Abonneer Log in

Stop het politiek kapitalisme

  • John Crombez - Doctor in de economische wetenschappen, UGent

Samenleving & Politiek, Jaargang 27, 2020, nr. 7 (september), pagina 30 tot 35

De 21e eeuw kent, anders dan de vorige eeuw, een opeenvolging van grote crisissen zonder dat er zicht is op een beter maatschappelijk bestel voor de brede bevolking. Nochtans bestaat die kans. De vraag die zich echter stelt, is dubbel: zijn er net als 100 jaar geleden projecten in wording voor een betere maatschappij of wint het kapitaal? Op dit moment lijkt de kans dat het kapitaal wint groter.

Sinds de bankencrisis van 2008 is de ideologische strijd weer zeer tastbaar. Niet aan de oppervlakte zoals eerder in de geschiedenis, maar eerder als een veenbrand, smeulend onder de oppervlakte, die steeds groter wordt. De vragen zijn echter dezelfde als bij eerdere periodes: wie krijgt de macht om het maatschappelijk model uit te tekenen en naar wie zullen de welvaartswinsten gaan? De grootste ideologische verschuiving kwam er na de Tweede Wereldoorlog, in een combinatie van het herverdelen van de welvaart en het afdwingen van de mensenrechten. Vandaag zijn er, anders dan toen, weinig aanwijzingen dat een gelijkaardige en broodnodige stap zal worden genomen. De communicatie blijft vooral gericht op het verdedigen van het bestaande model.

TWEE KEER DE JAREN '20: DIVIDE ET MELIORA

In de jaren 1920 was er veel ongenoegen over het gebrek aan herverdeling van de sterk toenemende welvaart onder een technologische boom en industrialisering. Ondanks beloften van een herverdeling van een kleine elite, die enorm veel kapitaal verzamelde, naar een betere levensstandaard voor de bredere bevolking en zelfs ondanks gestemde wetten die dat moesten verzekeren, gebeurde er nauwelijks iets. De bevolking stemde bijgevolg meer op de uiterste partijen, omdat een anti-systeemstem meer hoop gaf.

In mei 1929 halen socialistische, katholieke en liberale partijen hier 88% van de stemmen. Een half jaar later ontploft het economisch en financieel wereldwijd systeem, met veel ontslagen, hongersnood en zelfmoorden tot gevolg. Zes jaar later halen de drie partijen nog iets meer dan 70%, en halen de Vlaams-nationalisten, de fascisten en de communisten bijna 25%. Tegelijk begint in de jaren 1930 internationaal de ontwikkeling van de sociale welvaartsstaat, met F.D. Roosevelt in de VS op kop. Er kwamen investeringen, tewerkstellingsprogramma's en sociale bescherming. Het was één van de hoofdredenen die de bevolking deed terugkeren naar meer gematigde partijen. In 1939 verloren de fascisten bijna al hun zetels.

Opmerkelijk is dat in deze periode de veelvuldige ontmoetingen tussen W. Churchill, F.D. Roosevelt en J. Stalin niet alleen in het kader stonden van de dreiging van nazi-Duitsland, maar eveneens van het oprichten van een collectief sociaal systeem. Tijdens de oorlog werden de teksten van W. Beveridge over de sociale zekerheid vertaald en achter de linies gedropt tot bij de soldaten.1 Na WO II resulteert het in de oprichting van de sociale zekerheid. Bij ons gebeurde dat op 28 december 1944. Dat gebeurde zo snel na het vertrek van het Duitse leger omdat arbeiders en ondernemers in België tijdens de oorlog samen verder werkten aan een nieuw model. De mensenrechten volgden snel daarna.

KAPITAAL VERKIEST GELDCONCENTRATIE BOVEN EEN BETERE ECONOMIE

Het is opmerkelijk dat het gebeurde. Je moet bijna vaststellen dat een globaal economisch drama, met daarna een wereldoorlog, nodig waren om een voldoende draagvlak te creëren om door te zetten. De drang om de maatschappij substantieel aan te passen, kon niet wegebben. In de tien tot vijftien jaar na de crash van 1929 werd het op veel plaatsen doorgevoerd. De periode na de Tweede Wereldoorlog is voor een groot aantal landen, die hun maatschappij grondig hertekenden, in veel opzichten een succes. Op economisch vlak is het de periode met de grootst opgetekende productiviteitsstijging. In de VS bijvoorbeeld bedroeg de productiviteitsgroei (zonder de landbouw) in die bijna dertig jaar, tot de eerste oliecrisis van 1973, maar liefst 2,8%.2 Ook in België zagen we een hoge productiviteit, verbetering van de gezondheid en de levensverwachting, enzovoort. In de volksmond was het een periode waarin mensen de ervaring hadden dat ze zich konden 'opwerken'.

Even opmerkelijk is de kentering daarvan sinds 1973, de eerste oliecrisis. Al snel volgt ook het politiek maatschappelijk discours, dat uiteindelijk leidde tot het neoliberalisme. In die periode zijn – ondanks het succes van dat discours, dat economisch zeer liberaal is en opmerkelijk breed door democraten wordt gedragen – de economische en maatschappelijke resultaten niet goed. De productiviteit in de VS zakt in de periode 1973 tot de val van de Berlijnse Muur naar 1,5%. Met minder productiviteit valt ook de herverdeling van de welvaart naar beneden. De stijging van het aantal jaren toegenomen levensverwachting per decennium is in de periode van de hogere productiviteitsgroei meer dan dubbel zo groot als in de recentere periode.3

In de VS ging, voor de sociale maatregelen werden genomen in de jaren 1930, 47% van het nationaal inkomen of van de welvaart naar de 10% best verdienenden. Na de invoering van de herverdelende maatregelen zakte dat naar een niveau tussen de 30% en 35% gedurende 30 jaar. Na de oliecrisis van 1973 begon dat percentage weer te stijgen. Na de val van de Berlijnse Muur steeg het weer naar een niveau waarbij de 10% rijksten meer dan 45% van het nationaal inkomen kregen. En dat is nu nog zo.

Fundamenteel in de maatschappelijke verandering was het gegeven dat door collectieve bijdragen de brede bevolking werd verzekerd tegen sociale risico's, zoals werkloosheid, ziekte en invaliditeit. Die verzekering bracht ook de consumptie- en leningsmaatschappij mee. Particuliere gezinnen consumeerden meer en verwierven meer eigendom, in toenemende mate in co-eigenaarschap met de bank. Het zorgde voor een betere verdeling met collectieve verzekering en voor fors hogere productiviteit. Veel van de neoliberale dogma's, die nu vaak worden gecommuniceerd, bestonden toen schijnbaar niet.

REAGAN AND THATCHER MAKEN ER EEN EINDE AAN

Waarom werd een toen zo succesvol model verlaten? Sociaal ging het steeds beter voor de brede bevolking en de economie was in topvorm. Wie was dan ontevreden? Wel, de best verdienende 10% die mee moesten herverdelen en 'nog slechts' een derde kregen van de nationale welvaart. Besparen, desinvesteren, dereguleren, privatiseren, … dat waren de nieuwe elementen op de menukaart. Reagan kreeg op die manier van werken zijn naam geplakt: Reagonomics. Bill Clinton werd de vader van de deregulering van de banksector, Tony Blair de woordvoerder van het neoliberale model en Jeroen Dijsselbloem de scherprechter van Griekenland na de bankencrisis.

Opmerkelijk was de manier waarop staatsmanschap, communicatie en marketing veranderde bij de politieke machthebbers. Internationaal kreeg je opnieuw veel contact tussen de VS, het VK en Rusland, met name tussen Reagan, Thatcher en Gorbatsjov. Maar daar werd geen nieuw maatschappelijk plan gemaakt. Wel een afkoeling van de internationale spanning, en het creëren van meer vrije wereldhandel in het verlengde van een gedereguleerde en geliberaliseerde markt. Het gevolg was dat de beurswaarde zich loskoppelde van de economie en mee evolueerde met de waarde van de internationale handel. De welvaart verdeelde zich nu naar aandeelhouders van de grootste multinationals.

IT'S THE STOCK MARKET, STUPID

Ook vandaag horen we wereldleiders verkondigen dat een goede beursprestatie toont dat het goed gaat met de economie, Donald Trump op kop. De grootste bedrijven zijn nu gerust dat ze de toekomstige cash kunnen binnenrijven. En het politiek kapitalisme vertaalt zich in het discours dat we moeten 'opletten met de overheidsuitgaven'. Het is de grote vrees van de Thatchers en Reagans uit de jaren 1980, die bij ons ook dagelijks te horen is. Het gegeven dat de overheden groter zouden worden en ten dienste zouden komen te staan van de bevolking. Idem na de bankencrisis. Het werkt blijkbaar, de beursresultaten tonen dat.

Ten eerste zie je de grootste beursgenoteerde bedrijven floreren. De grootste bedrijven op de Amerikaanse aandelenmarkten zijn sinds 2016 internet- en sociale mediabedrijven. Ze staan op de Nasdaq aandelenmarkt. Sneller dan ooit zag je dat die bedrijven gerustgesteld werden in de toekomst. In cijfers moet je je voorstellen dat de waarde van een aandelenmarkt maar evolueert op twee zaken: de verwachte cash die de bedrijven zullen verdienen (hoe hoger de verwachting, hoe hoger de aandelenwaarde) en het risico dat ze nemen om te ondernemen (hoe hoger het risico, hoe lager de waarde). Dat risico maakte dat in februari, maart van dit jaar de aandelenmarkten een neerwaartse duw kregen. In die periode zijn er geen tweets van Trump over de beurs. Nasdaq verloor een derde van zijn waarde. Maar dat was dus van zeer korte duur. Vanaf midden maart steeg het opnieuw. Er werden wereldwijd plannen gemaakt, cash vrijgemaakt om bedrijven te ondersteunen, er kwamen bankgaranties. Dit alles was in hoge mate geënt op het cashmodel van de grote beursgenoteerde bedrijven. Nasdaq was tegen midden augustus 2020 opnieuw 66% gestegen. Ze stond toen zelfs 15% hoger dan voor het globaal losbarsten van de coronacrisis.

Ook in een bredere historische context is het verband tussen het model, de economie en de beurs frappant. Na de oprichting van de sociale zekerheid in grote delen van de wereld tekenden we een brede herverdeling op en een periode van hoogste productiviteit. Daar waar de waarde van de beurs begin de jaren 1950 de helft was van de nominale economie, steeg deze mee met de betere productiviteit tot een één-op-éénverhouding. Vanaf 1973, met het begin van de crisissen, zakte dat opnieuw naar de helft. Maar dan komt het. Met het nieuwe model van Reagan en Thatcher zet het begin de jaren 1980 een stijging in. De beurswaarde groeit tot anderhalve keer de waarde van de economie en piekt zelfs op twee keer.4

Waarom is de verwachte waarde van de grote beursbedrijven een meervoud van de economie? En waarom gaat dat gepaard met besparingen op de bevolking, beperking van de lonen, deregulering en toenemende internationale competitiviteit? Blijkbaar is dat het systeem om via de grote internationale bedrijven de (verwachte) cash binnen te rijven. Het is mee de motor van het gevoel dat de bevolking heeft dat de volgende generaties – hun kinderen – het minder goed zullen hebben dan zijzelf. Dat wereldwijd sentiment is nieuw. Het bestaat nog maar tien jaar. Gaat dat dan gepaard met het herstel van het economisch weefsel? Nee, vandaag staan zeer veel zelfstandigen en kmo's voor zwaar weer. De verwachtingen van de grote beursgenoteerde bedrijven staan daarentegen in het zenit. Het politiek kapitalisme wordt sterker, het collectief maatschappelijk belang zwakker.

DE GEMISTE KANS VAN 2008

Na de bankencrisis van 2008 was er nochtans een begin van een oplossing. Bankgeheimen sneuvelden en bankgegevens werden wereldwijd automatisch uitgewisseld. Het was de basis om de belastingen te herverdelen, het groot kapitaal op een normale manier te laten bijdragen en de werknemers, zelfstandigen en kmo's zelfs minder belastingen te laten betalen.

Maar de bal is nooit binnen gekopt. De oplossing zit er in, zoals ook door Piketty werd gedocumenteerd, om de grootste kapitalen 'normaal' te laten bijdragen en zo te zorgen voor meer overheidsinvesteringen. Het vrijgeven van de bankgegevens kwam er, maar de handhaving ervan helaas niet. Het politiek kapitalisme heeft zich uitgebreid naar de rechtbanken, waar ze op de komma de nieuwe regelgeving van eerlijke belastingen en eerlijke handel naar hun hand proberen te schrijven. Een nieuwe grondige aanpassing van de maatschappij bestaat er in om de essentiële functies van een overheid te herstellen, zoals onderwijs, gezondheid, recht en veiligheid, en tegelijk de belastingen voor een groot deel van de bevolking te verlagen, omdat het kan zonder de overheidsinkomsten aan te pakken. Sluit de belastingparadijzen wegens misdadig, behandel de verschillende vormen van inkomen gelijk. Eenvoudig en transparant. Vaak wordt dat weggewimpeld met 'weer meer belastingen'. Maar dat klopt niet. Of met 'weer meer uitgaven'. En ook dat klopt niet, want publieke investeringen in mobiliteit, milieu, gezondheid, welzijn en onderwijs verlaagt het uitgavenpatroon van de overheid en verbetert de bedrijfsbalansen.

De basis is er. Een echt nieuw model zoals na de Tweede Wereldoorlog zal er maar komen als de basisregels simpel worden en als de overtreders met veel kapitaal die de boel blijven belazeren keihard worden aangepakt. Het is van essentieel belang als we de mensenrechten echt willen handhaven.

VOETNOTEN

  1. Timmins N.; 2001, 'The Five Giants: a Biography of the Welfare State', p.25.
  2. US Bureau of Labour Statistics.
  3. Shackleton, R., March 2013, Total Factor Productivity Growth in Historical Perspective.
  4. Federal Reserve Board, Flow of Funds accounts, Standard and Poor's corporation : US equity marketcap ex foreign issues as a ratio of nominal GDP.

Samenleving & Politiek, Jaargang 27, 2020, nr. 7 (september), pagina 30 tot 35

Abonneer je op Samenleving & Politiek

abo
 

SAMPOL ONLINE

40€/jaar

  • Je leest het magazine online
  • Je hebt toegang tot het enorme archief
MEEST GEKOZEN

SAMPOL COMPLEET

50€/jaar

  • Je ontvangt het magazine in de bus
  • Je leest het magazine online
  • Je hebt toegang tot het enorme archief
 

SAMPOL STEUN

100€/jaar

  • Je ontvangt het magazine in de bus
  • Je leest het magazine online
  • Je hebt toegang tot het enorme archief
  • Je krijgt een SamPol draagtas*
 

SAMPOL SPONSOR

500€/jaar

  • Je ontvangt het magazine in de bus
  • Je leest het magazine online
  • Je hebt toegang tot het enorme archief
  • Je krijgt een SamPol draagtas*

Het magazine verschijnt 10 keer per jaar; niet in juli en augustus.
Proefnummer? Factuur? Contacteer ons via info@sampol.be of op 09 267 35 31.
Het abonnementsgeld gaat jaarlijks automatisch van je rekening. Het abonnement kan je op elk moment opzeggen. Lees de Algemene voorwaarden.

Je betaalt liever via overschrijving?

Abonneren kan ook uit het buitenland.

*Ontdek onze SamPol draagtas.