we ons de vraag durven stellen of dat niet de ultieme doelstelling vormt van de rechtse partijen in deze regeringscoalitie: snijden tot we op het bot zitten?

Voor meer begrotingsmythes waarop de regering-De Wever I steunt, lees het dossier Staatsschuld en boete: moderne fabels over overheidsuitgaven en begrotingstekorten op de website van Denktank Minerva.

Meer weten over andere mythes die nog circuleren in de Wetstraat? Herlees het MRT24-NR van Samenleving & Politiek

Abonneer je op Samenleving & Politiek

abo
 

SAMPOL ONLINE

40€/jaar

  • Je leest het magazine online
  • Je hebt toegang tot het enorme archief
MEEST GEKOZEN

SAMPOL COMPLEET

50€/jaar

  • Je ontvangt het magazine in de bus
  • Je leest het magazine online
  • Je hebt toegang tot het enorme archief
 

SAMPOL STEUN

100€/jaar

  • Je ontvangt het magazine in de bus
  • Je leest het magazine online
  • Je hebt toegang tot het enorme archief
  • Je krijgt een SamPol draagtas*
 

SAMPOL SPONSOR

500€/jaar

  • Je ontvangt het magazine in de bus
  • Je leest het magazine online
  • Je hebt toegang tot het enorme archief
  • Je krijgt een SamPol draagtas*

Het magazine verschijnt 10 keer per jaar; niet in juli en augustus.
Proefnummer? Factuur? Contacteer ons via info@sampol.be of op 09 267 35 31.
Het abonnementsgeld gaat jaarlijks automatisch van je rekening. Het abonnement kan je op elk moment opzeggen. Lees de Algemene voorwaarden.

Je betaalt liever via overschrijving?

Abonneren kan ook uit het buitenland.

*Ontdek onze SamPol draagtas.