Abonneer Log in

Molenbeek, de sociale roltrap van België

  • Jef Van Damme - Schepen van Nederlandstalig Onderwijs, Nederlandstalige Kinderopvang, Openbare Werken en Gemeente-eigendommen in Sint-Jans-Molenbeek (Vooruit). Gewezen Brussels volksvertegenwoordiger (2009-2019)

Samenleving & Politiek, Jaargang 30, 2023, nr. 4 (april), pagina 12 tot 17

Elke 6 jaar wisselt quasi de volledige bevolking van Molenbeek. Dit succesverhaal betekent dat er continu een heleboel mensen in slagen om op een relatief korte periode de sociale roltrap te beklimmen.

Inhuldiging van het vernieuwde Jef Mennekensplein, in hartje Molenbeek.

In de wereld staat Molenbeek bekend om zijn miserie: armoede, werkloosheid, voedingsbodem van terrorisme, … Minder tot helemaal niet gekend zijn de enorme investeringen van de gemeente in sociale en economische voorzieningen, ondanks de penibele financiële omstandigheden en het gebrek aan return on investment. Als socialistisch lokaal bestuur maken we daarbij dagdagelijks het verschil. Ik leg u graag uit hoe.

DE CONTEXT WAARIN DE GEMEENTE WERKT

Molenbeek is één van de armste, meest diverse en dichtbevolkte plekken van het land. De werkloosheidsgraad is 21,5%, tegenover 5,7% in België. 1,31% van de Belgische bevolking moet rondkomen van een leefloon, in Molenbeek is dat bijna vijf keer zoveel met 6,02%. Dat vertaalt zich in een krap gemeentebudget. De marges om beleidskeuzes te maken zijn zeer klein. Qua budget voor gemeentepersoneel bengelen we helemaal onderaan in het Brusselse klassement. Terwijl Brussel-Stad meer dan 1.000 euro per inwoner uitgeeft aan gemeenteambtenaren, is dat bij ons iets minder dan 600 euro per inwoner. Dat leidt tot aartsmoeilijke keuzes: ofwel een extra kinderverzorgster aanwerven ofwel een extra straatveger, terwijl we beiden nodig hebben. Ons werk in zo'n rigide budgettaire context met gigantische uitdagingen houdt voorlopig stand, onder meer dankzij de wisselwerking van de gemeente met een sterk middenveld. Molenbeek heeft een bloeiend verenigingsleven. Per 1.000 inwoners zijn er 4,5 verenigingen. In Antwerpen bedraagt die 'verenigingsdichtheid' slechts 1,2 vereniging per 1.000 inwoners.

Wat al de besproken cijfers niet tonen, is de sociale mobiliteit die vele Molenbeekse bewoners doormaken dankzij de continue investeringen in sociaaleconomische voorzieningen van het socialistische lokaal bestuur. We vinden deze cijfers niet terug, omdat het positieve resultaat van deze beleidsinvesteringen landt in andere gemeenten. Molenbeek is immers een 'stad van aankomst' en een transitplek. Hieronder duid ik hoe dat komt, en hoe we daar als lokaal bestuur in Molenbeek mee omgaan.

MOLENBEEK, EEN STAD VAN AANKOMST

Sinds 150 jaar trekken migranten naar Molenbeek op zoek naar een beter leven. Mislukte aardappeloogsten dreven Vlaamse boeren eind 19e eeuw naar de stad waar de ontluikende industrie langs het kanaal schreeuwde om werkkrachten. Molenbeek was toen een industrieel succesverhaal. De 'Olifant', één van de eerste drie treinlocomotieven op het Europese vasteland, is hier gebouwd. Na de Tweede Wereldoorlog vestigden zich Griekse, Spaanse en Italiaanse immigranten. Vanaf de jaren 1960 en 1970 kwamen er Marokkanen en sinds een twintigtal jaar merken we een grote instroom van Roemenen op.

Mislukte aardappeloogsten dreven Vlaamse boeren eind 19e eeuw naar Molenbeek waar de ontluikende industrie langs het kanaal schreeuwde om werkkrachten.

Met andere woorden, Molenbeek is een stad van aankomst of een 'Arrival City', zoals het vermaarde boek van de Brits-Canadese Doug Saunders heet. Een stad van aankomst heeft een aantal kenmerken die op Molenbeek van toepassing zijn. Eén, het stadscentrum ligt heel nabij en is zowel het centrum van het land als de hoofdstad van Europa. Twee, er is een groot aanbod aan werk waar migranten zo hard naar op zoek zijn. Drie, de goedkoopste huur- en koopwoningen van het Brussels gewest vind je in Molenbeek. Vier, migranten kunnen hier een netwerk uitbouwen. Ze vinden er mensen met dezelfde origine, die dezelfde taal spreken en dezelfde culturele en religieuze gebruiken hebben. Cybercafés, kantoren voor geldtransfers, winkels met goedkope simkaarten, … maken het mogelijk om met familie en vrienden in het land van herkomst in contact te blijven en hen financieel te ondersteunen. Vijf, een overlevingseconomie met goedkope voeding, kleren, meubels, … garandeert de toegang tot basisbehoeften. Ook andere arme, dichtbevolkte en superdiverse wijken zoals Sint-Joost-ten-Node, Kuregem (Anderlecht) en Borgerhout beantwoorden aan de criteria van zo'n stad van aankomst.

MOLENBEEK, EEN TRANSITPLEK

Een extra kenmerk van een stad van aankomst is het voortdurende verloop van inwoners en dus de residentiële mobiliteit. Zodra iemand uit de precariteit geraakt en een paar treden op de sociale roltrap stijgt, verhuist men. Voor een lokaal bestuur is dit zowel een verhaal van succes en blijdschap als een frustrerend verhaal. Bij mensen die werk en stabiliteit vinden, een gezin stichten en een redelijke spaarrekening beginnen op te bouwen, ontstaat vaak het verlangen én de mogelijkheid om zich elders te vestigen. De suburbane droom van een eigen woning, liefst in het groen en ook weer niet te ver van de stad van aankomst waar nog familie en vrienden wonen, blijft niet beperkt tot Belgo-Belges.

Concreet betekent het voor Molenbeek dat er jaarlijks 10.000 tot 15.000 inwoners wegtrekken. Elke legislatuur (elke 6 jaar) wisselt quasi de volledige bevolking van Molenbeek! Dit betekent dat er continu een heleboel mensen in slagen om op een relatief korte periode de sociale roltrap te beklimmen. Met dit succesverhaal gaan veel inspanningen gepaard. De gemeente en het middenveld spelen een cruciale rol in de ondersteuning en het boosten van kwetsbare mensen.

Maar het is ook frustrerend, omdat het succes verdwijnt naar elders en we er op Molenbeekse bodem amper de vruchten van kunnen plukken. Er is geen of heel weinig lokale return on investment op gebied van sociale cohesie, noch op het sociaaleconomische weefsel. Evenmin is er sprake van een lokale financiële return. Zodra het loon hoger wordt door een beter betaalde job, en de inkomstenbelasting bijgevolg ook stijgt, is men reeds verhuisd naar een andere gemeente.

EEN SOCIALISTISCH LOKAAL BESTUUR MAAKT HET VERSCHIL

Met weinig geld slaagt het gemeentebestuur erin om een stevig sociaal-emancipatorisch beleid te voeren door volop in te zetten op publieke voorzieningen, zoals het OCMW en onderwijs. Bovendien specialiseren we ons als gemeente in het aantrekken van externe financiering voor infrastructuur- en stadsvernieuwingsprojecten, en creëren we extra beleidsmarge met een doordacht grond- en pandenbeleid.

Het OCMW

Bijna 6.000 van de 100.000 Molenbekenaars leven van een leefloon en worden intensief begeleid bij hun maatschappelijke (her)integratie door de sociale werkers van het OCMW. Hierbij gaan we een stap verder dan louter helpen om te 'overleven'. Zo zette ik als schepen mijn schouders onder de bouw van een gloednieuw opleidingscentrum voor ons OCMW. Met kennis van de achtergrond van de mensen, organiseren we hier zelf workshops en trainingen om arbeidsmarktgerichte competenties bij te schaven, om cv's en motivatiebrieven te schrijven en om computer- en sollicitatievaardigheden te verwerven. Een sociaal beleid betekent ook mensen zoveel mogelijk ontlasten van zware kosten en de bijbehorende zorgen. De nieuwe Babytheek, die er kwam op mijn initiatief, is een voorbeeld van een project dat letterlijk facturen weghaalt. Molenbekenaars kunnen er quasi gratis babyspullen ontlenen, waardoor ze ook nog eens worden hergebruikt in plaats van weggegooid.

Sociale huisvesting

Dé cruciale factor van sociale mobiliteit is huisvesting. Emancipatie is onmogelijk zonder de veiligheid en de geruststelling van een dak boven het hoofd. Naast de meer dan 3.500 sociale woningen van de Molenbeekse Sociale Huisvestingsmaatschappij, beheren we als gemeente 470 sociale woningen. Sociale huisvesting is tegelijkertijd één van de enige manieren om gentrificatie te vertragen door bij stadsvernieuwingsprojecten genoeg toegankelijke en betaalbare woningen te voorzien.

Grond- en pandenbeleid

Betaalbare woningen voorzien is niet evident met een beperkt gemeentelijk budget, net zoals betaalbare ruimte voor verenigingen, voorzieningen en bedrijven. Ik heb er als schepen voor gekozen om geen gemeentelijke gronden en gebouwen meer te verkopen. Deze verkoopstrategie wordt door lokale besturen regelmatig aangewend voor financiële quick wins, maar de inkomsten zijn eenmalig en je geeft je ruimtelijke beleidsmarge uit handen. Met het omvangrijke patrimoniumbestand van Molenbeek kunnen we lokaal blijven wegen op een vastgoedmarkt die dreigt te ontsporen en kunnen we vermijden dat opgewaardeerde buurten volgebouwd worden met enkel dure en kleine appartementen die de grootste winst opbrengen. Integendeel, we blijven – in de mate van het mogelijke – panden opkopen om een impactvol grond- en pandenbeleid te voeren dat ook de middenklasse in de stad houdt. In het kader van de ontwikkelingsplannen rond het Weststation kochten we bijvoorbeeld een oud industrieel pand dat plaats zal maken voor publieke woningen. In afwachting van die publieke woningen laten we het gebouw tijdelijk bezetten door plaatselijke verenigingen die er projecten rond sociale cohesie opzetten.

We blijven panden opkopen om een impactvol grond- en pandenbeleid te voeren dat ook de middenklasse in de stad houdt.

Onderwijs

Met onderwijs van topklasse willen we zowel bijdragen aan de sociale mobiliteit van Molenbekenaars als proberen om mensen in Molenbeek te houden. Een kwaliteitsvolle school in de buurt voor je kinderen is een tastbare 'verleiding' die je in die buurt doet blijven wonen. Dat is hier niet evident. Onze leerkrachten ervaren dat ze vaak van nul af aan moeten beginnen en opnieuw moeten starten met een eerste schoolgaande generatie. De kinderen en kleinkinderen van de generaties die zij opleiden zullen uiteindelijk naar school gaan in Dilbeek, Vilvoorde en Aalst.

Naast een kwaliteitsvol pedagogisch project zetten we in op schoolinfrastructuur. Het pedagogische project mag nog zo goed zijn, een krakkemikkige klas is geen kwaliteitsvolle leeromgeving en schrikt talentvolle leerkrachten en gezinnen af (en dan heb ik het nog niet over de ecologische impact van zulke gebouwen). Als schepen van Nederlandstalig Onderwijs in 2006 startte ik de bouw van een nieuwe, moderne school. We realiseerden daarmee 250 extra plaatsen in ons gemeentelijk Nederlandstalig onderwijs én een voorbeeldgebouw op vlak van duurzaamheid. Het is een voorbeeldproject op de website van het Agentschap voor Infrastructuur in het Onderwijs (AGION) van de Vlaamse gemeenschap. Ook de totaal verouderde gemeentelijke basisschool Ket & Co kreeg een volledig nieuw schoolgebouw met een impulsrijke speelplaats, een nagelnieuw groen dakterras voor de kinderen en een state-of-the-art sportzaal voor de school én de buurt. Daarmee creëerden we nog eens 226 extra plaatsen en een gebouw op maat van het pedagogische beleid van de school: de klaslokalen zijn extra groot om coteaching mogelijk te maken.

Stadsvernieuwing

Extra financiering aantrekken is absoluut noodzakelijk om de stedelijke ruimte continu te vernieuwen en om voorzieningen bij te bouwen om de bevolkingsgroei op te vangen. Door de hoge dichtheid en dus het intensieve gebruik van voorzieningen verslijten die ook veel sneller. Een park met speeltuin heeft bijvoorbeeld om de 10 jaar een complete refurbishment nodig. Alleen al in 2023 investeren we meer dan 40 miljoen euro in de heropwaardering van onze wijken, een budget dat voor 75% bestaat uit subsidies van het gewest, de gemeenschappen, de federale overheid en van Europa. Stadsvernieuwing is ook nodig om de stad te ontharden, om hitte-eilanden tegen te gaan en om in een dichtbevolkt gebied met 16.268 bewoners per km² letterlijk ademruimte te creëren. De luchtvervuiling door CO₂ en andere uitstoot heeft een enorme impact op de gezondheid van onze bewoners die vaak dubbel gestraft worden, omdat ze al in vochtige huizen vol schimmel wonen.

Hét voorbeeld op vlak van stadsvernieuwing tijdens deze legislatuur is de aanpak van de site rond het Weststation. Het terrein is 13 hectaren groot en verbindt het dichtbebouwde, verouderde oosten van Molenbeek met het westelijke en recenter ontwikkelde deel van de gemeente. Er werd een investeringsplan voor de komende 10 jaar goedgekeurd via cofinanciering. Daarbij investeren we 3 miljoen euro in de uitbreiding van de publieke ruimte aan het metrostation Beekkant, bouwen we een splinternieuw wijk- en sportcentrum en vormen we een oud terrein van de NMBS om tot een recreatief park van 25.000 m². Er komt een gewestelijk wetenschapscentrum en een aquapark, één van mijn stokpaardjes, waarrond we nu een haalbaarheidsstudie aan het uitvoeren zijn.

DRINGEND HULP GEVRAAGD A.U.B!

Onze financiële marges worden al meer dan 12 jaar afgeroomd en we voeren al net zolang verplicht een besparingsbeleid onder curatele van het Brussels Gewest. Daarenboven stijgt de financiële druk op lokale besturen overal in België. Een combinatie van de indexering van de lonen (van gemeente-, politie- en OCMW-personeel), de pensioenverantwoordelijkheden en de verschuiving van bevoegdheden richting gemeenten zonder daar deftige financiering tegenover te stellen, wordt langzaamaan onhoudbaar. Bij de rijkere gemeenten compenseert een verhoogde inkomstenbelasting vaak de stijgende uitgaven. Doordat de lonen geïndexeerd worden, stijgt immers de inkomstenbelasting automatisch mee. Maar in Molenbeek betekent het nog meer verarming, omdat wij de indexering op de lonen van werklozen niet kunnen capteren. Sinds twee jaar is de opmaak van de jaarbudgetten voor ons als bestuur een haast onmogelijke job, omdat de mate waarin we moeten besparen niet meer gaat over politieke keuzes maken. Het wordt een verplichte politiek van destructie en onze kracht om basisvoorzieningen te blijven garanderen, staat onder druk.

Onze politiezone krijgt per inwoner gemiddeld 60 euro, terwijl de gemiddelde federale dotatie voor de politie in heel België 96 euro per inwoner is.

Daarom vragen we hulp om onze functie als dé sociale roltrap van België sterker te ondersteunen en te valoriseren. Ook een paar financiële ongelijkheden moeten dringend worden rechtgezet. Wij vervullen een cruciale sociaal-emancipatorische rol voor heel het land waar iedereen van profiteert. Hoewel we bekend staan in de wereld door de aanslagen op Parijs, en we bijvoorbeeld volop willen inzetten op veiligheid, weigert de federale overheid om de politiedotatie te verhogen. De federale overheid financiert ons nog steeds op basis van ons inwonersaantal in 2001. Molenbeek had toen 70.000 inwoners. Vandaag zijn dat er 30.000 meer. Zo kom je tot de bizarre vaststelling dat onze politiezone per inwoner gemiddeld 60 euro krijgt, terwijl de gemiddelde federale dotatie voor de politie in heel België 96 euro per inwoner is.

We blijven vastberaden om de vicieuze armoedecirkel waarin onze gemeente verkeert te doorbreken, en vragen aan de hogere overheden om hun verantwoordelijkheid te nemen. Met ons beleid empoweren we als Molenbeekse socialisten de kwetsbare inwoners én proberen we mensen te verleiden om hier te blijven wonen. Dat doen we niet met politieke proefballonnetjes, maar met becijferde en wetenschappelijk onderbouwde plannen van aanpak en met degelijke infrastructuur van de stad van aankomst die we al meer dan 150 jaar aan het opbouwen zijn. Kom het zelf eens bewonderen, zou ik zo zeggen. Graag tot snel, in Molem!

Samenleving & Politiek, Jaargang 30, 2023, nr. 4 (april), pagina 12 tot 17

SOCIALE MOBILITEIT

Herstel de sporten van de sociale ladder
Amir Bachrouri
Molenbeek, de sociale roltrap van België
Jef Van Damme
Hoe 6.000 euro je leven kan veranderen
Koen Schoors

Abonneer je op Samenleving & Politiek

abo
 

SAMPOL ONLINE

40€/jaar

  • Je leest het magazine online
  • Je hebt toegang tot het enorme archief
MEEST GEKOZEN

SAMPOL COMPLEET

50€/jaar

  • Je ontvangt het magazine in de bus
  • Je leest het magazine online
  • Je hebt toegang tot het enorme archief
 

SAMPOL STEUN

100€/jaar

  • Je ontvangt het magazine in de bus
  • Je leest het magazine online
  • Je hebt toegang tot het enorme archief
  • Je krijgt een SamPol draagtas*
 

SAMPOL SPONSOR

500€/jaar

  • Je ontvangt het magazine in de bus
  • Je leest het magazine online
  • Je hebt toegang tot het enorme archief
  • Je krijgt een SamPol draagtas*

Het magazine verschijnt 10 keer per jaar; niet in juli en augustus.
Proefnummer? Factuur? Contacteer ons via info@sampol.be of op 09 267 35 31.
Het abonnementsgeld gaat jaarlijks automatisch van je rekening. Het abonnement kan je op elk moment opzeggen. Lees de Algemene voorwaarden.

Je betaalt liever via overschrijving?

Abonneren kan ook uit het buitenland.

*Ontdek onze SamPol draagtas.