Abonneer Log in

Fabels over de 'uitkeringscumul'

Samenleving & Politiek, Jaargang 32, 2025, nr. 3 (maart), pagina 4 tot 5

Dat een 'doorsneegezin' via het OCMW 4.000 euro of meer krijgt, is uit de lucht gegrepen.

Het regeerakkoord van de regering-De Wever stipuleert dat de omvang van de sociale voordelen beperkt moet worden per gezin “om excessen te vermijden.”(p. 77) In een aantal paragrafen wordt uitgewerkt dat het geheel aan sociale bijstand en voordelen geplafonneerd moet worden. Sociale voordelen moeten worden gekoppeld aan het “inkomen en het statuut”, en ze moeten degressief worden “naarmate het inkomen stijgt”. Er moet daarbij rekening worden gehouden met inkomsten uit roerende en onroerende goederen, zodat ze “enkel terecht[komen] bij wie dat echt nodig heeft”, én er moet een centraal register komen “waarin alle sociale bijstand en voordelen worden meegenomen.”

Ook al is deze opsomming van maatregelen een potpourri van fabels en stereotypen, het is belangrijk om er op te wijzen dat ze voortvloeien uit één centrale doelstelling in het regeerakkoord: het verschil tussen werken en niet-werken moet meer dan 500 euro bedragen. Daaruit volgt dan dat de uitkeringen in het algemeen en de sociale bijstand (het leefloon) in het bijzonder niet te hoog mogen zijn, sociale voordelen meegerekend.

Voor een partij die de verkiezingen heeft verloren en niet tot de regering-De Wever toetrad, heeft Open VLD bijzonder veel invloed gehad.

Het is interessant om de genese van die voorstellen eens in kaart te brengen. Dat het verschil tussen werken en uitkering 500 euro moet bedragen, was één van de voorstellen gelanceerd tijdens het Open VLD-congres van 2023: het idee was om de uitkeringen te laten bevriezen tot het verschil bereikt was, en om de sociale voordelen voor wie niet werkt samen te brengen in één bedrag en te begrenzen. Dat werd kwansuis overgenomen door N-VA en MR, en belandde ongeveer copy-paste in het regeerakkoord. Voor een partij die de verkiezingen heeft verloren en niet tot de regering-De Wever toetrad, heeft Open VLD bijzonder veel invloed gehad. Passons.

Wat zijn de feiten?

Het verschil tussen werken en niet-werken bedraagt vandaag al bijna altijd meer dan 500 euro. Dat werd recent aangetoond door zowel het Centrum voor Sociaal Beleid als het Expertisecentrum Budget en Financieel Welzijn (CEBUD). Dat verschil geldt zélfs als je rekening houdt met de meest voorkomende sociale voordelen. Alleen bij de overgang naar deeltijds werk of in heel specifieke omstandigheden is het verschil tussen werken en niet-werken kleiner dan 500 euro. Het zegt misschien iets over de staat van het politieke debat in ons land, maar één van de pijlers van het federaal regeerakkoord is dus al gerealiseerd nog voor de regering-De Wever was aangetreden.

Het is niet omdat een anekdote tot in den treure wordt herhaald dat het geen anekdote meer is.

Over sociale voordelen doen de wildste verhalen de ronde, een anekdote dat een ‘doorsneegezin al snel 4.000 euro krijgt’ via het OCMW op kop. Dat zijn dan de excessen die worden aangehaald in het regeerakkoord om de sociale voordelen te beperken. Maar het is niet omdat een anekdote tot in den treure wordt herhaald dat het geen anekdote meer is. Hier moeten we vier zaken onderscheiden:

  1. Dat een ‘doorsneegezin’ via het OCMW 4.000 euro of meer krijgt, is uit de lucht gegrepen. Theoretisch is zo'n bedrag mogelijk bij specifieke gezinsvormen waarbij volwassen studenten met een leefloon inwonen bij hun ouders die ook een leefloon krijgen én er ook een Groeipakket wordt ontvangen. Maar: dat komt nauwelijks voor. In maximaal 2.500 gezinnen wonen volwassen studerende broers of zussen met een leefloon samen, 4 à 5 gezinnen per jaar per OCMW. In realiteit wonen veel samenwonende studenten niet samen met hun ouders maar wel met een partner, vriend, of andere broers of zussen. Het is tekenend dat uit een factcheck van Knack bleek dat ook N-VA niet wist op hoeveel mensen die ‘excessen’ van toepassing zouden zijn.

  2. Wat dan met die vetpot aan sociale voordelen? Uit het eerder vermelde onderzoek van CEBUD blijkt dat een optelsom van sociale voordelen – zoals het sociaal tarief voor energie, water en internet, kortingen voor De Lijn en voor de Vlaamse zorgpremie, de vrijstelling van de provinciebelasting en de verhoogde tegemoetkoming gezondheidszorg – een zeer beperkte impact hebben op het gezinsinkomen. Voor een alleenstaande met een minimumwerkloosheidsuitkering gaat het over 63 euro, voor een koppel met twee kinderen met een leefloon om 193 euro, en voor een koppel met twee kinderen waarin een partner werkt aan het minimumloon gaat het om 128 euro. Zelfs wanneer gezinnen met een minimuminkomen al hun sociale rechten uitputten, dan is het inkomen ruim onvoldoende om menswaardig te kunnen leven. In het federaal regeerakkoord worden de “voordelen in het kader van de ziekteverzekering” (p. 77) zoals de verhoogde tegemoetkoming overigens vrijgesteld. Over welke excessen het dan nog zou gaan, is volstrekt onduidelijk.

  3. In het onderzoek van CEBUD wordt uitgegaan van de volledige opname van sociale rechten. Maar daar wringt het schoentje. Veel van die sociale voordelen worden niet automatisch toegekend, kennen soms een complexe aanvraagprocedure, en zijn zo selectief dat ze alleen maar van toepassing zijn op specifieke groepen. Het gevolg is bekend: non-take up. Veel sociale voordelen worden niet opgenomen door wie er eigenlijk recht op heeft.

  4. In de bovenstaande voorbeelden worden sociale voordelen opgeteld alsof het om cash geld gaat. Maar dat is vaak niet het geval. Een goedkoper busticket kan je niet eten en helpt dus niet om aan de minimumbehoeften van een gezin te voldoen. En bovendien ben je er vet mee als de bus niet rijdt of de halte is afgeschaft. In alle voorbeelden van de zogenaamde ‘excessen’ worden voordelen maximaal bij het beschikbaar gezinsinkomen geteld. Maar dat is dus helemaal geen realistische situatie, en verbergt net waar de echte problemen zich situeren: versnippering en non-take up.

Ook symboolpolitiek kan het leven van kwetsbare mensen moeilijker maken.

Veel van de voorstellen van de regering-De Wever rond leeflonen en sociale voordelen kunnen worden weggezet als symboolpolitiek. Maar ook symbolen kunnen het leven van kwetsbare mensen moeilijker maken. Het omgekeerde van wat moet. Interessant genoeg biedt het regeerakkoord een unieke kans om het beleid beter te maken. Want als zo’n centraal register waarin alle voordelen zijn opgenomen er echt komt, dan zal het ook de toekenning van de voordelen makkelijker maken. Elke maatschappelijk werker kan bij raadpleging meteen de niet-opgenomen sociale voordelen in orde maken. Wie weet wordt de regering-De Wever zo de eerste regering die echt werk maakt van de strijd tegen non-take up. En stoemelings.

Samenleving & Politiek, Jaargang 32, 2025, nr. 3 (maart), pagina 4 tot 5

Abonneer je op Samenleving & Politiek

abo
 

SAMPOL ONLINE

40€/jaar

  • Je leest het magazine online
  • Je hebt toegang tot het enorme archief
MEEST GEKOZEN

SAMPOL COMPLEET

50€/jaar

  • Je ontvangt het magazine in de bus
  • Je leest het magazine online
  • Je hebt toegang tot het enorme archief
 

SAMPOL STEUN

100€/jaar

  • Je ontvangt het magazine in de bus
  • Je leest het magazine online
  • Je hebt toegang tot het enorme archief
  • Je krijgt een SamPol draagtas*
 

SAMPOL SPONSOR

500€/jaar

  • Je ontvangt het magazine in de bus
  • Je leest het magazine online
  • Je hebt toegang tot het enorme archief
  • Je krijgt een SamPol draagtas*

Het magazine verschijnt 10 keer per jaar; niet in juli en augustus.
Proefnummer? Factuur? Contacteer ons via info@sampol.be of op 09 267 35 31.
Het abonnementsgeld gaat jaarlijks automatisch van je rekening. Het abonnement kan je op elk moment opzeggen. Lees de Algemene voorwaarden.

Je betaalt liever via overschrijving?

Abonneren kan ook uit het buitenland.

*Ontdek onze SamPol draagtas.